VERDERE ONTWIKKELING GLASVEZELINFRASTRUCTUUR DELFT
1. Stand van zaken
In de afgelopen jaren is invulling gegeven aan de doelstelling in
het collegeprogramma 2002- 2006 om in 2006 een kwart van de Delftse adressen
aangesloten te hebben op een glasvezelinfrastructuur. De aanvankelijk ingezette
weg van het ontwikkelen van een glasvezelnetwerk, gericht op het aansluiten van
zoveel mogelijk Delftse woningen (Fiber to the Home) kon op onvoldoende
draagvlak bij andere organisaties rekenen. Daarom is in 2004 besloten, als
stimulerende tussenstap, de haalbaarheid van een vraagbundelingsproject te
onderzoeken. Dit mede naar aanleiding van een succesvol verlopen vergelijkbaar
project in Tilburg.
Vraagbundeling
De kern van een vraagbundelingsproject is, dat wordt uitgegaan van
een reeds bestaande vraag naar glasvezelverbindingen en niet van het
aanbodgericht model, dat uitgangspunt was bij de aanvankelijk beoogde Fiber to
the Home aanpak. Daar zou immers een product worden ontwikkeld en aangeboden,
waarvoor zoveel mogelijk gebruikers geworven zouden moeten worden.
Een daarop volgende verkenning naar de haalbaarheid van een
vraagbundelingsproject heeft er toe geleid, dat daadwerkelijk een project kon
worden gestart waarin uiteindelijk veertien organisaties en bedrijven
samenwerken. Het gaat om de Reinier de Graaf Groep, TNO, TU Delft, gemeente
Delft, Mondriaan Onderwijsgroep, Legermuseum Delft, Sophia Stichting
(revalidatiecentra), de drie Delftse middelbare scholen, de Delftse
basisscholen verenigd in DIA en drie ICT-bedrijven (West Consult, TNO-ITSEF,
TamTam).
Na een voorbereiding van ongeveer een half jaar, is in november
2004 de Europese aanbesteding van het project gestart, die op 12 januari 2005
eindigde. Voor de uitvoering van het project is advies- en ingenieursbureau
Expanding Visions ingeschakeld.
Zoals gezegd was het vraagbundelingsproject een tussenstap; het is
voor de gemeente steeds een nevendoel geweest om via het vraagbundelingsproject
de in het collegeprogramma geformuleerde ambitie om voor 2006 een kwart van de
Delftse adressen op glasvezel aan te sluiten, dichterbij te brengen.
Stichting Breedband Delft opdrachtgever
De Gemeente Delft is tot en met de publicatie van de aanbesteding
opdrachtgever geweest van de activiteiten van Expanding Visions. Tijdens de
aanbestedingsprocedure is het opdrachtgeverschap overgedragen aan de Stichting
Breedband Delft, een stichting opgericht door een aantal van de deelnemers van
het vraagbundelingsproject. Het stichtingsbestuur bestaat uit minimaal drie en
maximaal negen leden en wordt samengesteld vanuit de deelnemers aan het
project. Naast het bestuur is er een adviesraad waarin alle deelnemers aan het
vraagbundelingsproject vertegenwoordigd zijn. De gunning van de aanbesteding
wordt gedaan door de Stichting Breedband Delft, waarmee tevens de directe rol
de van de gemeente in het vraagbundelingsproject beëindigd is.
Vraagbundeling zonder subsidie
Het vraagbundelingsproject, zoals dat in 2005 door de Stichting
Breedband Delft gerealiseerd gaat worden, is voorgefinancierd door de gemeente
Delft en de deelnemende organisaties. De bijdragen van de deelnemende
organisaties (circa € 40.000) zijn een voorschot op de kosten die aan de
deelnemende organisaties worden berekend na realisatie van het project. De
uitgaven die de gemeente heeft gedaan voor het ontwikkelen van het
ondernemingsplan en het uitvoeren van de aanbesteding (circa € 110.000) worden
bij de oplevering van het project, medio 2005, aan de gemeente terugbetaald
vanuit de exploitatie van het glasvezelnet. De exploitatie van het
vraagbundelingsproject komt daarmee tot stand zonder subsidie van de gemeente.
Dat is van belang, omdat bestaande aanbieders op de telecommarkt alert zijn op
eventuele “marktverstorende subsidieverstrekking” van lokale overheden aan
glasvezelprojecten.
