“BELEEF VERMEER IN DELFT”

 

CONCEPT- EN HAALBAARHEIDSSTUDIE

VERMEER BEZOEKERSCENTRUM DELFT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Colofon

Datum:             6 augustus 2003

Project:            24.0040

Opdrachtgever:  Gemeente Delft

Adviseurs:         Ir. A.H. Zwart, M. Stokman M.A.

Status:             Eindrapportage

 

CopyrightÓ Marktplan Adviesgroep, 2003


 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Inhoudsopgave

                                                                                                                                  Blz.

 

1.        Inleiding                                                                                                            1

1.1                Aanleiding voor dit onderzoek

1.2                Het concept

1.3                Doelstelling

1.4                Missie

1.5                Stuurgroep

1.6                Marktconsultaties

 

2.             Bezoekersprofiel en -potentieel                                                                        5

2.1                Toerisme en recreatie in Nederland

2.2                Toerisme en recreatie Delft

2.3                Bezoekersprofiel

2.4                Bezoekerspotentieel

 

3.             Concept: “Beleef Vermeer in Delft”                                                                           12

3.1                Doelstellingen

3.2                Ontwikkelingsvoorwaarden

3.3                Conceptueel kader

3.4                Marktpositionering: gericht op verschillende doelgroepen

3.5                Combinatie van verschillende locaties

3.6                Vermeer bezoekerscentrum

3.7                “De stad van Vermeer”: Vermeerlocaties in de Delftse binnenstad

3.8                Stadspromotie

3.9               Ruimtelijk Programma van Eisen Vermeer bezoekerscentrum

 

4.             Locatiekeuze voor het Vermeer bezoekerscentrum                                         24

4.1                Het belang van een juiste keuze

4.2                Huidige bezoekersstromen in Delft

4.3                Locatiebeoordeling

4.4               Locatiekeuze

4.5               Relatieschema

 

5.                  Businessplan                                                                                                     30

5.1                Bezoekersaantal en -ontwikkeling

5.2               Investeringsbegroting

5.3               Exploitatiebegroting bij 100.000 bezoekers

5.4               Meerjaren exploitatieoverzicht

 

6.                  Organisatie                                                                                                       38

6.1                Exploitatieorganisatie

6.2                Ondernemingsdoelstelling

6.3                Contractpartnerschap promotie-organisatie Delft

 


Bijlagen:                                                                                                                       40

Bijlage 1: Vermeer in Delft: zijn leven, zijn schilderkunst, relevante locaties

Bijlage 2: Relevante trends op het gebied van leisure

Bijlage 3: Tabellen bezoekersprofiel

Bijlage 4: Meerjaren exploitatiebegroting positief en negatief scenario

Bijlage 5: Beleef Vermeer in Delft; concept voor de inrichting van het nieuwe

     Vermeercentrum in de historische binnenstad van Delft


1.       Inleiding

 

 

Sinds zijn herontdekking in de negentiende eeuw wordt de Delftse schilder Johannes Vermeer (1632-1675) gerekend tot een van de drie grootste schilders uit de Gouden Eeuw. Over het leven van schilders als Rembrandt en Frans Hals is veel bekend, dit geldt echter niet voor Vermeer.

 

Vooral in de negentiende eeuw zijn de gebouwen in Delft die met Vermeer in verband kunnen worden gebracht, stuk voor stuk verdwenen. Ook schilderijen van zijn hand zijn niet meer in Delft. Zelfs Vermeer’s graf in de Oude Kerk is vervangen door een gedenksteen. Het lijkt alsof de schilder compleet uit zijn stad Delft is verdwenen. Hoewel; toch is er in Delft een groot aantal gebouwen bewaard gebleven dat uit Vermeer’s tijd dateert... Ook de binnenstad straalt nog steeds de sfeer van Vermeer en de Gouden Eeuw uit. En een van Vermeers belangrijkste werken, Gezicht op Delft, hangt “dichtbij” in het Mauritshuis te Den Haag.

 

 

1.1          Aanleiding voor dit onderzoek

 

 

De aantrekkelijkheid van steden voor de toerist wordt bepaald door de synergetische effecten van de diverse productelementen:

·         unique selling points;

·         kwaliteit van de voorzieningen, vooral in relatie tot verwachtingen;

·         externe verbindingen;

·         interne verbindingen;

·         imago.

 

De Toeristische Stad, Toerisme voor een complete stad, TRN, 1999

 

 

De gemeente Delft heeft in haar Meerjaren Marketingplan Toerisme (MMT) het toeristisch beleid voor de jaren 2000-2004 vastgelegd. Op basis van dit beleid wordt gekozen voor marktontwikkeling, waarbij cultuurtoerisme (binnen- en buitenlands) en kooptoerisme (regionale markt) hoge prioriteit krijgen; waar mogelijk moeten beide elkaar versterken.

 

Benutting van het thema “Vermeer” past uitstekend binnen deze strategische keuzes die in het MMT gesteld zijn:

·         verstandig gebruik van het thema Vermeer kan de marketing en het imago van de stad versterken;

·         het thema past binnen het cultuur historisch toerisme;

·         het thema heeft potentie bezoekers langer in de stad te houden; dit bevordert bezoek aan horeca en detailhandel.

 


Bij de keuze voor het te ontwikkelen Vermeercentrum is gekozen voor de ontwikkeling van een “can’t miss“ product. Dat wil zeggen, als de bezoeker in Delft is, wil hij hier naar toe. Het toevoegen van een “can’t miss” bezienswaardigheid aan het toeristisch product van Delft moet gaan bijdragen aan een significant langer verblijf van de bezoeker aan Delft, evenals hogere bestedingen aan horeca en detailhandel.

 

Marktplan Adviesgroep heeft, in opdracht van de Gemeente Delft, een concept- en haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar de opzet van een Vermeer bezoekerscentrum met een hoog ambitieniveau in Delft, waarbij is onderzocht hoe deze exploitatietechnisch en formule-inhoudelijk verantwoord te realiseren is. Hiertoe is onderzoek gedaan naar:

·         het marktpotentieel;

·         een haalbare kwalitatieve formule, aan de hand van de zeven van tevoren bepaalde invalshoeken;

·         een verantwoord bedrijfs(matig)concept;

·         een locatie- en accommodatieadvies;

·         een Plan van Aanpak;

·         het realisatietraject;

·         ontwikkelings-, exploitatie- en beheerorganisatie.

 

Dit rapport bevat de uitkomsten van deze studie: een concept voor de opzet van een kwalitatief hoogwaardig Vermeer bezoekerscentrum, het locatieadvies en het stappenplan voor de realisatie en exploitatie van het project.

 

 

1.2          Het concept

Per 1 januari 2003 is de subsidieverstrekking door de Gemeente Delft aan VVV Delft geëindigd. De Gemeente Delft heeft zich ten doel gesteld per 1 januari 2004 een nieuwe stichting op te richten met als kerntaken het invullen van de gastheerschapfunctie binnen de stad, informatieverstrekking en het voeren van regie betreffende:

·         promotie van de stad;

·         productontwikkeling;

·         opzet van arrangementen.

 

De locatie voor uitoefening van de gastheerschapfunctie en informatieverstrekking, het Toeristisch Informatie Punt (hierna te noemen: TIP), wordt idealiter gecombineerd met de locatie van het Vermeer bezoekerscentrum in de stad. Beide kunnen elkaar zowel qua concept als bezoekerspotentieel en -aantal versterken. De doelstellingen van beide organisaties ten aanzien van informatieverstrekking en gastheerschap van de stad Delft komen dan ook overeen. Tevens kan op het gebied van personele inzet en locatielasten (m˛) geprofiteerd worden van deze samenwerking.

 

De combinatie lijkt logisch gegeven het concept van het Vermeer bezoekerscentrum, waarbinnen Vermeer de “gids” wordt voor het bezoek aan Delft.

 

Aan de hand van de (werk)titel “Beleef Vermeer in Delft” is de historische binnenstad de toeristenbestemming; Vermeer is hierbij de aanleiding voor het bezoek. Het Vermeer bezoekerscentrum functioneert als het brandpunt van het bezoek aan Delft. Een bezoek aan Delft is niet compleet zonder bezoek aan het bezoekerscentrum.

