Samenvatting en aanbevelingen

Werkgroep Inhoud Vermeercentrum,

dd. 3 mei 2005

 

De afgelopen zes weken heeft de werkgroep Inhoud gewerkt aan de opdracht van het college: een uitgewerkt plan presenteren hoe de inhoud van het Vermeercentrum eruit gaat zien.

Het plan bestaat uit de volgende onderdelen:

1. De basisinformatie, inhoudelijke verhalen over Johannes Vermeer

2. Programma Vermeer & Delft

3. Samenwerking in de stad

4. Aanbevelingen

5. Conclusie

 

De basisinformatie

Kunsthistorica Anita Jansen heeft een aantal onderwerpen gekozen waarover “mooie Vermeer verhalen” te vertellen zijn. Deze verhalen zijn samengevoegd tot vijf modulen:

* Delft in de tijd van Vermeer

* Het leven van Johannes Vermeer

* Vermeer’s carrière als schilder in Delft

* De schilderijen van Vermeer

* Vermeer aan het werk: de techniek van Johannes Vermeer.

 

Alle onderwerpen worden binnen de vijf modulen uitgewerkt op een basisniveau. Op dit moment zijn twee modulen beschikbaar; Delft in de tijd van Vermeer en Vermeer aan het werk: de techniek van Johannes Vermeer. Deze basisinformatie kan dienen voor de opdrachtverlening voor de uitwerking van de presentaties voor het Vermeercentrum voor verschillende doelgroepen .

 

Programma Vermeer & Delft

De keuze voor drie speerpunten in het toeristische beleid (Blauw, Oranje en Vermeer) biedt veel kansen. Om het Vermeercentrum daadwerkelijk te laten slagen, zal er een stedelijke programmering Vermeer moeten worden opgezet. Hierdoor zal het Vermeercentrum niet geïsoleerd functioneren, maar worden verankerd in het huidige Delftse aanbod. Het Vermeercentrum is het informatie- en bezoekerscentrum, waarin de basisinformatie wordt aangeboden via wervende presentaties, een interactieve programmering (beleveniscommunicatie) en een aansprekende website.

Daarnaast moet het huidige beperkte aantal Vermeer-producten uitgebreid worden en de nu in Delft ontbrekende basisinfrastructuur van producten en marketing ontwikkeld worden via een afstemmings- en samenwerkingsverband tussen de erfgoed-, cultuur en toeristische sector. Dit moeten zowel overheidsinstellingen als marktpartijen zijn. Te denken valt aan evenementen die als thema Vermeer kiezen, educatieve programma’s op scholen over Vermeer en uitgebreidere promotie voor Vermeer in Delft, Nederland en internationaal.

Het Vermeercentrum heeft dan de rol van aanbieder van informatie en is onderdeel van de infrastructuur.

 

Samenwerking in de stad

Om het bovenstaande programma Vermeer & Delft te realiseren, is het noodzakelijk voor het Vermeercentrum om niet alleen het wiel uit te vinden, maar samen te werken met instellingen met expertise op het gebied van marketing, programmering, erfgoed, onderzoek en horeca (Delft Marketing, Gemeentemusea, VAK, RHC, TU-Delft en de Delftse horeca).

Hierdoor worden ook deuren geopend naar nationale en internationale instellingen als het Rijksmuseum, Mauritshuis, touroperators, “Cultuur en School” van OCW en internationale universiteiten.

Voor het gemeentebestuur is het van belang dat er een integrale samenwerking is, zodat Delft met één “Vermeergezicht” naar buiten kan treden en zodat het concept ook op de langere termijn wordt gewaarborgd.

De aangeleverde basisinformatie en het Programma Vermeer & Delft moet de inhoud en de exploitatie van het Vermeercentrum versterken.

 

Aanbevelingen van de werkgroep Inhoud aan het college:

 

  1. De kunsthistorische inhoud van het Vermeercentrum op basis van voorgestelde modules verder laten uitwerken;
  2. De modules de basis te laten zijn van de presentaties die in het Vermeercentrum te zien zijn;
  3. Naast het bureau Totems nog twee of drie (communicatie / multimedia) bureaus de opdracht geven met een voorstel en een offerte voor de verbeelding van de inhoud voor het Vermeercentrum te komen;
  4. Een innovatief educatief programma te laten ontwikkelen voor het centrum;
  5. Het Vermeercentrum vragen samen te werken met een groot aantal partijen in de stad, zodat er een verankering van het thema Vermeer in Delft komt.
  6. Een integrale aanpak Vermeer & Delft stimuleren voor de langere termijn (het Vermeercentrum mag geen eendagsvlieg worden);
  7. Deskundigheid aan de stichting Vermeercentrum toevoegen op het gebied van het maken van tentoonstellingen en presentaties; Deze persoon moet ook als opdrachtgever kunnen fungeren voor het bureau die de verdere presentaties ontwikkelt;
  8. De aanbevelingen te koppelen aan de subsidievoorwaarden voor de subsidie aan het Vermeercentrum;
  9. Deze aanbevelingen voor te leggen aan het bestuur van het Vermeercentrum.

 

Conclusie

Het Vermeercentrum in Delft staat of valt met een goede inhoud. Om internationaal, nationaal en regionaal een stevig Vermeercentrum neer te zetten, is er een betrouwbare inhoudelijke basis nodig. De werkgroep denkt deze basis te hebben gelegd met de modules van Anita Jansen. De uitvoerende bureaus die de presentaties zullen ontwikkelen, hebben hierdoor ook meer houvast.

Gezien de bovenstaande aanbevelingen vraagt de werkgroep inhoud een vervolgopdracht om t/m 1 oktober 2005:

  1. een programma van eisen op te stellen voor de bureaus die de presentaties voor het Vermeercentrum ontwerpen.
  2. als opdrachtgever te fungeren (t/m oktober) voor de “pitch” tussen de drie bureaus en - in samenwerking met de stichting Vermeercentrum - de uiteindelijke keuze voor een van de bureaus te maken.
  3. het programma Vermeer & Delft te concretiseren en met voorstellen voor samenwerkingsovereenkomsten te komen.
  4. in samenwerking met de stichting Vermeercentrum een aantal uitgewerkte presentaties (inhoudelijk en beeldend) te kunnen vertonen (uitgevoerd door een van de drie bureaus).

