Stuk 191 I                                                                                              Delft, 30 november 2004.

452480

 

Onderwerp: de economie van Delft: op weg naar 2015

 

Aan de gemeenteraad.

 

Geachte dames en heren,

 

1. Inleiding

Deze nota heeft als hoofddoel een beeld te krijgen van de ruimtevraag van bedrijven en instellingen en de groeimogelijkheden van de Delftse economie. Om dit goed te kunnen doen is de structuur van de Delftse economie nauwkeurig in kaart gebracht. We onderscheiden hiervoor 15 sectoren (zie bijlage II van rapport) en per sector zijn groei prognoses gemaakt. Met deze werkwijze is een beeld verkregen van de dynamiek van de Delftse economie en haar mogelijkheden. Daarnaast is er een analyse gemaakt van de Delftse arbeidsmarkt om de  vraag (arbeidsmarkt) en aanbod (werkgelegenheid) tegen elkaar te kunnen afzetten. Belangrijk aandachtspunt: de groeiprognoses zijn gebaseerd op de autonome groeikracht van de sectoren zonder bemoeienis en beleid van gemeente en andere partijen. Bijvoorbeeld: de autonome groei van de Kennisintensieve industrie is volgens de prognoses nul; door een beleidsintensivering zou toch een positieve uitkomst kunnen worden verkregen.

 

Mede op basis van deze nota zal met betrokken marktpartijen, branche organisaties en ondernemingsorganisaties de komende jaren op de verschillende terreinen nieuw beleid worden ontwikkeld of worden bijgesteld, o.a. : detailhandelbeleid (begin 2006); de economische functies van de binnenstad; hotelmarktbeleid (begin 2006), startersbeleid (2004/2005) en stadsmarketing (medio 2005). De nota stadsmarketing vervult een belangrijke rol in de opstap naar nieuwe prioriteiten en impulsen.  Essentieel element bij de Delftse stadsmarketing aanpak is samenwerking met marktpartijen en direct betrokkenen. Over deze aanpak hebben verkennende gesprekken plaatsgevonden met VNO/NCW en Kamer van Koophandel.     

 

De mogelijkheden van gemeenten om de groei van de lokale economie direct te beïnvloeden zijn beperkt. De conjunctuur en Internationale - , nationale – en regionale ontwikkelingen zijn belangrijker. Ook de groei van de beroepsbevolking in Delft en omgeving is een zeer bepalende factor voor de economische groei. De taak van gemeenten is tijdig de nodige maatregelen te nemen om te kunnen voldoen aan de te verwachte ruimtevraag  (kwalitatief en kwantitatief) van bedrijven en de bereikbaarheid. 

Op een indirecte manier hebben gemeenten dus wèl invloed op de lokale economie:  door te zorgen dat er tijdig voldoende adequate ruimte is om de groei van Delftse bedrijven en instellingen te accommoderen

 

Wanneer Delft zijn economische ambities geloofwaardig wil onderbouwen en communiceren naar burgers, marktpartijen en regiopartners, dan moet dit gebeuren op basis van actuele cijfers en informatie. Het laatste economisch rapport (van TNO Inro) dateert uit 1999.

De feiten & cijfers uit het rapport “De economie van Delft: op weg naar 2015” zijn reeds  opgenomen in het Delfts Ontwikkelings Programma Stedelijke Vernieuwing 2005 – 2015 (DOP2).


Om een beeld te krijgen van de te verwachten groei zijn de economische scenario’s van het Centraal Plan Bureau (CPB) vertaald naar de Delft situatie: rekening houdend met de specifieke Delftse economische structuur en de concurrentiepositie in de regio. Hierop is de toekomstige ruimtevraag gebaseerd van kantoren, bedrijventerreinen en de groei van de werkgelegenheid.

Hierbij past de kanttekening dat de ramingen geen doel op zich zijn, maar een noodzakelijke exercitie,  nodig om een idee te krijgen van de te verwachten ruimtevraag (kwalitatief en kwantitatief) in de komende jaren. Eigenlijk kan niemand 10 jaar vooruit kijken. In het rapport zijn daarom verschillende groeiscenario’s opgenomen  - met vermelding van de cijfers in de afgelopen jaren – om aan te geven in welke mate de prognoses kunnen variëren.

Enkele ontwikkelingen die de economie van Delft zeker zullen beïnvloeden zijn bijvoorbeeld het wel/niet doorgaan van de Spoorzone, de A 4 en het versneld aanleggen van lijn 19 met een verlenging van TUD – wijk naar Technopolis.          

 

Het rapport is tot stand gekomen mede dankzij de inbreng van de leden van de begeleidingscommissie: R. van Wijngaarde en R. Kroeders (Kamer van Koophandel/ Sichting Delft Kennisstad; F. Bazelmans (VNO/NCW); G.J. van den Berg (TU Delft / / TechnoStart) en J. Beelen (Delft Marketing). Namens de gemeente waren vertegenwoordigd de vakteams CKE, RO, O&S en SCB.  

 

In de bijlagen I t/m VII van het bijgevoegde eindrapport deel 3 (bijlage 1) worden de gehanteerde onderzoekstechnieken en – modellen nader toegelicht. De delen 1 (over de economische vitaliteit) en 2 (recente ontwikkelingen) van de rapportage liggen voor u ter inzage.