 


Het concept kent verschillende locaties, grofweg te verdelen in:

 

·         Vermeer bezoekerscentrum: het centraal toeristenpunt en niet te missen bij een bezoek aan Delft. Dit centrum bevat naast ondersteunende functies (waaronder een winkel) een aantal expositieruimten waarin Vermeer vanuit verschillende invalshoeken wordt belicht;

·         De binnenstad van Delft: op verschillende manieren wordt Vermeer in de binnenstad gemanifesteerd, worden relevante locaties gemarkeerd die een relatie hebben met Vermeer, zijn tijdgenoten, of breder, de 17e eeuw. Hierbij wordt het verhaal van Vermeer de “gids” voor het bezoek.

 

 

1.3          Doelstelling

Als doelstellingen voor de toevoeging van het Vermeer-product aan Delft kunnen worden geformuleerd:

 

·         het versterkt positioneren van Delft op de nationale en internationale toeristische kaart; het vergroten van de naamsbekendheid van en de toeristen oriëntatie op de stad;

·         uitbreiding van het toerisme in Delft; vooral gericht op verblijfs- en bezoekduurverlenging, eventueel realiseren van een groter marktvolume;

·         het vergroten van het economisch effect van toerisme;

·         het leveren van een bijdrage aan het versterken van de culturele identiteit van de stad Delft;

·         het versterken van de (toeristische) stadspromotie.

 

 

1.4          Missie

De missie voor het Vermeer bezoekerscentrum is als volgt te verwoorden:

 

Bezoekers, geďnteresseerden en inwoners enthousiast maken voor en binden aan (de binnenstad van) Delft, door benutting van het thema Vermeer binnen een samenhangend geheel van promotie, informatieverstrekking, verwijzing en dienstverlening. Hierbij wordt Vermeer als middel gebruikt voor het aantrekken van (extra) bezoek aan Delft en als gids voor de beleving van de stad.

 

Het Vermeer bezoekerscentrum wordt het “visitekaartje” van de stad. De hoofdtaken van het centrum zijn:

 

·         informatie en gastheerschap: als centraal toeristenpunt invulling van de gastheerschapfunctie en toeristische en cultuurhistorische informatieverstrekking aan de hand van een kwalitatief hoogwaardig Vermeer-product;

·         marketing: als versterkend middel in de stadspromotie, stimuleren van verblijfs- en bezoekduurverlenging, vergroten economisch effect van toerisme, gidsfunctie voor het bezoek aan Delft.

 


1.5          Stuurgroep

Dit onderzoek is door Marktplan Adviesgroep BV uitgevoerd in opdracht van de Gemeente Delft, onder verantwoordelijkheid van een Stuurgroep. In deze Stuurgroep hebben zitting:

 

·         de heer C.L. Baljé, wethouder Gemeente Delft, beleidsterrein o.a. toerisme;

·         mevrouw drs. F. F. van Duijvendijk, Gemeente Delft, Hoofd Vakteam CKE;

·         mevrouw drs. J.C.M. Busch, Gemeente Delft, Vakteam CKE;

·         de heer ing. W.A.G. van Leeuwen;

·         de heer ir. A.H. Zwart, Marktplan Adviesgroep BV;

·         de heer M. Stokman M.A., Marktplan Adviesgroep BV.

 

Naast deze Stuurgroep is in een eerder stadium een Denktank opgezet. De heer W. van Leeuwen neemt als voorzitter van deze Denktank zitting in de Stuurgroep.

 

 

1.6          Marktconsultaties

Om een totaalbeeld te krijgen van de bestaande ideeën en initiatieven rondom de opzet van een Vermeerattractie of bezienswaardigheid in Delft, is een aantal consultaties uitgevoerd. Met de volgende personen is in het kader van dit onderzoek gesproken:

 

·         de heer A.Th. van Wissen, Aannemer Van Oosten & De Vette;

·         de heer ir. W.F. Weve, Gemeente Delft, Monumentenzorg;

·         mevrouw drs. D.H.A.C Lokin, Museum Het Prinsenhof;

·         de heer H. van Leeuwen, Delftse Courant;

·         de heer drs. K. Kaldenbach, digitaal woonhuis www.johannesvermeer.info;

·         de heer J.W. Witteveen, Dishhotel Delft;

·         de heer ir. L.A.J. Veeger, bewonersstichting Zicht op Delft;

·         Jhr. J. Six van Hillegom, Art Promotion Amsterdam BV.

 

Tijdens de consultaties zijn de invalshoeken, weergegeven in figuur 3.2, besproken en getoetst op relevantie en mogelijkheden om als insteek te gelden voor het Vermeer –concept. Binnen het concept zullen deze –van tevoren gedefinieerde– invalshoeken allen terugkomen.
2.       Bezoekersprofiel en -potentieEl

 

 

Dit hoofdstuk behandelt statistieken en relevante trends in vrijetijdsbesteding en toerisme in Nederland en Delft. Aan de hand van deze gegevens wordt in paragraaf 2.3 het bezoekersprofiel geschetst en behandelt 2.4 het markt- en bezoekerspotentieel.

 

 

2.1          Toerisme en recreatie in Nederland

Binnen het leisure-gedrag van de Nederlander zijn de volgende relevante ontwikkelingen zichtbaar:

 

·         Een groei van het aantal dagtochten (=tochten voor recreatieve doeleinden die

tenminste twee uur duren)

 

Binnen Nederland worden per jaar 1 miljard dagtochten gemaakt. De bestedingen daarbij nemen fors toe. De groei in het aantal dagtochten is vooral te vinden op het gebied van actieve en sportieve recreatie en bij het bezoek aan attracties en evenementen. Deze groei biedt potentieel voor het Vermeer bezoekerscentrum. Het product dient echter te voldoen aan de toenemende eisen van de consument en de grotere vraag naar activiteiten die een uitdaging vergen (actie, sport) of interactie of een “unieke” ervaring bieden (attracties, evenementen).

 

·         Een daling in het bezoek aan (kleine) musea

 

Tabel 2.1 Bezoek aan musea in Nederland

 

Bezoek aan musea in Nederland naar omvang, 1997-2001

Bezoeken

Mutatie

1997

2000

2001

1997-2000

2000-2001

mln.

%

Kleine musea (100.000-250.000)

2,97

2,83

2,81

-5,4

-0,7

Middelgrote musea (250.000-750.000)

4,03

3,87

3,73

-7,4

-3,6

Grote musea (> 750.000)

2,97

3,31

3,14

+5,7

-5,1

TOTAAL

9,97

10,01

9,69

-2,8

-3,2

 

 

In het algemeen nemen we een daling in het museumbezoek waar. We kunnen veronderstellen dat, door de daling in de vrije tijd, de musea invloed ondervinden van de duidelijke keuzes die de consument maakt. In zijn beperkt beschikbare vrije tijd kiest de consument voor die activiteiten die uitdaging en actie bieden.

 


Bij de grotere musea vinden we een stagnatie in het bezoekersaantal. Grotere musea hebben doorgaans betere financiële middelen en bezitten over het netwerk en de capaciteit voor de opzet van bijzondere tentoonstellingen. Uit onderzoek is gebleken dat vooral bijzondere exposities en evenementen zorgen voor een stijging in het aantal bezoekers. Om te kunnen profiteren van het groeiend aantal dagtochten en de toename in bestedingen, dient het Vermeer bezoekerscentrum een bijzondere en uitdagende ervaring te bieden. Om ook herhalingsbezoek te genereren dient het aanbod, aan de hand van thema’s, exposities en lezingen, te veranderen.

 

Voor het inkomende toerisme is de meest relevante ontwikkeling:

 

·         De stagnatie in de groei van het inkomend toerisme; een daling in 2001

 

Waar in 1999 een groei in het inkomende toerisme, ten opzichte van 1998, merkbaar was van 6%, daalde dit tot slechts 1% in 2000. In 2001 is het aantal aankomsten zelfs afgenomen tot 7,47 miljoen, een afname van 6% in vergelijking met 2000. Als oorzaken worden gezien de aanslagen van 11 september en de MKZ-crisis, die vooral van invloed was op het aandeel Duitsers. Voor 2002 en 2003 wordt verwacht de het inkomend toerisme zich herstelt; vooral de verminderde economische situatie drukt de groei tot naar verwachting een aantal procent per jaar.

 

In de bezoekerprognose en exploitatiedoorrekening voor de eerste vijf jaren van operatie, wordt zowel de toename van het aantal dagtochten van de Nederlanders als de aanhoudende, maar bescheiden groei van het inkomende toerisme, meegenomen. De prognose laat dan ook een licht stijgende lijn zien (zie hoofdstuk 5.1).