Bijdrage aan overgang koper-glas voor primair onderwijs
De overgang van een kopernet naar een glasvezelnet betekent voor
de Delftse basisscholen een flinke investering. Deze investering komt naast de
investeringen in de hardware die in de afgelopen jaren zijn gedaan en waarmee
de infrastructuur en de ict-organisatie van de Delftse basisscholen er toe
hebben geleid dat de Delftse organisatie een van de beste van Nederland is.
Tegenover de nieuwe investering in een glasvezelinfrastructuur staat
een betere kwaliteit van de verbinding, die ook mogelijkheden biedt voor nieuwe
diensten, zoals het intensiever gebruik maken van digitale
televisieuitzendingen voor onderwijsdoeleinden. Maar ook voor het beheer van
het scholennetwerk biedt een glasvezelnetwerk grote voordelen boven een koperen
verbinding. Zo hoeft bij een glasvezelnetwerk niet elke school een server en
een speciale serverruimte te hebben, omdat eenvoudiger gewerkt kan worden met
centrale servers, waardoor het beheer nog meer gecentraliseerd kan worden.
Bovendien kunnen in de scholen netwerkcomputers geplaatst worden, die veel
minder interessant zijn voor diefstal.
Deze voordelen zijn echter niet voldoende om de overgang van koper
naar glas geheel kostendekkend te maken. Om die reden is besloten om vanuit de
kabelreserve € 200.000 beschikbaar te stellen om de overgang van koper naar
glas bij het Delftse primaire onderwijs mogelijk te maken. De scholen zetten de
vergoeding die zij ontvangen van het ministerie voor internetgebruik volledig in
en betalen na de realisatie een hogere bijdrage voor de internetverbinding dan
thans. Zoals gezegd zijn de kosten van een glasvezelinfrastructuur voor de
scholen hoger, maar daar staan een hogere kwaliteit en betere gebruiks- en
exploitatiemogelijkheden tegenover. De deelname van de scholen is zowel in het
DIA-overleg als in Lokabel besproken. Een aantal scholen heeft aangegeven niet
mee te willen doen met het project.
2. Van vraagbundeling naar Fiber to the Home ?
Met de realisatie van het vraagbundelingsproject in de loop van
2005 komt de vraag aan de orde welke stappen gezet kunnen worden om de ambitie
van het collegeprogramma (in 2006 een kwart van de Delftse adressen aangesloten
op glasvezel) te realiseren. Voor een klein deel gebeurt dat door de huidige en
nieuwe deelnemers aan het vraagbundelingsproject. Maar, om een substantieel
aantal aansluitingen te realiseren is het noodzakelijk om grote aantallen
woningen (en bedrijven) aan te sluiten. Om dat mogelijk te maken, moet een voor
bewoners interessant aanbod ontwikkeld worden, waarin tenminste telefonie,
internet en radio & televisie zijn opgenomen. In het nu volgende overzicht
wordt aangegeven hoe enkele lopende Fiber to the Home projecten in het land
zijn opgezet en in welke mate deze aanslaan bij de bewoners.
In Almere, waar op initiatief van de gemeente een fiber
pilot is opgezet, zijn ruim 2000 aansluitingen gerealiseerd door de Almere
Fiber Company. Echter, tot op heden hebben van de 2000 potentiële abonnees zich
slechts 130 huishoudens[1]
aangemeld als afnemer van het pakket van telefonie, internet en televisie (ook
wel "tripple play" genoemd) dat voor € 80 per maand wordt aangeboden
en 25 bedrijven, die € 240 per maand betalen voor een abonnement. Dat geeft aan
dat de markt in Almere nog dun is. Of dat door de prijs van de het
combinatiepakket komt, door de onbekendheid, of het grotere vertrouwen in de
bestaande aanbieders, is nog niet duidelijk.
Een meer succesvolle aanpak leek in Appingedam tot stand te
komen, waar ongeveer een kwart van de huishoudens
zich had opgegeven voor een aansluiting op het lokaal te ontwikkelen
glasvezelnet tegen een vastrechttarief van € 28,85 en een of meer aanvullende
diensten, zoals internet, telefonie en televisie. Naast maandelijkse
besparingen op de abonnementskosten, levert het abonnement ook andere voordelen
op, zoals hogere internetsnelheden, digitale televisie, gratis bellen met de
andere deelnemers van het project en toegang tot nog te ontwikkelen diensten.