 

2. Opzet en structuur van rapport:

De economie van Delft: op weg naar 2015  levert actuele Informatie over: de ruimtevraag van bedrijven en instellingen (kwalitatief en kwantitatief),  de sterke en zwakke punten van de Delftse economie en de Delftse arbeidsmarkt. Binnen de grenzen en mogelijkheden van wat een gemeente kan doen zijn de hoofddoelstellingen van het gemeentelijk economische beleid:  

-          de groei van de werkgelegenheid minimaal gelijk op te laten gaan met de groei van de beroepsbevolking;

-          kwaliteit en kwantiteit  van werk in Delft te laten aansluiten bij de samenstelling en opleidingsniveau’s  van de beroepsbevolking;

-          hiervoor de economische ontwikkelingsstrategie Delft Kennisstad en de cultuur historische binnenstad zo goed mogelijk in te zetten.    

 

Het economisch rapport gaat in op de volgende vragen en aandachtspunten:

·         In welke economische sectoren valt groei te verwachten bij de aanname dat er geen knelpunten zijn?

·         Welke economisch beleid kan Delft te voeren om de groei te ondersteunen?

·         De vraag naar bedrijfsruimten (kantoren en bedrijven).

·         Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

·         Spoort het vigerende economische en ruimtelijke beleid met de te verwachten economische ontwikkelingen?

 

3.  Korte terugblik

Sedert 1995 is ‘Delft Kennisstad’ de stadsstrategie en daarmee ook het leidend beginsel voor het economische ontwikkelingsbeleid van de gemeente. De inzet is om technologisch onderzoek en de productie van kennis en hoogwaardige producten te bevorderen en daarmee bedrijvigheid en werk naar Delft te trekken.

De doeleinden en randvoorwaarden daarvoor zijn uitgewerkt in de Ontwikkelingsvisie Delft 2025 uit 1998. Deze visie is in 2000 programmatisch vertaald in het Delfts Ontwikkelings Programma Stedelijke Vernieuwing (DOP).  Veel van wat in deze beleidsnota’s is vastgelegd is overgenomen in het huidige collegeprogramma voor de periode 2002-2006 (‘Voorzetten en Doorzetten’) en in de Programmabegroting 2004-2007.

 

Er is sprake van een continuering van beleid sedert 1995. Deze continuering komt  tot uitdrukking in de realisering van plannen en projecten waarover in 1995 alleen nog werd gesproken. Op economisch gebied kunnen genoemd worden de succesvolle realisering en invulling van bedrijventerreinen/ kantoorlocaties (zie bijgevoegde kaart van Delft met kantoorlocaties en bedrijventerreinen) zoals Tanthof West,  Delftse Poort West,  Delftse Poort Oost,  Delftech Park en Ypenburgse Poort.

 

Ook  aan de met de kennisstrategie samenhangende versterking van de toeristische en culturele functies van Delft wordt gewerkt met o.a. de aanstaande voltooiing van het Zuidpoortgebied,  evenemententerrein, Bacinol en de oprichting van Delft Marketing.

Andere projecten en ontwikkelingen waarover al langer wordt gesproken worden nu concreet uitgevoerd zoals: Technopolis Innovation Park, de ontwikkeling van bedrijventerrein Harnaschpolder, kantoorlocaties in de Spoorzone  en het TNO-complex aan de Schoemakerstraat.

 

4. Trends en regionale ontwikkelingen

Voor de economische ontwikkeling van Delft zijn met name de onderstaande trends en ontwikkelingen van belang, zoals:   

 

Deze veranderingen bieden kansen, maar ook bedreigingen. Kan Delft gelet op de wijzigingen in de ruimtelijke (economische) structuur van de regio nog een goede centrumpositie behouden en versterken? Hoe kan aan het imago van Delft succesvol vorm worden gegeven temidden van de netwerkstad Haaglanden? In de paragraaf over Delft Kennisstad wordt kort op deze vraagpunten ingegaan.

 

5. Belangrijkste uitkomsten van het rapport

·       Sinds 1998 neemt het aantal arbeidsplaatsen bij in Delft gevestigde bedrijven en instellingen sneller toe dan in de voorafgaande jaren. Dat hangt niet alleen samen met de hogere nationale groei. Delft heeft ook in vergelijking met het nationaal gemiddelde beter gescoord.

·       In de Zuidvleugel van de Randstad, de ‘ruime regionale context’ waarbinnen de economie van Delft functioneert (en de regionale afzetmarkten zich bevinden), bleef groei van het aantal arbeidsplaatsen sinds het midden van de jaren negentig nauwelijks meer achter bij het nationaal gemiddelde. Dat komt ook overeen met de algemene trend dat de Randstad in hoge mate heeft geprofiteerd van de economische hoogconjunctuur (de Noordvleugel overigens nog steeds wat meer dan de Zuidvleugel). Ook in Haaglanden was sprake van betere economische prestaties sinds het midden van de jaren negentig, ook in vergelijking tot de nationale trend. Vooral de sterke groei van de werkgelegenheid in Den Haag was daarbij opvallend. De Zuidvleugel en Haaglanden profiteren dus in hoge mate van de recente groeispurt van de nationale economie.

