28 oktober 2005

Besluitenlijst commissie Cultuur, Kennis, Economie en Mobiliteit 6 oktober 2005

 


naar agenda
6 oktober 2005



naar agenda
10 november 2005


  c o n c e p t
Voorzitter:    dhr. H. Gabeler
Griffier     :    mw. A. Niesthoven
Aanwezig:    wethouders R. Vuijk en C. Mooiweer
                   de dames L.C. A. Zweekhorst (PvdA), M.C. Junius (CDA),
                   M.H. Welle Donker en W.C.Steffen-Hoogendoorn (VVD);
                   de heren R.M. de Prez (t/m punt 3 en punt 8) en R. Clason   
                   (vanaf punt 8)(PvdA), R. Eduard (Leefbaar Delft), W. Bot en R.                    Witsenboer (GroenLinks), J.B. van Putten en D. Riphagen                      
                   (STIP), A. Meuleman en W.M. de Koning (Stadsbelangen), M P. De Graaf
                   (ChristenUnie/SGP) .
                   Mede aanwezig: mw. D. Lokin, directeur gemeentemusea,      
                   mw. W.M.J. Bloemendaal – Lindhout, voorzitter Delftse          
                   Rekenkamer en mw. I. Horstik, plv. secretaris van de Delftse
                   Rekenkamer:
                   Afwezig met kennisgeving: mw. C. Lourens (D66)

 

1.

Opening

De voorzitter opent om 20.00 uur de vergadering

2.

Inventarisatie insprekers
De heer Van Leeuwen (Stichting Vermeercentrum) voor agendapunt 8 en de heer Ronteltap van Stichting Delft Kennisstad voor agendapunt 9.

3.

Vaststellen besluitenlijsten van de openbare vergaderingen van 9 en 28 juni 2005 en de besloten vergadering van 7 april 2005.
De verslagen van 7 april (besloten) en 9 juni worden ongewijzigd vastgesteld. De heer De Prez wijst op een typefout op p.1 van het verslag van 28 juni. Op p. 2 van dit verslag ontbreekt een toezegging van wethouder Vuijk betreffende de koppeling van het Marktonderzoek Vermeercentrum aan het bedrijfsplan. Met deze wijzigingen wordt het verslag van 28 juni vastgesteld.

4.

 

 

 

Vaststellen lijst niet te bespreken stukken
Wethouder Mooiweer deelt mede dat stuk nr 563927 Subsidie De Inscheper hoort niet meer op de lijst. Er is geen subsidie verstrekt, het project is een jaar uitgesteld. Met deze wijziging wordt de lijst Niet te bespreken stukken vastgesteld.

5.

Mededelingen
Er zijn geen mededelingen.

6.

Rondvraag
Mevrouw Zweekhorst heeft – naar aanleiding van stuk nr. 597163 Subsidieverlening schaatsbaan - schriftelijk aandacht gevraagd van het college voor de veiligheid bij het gebruik van de schaatsbaan in de donkere dagen van Delft.
Wethouder Mooiweer zal de exploitant van de schaatsbaan hierop wijzen.
Mevrouw Junius vraagt naar aanleiding van de uitvoeringsovereenkomst Lijm & Cultuur (620446) een terugkoppeling mbt de status van het terrein.
Wethouder Mooiweer deelt mee dat in de commissie van december een volledig pakket zal voorliggen van wat er op het Gelatineterrein zal komen.

7.