 

 

2.2       Toerisme en recreatie Delft

Uit de statistieken van het Continu Vakantie Onderzoek (CVO, periode maart t/m november 2001) kunnen we de volgende bezoekersaantallen aan Delft in 2001 berekenen (niet rekening houdend met seizoensfluctuering):

 

Tabel 2.2 Bezoek aan Delft

 

Bezoekersaantallen en bezoeken aan Delft, 2001[1]

Verhouding

Aantal

bezoekers

Bezoekfrequentie

Aantal bezoeken

Nederland

60%

452.000

2,1

949.200

Buitenland

40%

301.000

1

301.000

Totaal

100%

753.000

 

1.250.200

 

 


Uit informatie over museumbezoek in Delft zien we een daling van de bezoekersaantallen aan ”reguliere musea”. Voorbeelden zijn Stedelijk Museum het Prinsenhof en Museum Lambert van Meerten. Deze ontwikkeling loopt synchroon aan de daling van museumbezoek van kleine en middelgrote musea in Nederland. Daarentegen blijkt een forse toename van het bezoek aan de Nieuwe en Oude Kerk (dit is te verklaren vanwege een restauratie aan de Oude Kerk tot september 2000).

 

Tabel 2.3 Bezoek aan attracties en musea in Delft

 

Bezoek attracties/ bezienswaardigheden Delft

1997-2001:

Indexcijfers (2000=100)

Aantallen

1997

1998

1999

2000

2001

2001

Nieuwe en Oude Kerk

106

99

97

100

168

178.000

Toren Nieuwe Kerk

143

131

133

100

163

36.900

Koninklijke Porceleijne Fles

103

100

100

100

100

170.000

Stedelijk Museum Prinsenhof

107

106

113

100

98

50.600

Museum Lambert van Meerten

91

89

92

100

94

22.800

 

 

2.3          Bezoekersprofiel

 

De Nederlandse toerist in Delft:

De (cultuurhistorische) Nederlandse toerist in Delft is hoog opgeleid en behoort tot de wat hogere leeftijdsklasse. Uit bezoekersonderzoek blijkt het volgende profiel[2] (zie tevens

bijlage 3):

 

·         het aantal Nederlandse bezoekers bedraagt 60% van het totaal, wat neerkomt op 452.000 bezoekers op jaarbasis. Met een bezoekfrequentie van gemiddeld 2,1 is het aantal bezoeken het drievoudige van het aandeel bezoeken door buitenlanders;

·         de verdeling naar geslacht is in evenwicht;

·         meer dan 40% van de Nederlandse bezoekers is ouder dan 50 jaar. Daarbij is de bezoeker goed opgeleid: 40 tot 50% heeft een HBO of universitaire opleiding;

·         meer dan 50% komt uit de eigen provincie; bijna een kwart hiervan komt uit Delft;

·         de helft van het aantal bezoekers komt met de eigen auto naar Delft;

·         bijna 80% van de bezoekers bezoekt alleen Delft. 8% (in 1995 10%) brengt tevens een bezoek aan Den Haag. Dit biedt mogelijkheden door de link met het Mauritshuis te Den Haag;

·         het museumbezoek is zeer hoog: 29%.

 

Uit tabel 2.4 blijken de ondernomen activiteiten van Nederlandse bezoekers aan Delft:

 


Tabel 2.4 Ondernomen activiteiten

 

Winkelen

58%

Lunch/diner

36%

Bezoek Museum

29%

Terras

23%

Evenement

9%

 

 

Opvallend is dat, in vergelijking met andere steden, het museumbezoek in Delft zeer hoog is, wat wordt weergegeven in tabel 2.5.

 

Tabel 2.5 Museumbezoek stedelijke bezoekers

 

1. Delft

29%

2. Den Haag

16%

3. Amsterdam

16%

4. Dordrecht

15%

5. Haarlem

12%

 

 

De buitenlandse toerist in Delft:

Relevante beschikbare gegevens voor wat betreft de buitenlandse bezoekers aan Delft (zie tevens bijlage):

 

·         het aandeel buitenlandse bezoekers bedraagt 40%, wat neerkomt op 301.000 bezoekers per jaar;

·         de buitenlandse bezoeker is jonger dan de Nederlandse bezoeker; 30% is ouder dan 50 jaar, terwijl de segmenten 30-39 en 40-49 beide een aandeel hebben rond de 20%;

·         60% heeft al thuis besloten een bezoek te brengen aan Delft;

·         in zijn bezoek aan Delft worden tevens veel andere steden in Nederland bezocht; de duur van een bezoek aan Delft is bij bijna 50% van het aantal buitenlanders dan ook zeer kort: minder dan een halve dag;

·         het aantal buitenlandse bezoekers dat in Delft overnacht ligt slechts op 16%[3];

·         zo’n 75% bezoekt het cultureel erfgoed in de stad.

 


Opmerkelijk zijn de percentages bij criteria “andere steden bezocht” en “verblijfsduur” (zie tabel 2.6 en 2.7).

 

Tabel 2.6 Percentage andere steden bezocht

 

Geen stad bezocht

8%

Amsterdam

62%

Rotterdam

33%

Den Haag

46%

Bezoek andere “Geheime steden”

33%

 

 

Tabel 2.7 Verblijfduur buitenlandse bezoekers in Delft

 

1 ŕ 2 uur

20%

Halve dag

24%

Halve tot hele dag

35%

In stad overnacht

16%

 

 

2.4     Bezoekerspotentieel

Uit de voorgaande paragrafen blijkt een groot marktpotentieel voor een Vermeer bezoekerscentrum in Delft aanwezig te zijn:

·         Delft heeft een totaal aantal bezoekers van 753.000 per jaar;

·         van het aandeel Nederlandse bezoekers (452.000 per jaar) bezoekt 29% een museum bij zijn bezoek aan Delft;

·         van het aandeel buitenlandse bezoekers (301.000 per jaar), bezoekt 75% cultureel erfgoed in de stad.

 

Wat tevens blijkt is dat het verblijf van de -met name buitenlandse- toerist van korte duur is. Het bezoek aan Delft wordt gecombineerd met een bezoek aan één of meerdere andere steden. De bezoeker maakt keuzes in hetgeen hij bezoekt. Op het gebied van het vergroten van de verblijfs- en bezoekduur, wat resulteert in een groter economisch effect van toerisme, liggen grote kansen.

 

Om het bezoekerspotentieel van een Vermeer bezoekerscentrum te bepalen, moeten we primair rekening houden met:

·         het ambitieniveau van de Gemeente Delft: een “can’t miss” attractie;

·         het huidige aantal bezoekers aan Delft, verdeeld naar Nederlandse en buitenlandse toeristen;

·         de combinatie van Vermeercentrum met het TIP, die van positieve invloed kan zijn op het totaalpotentieel en werkelijk te verwachten bezoekers;

·         het te verwachten aantal extra bezoekers aan Delft door de uitbreiding van het Delftse product met een Vermeer bezoekerscentrum;

·         percentage Delftse bezoekers dat een museum bezoekt.

 

Bij de berekening hanteren we een verdeling tussen buitenlandse en Nederlandse bezoekers. Het aandeel Nederlandse bezoekers is onderverdeeld in al bestaand bezoek aan Delft en nieuw -door het Vermeer bezoekerscentrum- gegenereerd bezoek. Vooral in het eerste jaar zal dit van invloed zijn en het bezoekersaantal positief beďnvloeden. Voor wat betreft buitenlandse bezoekers gaan we uit van alleen nieuw bezoek, berekend op basis van bestaande bezoekerscijfers aan Delft. Hierbij wordt een groei van buitenlandse bezoekers aan Delft achterwege gelaten.

 

Duidelijk moet gesteld worden dat dit potentieel berekend is bij een optimale setting, situering op een A-locatie in de binnenstad, zonder rekening te houden met beperkingen ten aanzien van omvang van de locatie en/of de financiële investering.

 

Tabel 2.9 Berekening bezoekerspotentieel

 


Nederlandse bezoekers

Bestaand bezoek aan Delft

29% bezoek museum excl. Vermeer bezoekerscentrum.

Incl. Vermeer bezoekerscentrum stijging tot 35%

= aantal extra bezoekers

27.120

Toevoeging Vermeer bezoekerscentrum aan museumbezoek of verschuiving bezoek bestaande musea naar Vermeer

bezoekerscentrum.