·       Gezien het huidige beperkte aanbod aan ruimtelijke mogelijkheden zal het enige jaren duren voordat de economische motor van Delft weer volledig op stoom kan komen. Dat is op dit moment minder ernstig gezien de economische teruggang en daarmee samenhangende afgenomen vraag naar bedrijfsruimte. Verwacht wordt bijvoorbeeld dat de markt voor nieuwe kantoorprojecten pas na 2005 weer enigszins aan zal trekken. In relatie daarmee heeft de gemeente Den Haag afgelopen december zelfs moeten besluiten de ontwikkeling van kantoorlocaties langs de snelwegen te temporiseren (Leidschenveen, Forepark, Binckhorst en Vlietzone.

 

6. Bedrijventerreinen

Terugblik

·       De laatste tien jaar is de uitgifte van standaard bedrijventerreinen achtergebleven. De sterke economische prestaties van Delft hangen dan ook zeker niet samen met de ontwikkeling van bedrijvigheid die is aangewezen op dat type bedrijventerreinen (‘materiaalgeoriënteerde activiteiten zoals industrie, groothandel en transport en bouwnijverheid).

·       Het beperkte aanbod van standaard bedrijventerreinen is de voornaamste reden voor de matige uitgifte van bedrijventerreinen. Sinds 1998 is  ca. 12 hectare bedrijventerrein uitgegeven (Delftech Park en Ypenburgse Poort). Het is waarschijnlijk dat in deze periode van economische hoogconjunctuur meer bedrijventerrein uitgegeven had kunnen worden indien dat voorradig zou zijn geweest.

·       Begin september 2004 zijn er nog slechts enkele binnenstedelijke bedrijvenkavels beschikbaar (o.a. TNO Zuidpolder en Rotterdamseweg)  met een gezamenlijke oppervlakte van ca. 4 ha. 

·       De huidige ontwikkelingsplannen bieden binnen de gemeentegrenzen van Delft binnen afzienbare termijn geen ruimte voor een nieuw bedrijventerrein met een omvang  van 20 tot 50 ha.  


Vraag en aanbod 2004 – 2015

De gemiddelde jaarlijkse vraag wordt ingeschat op gemiddeld ca. 3 ha. per jaar. Hierin is meegerekend een kengetal voor onttrekking aan bedrijventerreinen van 9 ha.

Harnaschpolder is voor Delft het bedrijventerrein dat voornamelijk de vraag van ca. 3 ha. per jaar moet opvangen. Het betreft een bedrijventerrein van circa 55 ha, verdeeld over 18 ha. standaard en 37 ha. hoogwaardig marktsegment.

De ontwikkeling en uitgifte (ca. 8 ha. per jaar) vindt plaats in samenwerking met de gemeenten Den Haag en Schipluiden. Over 5 – 7  jaar is naar verwachting in Harnaschpolder alles uitgegeven. 

 

Enkele alternatieve beschikbare bedrijventerreinen in de regio langs de A12. Met name Bleiswijk (met een aanbod van 159 hectare per 1-1-2003) moet genoemd worden. Wat verderop ontwikkelen Waddinxveen en Moordrecht ook bedrijventerreinen langs de A12. En een aanzienlijk deel van het (toekomstig) aanbod van Den Haag ligt ook langs de A12 (bij het Prins Clausplein). Daarnaast heeft Berkel en Rodenrijs maar liefst 85 hectare bedrijventerrein in de aanbieding (waarvan 75 hectare op Oudeland). 

 

Om te voorzien in de vraag naar bedrijventerreinen van bedrijven en instellingen die aangewezen zijn op binnenstedelijke terreinen en of direct gelegen bij Delft moet op korte termijn naar alternatieven worden gezocht om voorzien in deze specifieke vraag.  

De tekort situatie kan al op korte termijn worden beïnvloed doorlopig geen standaardterreinen voor andere functies te bestemmen. Door de teruglopende economie wordt het beperkte aanbod overigens verzacht door het feit dat de beschikbare bedrijfsruimte anno oktober 2004 bijna 70.000 m ² bvo is,  volgens gegevens van Steenworp (de regionale acquisitie en promotie organisatie van Haaglanden).  

 

Conclusies

·       Binnen de gemeentegrenzen is er op dit moment geen ruimte voor een nieuw bedrijventerrein van enige omvang. Alleen in het kader van de herontwikkeling van Schieoevers zullen incidenteel nog deelgebieden beschikbaar kunnen komen. 

·       In het nieuw uit te werken regionale bedrijventerreinenbeleid Haaglanden expliciet aandacht schenken aan de ruimtevraag van Delftse bedrijven naar standaardbedrijventerreinen van gemiddeld ca. 3 ha. per jaar.

·       Omdat de ontwikkeltijd voor een nieuw bedrijventerrein ongeveer 8 jaar is en Harnaschpolder omstreeks 2012 vol is , is het nodig op zeer korte termijn plannen te maken  voor nieuwe standaard bedrijventerreinen in de regio. 

·       In principe besluiten dat het bestemmen van bedrijventerreinen voor andere functies niet aan de orde is zolang er geen zicht is op alternatieven locaties in of direct rondom de stad.

 

7.  Kantoren

Terugblik

·       In de jaren laatste vijf jaar is sprake geweest van een aanzienlijke nieuwbouw van kantoren in Delft. De groei van de kantorenvoorraad was in die periode veel hoger dan in de tien jaar ervoor. Dat is een belangrijke factor geweest achter de sterke groei van de Delftse werkgelegenheid.

