DELFTSE INCUBATOR
PARTIJEN:
1.
De Gemeente Delft,
gevestigd te Delft, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door
haar burgemeester op grond van artikel 171 Gemeentewet de heer mr. drs. G.A.A. Verkerk, hierna te noemen
'de gemeente Delft’,
2.
TU Delft,
gevestigd te Delft, ingevolge artikel 9.2 lid 3 van de Wet op het hoger
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek vertegenwoordigd door de heer ir. G.J.
van Luijk, voorzitter van het College van Bestuur van de Technische
Universiteit Delft, hierna te noemen: ‘TU Delft,
OVERWEGENDE:
dat
Partijen hebben uitgesproken dat zij het belangrijk vinden om samen te werken
aan het versterken van de kenniseconomie en het stimuleren van het
ondernemerschap in de regio Delft, een kostenvoordeel te halen uit het delen
van faciliteiten, het gemakkelijker openstellen van faciliteiten en netwerken
van beide Partijen voor technostarters en kruisbestuiving plaats te laten
vinden tussen ondernemers in een long time-to-market en een short
time-to-market formule;
dat Partijen de intentie hebben
uitgesproken om niet alleen met elkaar maar ook in groter verband met andere
(Delftse) partijen samen te werken aan het versterken van de kenniseconomie en het stimuleren van het
ondernemerschap in de regio Delft onder andere door middel van YES!Delft en
Kennissociëteit het Meisjeshuis;
dat Partijen de intentie hebben
uitgesproken om samen te werken met de gemeente Rotterdam, op nog nader in te
vullen wijze;
dat Partijen de intentie hebben
uitgesproken om samen te werken met het Ministerie van Economische Zaken
toegespitst op de pilot ‘KansenZone’ en de drempelverlagende rol van de
formulemanager;
dat
Partijen de intentie hebben uitgesproken om gezamenlijk een Incubator op te
zetten in één gebouw en hiervoor een stichting op te richten;
dat Partijen erkennen dat er twee formules
voor technostarters aangeboden worden, te weten ’long time to market’ en ‘short
time to market’. Beide trajecten kennen andere, elkaar aanvullende vormen van
coaching en begeleiding;
dat Partijen de intentie hebben de
geselecteerde technostarters van beide trajecten gelijk te behandelen in de
Incubator: enerzijds met betrekking tot huur en andere kosten en anderzijds met
betrekking tot de te leveren ondersteuning onder andere vanuit het Innovation
Lab (bijv. research faciliteiten en beschikbaar stellen van expertise) en
bestaande faciliteiten van de Gemeente Delft;
dat Partijen de intentie hebben om hun
onderlinge samenwerking zodanig te regelen dat recht wordt gedaan aan de
belangen van Partijen en sprake is van gelijkwaardigheid in de participatie.
KOMEN ALS VOLGT OVEREEN:
1.
Missie, gebied en doel van de samenwerking
1.1 Partijen verstaan onder de missie van de samenwerking:
Het versterken van de
kenniseconomie en het stimuleren van ondernemerschap in de Delftse regio door
het optimaal faciliteren van technostarters.
1.2
Partijen werken samen op specifieke
gebieden:
·
Het aanbieden van adequate huisvesting binnen een professionele
kantooromgeving (huurdeel);
·
Het aanbieden van adequate inhoudelijke ondersteuning op relevante
gebieden, zoals juridisch (bescherming rechten), financieel, marketing &
communicatie, verkoop, coaching en partnering (het bij elkaar brengen van
mogelijke businesspartners);
·
Het aanbieden van de faciliteiten van de Gemeente Delft en de
onderzoeks- en onderwijsfaciliteiten van de TU Delft;
·
Het aanbieden van de netwerken waarover de Gemeente Delft en de TU Delft
beschikken en deze ten dienste te stellen aan de technostarter.
1.3 Partijen
zien als doel van de samenwerking:
Meer technostarters en succesvollere technostarters in de komende drie jaar.
1.4
Feitelijke resultaat van de
samenwerking:
Er zal een gebouw worden ingericht waarin de
gezamenlijke incubator met beide formules aanwezig is. Hier zullen de
kennisintensieve starters een werkplek krijgen en de bussinessclub YESDelft!
gehuisvest zijn. Er worden formulemanagers aangenomen die de starters advies en
begeleiding geven en het long time to market traject en het short time to
market traject vorm geven. Voor het beheer van de ruimte en de concepten wordt
een stichting opgericht met eigen personeel. Dit wordt uiterlijk voor september
2005 gedaan. Tot die tijd zullen beide Partijen werken aan de verdere
concretisering van de plannen en diepgaandere afspraken maken voor de
samenwerking. Dit in goed overleg en op basis van gelijkwaardige inbreng en
inzet.