Bestedingsnota Actieplan Cultuurbereik (619871)
Dit betreft informatie van het college.
De commissie stelt vragen en maakt opmerkingen over de volgende onderwerpen:
·Veel aandacht voor de doelgroep jongeren
·Weinig aandacht voor de doelgroepen ouderen en allochtonen
·Peiler erfgoed komt niet voldoende uit de verf
·Komen de amateurs wel voldoende aan bod?
·De doelstelling ‘Cultuur laten landen bij de Delftse bevolking’ vraagt een meer
 gerichte publiciteit
·Bevindingen uit het rapport Delft Kennisstad zouden hierin verwerkt moeten
 worden.
Wethouder Mooiweer: benadrukt dat dit de uitwerkingsnota 2005 en 2006 is van wat eerder is vastgelegd met OC&W. De vermeende eenzijdigheid is het gevolg van de doelstelling: het verhogen van de participatie van die groepen die tot nu toe weinig gebruik maken van het culturele aanbod. Speciale aandacht voor allochtonen is in de jongerencultuur niet nodig: jongeren organiseren zichzelf rondom o.a. muziekstijlen en dat mixt vanzelf. De categorie ouderen is wellicht tekstueel onderbelicht gebleven, maar dat betekent niet dat zij er in de uitvoering niet aan te pas komen.
Cultureel erfgoed: dit is verwerkt in de nota Delftse cultuureducatie en wordt later in een programma verwerkt.
In ‘Maak kennis in Delft’ komen Delft Kennisstad en de culturele sector bij elkaar. De Miniconferentie Cultuur is gericht op een nieuwe visie op cultuur, en gaat over deze periode heen.
De commissie constateert dat in het algemeen de notitie in lijn is met wat was afgesproken.

8.

Vermeercentrum
Bespreking van de notitie die het college van B&W voorafgaand aan de raadsvergadering van 29 september heeft uitgereikt. Vaststelling of aan de voorwaarden voor subsidiëring (raadsbesluit 21 juni 2005) is voldaan.
Inspreker de heer Van Leeuwen van Stichting Vermeercentrum is blij dat hij de brief heeft kunnen versturen met de mededeling dat er definitief voldoende financiële toezeggingen binnen zijn. Samen met het nog te verwachten bedrag van 75.000 euro van het VSB-fonds is er bijna anderhalf miljoen euro binnengehaald. Er is een directeur aangesteld, Yvonne Nieuwenhuis, zodat het bestuur zichzelf kan omvormen naar een Raad van Toezicht. De statuten zullen hiertoe worden gewijzigd.
Mevrouw Lokin geeft aan dat conform afspraak er 5 inhoudelijke modules zullen worden gemaakt:
· Delft in de tijd van Vermeer;
· Het leven van Johannes Vermeer;
· Vermeer als schilder in Delft;
· zijn schilderijen en
· zijn techniek.
Vermeer is de enige schilder die geboren en getogen is in Delft en Delft nooit heeft verlaten. Hij heeft een klein oeuvre waarmee hij internationaal vermaard werd. De locatie, het voormalige Lucasgilde, is nog niet helemaal presentabel, maar het eindresultaat wordt met veel vertrouwen tegemoet gezien.
De voorzitter constateert dat het helder is welke kant we opgaan met het Vermeercentrum en dat het duidelijk is dat de financiële taak is gehaald.
De commissie complimenteert de wethouder en de betrokkenen bij het Vermeercentrum met dit resultaat tot nu toe. Er zijn nog vragen over het benchmarkonderzoek dat ter inzage zou liggen, de toegangsprijs van 8 euro, en het bedrijfsplan dat nog niet is vastgesteld.
Wethouder Vuijk geeft aan dat als de commissie vandaag constateert dat aan de voorwaarden voor de "go"-optie wordt voldaan, het college morgen verder kan gaan.
Het benchmarkonderzoek lag ter inzage bij de ambtenaar.
Fractie GroenLinks is van mening dat het definitieve besluit, dat wil zeggen de vaststelling dat aan de voorwaarden voor de "go"-optie is voldaan, in de raad genomen moet worden. De andere fracties sluiten zich hierbij aan.aad nog niet positief adviseren. Alle andere fracties positief.
Wethouder Vuijk kondigt aan dat het college een voorstel aan de raad zal voorleggen.