 

Werkgroep inhoud,

Daniëlle Lokin (voorzitter)

Cees Vanwesenbeeck

Anita Jansen

Paulus van Uythoven

Boy van der Wiel

Jorien Kaper

 

1. Inleiding en opdracht

 

De inhoud voor het Vermeercentrum

De opdracht verstrekt aan de werkgroep Inhoud luidde als volgt:

“Het Vermeercentrum wordt een multimediacentrum, waarin bezoekers actief de wereld van Johannes Vermeer, zijn werk en zijn stad ontdekken en herontdekken. Op die manier wordt het culturele erfgoed van Delft en Nederland uit de Gouden Eeuw op een eigentijdse manier beleefd.

In dit “belevingscentrum” worden de presentaties in diverse talen weergegeven zodat ook de buitenlandse bezoekers het Delfts erfgoed leren kennen en zich erover kunnen verwonderen. Op een zeer uitnodigende manier komt het culturele erfgoed (de Gouden eeuw, de Delftse historie) beschikbaar voor zowel de individuele bezoeker als voor groepen.

Ook mensen die tot nu toe niet geïnteresseerd waren in de geschiedenis leren op een speelse wijze de rijke historie kennen. Scholen kunnen in het kader van de vaderlandse geschiedenis een bezoek aan het Vermeercentrum brengen. Het Vermeercentrum wordt naast het culturele belang ook van direct economisch belang voor Delft, als instrument cq. product voor stadsmarketing en vanwege de beoogde aantrekkingskracht voor zowel toeristen uit binnen- en buitenland als inwoners van Delft.

 

De werkgroep Inhoud Vermeercentrum zal op 3 mei 2005 een uitgewerkt plan presenteren hoe de inhoud van het centrum er uit gaat zien.

De werkgroep zal ook tweemaandelijks aan het college rapporteren over de voortgang. De werkgroep Inhoud Vermeercentrum adviseert het college en de stichting ook over de inzet van participanten bij de specifieke presentaties.

 

De modules die worden uitgewerkt betreffen:

- Vermeer en zijn stad

- Kleur, perspectief en licht

- Verhalen over Vermeer in intieme sfeer, het Lucasgilde.

 

Kansen voor de stadsmarketing Delft

Met de komst van een Vermeercentrum zijn er kansen voor Delft. De gemeente onderstreept het belang van een toeristische en culturele attractie over Johannes Vermeer. Een professioneel Vermeercentrum in het historische hart van Delft is een aanvulling op het aanbod voor bezoekers en toeristen en verbindt Vermeer op een doeltreffende manier aan Delft. Het centrum moet een doorverwijsfunctie krijgen; zowel naar de overige bezienswaardigheden in Delft waaronder de Gemeentemusea met de tijdgenoten van Vermeer als naar “the real thing”; de echte Vermeers in het Mauritshuis en het Rijksmuseum.

 

In het rapport “de identiteit van Delft” van Risbo Contractresearch en de Erasmus Universiteit Rotterdam uit 2004 wordt Vermeer als belangrijkste icoon van Delft genoemd, een “Unique Selling Point” voor Delft. In hetzelfde rapport wordt ook geconcludeerd dat Delft momenteel nog weinig met Vermeer doet.

Nu doet er een kans voor om een Vermeercentrum te realiseren, waar bezoekers op een laagdrempelige manier meer informatie over Vermeer en zijn leven kunnen krijgen. Een culturele attractie waarbij bezoekers even de Gouden Eeuw en het leven van Vermeer kunnen beleven.

Alles staat en valt met een goede uitvoering van het plan. Het centrum moet een goede naam opbouwen, zowel binnen als buiten Delft en moet bezoekers waar voor hun geld geven. Hier zal de stichting, samen met de gemeente en de Gemeentemusea continu voor blijven waken.

Om deze reden is ook de werkgroep Inhoud Vermeercentrum opgericht.”

 

 

2. De basisinformatie over Johannes Vermeer

 

Oriëntatie op de kunsthistorische inhoud van het Vermeercentrum.
Buiten Rembrandt is er vermoedelijk geen Hollandse schilder uit de zeventiende eeuw te noemen waar meer onderzoek naar is gedaan en waar meer over is geschreven dan Johannes Vermeer. Sinds Thoré-Bürger Vermeer in de 19e eeuw ‘herontdekte’ is zijn ster internationaal nog steeds rijzende. Publicaties over zijn leven, schilderijen en techniek verschijnen aan de lopende band, tentoonstellingen waar schilderijen van zijn hand worden getoond zijn grote publiekstrekkers en wetenschappers over de hele wereld storten zich met fanatisme op onopgeloste kwesties over zijn leven en werk.

 

Voor het vaststellen van de inhoud van het Vermeercentrum lijkt de enorme aandacht die Vermeer recentelijk heeft verworven in eerste instantie een groot voordeel. Immers: alles is al meerdere keren onderzocht en beschreven. Het bepalen van de inhoud lijkt dan ook vooral een kwestie van het bij elkaar brengen, ordenen en op maat snijden van het meest recente en geschikte materiaal. Voor een deel is dit vermoedelijk ook zo. Er zijn echter ook valkuilen die omzeild moeten worden.

Sinds Thoré-Bürger Vermeer ‘de Sfinx van Delft’ noemde zijn een aantal hardnekkige mythen rondom Vermeer ontstaan die steeds weer opduiken in de literatuur maar waarvan de juistheid zeer discutabel is. Zo verschijnen er nog steeds verhalen waarin Vermeer, vanuit een achterhaalde romantische 19e eeuwse visie, wordt neergezet als een 'in zichzelf gekeerd', geïsoleerd genie die niet werd begrepen door zijn tijdgenoten. De vele contemporaine documenten in relatie tot Vermeer, die vooral door J.M. Montias zijn geopenbaard, hebben duidelijk gemaakt dat dit beeld niet klopt.