·       Ook in Haaglanden als geheel was de laatste vijf jaar sprake van veel nieuwbouw van kantoren. De mate waarin de kantorenvoorraad toenam bleef overigens achter bij de nationale trend. Dat hangt samen met de in de tijd vrij stabiele omvang van de nieuwbouw in Den Haag (in steden als Amsterdam en Utrecht was in veel sterkere mate sprake van een versnelling van het groeitempo). In de overige delen van Haaglanden was overigens wel sprake van een versnelling van de groei. Met name in Rijswijk, Zoetermeer en Delft zijn recentelijk veel kantoren gebouwd.

·       Uit de overzichten van beschikbare kantoorpanden blijkt  dat de kantorenmarkt in Delft al weer behoorlijk aantrekt.  De leegstand is verminderd van 54.000 m² kvo in december 2003 naar 39.000 in augustus 2004.

 

Vraag en aanbod 2004 - 2015

·         De actuele prognoses gaan uit van een gemiddelde vraag aan nieuwbouw kantoren van ca. 10.000 m² kvo per jaar.

·         Anno september 2004 is er direct aanbod aan beschikbare kantoorpanden van ca. 35.000 m² bvo . Bovendien zijn er plannen voor 35.000 m² kvo in 2005/2006 bij Station Zuid  en na 2010 bij station Centraal ca, 20.000 m² kvo voor de commerciële markt.

·         Rekeninghoudend met een frictie leegstand van ca. 5% is er rekenkundig voldoende aanbod voor 8 tot 10 jaar. Niet meegerekend is Technopolis vanwege het specifieke R&D marktsegment. 

·         De locatie Station Centraal (ca. 20.000 m² kvo)  is met name geschikt voor kennisintensieve bedrijven, waarvan vele doorgroeiers uit Delft zullen zijn. Kansrijke marktsegmenten voor de Kenniseconomie zijn  ingenieursbureaus en doorgroeiende ICT - ondernemingen die thans geen uitbreidingsruimte binnen de gemeente kunnen vinden. Veelal zullen dit relatief kleine bedrijven zijn, waaronder snel groeiende ondernemingen. Het is daarom belangrijk zorg te dragen voor flexibele huisvestingsunits met de juiste korrelgrootte: gebouwen en units binnen gebouwen van de juiste omvang met het oog op de kleinere doorgroeiende bedrijven.

·         De locatie Station Zuid (ca. 35.000 m² kvo) is geschikt voor huurders op zoek naar nieuwbouwkwaliteit van een middelgroot schaalniveau. De uitstraling van het gebied kan parkachtig zijn maar ook een stedelijke omgeving. Bereikbaarheid met name met de auto is belangrijk. De uitstraling is hoogwaardig en professioneel, dit is een belangrijke vestigingseis van de gebruikers. Het gebruikersprofiel is het middelgrote schaalniveau en stabiele kwaliteit. Gebruikers: overheid,  zakelijke dienstverlening en instellingen.

Conclusie: gelet op een doorlooptijd van 4 tot 5 jaar om nieuwe kantoorlocaties  te ontwikkelen en de vraag en aanbod situatie zijn de huidige nieuwbouwplannen voor kantoren (incl. bij de 7.000 m² kvo bij de brandweer) voldoende om te kunnen voldoen aan de vraag tot omstreeks 2010 -2012. 

 

 

8. Technopolis Innovation Park

Technopolis Innovation Park wordt ontwikkeld als een Science Park met  Europese betekenis. De opzet is om in een periode van 20 jaar ca. 600.000 m² bvo te realiseren waar ca. 12.000 tot 15.000 mensen werken.

 

Op 1 april 2004 hebben Delft, Rotterdam, TU Delft de provincie Zuid - Holland en de Erasmus universiteit een intentieovereenkomst getekend over samenwerking in het kader van de Kennisboulevard A13 . Afgesproken is: een complementaire en gefaseerde invulling van Technopolis en het bedrijventerrein Schieveen te Rotterdam (8 kilometer vanaf Technopolis, gelegen aan de rand van vliegveld  Zestienhoven).  

·         op basis van de bestaande plannen en de expertisegebieden van de respectieve universiteiten en andere kennisinstellingen in de regio wordt een profiel voor de hele A-13 Kennisboulevard opgesteld;

·         het op basis van dit profiel ontwikkelen van een gezamenlijk marketing - en acquisitieconcept: de A-13  Kennisboulevard, rekening houdend met, en voorzover passend binnen de reeds bestaande plannen en met derden gemaakte afspraken over voornoemde locaties.

 

Normaal gesproken wordt ca. 80% van een bedrijfsterrein gevuld met bedrijven uit de stad of de directe omgeving. Gezien het specifieke R&D marktsegment kan Technopolis slechts een beperkte rol voor de ruimtevraag van Delftse bedrijven. Hetzelfde geldt voor de kantorenmarkt. Technopolis is een R&D bedrijventerrein met een kantoorachtige uitstraling, maar er mogen geen kantoren worden gebouwd.

  

Op de langere termijn is de impact groter: op Technopolis vestigen zich bedrijven en instellingen met relatief veel toeleveranciers en vraag naar extra dienstverlening op het gebied van cultuur, hotels en horecavoorzieningen. 

