Op 17 december 1998 heeft de gemeenteraad de
Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Delft 1998 (verder:
warenmarktverordening) vastgesteld. Deze verordening omvat het geheel van
bepalingen welke geldt voor de in Delft op respectievelijk dinsdag,
donderdag en zaterdag gehouden
warenmarkten. Geconstateerd is het door een aantal ontwikkelingen wenselijk is
om de Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Delft 1998 aan te passen.
Deze ontwikkelingen zijn achtereenvolgens:
-
De marktondernemers hebben aangegeven
voorstander te zijn van versoepeling van de huidige regelgeving. In samenwerking met vertegenwoordigers van de
warenmarkten is een lijst met gewenste aanpassingen opgesteld. Doel van de
gewenste aanpassingen is het creëren van meer ruimte voor economische
marktwerking en de ontwikkeling van een “moderne warenmarkt”;
-
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten
(VNG) heeft laatstelijk op 13 oktober 2003 de Modelmarktverordening gewijzigd.
Deze modelverordening wordt door veel (omringende) gemeenten als leidraad
gebruikt. Om te voorkomen dat de in Delft gehanteerde regelgeving in te grote
mate af gaat wijken van de door andere (omringende) gemeenten gehanteerde
regelgeving betreffende warenmarkten is het wenselijk om de
warenmarktverordening, met name wat betreft de opbouw en indeling hiervan, aan
te passen conform deze modelverordening;
-
In het jaar 2004 is het marktplein
heringericht. Hierop aansluitend is ook de indeling van de warenmarkt op
donderdag aangepast. De regelgeving uit 1998 sluit niet goed meer aan op de
nieuwe situatie welke is ontstaan op de warenmarkt;
-
Tot voor kort was het instellen,
veranderen en afschaffen van warenmarkten een bevoegdheid van de Gemeenteraad.
In de nieuwe Gemeentewet[1]
is deze bevoegdheid overgedragen aan het college. In de Delftse
warenmarktverordening is deze wetswijziging nog niet verwerkt.
Om bovengenoemde redenen is een nieuwe
warenmarktverordening opgesteld, te weten de Verordening op de warenmarkten
voor de gemeente Delft 2005. De belangrijkste veranderingen in deze verordening
zijn:
-
De warenmarktverordening neemt de
modelverordening van de VNG als leidraad; met name de opbouw en indeling van de
warenmarktverordening is hierdoor aangepast;
-
De bevoegdheid voor het instellen,
veranderen en afschaffen van warenmarkten wordt, conform de nieuwe gemeentewet,
overgedragen aan het college. Opgemerkt dient te worden dat het vaststellen van
een warenmarktverordening na de hiervoor genoemde aanpassing van de Gemeentewet
nog steeds een taak van de Gemeenteraad[2]
blijft;
-
Marktondernemers verkrijgen de
mogelijkheid om een “waarnemer” aan te wijzen. Indien een marktondernemer om
welke reden dan ook niet in staat is om zijn standplaats in te nemen kan de
aangewezen waarnemer de plek (tijdelijk) waarnemen;
-
Een door een marktondernemer aangewezen
waarnemer verkrijgt de mogelijkheid om de vergunning voor een standplaats van
een marktondernemer over te nemen. In de oude regelgeving hadden alleen
echtgenoot/kinderen dit recht;
-
De huidige wachtlijsten voor de
dinsdag- en zaterdagmarkt worden voor een periode van drie jaar bevroren,
waarna de desbetreffende wachtlijsten komen te vervallen. Nieuwe ondernemers
kunnen niet meer in aanmerking komen voor een plaats op de desbetreffende
wachtlijsten. Vrijgekomen standplaatsen op de dinsdag- of zaterdagmarkt zullen
worden gepubliceerd.
-
De tijden van de warenmarkt op donderdag zijn als
volgt aangepast: van april tot en met oktober van 09.00 uur tot 17.00 uur en
van november tot en met maart van 9.00 uur tot 16.00 uur.
-
De vaste overkapping van
de marktkraam dan wel de klep van het eigen materiaal mag maximaal 1.45 meter
uitsteken voorbij de maximaal toegestane diepte van de standplaats (3.75
meter). Wat betreft de donderdagmarkt is dit laatste slechts toegestaan in de
lengtepaden (oost-westrichting). Hierdoor
wordt een goede bereikbaarheid voor hulpdiensten gegarandeerd.
Deze verordening is tot stand gekomen in nauwe
samenwerking met de marktcommissie. In de marktcommissie nemen zowel
vertegenwoordigers van de Delftse warenmarkten alsmede de gemeente Delft deel.