Over andere onderwerpen is zo veel en zo vaak gespeculeerd, bijvoorbeeld over het gebruik door Vermeer van de Camera Obscura, dat ze haast vanzelf waarheid zijn geworden terwijl hiervoor nooit enig bewijs is geleverd.

Feit is dat een groot aantal documenten en akten bewaard is gebleven waarin we de schilder zelf in zijn leven kunnen volgen of waarin hij door tijdgenoten wordt genoemd. De belangrijke genealogische gegevens over geboorte, huwelijk en dood binnen zijn familie zijn ook grotendeels bekend. Aantekeningen of persoonlijke brieven van de hand van Vermeer zelf die inzicht hadden kunnen geven in zijn karakter en werkwijze of persoonlijke opvattingen over schilderkunst ontbreken echter geheel.Ook tijdgenoten hebben nauwelijks iets over hem geschreven.

Over een aantal onderwerpen, vooral met betrekking tot het werk van Vermeer, verschillen de deskundigen van mening. Voorafgaand aan het samenstellen van de presentaties in het Vermeercentrum zal bepaald moeten worden hoe je omgaat met de verschillende visies.
Je kunt kiezen voor de meest gangbare visie – omdat je het publiek verder niet wilt lastigvallen met wetenschappelijke discussies - of juist een beeld schetsen van de verschillende opvattingen. Het is aan te bevelen, steeds afhankelijk van de inhoud van het  onderwerp, af te wegen wat de meest gewenste aanpak is.

Zo moet bijvoorbeeld bepaald worden hoe je omgaat met de schilderijen die niet door alle deskundigen beschouwd worden als ‘echte’ Vermeer, welke titels je geeft aan de schilderijen en voor welke datering je kiest .

Als voorbeeld de kwestie van de datering van de schilderijen van Vermeer:
Vermeer vervaardigde niet alleen weinig schilderijen; hij dateerde zijn werk ook zelden. Van de 35 schilderijen die tegenwoordig met zekerheid aan hem worden toegeschreven en die werden vervaardigd tussen 1653 en 1675, zijn er slechts drie gedateerd: de koppelaarster uit 1656, de astronoom uit 1668 en de geograaf uit 1669. Van beide laatste werken wordt bovendien betwijfeld of de aangebrachte dateringen wel door Vermeer zelf werden geschilderd. Omdat dateringen op schilderijen voor kunsthistorici van groot belang zijn om inzicht te kunnen verwerven in de artistieke ontwikkeling van een kunstenaar hebben deskundigen zich vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw tot op de dag van vandaag steeds opnieuw beziggehouden met het bepalen van een beargumenteerde, chronologische volgorde van de werken van Vermeer. Hoewel de belangrijkste Vermeer-kenners het in grote lijnen met elkaar eens zijn over een chronologie blijven er nog altijd verschillen van opvatting.
Voor het Vermeercentrum betekent dit dat er een keuze zal moeten worden gemaakt voor een bepaalde chronologie. Dit zou bijv. één recente chronologie kunnen zijn van één van de belangrijke Vermeer-kenners (Liedtke, Blankert of Wheelock) of - zoals gehanteerd wordt op de website van Jonathan Janson – een ‘samengestelde’ chronologie gebaseerd op een combinatie van de drie chronologieën van bovengenoemde deskundigen - waarbij voor ieder schilderij een ‘bereik’ wordt vastgesteld: de grenzen in de tijd waarbinnen het naar grote waarschijnlijkheid werd geschilderd. Zo ontstaat voor ‘Diana en haar nimfen’ een datering van ca. 1653-1656. Welke keuze ook wordt gemaakt: duidelijk zal moeten zijn dat iedere chronologische lijn een subjectieve interpretatie is. (Voor het bijgevoegde overzicht van het oeuvre is in dit geval gekozen voor de ‘ samengestelde chronologie’).

 

Zo zijn er nog veel meer vragen.Uiteraard is het niet de bedoeling de bezoekers gedetailleerd met allerlei kwesties lastig te vallen. Essentieel is wel dat steeds de uitgangspunten helder zijn.

Op basis van de beschikbare documenten en recente publicaties is een eerste overzicht gemaakt van alle onderwerpen waarover ‘mooie Vermeer verhalen’ te vertellen zijn.
Deze verhalen zijn samengevoegd tot vijf modulen:

1.       Delft in de tijd van Vermeer

2.       Het leven van Johannes Vermeer

3.       Vermeer’s carrière als schilder in Delft

4.       De schilderijen van Vermeer

5.       Vermeer aan het werk: De techniek van Johannes Vermeer

 

In de doelstellingen voor het Vermeercentrum is er aangegeven dat alle bezoekers de mogelijkheid krijgen de wereld van Johannes Vermeer, zijn werk en zijn stad actief te ontdekken en dat een bezoek aan het centrum een eigentijdse beleving van het culturele erfgoed van Delft mogelijk maakt.

 

Hiervan uitgaande moeten de onderwerpen kritisch worden bekeken met het oog op de geschiktheid voor de specifieke doelgroepen ( buitenlandse toeristen, binnenlandse toeristen, Delftenaren, scholieren, individuele bezoekers / groepen) en op de mogelijkheden om ze op een verrassende, prikkelende, multimediale manier te presenteren.

 

Alle onderwerpen worden binnen de vijf modulen uitgewerkt op een basisniveau. Afhankelijk van de presentaties die ermee beoogd worden kunnen ze beknopter of uitgebreider worden besproken, of kunnen details eruit nog weer verder uitgewerkt kunnen worden. Hoe we uiteindelijk met de verschillende onderwerpen om gaan is afhankelijk van de ‘rode draad’, de basislijn in het verhaal dat we willen vertellen. Met behulp van die rode draad kunnen we vervolgens ook een gelaagdheid aanbrengen in de verschillende thema’s.

