concept statuten Stichting BacinolExpo

 

Vandaag ………………………verschijnen voor mij,……………………………, notaris                             

te Delft:

  1. ………………………..
  2. ………………………..

De comparanten verklaren hierbij een stichting op te richten en daarvoor vast te stellen de volgende:

 

Naam en zetel

 

Artikel 1.

  1. De stichting draagt de naam: Stichting BacinolExpo.
  2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Delft. [1]

 

Doel

 

Artikel 2.

  1. De stichting heeft ten doel het organiseren van tentoonstellingen op het gebied van kunst, architectuur, design en industrieel ontwerpen.
  2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door het beheren en verhuren aan derden van een ruimte in het bedrijfsverzamelgebouw Bacinol gelegen aan de Wateringsevest 38 te Delft. 
  3. De stichting beoogt niet het maken van winst.

 

Vermogen

 

Artikel 3.

  1. Het vermogen van de stichting kan worden gevormd door:
    1. bijdragen van hen die met het doel van de stichting sympathiseren;
    2. bijdragen van hen in wier belang de stichting werkzaam is;
    3. subsidies; [2]
    4. erfrechtelijke verkrijgingen en schenkingen;
    5. opbrengsten van activiteiten van de stichting;
    6. alle andere baten;
  2. Nalatenschappen worden door de stichting slechts aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

 

Bestuur

 

Artikel 4.

1.       Het bestuur van de stichting bestaat uit ten minste drie leden. Het aantal leden wordt - met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde - door het bestuur met algemene stemmen vastgesteld.

2.       De bestuursleden worden door het bestuur benoemd.

3.       Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door

้้n persoon worden vervuld.

      4.   Een bestuurslid wordt benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Het bestuur stelt een rooster van aftreden op. Bestuursleden kunnen ten hoogste een-

            maal voor een aansluitende periode van maximaal vier jaar worden benoemd.

      5.   Na het ontstaan van een vacature, zal het bestuur daarin zo spoedig mogelijk voorzien.

      6.   Mochten in het bestuur om welke reden dan ook een of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enige overblijvende
            bestuurslid niettemin een geldig bestuur, onverminderd het bepaalde in artikel 12.

  1. De leden van het bestuur genieten als zodanig geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte en door het bestuur goedgekeurde kosten.

 

Bestuursvergaderingen en bestuursbesluiten

 

Artikel 5.

1.       De bestuursvergaderingen worden gehouden in de gemeente waar de stichting haar zetel heeft; met instemming van alle bestuursleden kan een vergadering ook elders worden gehouden.

  1. Ieder kwartaal wordt ten minste ้้n vergadering gehouden.
  2. a. Vergaderingen zullen voorts steeds worden gehouden wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien een der andere bestuursleden daartoe schriftelijk en

          onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt.

      b. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de
          vereiste formaliteiten.

      c. Aan een verzoek als sub b bedoeld wordt geacht geen gevolg te zijn gegeven de vergadering niet binnen drie weken na het verzoek wordt gehouden.

  1. De oproeping tot de vergadering geschiedt , behoudens het in lid 3 letter b bepaalde, door of namens de voorzitter, tenminste zeven dagen tevoren, de dag van de

oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van oproepingsbrieven.

  1. De oproepingsbrieven vermelden de plaats en tijdstip van de vergadering en de te behandelen onderwerpen.
  2. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.
  3. Van hetgeen besproken en besloten is in de vergaderingen worden notulen opgemaakt door de secretaris of door een der andere aanwezigen, door de voorzitter

der vergadering daartoe aangezocht. De notulen worden in de volgende vergadering door het bestuur vastgesteld en ten bewijze daarvan door de voorzitter en secretaris ondertekend.

  1. a. Het bestuur kan ter vergadering slechts besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.

          Besluiten kunnen slechts worden genomen met betrekking tot geagendeerde  onderwerpen.

      b. Indien echter ter vergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen besluiten worden genomen over alle aan de orde komende
          onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht  
          genomen.

      c. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een schriftelijk daartoe gemachtigd medebestuurslid laten vertegenwoordigen. Een bestuurslid kan slechts voor
          ้้n medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.

      d. Indien in een vergadering als sub a bedoeld het vereiste aantal bestuursleden niet aanwezig of vertegenwoordigd is, zal, niet eerder dan twee weken maar niet
          later dan vier weken na de eerste vergadering, een tweede vergadering worden gehouden waarin over de voor de eerste vergadering geagendeerde onderwerpen  
          kan worden besloten ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden.

  1. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden hun stem schriftelijk voor het voorstel hebben uitgebracht. Een dergelijk voorstel dient schriftelijk te worden gedaan. Van een aldus genomen besluit wordt, onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden, door de secretaris een relaas opgemaakt dat na mede-ondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
  2. Ieder bestuurslid heeft recht tot het uitbrengen van ้้n stem. Voorzover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten

genomen met volstrekte meerderheid van uitgebrachte stemmen. Een lid mist stemrecht over zaken die dat lid persoonlijk betreffen en wordt terzake

van een desbetreffend voorstel niet meegeteld ter vaststelling of aan de eis van artikel 5 lid 8 letter a (het quorum) is voldaan.