In kwalitatief opzicht is Technopolis op de korte termijn overigens  wèl van betekenis. Er is nu volop ruimte in de regio voor nieuwe innovatieve ontwikkelingen, experimenten en een goede plek voor huisvesting van kleinschalige innovatieve industrie. De ambitie om voluit te gaan voor technologische innovatie geeft nieuw elan aan de stad, de TU Delft, startende bedrijven, het culturele klimaat en de creatieve sector.    

 

Het belang voor Nederland en Europa om de Kenniseconomie daadwerkelijk handen en voeten te geven is evident. Voor de tijdige aanleg van de noodzakelijke infrastructuur en om van het geheel een succes te maken is steun van Rotterdam, provincie Zuid-Holland, Nederland en Europa absoluut een voorwaarde. 

 

9. Vraag en aanbod van de arbeidsmarkt

Beroepsbevolking (ca. 47.000 personen)

In bijlage 2 zijn de belangrijkste tabellen inzake de arbeidsmarkt bij elkaar gezet. Hieronder staan de bevindingen uit het economische rapport beknopt weergegeven.

·       Zowel de bruto als de netto participatiegraad liggen in Delft boven het nationaal gemiddelde. Gezien het feit dat Delft een universiteitsstad is (waardoor de arbeidsparticipatie  in de leeftijd 18-25 jaar laag is) is dat een prima prestatie.

·       Sinds het midden van de jaren negentig is de werkloosheid in Delft sterker afgenomen dan nationaal. In de jaren daarvoor nam de werkloosheid juist sterker toe dan nationaal.

·       De beroepsbevolking van Delft bestaat uit relatief veel hoog-opgeleiden en relatief weinig laag-opgeleiden. Dit profiel van de beroepsbevolking past in het concept ‘Delft Kennisstad’. Bovendien is het gemiddeld opleidingsniveau van de beroepsbevolking de laatste tien jaar in Delft sterker toegenomen dan het nationaal gemiddelde.

·       Het aandeel van banen voor laag-opgeleiden bij Delftse bedrijven en instellingen neemt af. Tegelijkertijd neemt ook het aandeel van laag-opgeleiden in de beroepsbevolking af. Desalniettemin verdient de werkgelegenheid voor laag-opgeleiden extra aandacht. Omdat voor laag-opgeleiden geldt dat zij vaak werk uitsluitend in hun eigen gemeente zoeken en omdat het werkloosheidspercentage onder laag-opgeleiden bovengemiddeld is.

·       De beroepsbevolking neemt met ongeveer 8.000 personen toe tot 2015 (ca.1,4% per jaar)

 

Arbeidsplaatsen

·         Het aantal arbeidsplaatsen per inwoner tussen 15 en 65 jaar in materiaalgeoriënteerde activiteiten (landbouw, industrie, groothandel en transport, bouwnijverheid) is in Delft sinds het begin van de jaren zeventig sterk afgenomen.

·         Het aantal arbeidsplaatsen in informatiegeoriënteerde activiteiten (bank- en verzekeringswezen, zakelijke dienstverlening, openbaar bestuur) en personengeoriënteerde activiteiten (detailhandel, vrijetijdsactiviteiten, onderwijs, zorg) is sterk toegenomen. 

·         Voor de toekomst wordt nationaal gezien een verdere toename van personen- en informatiegeoriënteerde activiteiten voorzien, zij het in een wat lager tempo dan de laatste twee decennia.

 

Conclusies

·         Delft realiseert in het tweede deel van de jaren negentig een trendbreuk (in positieve zin) ten opzichte van de jaren ervoor, waarin nauwelijks sprake was van groei van de werkgelegenheid en de werkloosheid gestaag opliep.

·         De beroepsbevolking groeit tot 2015 met ca. 8.000 personen.

·         In de jaren 1998, 1999 was sprake van een zeer sterke groei. Daarna werd het groeitempo wat lager. Daarbij is echter wel opvallend dat Delft ook in 2002, het jaar waarin de economische crisis zich al duidelijk manifesteerde in Nederland, nog een aanzienlijke toename van het aantal arbeidsplaatsen kende. 

·         Zowel Delft als Haaglanden hebben als geheel in de periode 1998-2002 economisch beter gepresteerd (ook vergeleken met de nationaal gemiddelde groei) dan in de periode ervoor.

 

10. Enkele feiten over Delft Kennisstad

Bedrijfsverzamelgebouwen

De inzet is technologisch onderzoek en  productie van kennis en hoogwaardige producten te bevorderen.  Een van de manieren om dit te bevorderen is het stimuleren van  particuliere initiatieven om bedrijvencentra voor jonge (innovatieve) bedrijven te realiseren die kleinschalige huisvesting bieden met kortlopende huurcontracten tegen redelijke prijzen. Wanneer sprake is van een onrendabele top kan de gemeente deze door het verstrekken van een eenmalige stimuleringsbijdrage subsidiëren.

 

In een aantal bedrijfsverzamelgebouwen wordt deze mogelijkheid geboden: zie hieronder.

Het huidige aanbod aan (specifieke) (door)startershuisvesting in Delft is als volgt geprofileerd.