 

Op dit moment zijn twee modulen uitgewerkt op basisniveau: Module 1, Delft in de tijd van Vermeer en module 5, Vermeer aan het werk: De techniek van Johannes Vermeer

Om een idee te geven van de concrete inhoud van de onderwerpen is in de bijlage een eerste uitwerking toegevoegd van Vermeer in Delft – de belangrijkste locaties uit het leven van Vermeer.

 

Het is duidelijk dat voor het maken van de presentaties heel veel beeldmateriaal nodig zal zijn, niet alleen van de schilderijen van Vermeer, maar ook veel ondersteunend materiaal.

 

Module 1

Delft in de tijd van Vermeer

v      Delft in de tijd van Vermeer: een kennismaking.
Hoe zag Delft eruit tijdens het leven van Vermeer?

Ø       De aantrekkingskracht van Delft.

Ø       Het uiterlijk van de stad aan de hand van beschrijvingen, stadsgezichten en plattegronden uit de zeventiende eeuw.

v      Vermeer in Delft.
De belangrijkste locaties in Delft waarmee Vermeer tijdens zijn leven verbonden was.

Ø       Herberg ‘de Vliegende Vos’, aan de Voldersgracht.

Ø       De Oude Kerk.

Ø       Herberg ‘Mechelen’ aan de Markt.

Ø       De Nieuwe Kerk.

Ø       Het St. Lucasgilde aan de Voldersgracht.

Ø       Het huis van Maria Thins aan de Oude Langendijk.

Ø       De locatie van ‘Het gezicht op Delft ‘.

Ø       De locatie van ‘het straatje’.

 

v      De Delftse economie in de tijd van Vermeer.

Ø       Een Gouden Eeuw voor de republiek der Verenigde Nederlanden

Ø       De positie van Delft als handelsstad.

Ø       Nijverheid in Delft in de zeventiende eeuw.
De Delftse bierproductie
De Delftse textielindustrie
De productie van wandtapijten
De Delftse aardewerkindustrie.

Ø        VOC en WIC in Delft.

v      De Delftse samenleving in de tijd van Vermeer

Ø       Organisatie van het bestuur in Delft in de zeventiende eeuw.
Veertigraad, burgemeesters, schout en schepenen.
De dominante rol van de lokale elite in het bestuur van de stad.
Uitingen van stedelijke trots.

Ø       Religieuze verhoudingen in Delft in de tijd van Vermeer.
Verschillende religies in de stad Delft.
Johannes Vermeer en de verschillende religies.

De invloed van het katholieke milieu op het leven en werk van Vermeer.

Ø       Vermeer en de wetenschappelijke ontwikkelingen in de zeventiende eeuw.
De astronomie, geografie en cartografie.
Anthonie van Leeuwenhoek (1632-1723) en het wetenschappelijke klimaat in Delft.

Ø       Belangrijke gebeurtenissen in Delft in de tijd van Vermeer.
De kruithuisontploffing van 1654.
Gevolgen van het rampjaar 1672 voor Vermeer.

 


Module 2

Het leven van Johannes Vermeer

v      Het gezin waarin Johannes Vermeer opgroeide.

Ø       Gegevens en achtergrond van ouders en grootouders Vermeer.

Ø       De naam ‘Vermeer’ en ‘Johannes’.

Ø       Sociaal en economische omstandigheden waarin Vermeer opgroeide.

v      Het huishouden van Vermeer.

Ø       Demografische ontwikkelingen in Delft in de zeventiende eeuw.

Ø       Problemen rond de totstandkoming van het huwelijk.

Ø       Katholiek huwelijk in Schipluiden.

Ø       Catharina Bolnes, de vrouw van Vermeer.

Ø       Maria Thins, de schoonmoeder.

Ø       De 15 kinderen van Vermeer.

Ø       Het huis aan de Oude Langendijk.

 

v      Hoe hield Vermeer zijn hoofd financieel boven water.

Ø       Inkomsten uit het schilderwerk. Lage productie, vaste opdrachtgevers, prijzen.

Ø       Inkomsten uit andere bronnen. Herberg ‘Mechelen’, Kunsthandel, Vermeer als deskundige van Italiaanse schilderijen.

Ø       Financiële ondersteuning schoonmoeder.

Ø       Financiële problemen aan het einde van zijn leven.

v      Het sociale leven van Vermeer.

Ø       Katholiek milieu.

Ø       St. Lucasgilde, relatie met collega’s.

Ø       Schuttersgilde: in 1664 komt de naam van Johannes Vermeer voor in de lijst van Delftse schutters.

Ø       Kunsthandel.

Ø       Herberg Mechelen.

Ø       Relatie met Anthonie van Leeuwenhoek.

v      De dood van Johannes Vermeer.

Ø       Het overlijden van Vermeer op 16 december 1675.

Ø       De schulden bij de bakker Hendrick van Buyten en Jannetje Stevens.

Ø       De overdracht van het schilderij ‘de Schilderkunst’ door Catharina aan Maria Thins.

Ø       De boedelinventaris.

Ø       Het verzoek van Catharina aan de Hoge Raad in verband met de schulden.

Ø       Aanstelling van Anthonie van Leeuwenhoek, de uitvinder van de microscoop, op 30 september 1676 als executeur-testamentair van Vermeers nalatenschap en zijn afhandeling van deze nalatenschap.



Module 3
Vermeer’s carrière als schilder in Delft



v      De opleiding van Vermeer.

Ø       Speculaties over de leermeester van Vermeer.

Ø       Vroege contacten van Vermeer met schilders in Delft (via de herbergen en het beroep van kunsthandelaar van Reynier Jansz, Leonard Bramer, Gerard ter Borch).

Ø       Invloeden van Delftse voorlopers (Delftse historieschilders en genreschilders uit de eerste helft zeventiende eeuw).

Ø       Invloeden vanuit Utrecht ( Abraham Bloemaert en de caravaggisten) of Amsterdam.

 

v      Het artistieke klimaat in Delft in de tijd van Vermeer.

Ø       De Delftse schilderkunst in de eerste helft van de zeventiende eeuw.
o.m. Leonard Bramer (1596-1674), Christaen van Couwenbergh (1604-1667), Michiel van Mierevelt (1567-1641) en Anthonie Palamedesz.