 

Van 29% bezoekt 10% (tevens) het Vermeer

bezoekerscentrum.

45.200

 

Extra

bezoek

Inschatting extra bezoekers aan Delft en Vermeer bezoekerscentrum

20.000

Buitenlandse

bezoekers

Bestaand bezoek aan Delft

Aandeel bezoekers uit het buitenland: 35% van het totaal aantal buitenlandse bezoekers (301.000) =

105.350

Totaal bezoekerspotentieel[4]

197.670

 

 


Wanneer we het bezoekerspotentieel vergelijken met werkelijke bezoekersaantallen van andere attracties of musea, zien we dat het behalen van dit totaalpotentieel zeer ambitieus is. Bij de opzet van het concept, de marktontwikkeling van het Vermeer bezoekerscentrum gedurende de eerste vijf jaar en de financiële doorrekening (w.o. de exploitatiebegroting), gaan we dan ook uit van een gematigder bezoekersaantal dan het totaalpotentieel. Hierbij wordt als maximum 125.000 betalende bezoekers op jaarbasis gehanteerd (in jaar 5), wat in lijn ligt met museum het Rembrandthuis te Amsterdam. Het Rembrandthuis is qua productaanbod het meest vergelijkbaar met het Vermeer bezoekerscentrum.

 

Tabel 2.10 Bezoekersaantallen attracties/bezienswaardigheden 2001

 

Attractie/bezienswaardigheid

Aantal bezoekers

Nieuwe en Oude Kerk

178.000

Koninklijke Porceleijne Fles

170.000

Rembrandthuis Amsterdam

132.000

Museum Het Prinsenhof

55.000


3.           Concept: “Beleef Vermeer in Delft”

 

 

Het concept “Beleef Vermeer in Delft” beoogt de stad een structureel sterkere marktpositie te verschaffen, door als stad waar Vermeer opgroeide, leefde en schilderde de uitstraling en de Vermeer-ervaring als het ware te kapitaliseren. Dit vereist de ontwikkeling van een geďntegreerd Vermeer-aanbod in de stad, maar ook de systematische marktbewerking en stadspromotie aan de hand van Vermeer (naast Delfts Aardewerk). Vermeer in Delft

verbreedt de marktbasis en versterkt de marketingkracht van Delft als toeristische

bestemming.

 

 

3.1     Doelstellingen

Als specifieke doelstellingen kunnen worden geformuleerd:

·         het positioneren van Delft op de nationale en internationale toeristische kaart; het vergroten van de naamsbekendheid van en de toeristen oriëntatie op de stad;

·         uitbreiding van het toerisme in Delft; vooral gericht op verblijfs- en bezoekduurverlenging, eventuele realiseren van een groter marktvolume;

·         het vergroten van het economisch effect van toerisme;

·         het leveren van een bijdrage aan het versterken van de culturele identiteit van de stad Delft;

·         het versterken van de (toeristische) stadspromotie.

 

 

3.2     Ontwikkelingsvoorwaarden

Een succesvolle marktontwikkeling vergt een aanpak die is gebaseerd op de volgende

principes:

·         systematische toeristische stadspromotie met het “merk” Vermeer;

·         ontwikkeling van een specifiek Vermeer-aanbod, maar op een in de historische binnenstad geďntegreerde en met het reguliere toeristisch aanbod verweven wijze;

·         strategische marktallianties voor de binnenlandse, maar vooral de inkomende markt;

·         organiseren c.q stimuleren van particulier initiatief gericht op het lokaal uitnutten van de Vermeer-thematiek voor toeristisch- commerciële en culturele doeleinden.

 

 

3.3     Conceptueel kader

 

 

In het deelsegment van stedelijk bezoek rukt de urbane belangstelling tussen “dagjes uit”, snel op. Ofschoon de motieven nog altijd samengesteld zijn, scoren historische binnensteden nog steeds het hoogst. Het betreft dan vooral geďnteresseerden die niet uit de directe omgeving komen. Ook de belangstelling voor “non-shopping issues” groeit. Dat wordt, naast het traditionele winkelen, een marketingwave.

                                                                                 

Recreatie en Toerisme, april 1998

 

 


Delft als doel, Vermeer als doel en als middel. Het profileren van Delft als “de stad van Vermeer” vormt de noodzakelijke basis voor het concept: de historische binnenstad is de feitelijke toeristenbestemming en het eigenlijke kernproduct van Delft. Door Vermeer in de binnenstad op verschillende manieren te laten terugkomen (de bezoeker op verschillende manieren en verschillende locaties met Vermeer te confronteren) wordt de belevingswaarde van de binnenstad vergroot. Een bezoekerscentrum gewijd aan Vermeer en de Delftse context waarin Vermeer leefde, is het centraal toeristenpunt in Delft. Vermeer is de aanleiding voor een bezoek aan Delft. Vermeer wordt de “gids” voor het bezoek. Als (werk)titel voor dit concept gebruiken dan ook: “Beleef Vermeer in Delft”.

 

Binnen het concept is het belevingsaspect belangrijk. Zowel binnen als buiten de leisure-industrie is een trend zichtbaar richting “experience marketing”. De ervaring en beleving van de bezoeker staat centraal en bepaalt zijn tevredenheid.

 

Een goed voorbeeld van toepassing van “experience marketing” is het themajaar Van Gogh 150, waarbij in plaatsen waar Van Gogh woonde en/ of werkte (zoals Nuenen en Zundert in Brabant, Nieuw-Amsterdam in Drenthe en diverse plaatsen in Frankrijk) de bezoeker de sfeer van Van Gogh en de periode waarin hij leefde kan proeven. (Het verhaal van) Van Gogh wordt hierbij gebruikt als middel om zoveel mogelijk bezoekers te enthousiasmeren voor een bezoek. De dorpen waar Van Gogh woonde en schilderde zijn het uiteindelijke doel.

 

Zo is in Noord-Brabant het concept “In de voetsporen van Van Gogh” opgezet met verscheidene producten die de consument op een laagdrempelige wijze de mogelijkheid bieden in Van Gogh’s voetsporen te treden. Onderdeel hiervan zijn:

·         “Reisgids Van Gogh in Brabant”;

·         “Belevingskaart Van Gogh in Brabant”;

·         “Van Gogh wandel- en fietsroutes”

 

Daarnaast is de thematiek opgepakt en “uitgenut”, vertaald in concrete arrangementen die de consument eenvoudig kan boeken. Voorbeelden van de vele opgezette arrangementen zijn:

·         arrangement “Nuenen, het drop van de aardappeleters”: een driedaags arrangement met verlijf in diverse accommodaties, inclusief diverse fiets- en wandelroutes, entree tot musea, et cetera;

·         arrangement “La route Van Gogh”: een tiendaagse busreis langs relevante Van Gogh-plaatsen in Nederland en Frankrijk.

 

Het conceptueel kader van “Beleef Vermeer in Delft” kent de gelaagdheden, weergegeven in figuur 3.1.


Figuur 3.1 Conceptueel kader “Beleef Vermeer in Delft”

 

 

 

 

 

 


Vermeer

    bezoekerscentrum                                                              Vermeer

                                                                                                                                                                                 bezoekers-   

                                                                                                      centrum (3.6)

Het leven van Vermeer                                              

De werken van Vermeer

Vermeers schildertechniek

De stad van Vermeer

Tijdgenoten van Vermeer

 

 


  De stad van Vermeer:                                               De stad

Vermeerlocaties in de Delftse binnenstad                                      van Vermeer (3.7)

                        

 

 


Stadspromotie

 

 

 

3.4          Marktpositionering: gericht op verschillende doelgroepen

Het doel van de Gemeente Delft is door toevoeging van een “can’t miss” attractie aan het Delftse toeristische aanbod, de verblijfduur van de bezoeker aan Delft te verlengen en zijn bestedingen in de stad te vergroten. Het centrum dient dan ook een passend aanbod te bieden voor bezoek met zowel een hoge als lage(re) culturele ontwikkeling en/ of interesse in cultuur. Segmentatie op basis van interesses en culturele ontwikkeling en activiteiten geeft de volgende doelgroepen[5]:

 

1.       De toerist met culturele motieven (de “echte cultuurtoerist”): deze toerist kiest de reisbestemming in functie van zijn interesse en hanteert hierbij de instelling “meer leren over”. Deze toerist stelt inhoudelijk hoge eisen en neemt ruim de tijd voor zijn bezoek. Deze toerist is veruit in de minderheid (omstreeks 5 % van het toerisme in Europa).