  1. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of een der stemgerechtigden dit voor de stemming verlangt. Schriftelijke stemming  geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.

      12. Blanco en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Degenen die blanco of ongeldig hebben gestemd blijven meetellen voor het quorum

      13. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel omtrent de uitslag der stemming is beslissend. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel
            de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats wanneer demeerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk

            of schriftelijk is geschied, “e”en stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke
            stemming.

 

Bestuursbevoegdheid

 

Artikel 6.

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
  2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt, tenzij daartoe besloten is met een meerderheid van drie/vierde der stemmen in een vergadering waarin alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. [3]
  3. Indien in een vergadering als in het vorige lid bedoeld niet alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zal, niet eerder dan een week en niet later dan vier weken na de eerste vergadering, een tweede vergadering worden gehouden waarin over het desbetreffende onderwerp kan worden besloten met een meerderheid van drie/vierde der stemmen mits ter vergadering ten minste de helft van het aantal in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is.

 

Vertegenwoordiging

 

Artikel 7.

  1. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur of door de voorzitter en de secretaris gezamenlijk.
  2. Aan de penningmeester kan door het bestuur beperkte of algehele volmacht worden gegeven voor zover het de uitoefening van diens taak betreft.
  3. De beperking van de bestuursbevoegdheid in lid 2 van het vorige artikel geldt mede Voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging.
  4. De in het vorige lid vermelde beperking kan slechts door de stichting worden ingeroepen.

 

Einde bestuurslidmaatschap; schorsing

 

Artikel 8.

  1. Het bestuurslidmaatschap eindigt: door overlijden van een bestuurslid, door verstrijken van de mogelijkerwijze vastgestelde duur der benoeming, door aftreden volgens rooster, door verlies van het vrije beheer over zijn vermogen, door schriftelijke ontslagneming met inachtneming van een redelijke termijn en door

ontslag door de rechtbank op grond van artikel 298 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  1. Een bestuurder kan voorts worden ontslagen door een besluit van de overige bestuursleden. Indien slechts twee bestuursleden in functie zijn, kan een dergelijk

besluit  niet worden genomen. Indien drie bestuursleden in functie zijn dient het besluit met algemene stemmen

Van de overige bestuursleden te worden genomen. Zijn meer dan drie bestuursleden in functie dan behoeft het besluit een meerderheid

van twee/derde van de uitgebrachte stemmen van de overige bestuursleden. Het betrokken bestuurslid wordt vooraf in de gelegenheid gesteld over het voorgenomen besluit te worden gehoord.

  1. Een bestuurslid kan worden geschorst bij besluit van het bestuur. Het besluit kan slechts worden genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van het aantal in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is. De schorsing die niet binnen tien dagen is gevolgd door ontslag vervalt na verloop van

die termijn.

 

Raad van advies

 

Artikel 9.

1.       De stichting heeft een Raad van advies.

2.       De Raad bestaat uit maximaal vijf leden die benoemd worden door het bestuur.

3.       De Raad heeft een voorzitter die benoemd wordt door het bestuur.

4.       De Raad brengt gevraagd of ongevraagd advies uit aan het bestuur of de door deze aangestelde personen. [4] Een advies van de Raad is een meerderheidsadvies.

5.       De Raad vergadert zo vaak als de voorzitter dit nodig oordeelt en op een door deze vast te stellen datum, plaats en tijdstip. Minstens ้้n week van te voren wordt door de voorzitter een uitnodiging met een agenda verstuurd. Van het verhandelde tijdens een vergadering wordt door de voorzitter of een van de aanwezigen een beknopt verslag gemaakt. Dit verslag wordt na vaststelling ondertekend door de voorzitter.

6.       De door de Raad uit te brengen adviezen zijn mondeling of schriftelijk. Schriftelijke adviezen worden ondertekend door de voorzitter. Mondelinge adviezen worden

uitgebracht door de voorzitter of een door deze aan te wijzen lid van de Raad.

7.       De leden van de Raad beschikken over aantoonbare vakinhoudelijke expertise die relevant is in het kader van het doel dat de stichting nastreeft.

8.       Een lid van de Raad wordt benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Het bestuur stelt een rooster van aftreden op. Leden van de Raad kunnen ten hoogste eenmaal voor een aansluitende periode van maximaal vier jaar worden benoemd.

9.       Het lidmaatschap van de Raad eindigt: door overlijden van een lid, door verstrijken van de mogelijkerwijs vastgestelde duur der benoeming, door aftreden volgensrooster, door verlies van het vrije beheer over zijn vermogen, door het niet langer beschikken over vakinhoudelijke expertise als genoemd in lid 6 en door vrijwillig terugtreden, welk voornemen tijdig schriftelijk aan het bestuur kenbaar gemaakt wordt. Tevens kan het bestuur iemand van zijn lidmaatschap van de Raad vervallen verklaren wanneer sprake is van aantoonbaar disfunctioneren.