Ø       Belangrijke veranderingen in de Delftse schilderkunst vanaf de jaren veertig:
De grote invloed van de nieuwkomers in de stad, bijv. Pieter de Hooch, Carel Fabritius, Gerard Houckgeest en Emmanuel Witte.

Ø       Invloed van tijdgenoten op Vermeer.

v      Het St. Lucasgilde.

Ø       Functioneren van het gilde.

Ø       Inschrijving van Vermeer in het Lucasgilde op 29 december 1653.

Ø       Uitverkiezing van Vermeer tot Hoofdman van het gilde in 1662 en in 1670.

Ø       Bescherming en regulering van de kunstmarkt door het gilde.

 

v      Delftse kunstmarkt in de tijd van Vermeer.

Ø       De omvang van de handel in kunst in Delft.

Ø       Klanten, liefhebbers en Delftse verzamelaars.

Ø       De prijzen van schilderijen in de zeventiende eeuw.

Ø       Welke stijlen/onderwerpen waren geliefd.

Ø       Op welke manier brachten schilders hun producten aan de man (atelier, kunsthandel veiling, loterij).

v      De klantenkring van Vermeer.
Welke mensen in Delft of elders – opdrachtgevers, liefhebbers, verzamelaars, handelaren - waren tijdens het leven van Vermeer in het bezit van zijn schilderijen. Wie waren zij, hoe zagen hun collecties eruit, waarom kozen ze voor schilderijen van Vermeer, en wat betaalden zij voor zijn werk.

Ø       Pieter Claez van Ruijven. Rijk verzamelaar en waarschijnlijk Vermeer’s belangrijkste opdrachtgever.

Ø       Hendrick van Buyten. Meesterbakker.

Ø       Gerard van Berckel, Willem van Berckel

Ø       Johannes Renialme. Kunsthandelaar uit Amsterdam.

Ø       Nicolaes van Assendelft. Chirurgijn en lid van de Veertigraad en verzamelaar.

Ø       Diego Duarte. Rijk bankier en verzamelaar uit Antwerpen.

Ø       Herman van Swoll. Bankier uit Amsterdam.

Ø       Jean of Johan Larson. Beeldhouwer gevestigd in Den Haag.

Ø       Cornelis de Helt. Herbergier in Delft.


v      zeventiende eeuwse ooggetuigen doen verslag.
Dat Vermeer tijdens zijn leven al een goede naam had als kunstenaar blijkt uit de bezoekers die in zijn atelier kwamen kijken en hier ook schriftelijk verslag van deden.

Ø       Het bezoek van Balthasar de Monconys

Ø       Het bezoek van Pieter Teding van Berkhout

v      Vermeer in zeventiende-eeuwse literaire bronnen

Ø       In het gedicht van Arnold Bon over Carel Fabritius in de Beschryvinge der stadt Delft van Dirck van Bleyswijck.

Ø       In het schildersregister van de Amsterdamse stads-doctor Jan Sysmus

v      Het atelier van Vermeer in het huis aan de Oude Langendijk
De grootste deel van de schilderijen uit zijn oeuvre heeft Vermeer waarschijnlijk geschilderd in het atelier in het voorhuis van de Oude Langendijk. Hoe zag dit atelier eruit, hoe was de lichtconditie hier. Relatie met schilderijen. Wat stond er in het atelier van Vermeer. Gebruik maken van de inventaris: Ezels, paletten, wrijfsteen, doeken, kleding

v      ’De sfinx van Delft’: een kleine waarderingsgeschiedenis.

Ø       Waardering in de kunstliteratuur vanaf de zeventiende eeuw

Ø       Populariteit op de kunstmarkt vanaf de zeventiende eeuw

Ø       Voorkomen in particuliere en museale collecties vanaf de zeventiende eeuw

Ø       Reproductie van het werk van Vermeer vanaf de zeventiende eeuw

 


Module 4

De schilderijen van Vermeer

v      Alle schilderijen van Vermeer.

Ø       Alle afbeeldingen met titels, afmetingen, datering en verblijfplaats.

Ø       Wel of niet een echte Vermeer.

Ø       Het vraagstuk van de datering van de schilderijen van Vermeer.

Ø       ’vermiste’ schilderijen.

Ø       Signaturen van Vermeer.

Ø       Valse Vermeers o.m. Han van Meegeren.

Ø       Speculaties over zelfportretten van Vermeer.

v      De onderwerpen van Vermeer.
Van historiestukken naar genrestukken.

v      Iconografische interpretatie van de schilderijen
De achterliggende verhalen en symbolieken.

v      Stilistische ontwikkelingen in het werk van Vermeer
 

v      Terugkerende thema’s in de schilderijen van Vermeer

Ø       wijn drinken.

Ø       musiceren, muziekinstrumenten bijv. de klavecimbels

Ø       brieven schrijven of lezen.

Ø       toilet maken.

Ø       nuttige bezigheden (kantklossen, melk schenken en studeren).

Ø       jonge vrouwen.

Ø       parels.

Ø       landkaarten in de achtergrond.

Ø       de schilderijen in de achtergrond.

Ø       de kledingstukken.

Ø       Delfts aardewerk

v      De artistieke interpretatie van de schilderijen van Vermeer.

 


Module 5
Vermeer aan het werk:
de techniek van Johannes Vermeer


v      Kleur: Het palet van Vermeer.

Ø       Samenstelling van verf in de zeventiende eeuw.

Ø       De productie van verf in de tijd van Vermeer.
Het wrijven van verf

Ø       Het beperkte palet van Vermeer

Ø       De belangrijkste pigmenten die door Vermeer werden gebruikt.

Ø       Hoe kwam Vermeer in Delft aan zijn schildersmaterialen?

Ø       Een uitzonderlijk kleurgebruik?

v      De opbouw van een schilderij door Vermeer.

Ø       Hoe werd een schilderij in de zeventiende eeuw opgebouwd?

Ø       De keuze voor een drager (doek of paneel)

Ø       Het prepareren van het doek

Ø       De inventiefase (ondertekening)
Voorstudies

Ø       De doodverflaag en de onderschildering.