2. Organisatie
Ten behoeve van de organisatie wordt een orgaan ingesteld: de stichting
Delftse Incubator. Deze stichting wordt opgericht door de Partijen gezamenlijk.
De stichting heeft ten doel het beheren en aansturen van de Incubator. De
stichting bestaat uit een stichtingsbestuur ondersteund door een operationeel
team. In het stichtingsbestuur zullen zitting nemen de wethouder
kenniseconomie, de programmahouder kennisvalorisatie van de TU Delft en een
gevestigd ondernemer. Het operationeel team houdt zich bezig met de dagelijkse
aansturing van de organisatie en wordt gevormd door de verantwoordelijke
ambtenaar van de Gemeente Delft, een vertegenwoordiger van de TU Delft en een
vertegenwoordiger van de huurdervereniging van de Incubator.
Figuur 1. Plaats van de Incubator binnen de organisatie.
3. Begripsbepaling
Formulemanager:
de persoon die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de ondersteuning aan
de technostarters en voor de dagelijkse gang van zaken in de Incubator. Bovendien
is de Formulemanager het aanspreekpunt voor de leden van de Vereniging en
anderen die geïnteresseerd zijn in het starten van een eigen bedrijf.
Businessmanager:
de persoon die verantwoordelijk is voor de branding en sponsoring van het
YES!Delft-concept. Daarnaast is hij verantwoordelijk voor de kwaliteit van de
dienstverlening in de Incubator en legt hierover verantwoording af aan beide
Partijen. Tevens speelt de Businessmanager een belangrijke rol in het verhogen
van de Awareness ten aanzien van technostarten in de regio Delft en de regio
Rotterdam.
Awareness:
bij studenten en alumni zorgen voor bewustwording ten aanzien van
ondernemerschap zodat zij op basis hiervan een bewuste keuze kunnen maken
tussen werken in loondienst en het opstarten van een eigen bedrijf. Daarnaast
proberen middels opsporen, ondersteunen en stimuleren van (pre-)starters het
aantal (succesvolle) startende ondernemingen in de regio te vergroten.
Pre-starters zijn mensen die met een idee rondlopen, maar nog geen concreet
businessplan hebben opgesteld.
4. Planning van de financiën
4.1
Partijen hebben de intentie om individueel minimaal EUR 450.000
(zegge:
vierhonderd-en-vijftigduizend
euro) over een periode van 3 jaar in te brengen in het project. Dat komt neer
op minimaal EUR 150.000 (zegge: honderd-en-vijftigduizend euro) per Partij per
jaar;
4.2
Partijen spreken af dat de in artikel 4.1 bedoelde financiën pas
ingebracht worden vanaf het moment dat de stichting notarieel is opgericht. De
kosten die in de periode voorafgaande aan de oprichting van de stichting worden
gemaakt en waarmee Partijen vooraf hebben ingestemd, worden in goed overleg verdeeld
al naar gelang de aard van de situatie;
4.1
4.3
Partijen hebben de intentie geuit
actief te zoeken naar additionele inkomsten in de vorm van sponsorcontracten;
4.4
Het financiële risico voor de
Partijen kan niet meer bedragen dan het bedrag dat in deze intentieovereenkomst
door de Partijen overeen is gekomen;
4.5 Financiële informatie in jaarplan en
jaarverslag van de nog op te richten stichting zal
moeten passen binnen de voor
Partijen geldende voorwaarden en is onderworpen aan de daarvoor geldende
richtlijnen.
5.
Geheimhouding
Partijen verklaren hierbij kennis en
informatie welke zij in het kader van deze Intentieverklaring van elkaar
ontvangen als strikt vertrouwelijk te behandelen, indien deze geheimhouding ook
is aangegeven door de verstrekkende Partij, en niet aan derden bekend te maken.
Zij verklaren voorts zulke kennis en informatie alleen aan die medewerkers te
verstrekken die betrokken zijn bij de uitvoering van deze Intentieverklaring en
uit hoofde daarvan die Kennis en Informatie dienen te kennen, waarbij de
ontvangende Partij er zorg voor zal dragen dat die medewerkers gebonden zijn
tot geheimhouding als in dit artikel bepaald. De door Partijen uitgewisselde
vertrouwelijke kennis en informatie zullen, behoudens voor zover in deze
Intentieverklaring anders bepaald, door de ontvangende Partij alleen ten
behoeve van en conform de bepalingen van deze Intentieverklaring worden
gebruikt tenzij op basis van wettelijke verplichting of rechterlijke uitspraak
Partijen verplicht zijn gegevens openbaar te maken.