8.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Delft Kennisstad
Bespreking van het eerste rapport van de Delftse Rekenkamer,
in aanwezigheid van de voorzitter Mevrouw W.M.J. Bloemendaal – Lindhout en Mevrouw I. Horstik, plv. secretaris en trekker van het onderzoeksrapport.
Bij deze bespreking zijn ook de leden van de raadscommissie Middelen & Bestuur uitgenodigd.
De commissie gaat na of het onderzoek geschikt is voor bespreking in de raad. Aan de Rekenkamer kan een toelichting worden gevraagd. Desgewenst kan worden gereageerd op de reactie van het college
Mevrouw Bloemendaal: De Rekenkamer heeft dit eerste onderzoek met plezier gedaan. Zij hoopt dat de raad het ook plezierig leesbaar vindt, en er suggesties in aantreft om haar werk met nog meer tevredenheid te doen. De taak van de Rekenkamer zit er nu op. Aan het rapport wordt niets meer gewijzigd en het is aan de raad om te bepalen welk gebruik ervan wordt gemaakt.
Inspreker de heer Ronteltap van de stichting Delft Kennisstad is van mening dat het NYFER-rapport met de nodige voorzichtigheid is opgesteld. De conclusie dat de raad slecht is geďnformeerd moet hij onderschrijven. De keuze voor Delft Kennisstad was en is goed, maar de focus moet beter. Sinds 2002 is al voorzichtig begonnen met het bijsturen naar een meer heldere strategie. Hij adviseert de raad zich beter te laten informeren, vooral over wat de behoeften zijn van de spelers in het kennisveld. Ga vaker naar bijeenkomsten waarvoor u wordt uitgenodigd! Wees meer geconcentreerd op waar Delft goed in is. Technologie en cultuur zakt een beetje weg, we moeten er harder tegenaan. De stichting onderschrijft de conclusies en aanbevelingen in het rapport. De verdeling in de wethoudersportefeuilles kennis en economie is niet gunstig, spreker pleit voor een integraal kenniseconomiebeleid in de volgende bestuursperiode. Let bij de uitvoering op de in samenhang met de regio. Marketing en promotie zijn noodzakelijk. Helaas is er nog niet besloten tot een nieuw motto: Delft center of technology, en een gezamenlijke strategie.
De heer Bot is blij dat het eerste rapport van de Rekenkamer nieuwe stijl is verschenen. Hij heeft wel kritiek: het bronnengebruik is selectief, de kwaliteit valt tegen. Het rapport is kritisch op de gemeenteraad, maar vermeldt niet dat de raad een grote rol heeft gespeeld in de totstandkoming van het concept Delft Kennisstad. Niet alleen STIP, maar ook GroenLinks heeft zich regelmatig sterk gemaakt voor een creatieve ontwikkeling van Delft Kennnisstad. Het is opmerkelijk dat al drie periodes lang de raad eens over de stadsstrategie. In de reactie van het college zit meer evenwicht in de oordelen dan in het rapport van NYFER. Spreker onderschrijft deze op hoofdlijnen maar is wel van mening dat het college teveel in de verdediging gaat. Het heeft te lang geduurd voordat Delft met meetbare doelen ging werken, noodzakelijk voor een goede kaderstelling en een effectieve controle. Jaarrekeningen en jaarverslagen zijn het voornaamste controle-instrument, maraps zijn er voor het college. Misschien heeft de raad halfjaarberichten over de ontwikkeling op hoofdlijnen nodig. De economische prestaties in Delft blijven de laatste jaren wel achter, maar de relatie met het Kennisstadbeleid is niet eenduidig te leggen. Het geconstateerde gebrek aan richting en draagvlak, en de aanbeveling om zich meer te richten op de sterke kanten zijn van belang. De suggestie om te kiezen voor 1 of 2 speerpunten is goed, maar het is jammer dat niet genoemd wordt welke dat zouden moeten zijn. Spreker stelt voor om in een ‘commissie extern’ met de raad, het college, maatschappelijke partners en geďnteresseerde burgers in gesprek te gaan over de sterke kanten en het profiel. Zorg dat Technopolis daadwerkelijk vol komt. Dit kan een concrete doelstelling voor de volgende collegeperiode. Stimuleer technostarters en houd ze vast, alleen zij kunnen in Delft de innovatieparadox oplossen. Geef extra aandacht aan kleinschalige ambachtelijke nijverheid. En blijf investeren in het ontstaan en onderhouden van netwerken, ook in de creatieve sector en faciliteer ze daadwerkelijk.