Ø       De opwerkfase (de afwerking van het schilderij in verschillende lagen)
Werken met glacerende lagen, penseelvoering van Vermeer

Ø       Was Vermeer een trage schilder?

v      De zoektocht van Vermeer naar de ideale compositie:
Compositie en gebruik van perspectief door Vermeer.

Ø       Perspectief in de zeventiende eeuw.

Ø       Vermeer’s perspectief: Het gebruik van een centraal verdwijnpunt en twee vluchtpunten.

Ø       Vermeer’s perspectief: Een speld en een draad als hulpmiddel.

Ø       Vermeer’s perspectief: De zorgvuldige plaatsing van de horizon in het schilderij.

Ø       Vermeer’s perspectief: Het gebruik van doorkijkjes en repoussoirs.

Ø       Hoe perfectioneerde Vermeer zijn perspectief toepassing?

Ø       Op zoek naar de ideale compositie.
 

v      Vermeer als meester van het licht.

Ø       Licht als beeldend middel in de schilderkunst.

Ø       Het licht van Vermeer.

Ø       Een optimaal gebruik van het optische effect van de onderschildering.

Ø       Moduleren van kleur.

Ø       De techniek van het pointilleren.
 

v      De kwestie van de Camera Obscura.

Ø       Introductie van de kwestie.

Ø       De camera obscura.

Ø       De camera obscura in de tijd van Vermeer.

Ø       Betekenis van de camera obscura voor de schilderkunst.

Ø       Vermeer en de camera obscura: Voorstanders en tegenstanders.



3. Programma Vermeer & Delft

Wat nodig is voor een succesvol beleid rond het Delftse icoon Vermeer, naast de oprichting van een Vermeercentrum, is een stedelijk Programma Vermeer & Delft,  zodat het Vermeercentrum niet geïsoleerd functioneert, maar als voorziening in het Delftse kan worden ingebed.
Het Vermeercentrum is het informatie – en bezoekerscentrum, waarin de Basisinformatie wordt aangeboden via wervende presentaties, een interactieve programmering (belevenis-communicatie) en een website.

Daarnaast moet het huidige beperkt aantal Vermeer-producten uitgebreid worden en de nu in Delft ontbrekende basisinfrastructuur van Vermeer producten en marketing ontwikkeld worden via een afstemmings – en samenwerkingsverband tussen de cultuur-, erfgoed en toeristische sector.

De werkgroep ‘Vermeer Inhoud’ werkt aan de Basisinformatie voor het Vermeercentrum aan de hand van thema’s als o.a. Delft in de tijd van Vermeer, de Gouden Eeuw (inter/- en nationaal)[1], de schilderijen, het licht en de techniek.

Deze informatie is de basis voor de inrichting van het Vermeercentrum (fysiek, interactief en virtueel website) en het stedelijk Programma Vermeer & Delft.

Het Vermeercentrum (fysiek, interactief en virtueel)
De kapstok voor de vraag wordt in eerste instantie bepaald door het informatie- aanbod en de wijze waarop deze bij elkaar zal worden gebracht. Uitgangspunt is de genoemde Basisinformatie. Hierbij staat centraal  “wie – wat –waar – wanneer – Vermeer in Delft”.
Wie? De biografische informatie is terug te vinden in de genoemde thema’s. Wat? Voorwerpen en afbeeldingen komen uit de museale, archief, archeologische en particuliere collecties. Waar? Informatie[2] over plaatsen, met name straten en huizen kan gekoppeld worden via het Gemeentearchief dat de oudste kadastrale kaart van 1832 heeft laten digitaliseren. Deze wordt gekoppeld aan het actuele GIS van Landmeten & Vastgoedinformatie en aangevuld met oudere gegevens over de eigenaren van panden, maar ook met gegevens over archeologische opgravingen en vondsten ter plaatse. Wanneer? In een soort ‘tijdbalk’ (in altijd zichtbaar frame) wordt een aantal kernmomenten en –thema’s uit de Gouden Eeuw en het leven en werk van Vermeer gepresenteerd in woord, geluid, licht en beeld. Dit aspect wordt steeds uitgebouwd, bijvoorbeeld door onderwijs-instellingen of andere aanbieders die een project over een bepaald onderwerp afsluiten met een (internet) presentatie.

Naast het aanbod, de ontsluiting van de informatie over leven en werk van Vermeer, zal  er vooral vanuit de vraag geredeneerd worden (voor wie doen we het, van burgers, toeristen tot onderwijs) in het Vermeercentrum. Het Vermeercentrum draagt verschillende functies in zich: als producent, promotor, distributeur, entertainer, informatiebron en verkoper in de zin van (commerciële) opbrengsten.

In figuur 1 (dia 1) wordt de relatie vraag-aanbod-zichtbaarheid en de relatie met het stedelijk programma Vermeer & Delft schematisch weergegeven. De Basis-informatie a.h.v. de thema’s wordt toegankelijk gemaakt en beschikbaar gesteld voor de Delftse erfgoed-, culturele en toeristische sector.

Doelgroepen en publieksstrategieën
Het publieksbereik is gebaseerd op drie hoofdgroepen: inwoners, bedrijfsleven, bezoekers/toeristen. Een bijzondere categorie ‘inwoners’ is het onderwijs, de onderwijsinstellingen, cultuureducatie (BO/VO i.s.m. VAK, Musea), Brede school en WO,  bv. industrieel ontwerp TU Delft).

Bij de benadering van deze doelgroepen houden we rekening met recente publieksstrategieën, die op de volgende ontwikkelingen wijzen:

§          wil je een groter publieksparticipatie bereiken, dan moet je je niet alleen richten op cultuurliefhebbers (in eerste instantie de Vermeer doelgroep) , maar ook op de grotere groep mensen die zich oriënteren op vrijetijdsactiviteiten in het algemeen;

§          de virtuele instelling gaat een steeds belangrijker plaats innemen doordat informatie-aanbod en –uitwisseling meer en meer via het web zal plaatsvinden;

§          een merkenbeleid (VERMEER IS EEN MERK) een wijze is waarop je het publiek (de klant) door een bepaalde kwaliteit toe te voegen aan de ‘lifestyle’ van de klant, kan binden aan het culturele voorzieningenniveau en aan de stad zelf, de sfeer, de beleving en de uitstraling.