2.       De “nieuwe culturele massatoerist”: is “suplly-driven” en laat zich tijdens zijn citytrip of vakantie leiden door het aantrekkelijke aanbod. Dit segment is wereldwijd groeiende en zal een groot segment van de bezoekers aan Delft en het Vermeer bezoekerscentrum bedragen. Deze bezoeker vereist een interessant totaalproduct. De verblijfduur is korter dan de verblijfduur van bezoekers uit segment 1.

3.       Cultuur als alternatief voor uitstapjes aan dagrecreatiebedrijven, attracties en strand. Tijdens het verblijf/ de vakantie wordt, ter afwisseling, een bezoek gebracht aan het Vermeer bezoekerscentrum. De verblijfsduur van deze bezoeker is het minst lang. De interesse in Vermeer is beperkt; een deel van dit segment zal tevreden zijn met een bezoek aan de winkel en aankoop van souvenirs. Het segment is qua grootte vergelijkbaar aan het segment “culturele massatoerist”.

3.5       Combinatie van verschillende locaties

Het concept “Beleef Vermeer in Delft” bestaat uit de combinatie van verschillende locaties, waarbij ook de binnenstad wordt betrokken:

 

·         Vermeer bezoekerscentrum: het centraal toeristenpunt. Een centrum dat niet gemist kan worden bij een bezoek aan Delft;

·         De stad van Vermeer: Vermeer wordt als gids gebruikt voor het bezoek aan de stad. Locaties met relevantie tot Vermeer en/of zijn tijd (-genoten) worden hierbij toegelicht aan de hand van informatiedragers.

 

Hierbij brengt de bezoeker aan Delft eerst een bezoek aan het Vermeer bezoekerscentrum, waarna de verkenning van de Delftse binnenstad plaatsvindt. Het actieve gebruik van de binnenstad in het product stimuleert de bestedingen bij horeca, detailhandel, maar ook overige attracties en musea in Delft. Dit is als een van de wensen door de Gemeente Delft uitgesproken voor toevoeging van een Vermeer bezoekerscentrum aan het toeristisch product van Delft.

 

 

3.6         Vermeer bezoekerscentrum

Het Vermeer bezoekerscentrum vormt het centraal toeristenpunt, het “brandpunt” van de stad. Enerzijds als (nieuwe) bezienswaardigheid en museum of “attractie”, anderzijds als informatie- en voorlichtingscentrum (TIP) voor de binnenstadbezoeker. Een bezoek aan Delft kan bijna niet zonder een bezoek aan het Vermeer bezoekerscentrum, gecombineerd met het TIP.

 

Het centrum zal een brede opzet krijgen. Met het thema “Beleef Vermeer in Delft” wordt Vermeer als “gids” gebruikt: gids van zijn tijd, gids voor het beleven van Delft in de 17e eeuw en gids voor een bezoek aan Delft in de 21e eeuw. Maar ook Vermeer als uitzonderlijk schilder, zijn leven en zijn tijdgenoten komen binnen het thema uitdrukkelijk aan de orde. Dit gebeurt aan de hand van diverse invalshoeken die allen een eigen hoofdfunctie binnen het bezoekerscentrum vervullen. Hierbij zijn een info- of edutainmentformule (onderhoudend educatief) en het belevenisaspect, beide met het oog op het gewenste grote marktbereik, noodzakelijk.

 


 

“Belevenisattracties zijn “booming business”. Steeds meer mensen zijn in hun spaarzame vrije tijd op zoek naar een unieke ervaring. Inspelen op beleving is een nieuwe manier om een nieuw en groter publiek te trekken. Ook voor veel culturele instellingen wordt beleving een zaak van betekenis. Een goede belevenis bestaat uit een mix van amusement, educatie, esthetiek en escapisme”.

 

Naar aanleiding van het jaarcongres Recreatie en Toerisme - Beleving, in Marketing en Management Nieuws voor Cultuur en Vrijetijd, nummer 1, 2003

 

 


De hoofdfuncties van en expositieruimten in het centrum zijn:

·         “Het leven van Vermeer”;

·         “De werken van Vermeer”, gecombineerd met “World Wide Vermeer;

·         “Vermeers’ schildertechniek”;

·         “Tijdgenoten van Vermeer”;

·         “De stad van Vermeer”.

 

Tevens zal het centrum een aantal ondersteunende functies bieden, te weten:

·         een winkel;

·         het TIP: balie voor uitoefening van de gastheerschapfunctie, informatieverstrekking. Ook zal hier de kaartverkoop voor entree van de hoofdfuncties van het Vermeer bezoekerscentrum plaatsvinden;

·         entree en facilitaire voorzieningen (kantoor, opslag, toiletten, garderobe, et cetera).

 

Om de belevingswaarde van het bezoek aan de binnenstad te vergroten, is het gewenst zoveel mogelijk dwarsverbanden te leggen tussen het gepresenteerde in het bezoekerscentrum en het straatbeeld daarbuiten.

 

Gegeven het karakter van het centrum gaat het vooral om een brede publieksvoorziening. Het is niet de bedoeling het centrum sec als museum of attractie te positioneren, maar als centraal punt van het bezoek aan Delft.

 

Concreet dient er in het bezoekerscentrum, geďntegreerd in de bezoekersformule, een permanente expositie te zien zijn. Dit deel van het centrum zal een aantal ruimten bevatten dat elk eigen hoofdfunctie en invalshoek heeft (weergegeven in figuur 3.1 en 3.2). Om voor de drie doelgroepen, beschreven in hoofdstuk 3.4, een passend aanbod te bieden, dienen deze ruimten op diverse wijzen de inhoud weer te geven: zowel aan de hand van moderne en spectaculaire technieken (audiovisuele middelen, “real-time” verbindingen, touch screens e.d.), maar ook aan de hand van reproducties, projecties, tentoonstellen van “artefacts”,

et cetera.

 

3.6.1          Invalshoeken binnen het concept

De expositieruimten met ieder een eigen invalshoek worden beschreven in onderstaande subhoofdstukken. Figuur 3.2 geeft de invalshoeken weer die zijn besproken en getoetst tijdens de consultaties. Zij komen allen terug binnen het concept “Beleef Vermeer in Delft”.

“World Wide Vermeer” zal hierbij geen aparte ruimte vullen maar onderdeel uitmaken van “De Werken van Vermeer”, hetgeen als invalshoek interessanter is. Aangezien de werken van Vermeer grotendeels in het buitenland te vinden zijn, is de combinatie van beide invalshoeken logisch en als combinatie het meest interessant.

 

“Vermeer nu” komt aan bod in de binnenstad, waarbij door onder meer particulier initiatief en diverse projecten de Vermeer-thematiek opgepakt en gemanifesteerd wordt

(hoofdstuk 3.7).

 


Figuur 3.2 Invalshoeken concept

 

 

Ovaal: Het leven van
Vermeer
Ovaal: De werken van
Vermeer
 

 


Ovaal: Vermeer nu
                                                                           

Ovaal: “Beleef Vermeer in Delft”
Ovaal: Vermeers’ schilder techniek

 


                  

Ovaal: World Wide Vermeer
Ovaal: De stad van Vermeer
Ovaal: Tijdgenoten van
Vermeer

 

 

 

 

 

 

 


3.6.2          Ruimte “Het leven van Vermeer”

Deze ruimte geeft de levensloop van Vermeer weer. Wie was Vermeer? Wat bewoog Vermeer te gaan schilderen? Met wie ging Vermeer om?

 

3.6.3          Ruimte “De werken van Vermeer”

In de afgelopen eeuwen zijn de 32 overgebleven werken van Vermeer langs allerlei omzwervingen beland bij eigenaren verspreid over negen landen. De dichtstbijzijnde werken zijn te vinden in het Mauritshuis te Den Haag en het Rijksmuseum, Amsterdam.

 

De kostbaarheid van de werken en het feit dat slechts een aantal werken, allen van uitzonderlijke kwaliteit, is overgebleven, maakt het niet haalbaar om echte werken van Vermeer naar Delft te krijgen. In deze ruimte dient dus creatief omgegaan te worden om de werken en hun kwaliteit door de bezoeker te laten ervaren.