De heer Van Putten: STIP heeft altijd aandacht besteed aan Delft Kennisstad. Het concept sluit goed aan bij de wensen en doelen van STIP, maar de visie wordt door velen gedeeld. Het is wrang nu te moeten concluderen dat het rapport niet bijzonder positief is. Spreker wil het rapport gebruiken om vooruit te kijken, naar de toekomst. De belangrijkste conclusie uit het rapport is, dat de keuze voor Delft Kennisstad een verstandige was. STIP is van mening dat de gemeente zich de afgelopen jaren wel degelijk heeft ingespannen om te voldoen aan de eisen die aan het woonklimaat worden gesteld. Cultuur heeft hoog op de agenda gestaan. Maar belangrijker nog is het, de beperkte middelen voor Delft Kennisstad goed te gebruiken, of misschien zelfs deze te verhogen. De heer Van Putten stelt aan de commissie voor, het onderwerp Delft Kennisstad eens per jaar expliciet op de agenda te zetten. Bovendien moet de naam worden veranderd in Center of Technology, waarmee ook de strategie beter wordt gefocust.
Mevrouw Steffen ziet veel verwijten in het rapport: "we willen veel, we weten niet goed wat te doen, communicatie ontbreekt en we hebben te weinig contact met burgers". Dat staat erin, maar die conclusies deelt zij niet. Zij herkent zich niet in de uitkomst van het rapport. De lijst met gesprekspartners voor het onderzoek is eenzijdig samengesteld. Spreekster kan zich vinden in de reactie van het college, maar het college had wel moeten aangeven wat het van de aanbevelingen wil overnemen.
Er is wel degelijk veel afgestemd met de stad. In de structuurnota Haaglanden krijgt Delft een prominente rol als Kenniscentrum. De bedrijven moeten veel zelf bedenken, dat hoeft de gemeente niet voor hen te doen. Het verwijt dat te lang is stilgestaan bij het aantrekken van laaggekwalificeerde werkgelegenheid onderschrijft zij niet: daarvoor zijn er veel mensen in Delft. Te weinig zou Delft gebruik maken van de rijksoverheid en Brussel, omdat Delft zich teveel moest bezighouden met de Spoortunnel. Spreekster is het niet eens met verwijt dat de raad zich te weinig op de hoogte laat houden. Er zijn veel evaluatienota’s en dergelijke geweest. Delft zit dichtbij Rotterdam, wat als credo heeft: niet kletsen maar doen. Hiervan kan Delft wat overnemen. De relaties met de kennisinstituten zijn goed. De raad geeft de kaders, het veld komt met de plannen, raad en college zorgen dat er geld komt, en vooral de wereld laten we weten wie we zijn.
Ook voor de heer De Graaf biedt het rapport niet helemaal wat hij had gehoopt en verwacht. Hij vraagt zich af of dergelijke onderwerpen zich wel lenen voor onderzoek naar van de Rekenkamer. Het rapport kijkt terug, de aanbevelingen zijn voor de toekomst. Het rapport is vooral beschrijvend van aard, daardoor mist het handvatten om iets te veranderen. Ook ontbreekt de analyse: als iets niet gewerkt heeft, hoe komt dat dan. De reactie van het college is te verdedigend. De raad zou meer kaderstellend moeten zijn, hij wil wel in discussie over hoe dat vorm te geven. In het rapport mist spreker het verklarende gedeelte, voor hem het meest essentiële.
De heer Clason kan zich in grote lijnen vinden in wat hij tot nu toe heeft gehoord. De bestuurlijke analyse mondt uit in de aanbeveling dat de raad zich meer en actiever moet laten informeren, en dat zou de raadsleden tijd besparen die ze in meer contact met de burgers kunnen steken. Dit lijkt met zichzelf in tegenspraak. Zich richten op hoofdlijnen geeft het risico dat de raad te ver van de burgers af te komt te staan. Delft Kennisstad is te weinig bekend bij de burger, informatie moet worden vertaald naar het niveau van de gemiddelde burger. Ook de Rekenkamer is eenzijdig geďnformeerd: op de lijst van geraadpleegde bronnen staat geen