 

 

Oppervlak

Aantal units

Starters-aandeel

Doelgroep

Prijsstelling

Opmerkingen

BTC

2.700 m2

50 bedrijven

100%

Natuurlijk verloop zorgt voor doorstroming

Starters algemeen

€ 127 - 132 per m2/kale huur/jaar

Concept is inclusief actieve ondersteuning van starters

RADEX

6000 m2

90  bedrijven

100%

TU spin-offs

€ 123 per m2/kale huur/jaar plus € 45 per m2/receptie-diensten

 

Delft-stede

2.300 m2

50

50%

Starters algemeen.

Accent op paramedisch en ateliers/-

ontwerpen

€ 125 - 170 per m2/huur incl receptie/jaar

Combinatie met zalencentrum.

Units van 6 - 150 m2. Heel gering verloop

Vista

1.600 m2

Max. 80

--

Buitenlandse start-ups, starters (lokale markt), (project)offices grote ondernemingen

1.000 - 1.200 euro/maand/per unit van 20 m2

Vista opereert uitdrukkelijk breder dan de startersmarkt

TU Mijnbouwplein

1.570 m2

--

1.000 m2

TU spin-offs

--

Uiterlijk 2005 herontwikkeling tot woningbouw-locatie

BviT

210 m2

5 bedrijven

100%

Thematische formule rondom softwareontwikkeling

--

 

 

 

Netwerken

ICT Kring Delft platform voor ict-ondernemingen in Delft, samenwerking en kennisuitwisseling tussen ondernemingen .

 

Technet Delft een kennisnetwerk van technologisch innovatieve bedrijven, instellingen en aanverwante organisaties uit Delft en omgeving.

 

Delft Design: een vereniging voor ontwerpers en architecten
in de regio Delft.
De vereniging stelt zich ten doel het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de leden binnen hun beroepsuitoefening als ontwerper (werkzaam of studerend hiervoor).

 

Initiatieven ondersteunt door gemeente

Kennissociëteit in Het Meisjeshuis biedt ruimte aan diverse bestaande kennisnetwerken in Delft aan de Oude Delft in de historische binnenstad. Straks dé plek in Delft om te netwerken.

 

KennisAlliantie Zuid Holland: een samenwerkingsverband van Ondernemers, Onderwijs, Onderzoek en Overheid –kortweg de vier O’s- in de provincie Zuid-Holland, dat de regio door samenwerking, stimulering en afstemming van initiatieven ‘koploper’ in kennisintensieve bedrijvigheid en innovatie maakt.

           

ICiT/Area 010 en Areo015: bestaande ondersteuningsfaciliteiten worden voor ondernemers zo toegankelijk mogelijk gemaakt. Daarnaast biedt ICiT intensieve managementondersteuning, mentoren,  toegang tot netwerken en themabijeenkomsten. Bijzondere uitdaging betreft de koppeling van technische kennis uit Delft aan bedrijfskundige kennis uit Rotterdam met de  Area010 en Area015 projecten. OBR en Delft bieden faciliteiten aan innovatieve starters. 

 

Competence Centre Life Science (CCLS)

Opgericht om biomedische technologie in Zuid-Holland te stimuleren, gevestigd te Leiden.

 

Sensor Competence Center Delft (SCCD)

Centrum dat zich richt op samenwerkingsverbanden tussen bedrijfsleven en  kennisinstituten (TU Delft, UT, TNO) en andersom. SCCD moet de sleutelfunctie vervullen binnen de Nederlandse sensorwereld.

 

Nieuwe Bedrijvigheid Haaglanden - Rijnland

Opsporen en op professionele wijze ondersteunen van Technostarters.

 

RegioLab: een systeem om verkeer in de regio Delft en omstreken te bestuderen.

Het is een PPS tussen de TUD, het bedrijfsleven en de drie bestuurlijke overheden rijk, provincie en gemeenten.

 

Zuid Hollands Investeringsfonds (ZIF) . ZIF voorziet in de financieringsbehoefte van jonge technologisch innovatieve ondernemingen. Daarnaast biedt ZIF ondersteuning bij het opbouwen en runnen van een innovatief bedrijf. De gemeente neemt risicodragend deel voor € 450.000.

 

ID-NL Blossom Participatiemaatschappij N.V. participeert c.q. investeert in uitvindingen en nieuwe productideeën die middels Intellectuele Eigendomsrechten beschermd zijn of kunnen worden. De vennootschap speelt vervolgens een actieve rol in het commercialiseringproces van deze uitvindingen en productideeën. De Gemeente Delft heeft 2 aandelen à € 50.000,- in haar bezit.

 

West-Holland Foreign Investment Agency (WFIA) assisteert en adviseert  buitenlandse bedrijven die zich willen vestigen in West Nederland. 

 

Speerpunten van Delft, provincie, Technopolis en het Innovatieplatform

·         In 2003 was de werkgelegenheid bij vijf Delftse speerpunten: Milieutechnologie (791); ICT (4.850); Water en bodem (2.382);  Architectuur en Design (2.438) en Innovatieve Vervoersystemen (420). 

·         De provincie Zuid-Holland/Kenisalliantie werkt met 9 clusters of kolommen, te weten: water- en deltatechnologie; ICT-telecom; aerospace en composieten; life sciences; scheepvaart, transport en logistiek, sensor- en nanotechnologie, internationaal recht, glastuinbouw, proces- en petrochemie.