6.
Externe publiciteit
Partijen treden ten aanzien van de
werkzaamheden in het kader van deze Intentieverklaring zoveel mogelijk
gezamenlijk in de publiciteit. Indien één van de Partijen in de publiciteit wil
treden zonder de andere Partij, moet het operationeel team vooraf in kennis worden gesteld.
7.
Tijdsduur en beëindiging
7.1
Partijen hebben de intentie om vanaf 1 april 2005 een samenwerking
aan te gaan voor 3 jaar, eindigend van
rechtswege op 1 april 2008. Halverwege -in juli 2006- zal een procesevaluatie
plaatsvinden. Aan de hand van deze evaluatie zal worden gekeken of de
samenwerking voortgezet zal worden. Evaluatiecriteria zullen nog nader
uitgewerkt worden ten tijde van de voorbereiding
van de oprichting van de stichting en het opstellen van het businessplan.
7.2
Partijen kunnen tot 1
april 2005 uit het beoogde samenwerkingsverband treden zonder dat daaraan
consequenties, anders dan bedoeld in artikel 4.2, zijn verbonden.
7.3 De beoogde output (de doelen) van de Incubator
zal worden vastgelegd in een businessplan. In juli 2006 zal de voortgang
gespiegeld worden aan dit businessplan (monitoring).
7.4 Deze
overeenkomst kan door middel van schriftelijke opzegging door de meest gerede
partij worden beëindigd op grond van onvoorziene omstandigheden uit hoofde
waarvan ongewijzigde voortzetting van deze overeenkomst in redelijkheid niet
kan worden verlangd en over de wijziging geen overeenstemming tussen partijen
op minnelijke wijze kan worden bereikt.
8.
Aansprakelijkheid
8.1 Partijen zullen elkaar niet aansprakelijk
stellen voor schade van welke aard dan ook die voortvloeit uit de uitvoering
van deze Intentieverklaring, tenzij er sprake is van opzet, grove schuld dan
wel grove nalatigheid bij de schade veroorzakende partij.
8.2 Partijen dragen bij de (tussentijdse) beëindiging van de onderhavige
overeenkomst ieder de eigen kosten zoals bedoeld in artikel 4.2 en zullen
elkaar niet aanspreken uit welke hoofde dan ook.
9.
Geschillen
9.1 Geschillen
tussen Partijen over de uitvoering van deze Intentieovereenkomst worden in
eerste instantie voorgelegd aan de beide bestuurlijke colleges van de Partijen.
9.2 Indien
het onder 9.1 geregelde niet tot de gewenste geschilbeslechting leidt of de
aard en omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven, staat het
Partijen vrij het geschil aan de daartoe bevoegde rechter ter beslechting voor
te leggen.
9.3 Op deze overeenkomst is
Nederlands recht van toepassing.
10.
Slotbepalingen
10.1 Voor september 2005 zullen in gezamenlijkheid
van bijdrage en inzet nog nader uitgewerkt worden stukken en afspraken
betreffende in ieder geval de:
·
Oprichten stichting;
·
Naam incubator en beide trajecten;
·
Opstellen toegangscriteria instroom
incubator;
·
Businessplan met output voor de
Incubator;
·
Personele bezetting;
·
Financiële verantwoordingsstructuur;
·
Definitieve vaststelling geldelijke
inbreng beide Partijen;
·
Criteria voor de procesevaluatie.
10.2
Op het moment dat de stichting is opgericht en over
de hierboven bedoelde bijhorende stukken overeenstemming is bereikt , treden
deze stukken in de plaats van het daarover in deze overeenkomst bepaalde.
10.3
Deze overeenkomst kan slechts worden gewijzigd
indien Partijen over de inhoud en de wijziging alsmede over de gevolgen van de
wijziging schriftelijk overeenstemming hebben bereikt.
10.4 Indien zich een
onvoorziene omstandigheid voordoet, treden Partijen allereerst in overleg
teneinde te bezien of de overeenkomst op voor een ieder aanvaardbare
voorwaarden kan worden aangepast.
Aldus overeengekomen en in
tweevoud getekend,
Delft, Delft,
2005
2005
Gemeente
Delft, TU
Delft,
de burgemeester, de
voorzitter CvB,
…………………………
… ………………………………
De heer mr.
drs. G.A.A. Verkerk De heer ir.
G.J. van Luijk