enkele burger, slechts invloedrijke personen. De zo gewenste technologische kennis zou zich juist op het niveau van de gewone burger moeten vertalen in zaken als de inzet van moderne media in communicatie tussen burgers en gemeente. Tijdens een excursie met de commissie naar Heidelberg bleek dat leerlingen van een basisschool bijvoorbeeld via internet communiceren met de gemeente. Dat motiveert ook toekomstige burgers om zich te interesseren voor het openbaar bestuur. Het ontbreekt aan effectieve communicatie met de burgers, terwijl het mogelijk is, technologie eenvoudig toe te passen, zoals op speelplekken, waar kinderen spelend kunnen leren met behulp van nieuwe technologie. Er is sprake van een kennisisolement: er worden geen verbindingen gelegd met andere instituties. Delft kijkt ook over de grenzen, en zou Westland moeten betrekken in een kennisalliantie. Delft Kennisstad schreeuwt om meer Internationale allure.
De heer De Koning dankt de rekenkamer voor het uitgebreide rapport. Het biedt een goede doorkijk van de afgelopen jaren.
De reactie van het college schept verwarring, want wie heeft gelijk? Het is van belang dat de nieuwe raad straks een goede uitleg krijgt van het fenomeen Delft Kennisstad. Hieraan koppelt spreker een voorstel van algemene strekking, namelijk een gedegen – inhoudelijk – inwerkprogramma voor de nieuwe raad. De rekenkamer heeft een hoge verwachting van de raad: de duale raad moet zelf met voorstellen komen om richting te geven aan het beleid. Is dat realistisch? De raad is er niet voor om zelf de plannen te maken, daar is het college met de gespecialiseerde ambtenaren voor toegerust. Spreker is het eens met het uitgangspunt ‘quality of place’, dat wil zeggen het bevorderen van de aantrekkelijkheid van stad en regio. Kenniseconomie steunt op 4 O’s: onderzoek, onderwijs, organisatie en ondernemen.
Het kan zijn dat de prioriteiten van de gemeenteraad op gespannen voet komen te staan met de thema’s van de kennispartners. Spreker is akkoord met het voorstel van de heer Van Putten en stelt voor dit te doen in de vorm van een commissie extern.
De heer Eduard ondersteunt in grote lijnen ondersteunt de conclusies van het rapport. Delft moet vriendelijker met bedrijven omgaan. Hij pleit voor het uitdiepen van de 4 genoemde thema’s. Vroeger was er teveel versnippering. In de toekomst moet de raad zich beter informeren. Spreker is het eens met de stelling van de Rekenkamer dat de raad meer gebruik moet maken van zijn bevoegdheden. Het college ging in de verdediging, maar het is beter de schouders eronder te zetten: Delft moet de kennisstad van Nederland worden.
Mevrouw Junius: Er is een mijlpaal bereikt met dit eerste grote onderzoeksproject over Delft Kennisstad. Het rapport behandelt de vraagstelling op voldoende wijze. Ondanks alle lopende ontwikkelingen is Delft Kennisstad er niet in geslaagd voldoende bekendheid te krijgen. Daartoe is een strategie nodig. Er is onvoldoende overleg geweest met partners uit de kennissector. De conclusies ten aanzien van het economisch beleid ondersteunt zij, maar niet alle bestuurlijke. Het is niet juist dat de raad te weinig richting zou kunnen geven. Zij wil niet inzetten op een aparte wethouder voor Delft Kennisstad, maar wil wel meer aandacht hiervoor.
Wethouder Mooiweer trekt de conclusie dat de hele raad nog steeds de brede Delft Kennisstadstrategie onderschrijft. Die brede formulering is enigszins weggevallen maar de brede maatregelen die voorwaardelijk zijn voor de kwalitatief hoogwaardige stad zijn absoluut noodzakelijk. Hij was het zeer eens met de tekst van de heer Bot: Er is veel gebeurd: Bacinol, faciliteiten voor Technostart, Facilitator. Een plan voor Delft Kennisstad met nieuw elan is in ontwikkeling. Dit bevat de componenten: clusteren van/met de kennispartners, inzetten op de sterke punten, en promotie. Wethouder Mooiweer gaat er vanuit dat de raad in het komende halfjaar veel over Delft kennisstad zal praten.