 

Mogelijkheden hiervoor zijn het gebruik van reproducties (bijvoorbeeld aan de hand van een siliconentechniek die de oppervlaktestructuur van de werken in een derde dimensie nabootst), stap-voor-stap voorbeelden van de werken van Vermeer[6] zodat duidelijk wordt hoe Vermeer zijn techniek toepaste om tot zijn eindresultaat te komen, projecties van werken en het tonen van meestervervalsingen, zoals door de schilder Han van Meegeren gemaakt werden.

 


Tevens wordt aandacht geschonken aan de locaties waar de echte Vermeers te bewonderen zijn. Een koppeling met musea die wel werken van Vermeer bezitten door gebruik van een “real-time” verbinding kan de bezoeker in staat stellen tijdens zijn bezoek aan Delft toch een echte Vermeer te bewonderen (hierbij wordt de invalshoek “World Wide Vermeer” onderdeel van het concept).

 

Ook het tentoonstellen van “artefacts”, voorwerpen die in de werken van Vermeer terugkomen, vergroot de belevingswaarde van de bezoeker. De bezoeker ziet bij zijn bezoek in de 21e eeuw wat Vermeer zag en schilderde in de 17e eeuw. Deze “artefacts” zullen door het Vermeer bezoekerscentrum verkregen/aangekocht moeten worden.

 

3.6.4          Ruimte “Vermeers’ schildertechniek”

Deze ruimte, die de gereconstrueerde werkkamer van Vermeer bevat, behandelt het unieke aan (de werken van) Vermeer: zijn schildertechniek. Hierbij wordt ingegaan op het gebruik van optische instrumenten door Vermeer, zoals de camera obscura. Door ook de bezoeker deze instrumenten te laten gebruiken wordt ook hier de mogelijkheid geboden te ervaren wat Vermeer ervoer tijdens zijn werk, zo’n 350 jaar geleden.

 

Naast het gebruik van optische instrumenten wordt Vermeers “glacis”-techniek belicht. Deze techniek beheerste Vermeer als de beste, hetgeen Vermeers schilderijen een uitzonderlijke kwaliteit geven, zowel toen als heden ten dage.

 

Door de reconstructie van Vermeer’s werkkamer, bevindt de bezoeker zich in eenzelfde setting als Vermeer. Er worden diverse “artefacts” tentoongesteld, schilderdoeken en middelen die Vermeer gebruikte bij zijn werk, zoals lijnolie en pigmentpoeders, geven de werkelijke beleving van de ruimte van Vermeer weer. De bezoeker ziet en ervaart hier zoals Vermeer en waant zich in de 17e eeuw.

 

3.6.5          Ruimte “De stad van Vermeer”

Hoe zag Delft eruit ten tijde van Vermeer? Welke locaties zijn relevant in relatie tot Vermeer, zijn tijdgenoten of breder, de 17e eeuw? Deze vragen worden behandeld in deze ruimte.

 

Het geboortehuis van Vermeer, de huizen waarin hij gewoond heeft, en de locatie waar hij “Gezicht op Delft” schilderde, komen allen aan de orde. Maar ook Fabritius’[7] schilderlocatie van “Gezicht in Delft” wordt hier behandeld. Aan de hand van een (audiovisuele) “vlucht” over en door Delft in de 17e eeuw worden relevante locaties toegelicht. Dit deel zal zich vooral richten op doelgroepen 2 en 3.

 

3.6.6          Ruimte “Tijdgenoten van Vermeer”

Dit deel zal aandacht schenken aan de tijdgenoten van Vermeer. De Gouden Eeuw heeft vele grootse schilders voortgebracht. Welke relatie had Vermeer met zijn tijdgenoten? Welke schilders waren tevens lid van het St. Lucas Gilde, waar Vermeer tot een van de hoofdmannen verkozen werd?

 

Een link met Museum Het Prinsenhof is hier logisch, aangezien Het Prinsenhof beschikt over werken van Vermeers’ tijdgenoten. Deze ruimte belicht “het verhaal” achter het St. Lucas Gilde en de markante schilders die lid van dit gilde waren. Voor het bezichtigen van de werken tijdgenoten van Vermeer dient de bezoeker tijdens zijn wandeling door de stad dan ook een bezoek aan Museum Het Prinsenhof te brengen. Deze ruimte is vooral gericht op bezoekers die “meer” willen dan Vermeer en geďnteresseerd zijn in de Delftse School. Het richt zich vooral op doelgroep 1 en 2.

 

 

3.7     “De stad van Vermeer”: Vermeerlocaties in de Delftse binnenstad

 

 

Urban Historic Leisure Areas

 

Stedelijke ruimtes met een écht authentiek decor waarbij beleving hoog in het vaandel staat. Dat blijkt het credo voor de toekomst. Podia waarop zich eveneens het alledaagse leven afspeelt. Niet gekunsteld dus. Steden met een concentratie van bijzondere plekken, emotionele centra, gaan het winnen. Steden met ruimtes om bij stil te staan of naar binnen te gaan, zullen in de nabije toekomst vele toeristen aantrekken. Als men daarvoor tenminste kiest.

 

De Toeristische Stad, Toerisme voor een complete stad, TRN, 1999

 

 

 

De Delftse binnenstad biedt vele aanknopingspunten en heeft veel belevingswaarde. Aan veel locaties en gebouwen zit een verhaal vast, veelal in relatie tot Vermeer, zijn tijdgenoten of breder, de 17e eeuw.

 

Op verschillende manieren wordt Vermeer in de binnenstad gemanifesteerd, worden relevante locaties gemarkeerd, et cetera. Hierbij fungeert Vermeer als gids voor het Delft uit de 17e eeuw en voor een bezoek anno nu. Een bezoek aan de stad wordt een reis terug in de tijd. De historische binnenstad wordt in perspectief geplaatst en doet het verleden

herleven.

 

3.7.1 Wandelroute(s) door de (binnen)stad

De locaties in de stad worden aaneengeschakeld door (bestaande) wandelroutes en/ of audiotours die in het bezoekerscentrum verkrijgbaar zijn. Relevante locaties uit Vermeers leven, zijn tijd en tijdgenoten, zijn onderdeel van de routes. Door het leiden van bezoekers aan de hand van deze routes kunnen bezoekersstromen gestuurd worden: “visitor management”. Maar ook de dwalende toerist die niet de Vermeerroute loopt, komt door de gemarkeerde locaties in aanraking met Vermeer en het verhaal van Delft in de 17e eeuw.

 

3.7.2. Markering relevante locaties in de stad

Markering van de relevante locaties dient op een eenduidige wijze plaats te vinden. Te denken valt aan informatieborden op de locaties (met afbeelding van (een deel van) het werk van Vermeer zodat de bezoeker “toen en nu” kan zien en beleven) en/ of informatiezuilen die idealiter interactief zijn. Ook hier geldt dat edutainment, een combinatie van informatief en onderhoudend, belangrijk is.


Figuur 3.4 Gezicht op Delft anno 1660 en 2003

 


 

Beleving Gezicht op Delft door Vermeer,

omstreeks 1660

 

Beleving Gezicht op Delft anno 2003, onderdeel

van de Vermeerroutes door Delft

 

3.7.3 “Vermeer nu”

Naast “De stad van Vermeer” komt hier tevens de invalshoek ”Vermeer nu” aan de orde. Als één van de ontwikkelingsvoorwaarden voor het slagen van het concept geldt het stimuleren van particulier initiatief gericht op het uitnutten van de Vermeer-thematiek. Detailhandel, horeca en overig bedrijfsleven wordt aangespoord het Vermeer-thema te omarmen en te integreren in haar activiteiten. Tot de mogelijkheden behoren:

 

·         arrangementen door/ in samenwerking met de horeca en reisindustrie in Delft. Te denken valt aan:

         “Vermeerarrangement” inclusief bezoek aan Vermeer bezoekerscentrum, de

Delftse binnenstad en overnachting in Delft;

         “Schilderarrangement”;

·         arrangementen in samenwerking met het Mauritshuis en het Rijksmuseum of combinaties met onder meer Leiden, thuisbasis van het Rembrandtjaar in 2006.