Willen deze publieksstrategieën succesvol zijn, dan betekent dat de inschakeling van de stad, zijn instellingen en organisaties om het publieksbereik van Vermeer te vergroten.

4. Samenwerking in de stad

Het idee

Het idee om in Delft op een volwaardige manier aandacht te schenken aan de schilders uit de Gouden Eeuw, in het bijzonder aan de nationale trots Vermeer, is zeer aan te bevelen. De keuze voor de drie speerpunten in het toeristisch beleid (Blauw, Oranje en Vermeer) bieden heel veel kansen om meer bezoekers naar Delft te trekken en meer belangstelling te ontwikkelen voor het cultureel erfgoed.

Het is zeer te prijzen dat een particuliere stichting het initiatief neemt en draagvlak genereert voor structurele aandacht voor Vermeer. Het draagvlak bij de Delftenaren en bij de Delftse ondernemingen is groot en dat is zeker een verdienste van het bestuur van de Vermeerstichting. Het is van belang dat gemeente, bedrijfsleven en het particulier initiatief de handen ineen slaan om  zodoende de maximale kracht te ontwikkelen, die van dit toeristische speerpunt kan uitgaan.

 

Relatie toeristisch en cultuurbeleid

In de laatste jaren zijn er diverse rapporten en nota’s verschenen over de profilering van Delft als cultuurhistorische stad en de positionering voor de toeristische ontwikkeling. In de rapporten komt sterk naar voren waar de kwaliteiten van Delft liggen (sterke punten) en waar ontwikkelmogelijkheden liggen. De rode draad daarbij is steeds de verbinding tussen cultuurhistorie en toerisme/economie. Het initiatief om te komen tot een Vermeercentrum past in deze beleidskeuze. De uitvoering van het plan staat of valt echter met de kracht en kwaliteit van het concept en de verbinding met andere instellingen en beleidsterreinen. Het plan VermeerDelftCentrum, zoals dat uiteengezet is in het plan van 29 juli 2004, heeft die kracht en kwaliteit nog niet.

Op dit moment is de gemeente "hoofdsponsor" van het op te richten centrum. Vanuit die positie heeft het gemeentebestuur recht van spreken en heeft er alle belang bij dat de inhoud van het concept niet alleen levensvatbaar is, maar ook continuïteit biedt (geen eendagsvlieg). Daarnaast is het gemeentebestuur tevens verantwoordelijk voor het cultuurhistorisch beleid,  de gemeentelijke cultuurhistorische instellingen en het toeristisch en evenementenbeleid. Het concept zou versterkt moeten worden zodat het idee goed verankerd is bij de genoemde beleidsterreinen en het Vermeercentrum geen op zich zelf staande ontwikkeling is. Om de relatie Vermeer en Delft tot een succes te maken is het verstandig dat het erfgoedbeleid, het toeristisch beleid en het evenementenbeleid elkaar gaan treffen en uitvoering van activiteiten elkaar gaan versterken.

 

Stad van Vermeer

Wil DELFT zich profileren als stad van Vermeer dan zullen zich diverse onderscheidende kenmerken die Delft als stad heeft, onder de aandacht gebracht worden in een combinatie met ‘Vermeer’ en in een afstemming met de economische, toeristische, culturele en erfgoedsector. Aansluiting bij

Delfts Blauw.

Een sterk product, waarvoor bezoekers uit de hele wereld naar Delft komen.

Delfts Goud.

De historische binnenstad met zijn monumenten en musea, die zijn bloeitijd kende in de Gouden Eeuw. Een sterk product dat zelfstandig cultuurhistorische bezoekers trekt.
                        Delfts Oranje.
De producten die Delft heeft vanwege de sterke verbondenheid met het koninklijk huis. Dit thema wordt door o.a. Prinsenhof versterkt met inhoudelijke accenten als ‘ontstaan van de natie’. Het is een toeristisch product van Delft voor voornamelijk binnenlandse bezoekers.

Evenementen en festivals krijgen een Vermeerkeurmerk. Maar ook de burgers zelf worden betrokken bij de beleving van Vermeer in de stad. Zij zijn de gastheren  en –vrouwen van de stad. Bekende persoonlijkheden treden op als ambassadeurs van Vermeer.


Met een steentje gooien in een vijver, zie je uitdijende cirkels ontstaan, vroeger een jeugdig tijdverdrijf, nu een metafoor om de  programmatische samenwerking rond Vermeer en Delft gestalte te geven. Zie figuur 1 (dia ‘s 2 t/m 5).

Er wordt begonnen met de bestaande samenwerkingsverbanden en producten te bundelen. Vervolgens te onderzoeken welke verbanden en producten vernieuwd, uitgebreid of verdiept kunnen worden doordat nu de Basisinformatie Vermeer beschikbaar is. Bijvoorbeeld moet de bestaande toeristische Vermeer wandeling niet herijkt worden.

Het Programma baseert zich op reeds de bestaande afstemming en werkt aan de gewenste uitstraling. Zie verder figuur 1 (dia’s 2 t/m 5).
In samenwerking met relevante toeristische , culturele en erfgoedpartijen en ondernemers vindt een verdere uitwerking van deze en nieuwe ideeën plaats. Zie figuur 3.

Om optimaal effect te genereren is het van belang dat de acties die op de verschillende niveaus worden uitgevoerd maximaal op elkaar worden afgestemd. Alleen dan kunnen elkaar aanvullende producten worden ontwikkeld die goed, waar mogelijk in combinaties, vermarkt kunnen worden. En vormgegeven in een Vermeer ‘lifestyle.’(Vermeer als merk).

Een aanbeveling is een ‘programmeur Vermeer & Delft’ aan te stellen, die het bestaande bundelt, en aan het gewenste werkt. Hij/zij zorgt ook voor (gedeeltelijke) fondswerving voor het Programma Vermeer & Delft.