De voorzitter geeft aan dat de commissie nu een voorstel kan doen, dat zal worden opgesteld door de griffie. Hij roept de commissie op aan te geven welke aanbevelingen kunnen worden overgenomen. En wat betekent dat voor de opdracht aan het college die in een raadsbesluit wordt vervat?
De heer Ronteltap spreekt in tweede termijn. In de Kennisalliantie in het gebied Zuid-Holland zijn 9 clusters geformeerd, waarvan er 4 sterk zijn in Delft. Hij stelt voor dat Delft zich op deze 4 concentreert en extra investeert in projecten hierop. De basisstrategie is het opkrikken van de economie door het slechten van de kloof tussen kennis en markt:
De heer Bot: Delft kennisstad moet meer richting en focus krijgen: hierover moet een commissie extern worden georganiseerd met raad en maatschappelijke partners. Hij is het eens met de stelling van de fractie Stadsbelangen: er moet een goed inwerkprogramma komen voor de nieuwe raad. Hij is het ook eens met het voorstel van de fractie STIP om een jaarlijks moment te kiezen om de strategie Delft Kennisstad uit te werken.
De heer Van Putten: Focussen op de aanbevelingen, en die structureel inbedden. Een commissie extern kan daarvan onderdeel zijn, maar ook rol van de partners, en van andere steden wereldwijd die een dergelijk concept hanteren is van belang. Zelf legt hij de nadruk op de aanbevelingen met betrekking tot het bestuurlijke proces.
Mevrouw Steffen wil een duidelijke evaluatie, waarbij een selectie gemaakt moet worden van de punten waaraan aandacht wordt besteed. Waar moet Delft Kennisstad in 2020 staan? De raad moet duidelijk formuleren wat ze er mee wil, en moet minstens 1 keer per jaar plannen krijgen voorgelegd van Delft Kennisstad, hierover discussiëren en de plannen combineren met de gemeentebegroting. Eens met een commissie extern hierover.
De heer De Graaf: De analyse schiet tekort, maar het rapport mag door naar de raad, met het verslag van wat hier in de commissie is gezegd. Spreker is niet van mening dat de naam Delft Kennisstad direct moet worden veranderd. Een keer per jaar hierover spreken is goed, maar het moet geen verplichting worden.
De heer Clason stelt voor het rapport door te geleiden naar de werkgroep Bestuurlijke Vernieuwing voor het onderdeel ‘Bestuurlijke processen’. De heer Bot antwoordt dat dit niet mogelijk is omdat de werkgroep na het verwerken van het resultaat van de raadsconferentie haar werk als beëindigd beschouwt. De heer Clason is het eens met het voorstel van STIP voor een jaarlijkse agendering van Delft Kennisstad. Het veranderen van de naam is alleen akkoord als dat ook een verbetering is. Misschien zou daartoe een prijsvraag kunnen worden uitgeschreven?
De heer De Koning is het eens met het voorstel van een commissie extern en wil daar de input van het kennisveld bij betrekken.
De heer Eduard en mevrouw Junius sluiten zich aan bij de strekking van de reeds gedane opmerkingen.
De voorzitter zegt toe dat het verslag van deze bespreking naar de raad wordt gestuurd. Het raadsvoorstel zal door het presidium worden opgesteld, gebruikmakend van de bevindingen van raadscommissie. De commissie kan vooraf per e-mail reageren op de tekst van raadsvoorstel. Het raadsvoorstel kan in de raad ook nog geamendeerd worden.
Commissieadvies:
Het rapport wordt niet in al zijn aanbevelingen door de commissie onderschreven.
De voorzitter concludeert dat het voorstel van fractie Stadsbelangen – een inwerkprogramma op de belangrijke dossiers voor de nieuwe raad, in het bijzonder op het dossier Delft Kennisstad – ieders steun heeft. Ook het organiseren van een commissie extern op korte termijn (voorstel GroenLinks), en als vervolg het jaarlijks organiseren van een commissie extern of in elk geval een duidelijke evaluatie (voorstel STIP) hebben brede steun.
Voorzitter bedankt de Rekenkamer voor de geleverde inspanning.

9.

Sluiting
De voorzitter sluit de vergadering om 23.40 uur.

 

 

terug naar boven