·         De speerpunten van Technology Innovation Park komen nagenoeg overeen met de speerpunten van de provincie. Nog toe te voegen  duurzame industrie en geen internationaal recht. 

·         Het Innovatieplatform heeft recent 4 sleutelgebieden aangewezen: bloemen en voedsel; hoogwaardige technologie; scheepvaart en waterbouw en de creatieve industrie.

 

Andere speerpunten kunnen van groter belang voor Delft worden, zoals de internationale dienstverlening en het zakelijk toerisme. Bij de profilering van Delft kan daar rekening mee worden gehouden  bijvoorbeeld bij de verdere ontwikkeling van leisure-achtige projecten (hotels, congresaccommodatie, vormen van commerciële ontspanning).

Delft bevindt zich in een competitieve omgeving als het om kennis gaat gezien de ambities van gemeenten zoals Leiden en Rotterdam, die niet altijd even helder te onderscheiden zijn van die van Delft. In het kader van het in 2005  uit te werken stadsmarketing beleid zal hierop worden teruggekomen en o.a. worden bezien welke kansen de creatieve sector biedt om de Kennisstad strategie te versterken.   

 

Starters

Het aantal starters in Delft schommelt gemiddeld tussen de 400 tot 500 per jaar.

Het aantal starters per duizend inwoners tussen 15 en 65 jaar (hier aangeduid als de ‘startersintensiteit’) ligt in Delft en Haaglanden ongeveer op het nationaal gemiddelde

De startersintensiteit is bepaald als jaarlijks gemiddelde over de jaren 1996 tot en met 2002.

 

In zowel Delft als Haaglanden ligt de startersintensiteit onder het nationaal gemiddelde voor ‘materiaalgeoriënteerde activiteiten’ als industrie, bouwnijverheid en distributie (groothandel en transport). Delft kent een hogere startersintensiteit dan het Haaglands en nationaal gemiddelde voor de informatiegeoriënteerde activiteiten ICT en zakelijke diensten. Wat ICT betreft kent Delft de hoogste startersintensiteit van alle gemeenten in Nederland. Voor personengeoriënteerde activiteiten als detailhandel en horeca ligt de startersintensiteit voor Delft en Haaglanden onder het nationaal gemiddelde.

Rijswijk is de enige gemeente in Haaglanden met een bovengemiddelde startersintensiteit voor detailhandel. Den Haag kent de hoogste startersintensiteit in overige diensten. 

 

Startersintensiteit per gemeente in Haaglanden, 1996-2002

 

Positie binnen Haaglanden

Gemeente

Startersintensiteit 1996-2002

 

 

 

1

Wateringen

5.66

2

Den Haag

5.36

3

Delft

5.14

4

Naaldwijk

4.82

5

Rijswijk

4.55

6

Zoetermeer

4.54

7

Monster

4.50

8

’s-Gravenzande

4.45

9

De Lier

4.26

10

Leidschendam-Voorburg

4.09

11

Wassenaar

4.04

12

Pijnacker-Nootdorp

3.97

13

Maasland

3.83

Bron: Kamers van Koophandel; Bewerking Bureau Louter

 

Startersintensiteit in Delft, Haaglanden en Nederland naar sector, 1996-2002

 

 

Starters per duizend inwoners 15-65 jaar, 1996-2002, gemiddeld per jaar

Economische sector

Delft

Haaglanden

Nederland

 

 

 

 

Industrie

0.16

0.14

0.23

Bouwnijverheid

0.50

0.62

0.67

Distributie

0.33

0.43

0.58

ICT

1.06

0.53

0.42

Zakelijke diensten

1.22

0.93

0.95

Horeca

0.38

0.37

0.45

Detailhandel

0.43

0.48

0.60

Facilitaire diensten

0.38

0.49

0.52

Overige diensten

0.43

0.56

0.40

Land- en tuinbouw

0.22

0.36

0.26

 

 

 

 

Totaal

5.14

4.92

5.08

 

11. Aanbevelingen

  1. Onverkort doorgaan met de ‘Delft Kennisstad’  strategie als leidend beginsel voor het economische ontwikkelingsbeleid van de gemeente, met specifieke aandacht voor onderwijs en beroepsbevolking. Een belangrijke troef voor Delft  is de relatief hoog opgeleide beroepsbevolking. Onderwijs is derhalve een belangrijke succesfactor: van basisonderwijjs t/m het hoger beroepsonderwijs.
  2. In de op te stellen nota stadsmarketing  medio 2005 nieuwe prioriteiten en ambities uitwerken. 
  3. In het kader van het regionale bedrijventerreinen beleid van Gewest Haaglanden en met directe nabuurgemeenten zoals Rijswijk, Pijnacker en Rotterdam  in 2005 tijdig relevant aanbod ontwikkelen naast Harnaschpolder voor de vraag van van Delftse bedrijven vanaf 2010. Tegelijkertijd bevorderen dat binnenstedelijke bedrijfskavels in het Schieoevers beschikbaar komen binnen afzienbare tijd en onttrekking van bedrijventerreinen tot een minimum wordt beperkt. 
  4. Nieuwe kantoorlocaties ontwikkelen voor de vraag naar nieuwbouw kantoren van gemiddeld 10.000 m² per jaar in de periode 2010 – 2015. Hierbij rekening houden met de specifieke locatie-eisen van de kansrijke marktsegmenten zoals aangegeven in paragraaf 5.2.
  5. Technopolis Innovation Park biedt een kans om in de Zuidvleugel van de Randstad volop ruimte te bieden aan de dynamiek van de Kenniseconomie. Voor de tijdige aanleg van de noodzakelijke infrastructuur, het benodigde flankerende beleid zoals de aantrekkelijkheid van Delft voor (buitenlandse) kenniswerkers bevorderen, samenwerking met  TUD en Kennisinstituten in de regio is samenwerking met  Rotterdam (o.a. Kennisboulevard) , de provincie Zuid-Holland, Nederland en Europa absoluut een voorwaarde. 
  6. Het aandeel van banen voor laag-opgeleiden bij Delftse bedrijven en instellingen neemt af. Tegelijkertijd neemt min of meer in gelijke mate ook het aandeel van laag-opgeleiden in de beroepsbevolking af. Desalniettemin verdient de werkgelegenheid voor laag-opgeleiden extra aandacht omdat laag-opgeleiden vaker aangewezen zijn op werk in de eigen gemeente en omdat bij werkzoekenden het percentage laag-opgeleiden bovengemiddeld is.
  7. Op basis van een beperkt aantal kengetallen (o.a. de Delftse Toegevoegde Waarde  van de economie) jaarlijks rapporteren over de Delftse economie.