 

Boekjaar, jaarstukken en begroting

 

Artikel 10.

  1. Het boekjaar van de stichting is het kalenderjaar.
  2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de rechtspersoon en alles betreffende de werkzaamheden van de rechtspersoon, naar de eisen die voort vloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden gekend.
  3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen drie maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van de baten en lasten van de stichting te maken en op papier te stellen. Deze stukken worden tezamen ook genoemd ‘jaarstukken’.
  4. De jaarstukken als in het vorige lid bedoeld worden door het bestuur vastgesteld en ten bewijze daarvan door alle bestuursleden ondertekend. Indien een handtekening ontbreekt wordt de reden daarvan op het desbetreffende stuk vermeld. Het bestuur is bevoegd van de jaarstukken een accountantsrapport te doen opmaken.
  5. De vaststelling dechargeert de penningmeester, behalve voor hetgeen niet uit deboeken blijkt.
  6. Het bestuur is verplicht de in lid 2 en 3 bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers zeven jaar te bewaren. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gedurende de

volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke termijn leesbaar kunnen worden gemaakt.

  1. Indien sprake is van door de gemeente Delft verleende subsidie, ziet het bestuur toe op naleving van de betreffende subsidiebeschikking en uitvoeringsovereenkomst, alsmede van hetgeen bij of krachtens de terzake geldende subsidieverordeningen is bepaald.
  2. Jaarlijks, zo mogelijk v๓๓r de afloop van het lopende boekjaar doch uiterlijk een maand na het begin van het nieuw boekjaar stelt het bestuur de begroting met

betrekking tot het nieuwe boekjaar vast.

 

Reglement

 

Artikel 11.

1.       Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat.

2.       Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.

3.       Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of in te trekken.

4.       Voor besluiten tot vaststelling, wijziging of intrekking van het reglement is een meerderheid van twee/derde vereist.

 

Statutenwijziging

 

Artikel 12.

1.       Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit daartoe moet worden genomen met een meerderheid van drie/vierde der stemmen in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat.

2.       Indien in een vergadering als in het vorige lid bedoeld het vereiste aantal bestuursleden niet aanwezig of vertegenwoordigd is, kan na twee weken maar uiterlijk binnen vier weken na de eerste vergadering een tweede vergadering worden gehouden waarin over het desbetreffende onderwerp met drie/vierde der stemmen kan worden besloten mits ter vergadering ten minste de helft van de bestuursleden als in lid 1 bedoeld, aanwezig of vertegenwoordigd is.

3.       De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notari๋le akte tot stand komen.

4.       De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de akte van wijziging, alsmede zo nodig van de doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.

 

Ontbinding en vereffening

 

Artikel 13.

1.       Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 12 lid 1 en 2 van overeenkomstige toepassing.

2.       De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voorzover dit ter vereffening van haar vermogen nodig is.

3.       De vereffening geschiedt door het bestuur; het bestuur is echter bevoegd een of meer vereffenaars te benoemen.

4.       De vereffenaars dragen er zorg voor, dat de ontbinding van de stichting wordt ingeschreven in het handelsregister.

5.       Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten en het eventuele reglement van kracht.

6.       Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting, te bepalen door het bestuur.

7.       Na afloop van de vereffening blijven de boeken gedurende zeven jaren berusten onder de jongste vereffenaar.

 

Artikel 14.

In alle gevallen, waarin noch de wet noch de statuten of verdere reglementen voorzien, beslist het bestuur.

 

 

Eerste bestuur e.d.

 

Tenslotte verklaren de comparanten

a.       Voor de eerste maal worden tot bestuurders van de stichting benoemd:

- tot voorzitter:                                                       ;

      - tot secretaris:                                                      ;

      - tot penningmeester:                                            ;

b.       het eerste boekjaar loopt tot en met eenendertig december tweeduizendvier;

c.       het adres der stichting is                                          ;

 

 

Slot akte                   

 

 

 

     



[1] De duur van de stichting (in ieder geval tot 2008) kan in de statuten opgenomen worden, maar noodzakelijk is

   dat niet.

[2] Door de gemeente Delft te verlenen subsidie zal als juridische verschijningsvorm kennen een subsidie-

   beschikking (toekenning en later vaststelling) gekoppeld aan een uitvoeringsovereenkomst. Als gevolg

   hiervan is van toepassing het bepaalde in respectievelijk de Algemene subsidieverordening gemeente

   Delft 2002 alsmede de Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten gemeente Delft 2002. Zie ook

   Art. 10, lid 7.

[3] Het bestuur kan sowieso, immers niet uitgesloten, overeenkomsten aangaan tot huur of gebruikmaking van

   expositieruimte of een arbeidsovereenkomst met een programmeur.

[4] Bij personen als hier genoemd moet gedacht worden aan bijvoorbeeld de programmeur. Het verrichten door

   leden van de Raad van advies van incidentele hand en spandiensten t.b.v. met name de programmeur behoeft

   geen expliciete statutaire regeling.  In de praktijk is het toegestaan dat men deze activiteiten kosteloos verricht.