Binnen de inhoudelijke thema’s worden producten en promotie globaal op 5 niveaus ontwikkeld:

1.       Fysieke en virtuele informatie dragers en producten à folders, boekjes, brochures, bordjes, websites etc.  Ontwikkeling van een Vermeersite. Deze geeft de bezoeker voor, tijdens en na het bezoek informatie en sepcials. Aansluiting bij bestaande sites als Delft.nl en Delft.collection.nl.
Op plekken waar bezoekers komen, bijv. de VVV, Prinsenhof, Oude/Nieuwe Kerk, zou een scala producten te koop moeten zijn. Dat kunnen bestaande boeken zijn, maar ook specifieke boeken/brochures over Vermeer in Delft. De informatie zal heel toegankelijk en aantrekkelijk moeten zijn en laagdrempelig gepresenteerd moeten worden. De bezoeker is geen kenner, maar een geïnteresseerde leek. Een ‘glossy’ platenboek, een prachtige plattegrond met afbeeldingen etc. Voor de echte liefhebber, ook een opbouw van een Vermeerboeken/studiecollectie. Via vormgevingsopdrachten kan er hierbij bijzondere aandacht gegeven aan een ‘Vermeer & Delft lifestyle’.

2.       Merchandising à verkoopbare producten met herkenbaar beeldmerk of anderszins een connectie met het thema. Deze maken Vermeer letterlijk zichtbaar in Delft.

3.       Belevingsproductenà producten waar een bezoeker gebruik van kan maken en die de beleving van Vermeer in Delft versterken. Deze belevingsproducten moeten idealiter niet als losstaande producten worden ontwikkeld, maar kunnen een perfecte rol spelen in het verbinden van bestaande en andere nieuw te ontwikkelen informerende Vermeerproducten en Vermeerlocaties. Het kan er voor zorgen dat deze producten samen veel meer dan de som der delen is.

4.       Bezienswaardigheden à o.a. Vermeercentrum, Prinsenhof, Oude Kerk,etc.. Als men in Delft is, wil men er naar toe.

5.       Attracties à hiervoor komt de bezoeker naar Delft, bijvoorbeeld tentoonstellingen, festivals en evenementen.

6.       Marketing en het aanbieden van combinatie-producten i.s.m. landelijke musea à maakt producten bekend, aantrekkelijk en toegankelijk voor bezoekers. Combinatie-arrangementen o.a. met het Prinsenhof, het Mauritshuis en het Rijksmuseum. Maak  hierbij gebruik (opdrachten) van het potentieel aan  ‘designers/ vormgevers’  of ‘creatieve industrie’ in Delft.

 

Naast inhoudelijke activiteiten moeten er ook voor bezoekers fysieke faciliteiten gecreëerd worden:


Vermeer en (inter/-nationaal) bezoekersmanagement

 

Vermeer

product

stad

 locale organisaties

Ontwikkelen Vermeer-routes met de fiets, bus,per boot en stadswandelingen,

Afstemmen fietskaarten, Openbaar vervoerregeling
Vaststellen sightseeing-routes,

Bewegwijzering naar parkeeraccommodaties

Het (artistiek) markeren van historische binnenstad en bewegbewijzering voor burgers en toeristen

Fietsverhuurmogelijk-heden

Rondvaartbootbedrijven
Afstemming TIP erfgoedinstellingen,

onderwijs qua
informatie, activiteiten en producten

 

Evenementen
(in relatie tot Vermeer)

Parkeerterreinen aangeven, Afstemmen openbaar vervoer

Flankerende activiteiten horeca en middenstand
Afstemming en deelname erfgoed en culturele instellingen

 

 

 

Delftse verhalen
Vermeer en Gouden Eeuw

Routes en wandelingen

Opbouw Vermeer en Gouden Eeuw collectie

Vermeer promotie in Delft

Spreiding in tussen-/laagseizoen door herhalingsbezoek

ICT-zuilen en electronische billboards

bij stedelijke
knooppunten als station,

VVV, hotels, buurtcentra, scholen,uitvalswegen
/aansluiting bij RObeleid

Informatie-faciliteiten,

Activiteiten en producten
Stadsgidsen/hostessen
Ambassadeurs
Musea
creatieve industrie inschakelen
(opdrachtenbeleid)

Vermeer promotie in R’dam ,A’dam

Den Haag

Id.

Id.

Cultuurhistorische samenwerking (twee) Europese en Nederlandse
steden
(europese subsidie)

Id.

Id.

Oprichten en

activeren
vriendenkringen
Vermeer

Nvt

Speciale tarieven, acties en ontmoetingen voor de locale gemeenschap

 

Engelstalige site

Aansluiting met andere sites

Afstemming met relevante informatie Vermeercentrum

fundraisingactiviteiten

Netwerkbijeenkomsten

Ondernemers

 



 

 

 




 

 

 



[1] Was de zo geroemde Gouden Eeuw in Nederland en in het bijzonder in Delft ook geen opeenstapeling van creativiteit en kennis? Nederland als wereldnatie bereikte die positie door gericht te werken aan innovaties in onder meer scheepsbouw, productie van halffabrikaten, financiële dienstverlening (wisselbanken, aandelen-beurzen) en oorlogsvoering. Immers, het was Maurits van Oranje die het proces van laden, richten en vuren van een musket opdeelde in stappen, waardoor zijn leger dodelijker bleek dan dat van de Spanjaarden die hij bestreed. Nederland was toen een vestigingsplaats voor vrije geesten. Het ontwikkelde zijn handelspotentieel met gebruik van nieuwe technologie. En natuurlijk waren er ook fiasco’s, een even groot fiasco als de internetzeepbel van een paar jaar geleden, was in de 17 e eeuw de tulpengekte..Op deze wijze aansluiting zoeken bij de huidige kenniseconomie (ook vanwege de budgetten).

[2] Een fysieke en/of virtuele maquette van Delft in de Gouden Eeuw kan een extra aantrekkelijke wijze zijn van presenteren. Zeker als deze ook interactief werkt.