 

De promotie van deze en andere arrangementen kan in samenwerking met kunstmagazines, toeristische magazines en bladen, kunstgaleries, et cetera opgepakt worden. Maar ook tot de mogelijkheden binnen “Vermeer nu” behoren:

·         sponsoringsamenwerking met bedrijfsleven uit Delft of daarbuiten (te denken valt aan hoofd- en subsponsorcontracten waarbij bedrijven zich kunnen affiliëren met “Beleef Vermeer in Delft”);

·         schoolprojecten in het kader van Vermeer, zijn tijdgenoten, Delft ten tijde van Vermeer;

·         lezingen rondom Vermeer en De Delftse School;

·         et cetera.

 


3.8          Stadspromotie

Vermeer als merkidentiteit en kwaliteitslabel, gekoppeld aan Delft. Delft als cultuurtoeristische A-bestemming, met naast Vermeer het Delfts Blauw. Binnen de stadspromotie dienen deze A-merken het middel te worden om de bezoeker naar de stad te krijgen en daar zo lang mogelijk te houden.

 

Met het beschreven concept “Beleef Vermeer in Delft” wordt geadviseerd de toeristische promotie van Delft op de omschreven leest te schoeien. Delft kan en moet zich duidelijk positioneren als de stad die, aan de hand van Vermeer, beleefd kan worden.

 

Gericht op de binnenlandse markt is Delft zonder meer zelfstandig te profileren. Enerzijds door de trekkracht van Vermeer, anderzijds door de kwaliteit van de binnenstad. Ook ontwikkeling en promotie van de combinatie van Delft als de Vermeerstad en Den Haag en Amsterdam als de steden waar zijn werken op het doek te bewonderen zijn, lijkt potentieel te hebben[8], naast vele andere te ontwikkelen arrangementen. Het marketingsamenwerkingsverband “Het Geheim van Holland” zal voornamelijk effectief zijn op projectmatig vlak, zoals bij speciale evenementen en arrangementen.

 

Een op de binnenlandse markt gerichte marktbewerking resulteert in het volgende model:

 

Figuur 3.5 Binnenlandse marktbewerking

 

 

 

 

 

 


Het Geheim

van Holland

 

 


Vermeer: Delft –

Den Haag - Amsterdam

 

 

 


Stadspromotie met

“Beleef Vermeer in Delft”

 

 

 

 


Gericht op de inkomende toeristische markt zal de combinatie Vermeer en Delft tevens gepromoot moeten worden als “parel” binnen de cultuurtoeristische Holland-promotie van Toerisme Recreatie Nederland[9]. Binnen de stadspromotie worden zowel Vermeer als Delfts Blauw als A-merken gebruikt om de internationale bezoeker naar de stad te trekken. De piramide is hierbij om te draaien, wat resulteert in het model weergegeven in figuur 3.6.

De promotionele activiteiten gericht op bewerking van reisindustrie en pers dienen minimaal een jaar voor opening van het centrum gestart te worden, idealiter twee jaar voor opening. Dit geldt met name voor de reisindustrie in de intercontinentale markten, waar de reisprogramma’s veelal een jaar voordat zij aan consumenten worden aangeboden, ingekocht worden. Voor bewerking van de Europese markten geldt dat promotionele activiteiten het jaar voorafgaand aan de opening van het centrum opgestart dienen te worden. Directe bewerking van consumenten kent een minder lange aanlooptijd.

 

Figuur 3.6 Internationale marktbewerking

 

 


Cultuurtoeristische Holland-promotie

 

 


Het Geheim van Holland

 

 


Vermeer: Delft –

Den Haag - Amsterdam

 

 


Stadspromotie met

onder meer

“Beleef Vermeer

in Delft”

 

 

 

 

 

 

3.9          Ruimtelijk Programma van Eisen Vermeer bezoekerscentrum

Het accommoderen van 100.000 tot 125.000 betalende bezoekers aan het centrum vereist een groot vloeroppervlakte, vooral omdat toeristenstromen sterk onderhevig zijn aan piek- en dalperioden. Dagen die vallen in het weekeinde en in de vakantieperioden zullen grote pieken in het bezoek laten zien, met een nadruk op de maanden juni t/m augustus. Echter, dagen buiten deze piekperioden, vooral doordeweeks in de winterperioden, zullen rustig(er) zijn.

 

Het ruimtelijk programma en daarmee de gewenste/noodzakelijke oppervlaktemaat voor het Vermeer bezoekerscentrum is vanzelfsprekend van groot belang voor de accommodatiekeuze, wat in hoofdstuk 4 behandeld wordt.

 

Het programma van eisen is gespecificeerd in tabel 3.3.


Tabel 3.3 Programma van eisen

 

 

Hoofdfuncties Vermeer bezoekerscentrum:                                                                                    450 – 600 m˛

 

·          Ruimte “Het leven van Vermeer”

·          Ruimte “De werken van Vermeer”/”World Wide Vermeer”

·          Ruimte “Vermeers’ schildertechniek”

·          Ruimte “Tijdgenoten van Vermeer”

·          Ruimte “De stad van Vermeer”

 

Ondersteunende functies Vermeer bezoekerscentrum:                                                              125 – 175

 

·          TIP (balie voor uitoefening gastheerschap, informatieverstrekking en kaartverkoop)

·          Winkel

·          Facilitaire ruimten (waaronder kantoor en opslag, toiletten)+entree

 

Totaal                                                                                                        575 – 775 m˛

                                                                                                                 

 

 

Rekening houdend met ontwerp- en indelingsvariabelen is een accommodatie nodig met een bruto vloeroppervlakte van minimaal 550 m˛.


4.       Locatiekeuze voor het Vermeer bezoekerscentrum

 

 

4.1     Het belang van een juiste locatie

Samen met de kwaliteit van de totale Vermeer-formule is de vestiginglocatie van het centrum mede bepalend voor het succes. De locatie is van grote invloed op het marktbereik van het Vermeer bezoekerscentrum. Situering binnen één van de toeristische kerngebieden is daarom een voorwaarde voor het slagen van het project; idealiter bevindt het centrum zich aan of in de directe nabijheid van een toeristische hoofdstroom.

 

Bezoekers aan Delft benaderen op uiteenlopende manieren de binnenstad; het percentage dat met de auto komt ligt hoog met 47%. Dit bezoek komt echter verspreid de stad binnen, in verband met de diverse parkeervoorzieningen rondom de toeristische kerngebieden. Als “beginpunt” van een bezoek aan Delft is dan ook het gebied rondom de markt primair aan te wijzen. De locatie van het Vermeer bezoekerscentrum bevindt zich dan ook idealiter in een zichtlocatie vanaf de markt. Daarbij heeft de Gemeente Delft de wens uitgesproken het Vermeer bezoekerscentrum te vestigen in de Noordelijke binnenstad, wat zorgt voor spreiding van de bezoekersconcentraties (zie paragraaf 4.2, Huidige bezoekersstromen in Delft).

 

 

4.2     Huidige bezoekersstromen in Delft

De bezoekersstromen in de binnenstad van Delft beperken zich tot een aantal locaties en zijn te verdelen in:

·         toeristische bezoekersstromen in een aantal kerngebieden;

·         bezoekersstromen in de winkelstraten, met pieken op vooral de zaterdagen.

 

Toeristische kerngebieden:

1         Gebied rondom de Markt: Nieuwe Kerk, Stadhuis, voorheen VVV-kantoor, horeca en detailhandel. Bezoekers: toeristen; winkel- en horecabezoek.

2         Gebied rondom Oude Delft: Aanwezigheid relevante bedrijven/gebouwen: Museum Het Prinsenhof, Lambert van Meerten, Oude Kerk, detailhandel. Bezoekers: vooral toeristen.

3         Gebied De Stede en In de Veste: horeca en detailhandel. Bezoekers: vooral winkel- en horecabezoek. In mindere mate toeristen.

 

Naast de kerngebieden voor toeristen vinden we de grootste bezoekersstromen in de winkelstraten in kerngebied 3, De Stede en In de Veste (uit gegevens van Het Ruimtelijk Economisch Onderzoek Zuidelijke Binnenstad (1990), gemeten op zaterdagen). Het gaat hier vooral om winkelpubliek in de straten:

 

A.      Brabantse Turfmarkt: gemiddeld aantal voetgangers 5.000 per uur, gemeten op zaterdagen (1990; aantallen in 2003 zijn hoger maar niet bekend).

B.      Paradijspoort: gemiddeld aantal voetgangers 3.300 per uur, idem.


Op kaart 4.1 zijn de toeristische kerngebieden en bezoekersstromen in de binnenstad van Delft aangegeven. Tevens zijn de grotere parkeergebieden aangegeven (P) en is het gedeelte “Noordelijke binnenstad” gemarkeerd.