 

12.  Voorstel

 

Wij stellen u voor, onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie cultuur, kennis en economie:

  1. Akkoord te gaan met de zeven aanbevelingen van paragraaf 11.
  2. In de loop van 2005 te komen met uitwerkingsvoorstellen inzake nieuwe locaties

voor kantoren en bedrijven om tijdig te kunnen voorzien in de kwalitatieve en kwantitatieve ruimtevraag van Delftse bedrijven en instellingen.      

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

mr. drs. G.A.A. Verkerk             ,burgemeester.

 

                                              

mr. drs. H.G.L.M. Camps          ,secretaris .

 


Stuk  191 II

452480

 

 

De raad van de gemeente Delft;

 

Gelezen het voorstel van het college van 30 november 2004; 

 

b e s l u i t :

 

·         Akkoord gaan met de zeven onderstaande aanbevelingen:

  1. Onverkort doorgaan met de ‘Delft Kennisstad’  strategie als leidend beginsel voor het economische ontwikkelingsbeleid van de gemeente, met specifieke aandacht voor onderwijs en beroepsbevolking. Een belangrijke troef voor Delft  is de relatief hoog opgeleide beroepsbevolking. Onderwijs is derhalve een belangrijke succesfactor: van basisonderwijjs t/m het hoger beroepsonderwijs.
  2. In de op te stellen nota stadsmarketing  medio 2005 nieuwe prioriteiten en ambities uitwerken. 
  3. In het kader van het regionale bedrijventerreinen beleid van Gewest Haaglanden en met directe nabuurgemeenten zoals Rijswijk, Pijnacker en Rotterdam  in 2005 tijdig relevant aanbod ontwikkelen naast Harnaschpolder voor de vraag van van Delftse bedrijven vanaf 2010. Tegelijkertijd bevorderen dat binnenstedelijke bedrijfskavels in het Schieoevers beschikbaar komen binnen afzienbare tijd en onttrekking van bedrijventerreinen tot een minimum wordt beperkt. 
  4. Nieuwe kantoorlocaties ontwikkelen voor de vraag naar nieuwbouw kantoren van gemiddeld 10.000 m² per jaar in de periode 2010 – 2015. Hierbij rekening houden met de specifieke locatie-eisen van de kansrijke marktsegmenten zoals aangegeven in paragraaf 5.2.
  5. Technopolis Innovation Park biedt een kans om in de Zuidvleugel van de Randstad volop ruimte te bieden aan de dynamiek van de Kenniseconomie. Voor de tijdige aanleg van de noodzakelijke infrastructuur, het benodigde flankerende beleid zoals de aantrekkelijkheid van Delft voor (buitenlandse) kenniswerkers bevorderen, samenwerking met  TUD en Kennisinstituten in de regio is samenwerking met  Rotterdam (o.a. Kennisboulevard) , de provincie Zuid-Holland, Nederland en Europa absoluut een voorwaarde. 
  6. Het aandeel van banen voor laag-opgeleiden bij Delftse bedrijven en instellingen neemt af. Tegelijkertijd neemt min of meer in gelijke mate ook het aandeel van laag-opgeleiden in de beroepsbevolking af. Desalniettemin verdient de werkgelegenheid voor laag-opgeleiden extra aandacht omdat laag-opgeleiden vaker aangewezen zijn op werk in de eigen gemeente en omdat bij werkzoekenden het percentage laag-opgeleiden bovengemiddeld is.
  7. Op basis van een beperkt aantal kengetallen (o.a. de Delftse Toegevoegde Waarde  van de economie) jaarlijks rapporteren over de Delftse economie.

 

·         In de loop van 2005 te komen met uitwerkingsvoorstellen inzake nieuwe locaties voor kantoren en bedrijven om tijdig te kunnen voorzien in de kwalitatieve en kwantitatieve ruimtevraag van Delftse bedrijven en instellingen.      

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2004.

 

 

                                                           ,burgemeester.

 

 

                                                           ,griffier.