 

Kaart 4.1 Bezoekersstromen Delft

Ovaal: P
 


Ovaal: AOvaal: 3
Ovaal: PTekstvak: Noordelijke
binnenstad
Ovaal: POvaal: POvaal: 2Ovaal: BOvaal: 1

 

 

De locatie van het Vermeer bezoekerscentrum in of nabij één van de twee toeristische kerngebieden, te weten “Gebied rondom de markt” (1) en “Gebied rondom de Oude Delft” (2), is wenselijk en sterk van invloed op het marktbereik van het bezoekerscentrum.

 

Vanuit de gemeente is de wens geuit het Vermeer bezoekerscentrum te situeren in het deel “Noordelijke binnenstad”. Bij de locatiebeoordeling in hoofdstuk 4.3 zal de beoordeling mede plaatsvinden op basis van de criteria “situering in toeristisch kerngebied”, “situering aan toeristenstroom” en “situering in Noordelijke binnenstad”.

 

 


4.3     Locatiebeoordeling

Gezien het verwachte bezoekersaantal oplopend tot 125.000 betalende bezoekers per jaar (inclusief het TIP en de winkel nog aanzienlijk hoger), moet bij de locatie- en accommodatiekeuze rekening gehouden worden met:

·         een beschikbaar vloeroppervlakte van minimaal 550 m˛;

·         locatie in een toeristisch kerngebied (gebied 1 of 2), bij voorkeur gelegen aan een toeristische loopstroom; idealiter een zichtlocatie vanaf de Markt;

·         de beschikbaarheid, evenals idealiter;

·         een gebouw dat qua monumentaliteit en situering dateert uit, dan wel appelleert aan, Vermeer of de periode van Vermeer in Delft. Dit is een “vereiste” gegeven het feit dat het centrum geen werken van Vermeer zal tentoonstellen;

·         bereikbaarheid voor touringcars en nabijheid van parkeervoorziening voor auto’s;

·         de wens vanuit de Gemeente Delft voor vestiging aan het Vermeer bezoekerscentrum in de Noordelijke binnenstad.

 

Bovenstaande eisen en wensen leiden tot een beoordeling op basis van de volgende zes factoren:

1.       locatiefactoren;

2.       pandfactoren;

3.       infrastructuurfactoren;

4.       financiële factoren;

5.       beschikbaarheid;

6.       relevantie tot Vermeer.

 

Veel locaties in de Delftse binnenstad kunnen bij de keuze in overweging genomen worden. De beschikbare mogelijkheden zijn echter leidend, niet het theoretische programma van eisen. Er dienen afwegingen gemaakt te worden. Niet altijd zal een objectieve beoordeling doorslaggevend zijn; er moet een vergelijkende weging worden gemaakt ten opzichte van alternatieven.

 

Locaties die in de beoordelingsronde zijn meegenomen, zijn onder meer:

·         Voldersgracht, locatie Johannes Vermeerschool, voormalige locatie St. Lucas Gilde;

·         Locatie Koepoort, in combinatie met de geplande parkeergarage;

·         Pand “De Gouden Arck”, Beestenmarkt;

·         evenals divers locaties die momenteel in gebruik zijn van detailhandel en verenigingen.

 

Tevens is de mogelijkheid voor de herbouw van de herberg Mechelen op zijn oude locatie, in de Oudemanhuissteeg en aan de Markt, onderzocht.

 

Een aantal locaties is, in verband met de onduidelijkheid van plannen met betrekking tot de bestemming, niet als concrete optie in de beoordeling meegenomen. Hiertoe behoren

ondermeer:

·         Armamentarium: hier is momenteel het Legermuseum gehuisvest. Mogelijke locatie voor het Delft Aardewerk Centrum; over de toekomst van het Legermuseum is echter nog geen zekerheid;

·         Oude Defensie Gebouwen (Paardenmarkt): tevens in gebruik van Legermuseum voor opslag en restauratie; idem.

 

Zodra over de plannen ten aanzien van deze locaties meer duidelijkheid is kunnen zij tevens als vestigingslocatie voor het Vermeer bezoekerscentrum overwogen worden. Op basis van de tot nu toe beschikbare gegevens is dat momenteel echter niet mogelijk.

 

 

4.4     Locatiekeuze

Vooral bij de pandfactoren scoren veel locaties negatief; zij kunnen qua minimaal beschikbaar vloeroppervlakte niet aan de “eisen” voldoen. Ook bij locatiefactoren zoals “situering in een toeristisch kerngebied” scoort een groot aantal locaties dat qua grootte wel aan de “eisen” voldoet, negatief. De herbouw van herberg Mechelen in de Oudemanhuissteeg en aan de markt is tevens geen reële optie. Het heeft een versmalling van de Oudemanhuissteeg tot gevolg wat onder meer problemen geeft voor de bezoekersdoorstroming en de verbinding van de Markt met de noordelijke binnenstad.

 

Na beoordeling blijkt de nieuwbouw, gepland op de huidige locatie van de Johannes Vermeerschool (Voldersgracht), de meest reële en geschikte locatie (zie tabel 4.1).

 

Naast de positieve beoordeling op de locatie-, beschikbaarheid- en infrastructuurfactoren, heeft de locatie relevantie tot Vermeer: ten tijde van Vermeer was het St. Lucas Gildehuis, het gilde waartoe Vermeer behoorde, op deze locatie gehuisvest. De aannemer betrokken bij de nieuwbouw zal de gevel van St. Lucas Gildehuis reconstrueren, wat de belevingswaarde voor de bezoeker vergroot. Bijkomend voordeel is dat, omdat het geplande pand op de locatie van het St. Lucas Gildehuis nog in de ontwerpfase zit, ook ten aanzien van ontwerp en indeling rekening gehouden kan worden met de functie als Vermeer bezoekerscentrum in haar rol als het centrale toeristenpunt van de stad.

 

Qua grootte voldoet de locatie aan de Voldersgracht net aan het minimaal noodzakelijke m˛, alhoewel een groter oppervlakte de mogelijkheden voor het neerzetten van de “expositie” of “attractie” vergroot. Inmiddels heeft de gemeente Delft een optie tot huur van het te realiseren pand aan de Voldersgracht.

 

In het relatieschema en de financiële doorrekening in het businessplan zal dan ook worden uitgegaan van het beschikbare aantal m˛ in de nieuwbouwlocatie aan de Voldersgracht (565 m˛).

 

De beoordeling van de nieuwbouwlocatie Johannes Vermeerschool/ St. Lucas Gildehuis is weergegeven in tabel 4.1.

 


Tabel 4.1 Beoordeling nieuwbouwlocatie Johannes Vermeerschool/ St. Lucas Gildehuis

 

Factoren

Nieuwbouwlocatie Johannes Vermeerschool/St. Lucas Gildehuis

Locatiefactoren:

 

Situering aan toeristenstroom

++

Toeristisch knooppunt

++

Nabijheid andere attracties

++

Situering in toeristisch kerngebied

++

Situering in Noordelijke binnenstad

++

Zichtlocatie

++

Pandfactoren:

 

Grootte (m2)

565 m˛

Etalagefunctie

++

Uitstraling

+ (+)

Nieuwbouw; gevel voormalige pand St. Lucas Gilde wordt gereconstrueerd

Zichtbaarheid

++

Flexibiliteit

++

Indeelbaarheid

++

Herkenbaarheid

++

Infrastructuurfactoren:

 

Bereikbaarheid touringcars

++ (nabij, uitstap aan de rand van de Markt)

Parkeren touringcars

+ (nabij)

Bereikbaarheid auto’s

+ (nabij)

Parkeren auto’s

+ (nabij)

Bereikbaarheid openbaar vervoer

+

Financiële factoren:

 

Verwervingskosten

Omstreeks 1,5 miljoen

Verbouwingskosten

n.v.t.

Huurprijsniveau

De in dit rapport gehanteerde huurprijs bedraagt 200 per m˛

Bijkomende investeringen

Inrichtingsinvesteringen en post onvoorzien

Beschikbaarheid:

 

Verkrijgbaar per

Oplevering verwacht halverwege 2005

Eigendomssituatie

Aannemer Van Oosten en De Vette

Ontwikkelingstermijn

2005

Relevantie: link met Vermeer