Het project in Appingedam stagneert nu, omdat Essent, de leverancier van
kabeltelevisie en internet in deze gemeente, een rechtszaak heeft gewonnen die
het had aangespannen tegen de (onderhandse) aanbestedingsprocedure en de
(gemeentelijke) financiering van het project. Op grond van de uitspraak in deze
rechtszaak heeft Appingedam nu eerst toestemming moeten vragen voor haar aanpak
aan de Europese Commissie. Deze geeft binnenkort een oordeel over de
rechtmatigheid van (de aanpak in) dit initiatief.
De aanpak die in Appingedam is gekozen, heeft echter wel bewezen
dat het mogelijk is een substantieel draagvlak (een kwart van de inwoners geeft
aan mee te doen nog voor het product zich heeft bewezen) te creëren voor een
tripple-play (televisie/radio, telefonie en internet) aanbod. Een ander
succesvol voorbeeld is Casanet, het glasvezelproject in Enschede dat is
opgezet vanuit de (vuurwerkramp)wijk Roomwijk. Daar krijgen de bewoners van de
nieuw gebouwde woningen een tripple-play pakket aangeboden voor € 60 per maand.
De participatie in dit project is inmiddels hoger dan 50 %. De initiatiefnemer
(een woningbouwvereniging) heeft berekend dat het break-even punt van het
project ligt bij 15.000 abonnees.
In Nuenen wordt ook een fiber-to-the-home project
gerealiseerd, dat aansluit bij het project Kenniswijk in Eindhoven. Het is door
de bewoners opgezet als een coöperatie onder de naam Ons Net en 97% van de 7500
woningen en bedrijven is aangesloten op het glasvezelnet. In Nuenen gaat de
snelle internetdienst via de glasvezel € 25 per maand kosten, maar door de subsidie
uit Kenniswijk, zijn de diensten het eerste jaar geheel gratis. De tarieven
voor telefonie en radio/televisie zijn nog niet bekend. Wel is al bekend dat
onderlinge telefoongesprekken tussen de abonnees van Ons Net geheel gratis
zijn. In het project Nuenen is ook duidelijk geworden dat de leveranciers van
televisiesignalen niet actief meewerken aan dit soort projecten. Daarom heeft
Ons Net zelf ontvangers voor televisiesignalen geplaatst. Er zijn in Nuenen ook
al proefuitzendingen geweest van lokale kerkdiensten en een wedstrijd van de
pupillen van de lokale voetbalvereniging. Daarmee laat men zien dat men met
recht Ons Net als naam voert.
In onder meer Arnhem, Amersfoort, Utrecht, Leiden en Soest gaat woningbouwvereniging
Portaal een pakket met tv, telefoon en internet aan haar huurders aanbieden
voor € 50 per maand. In Soest heeft 35 % van de huurders van Portaal een
abonnement aangevraagd. Als reactie daarop heeft Casema nu een aanbod gedaan om
dat pakket voor € 35 per maand te leveren, maar wel met een tien keer zo lage
internetsnelheid (0,85 Mb a-symmetrisch tegenover 10 Mb symmetrisch door
Portaal) en een smaller aanbod. Het tegenbod van Casema heeft niet geleid tot
een lagere belangstelling voor het aanbod van Portaal.
FttH in Delft
Op basis van de bovengeschetste ervaringen, kan worden
geconcludeerd dat het mogelijk is om een dienstenpakket te ontwikkelen waarin
bij grotere groepen bewoners geïnteresseerd zijn en ook is bewezen dat de
ontwikkeling van glasvezelplannen de concurrentie bevordert. Daarom wordt
voorgesteld om in Delft, na de realisatie van de glasvezelring en het afsluiten
van contracten met dienstenleveranciers voor het vraagbundelingsproject, in te
zetten op het aansluiten van woningen op het net van de SBD om de in het
collegeprogramma beschreven ambitie in 2006 zoveel mogelijk te halen.
Dat sluit aan bij de ambitie van Breedband Delft om een
marktplaats te laten ontstaan waarbij bestaande marktpartijen hun diensten
aanbieden aan de organisaties en bewoners die zijn aangesloten op het
glasvezelnetwerk in Delft.
Naast de twee woonblokjes en de woningen en bedrijven aan de Markt
die indertijd aangesloten zijn op een glasvezelinfrastructuur, wordt opnieuw
contact opgenomen met woningbouwverenigingen om met hen de mogelijkheid te
onderzoeken om bestaande flatgebouwen aan te sluiten op het glasvezelnetwerk.
Met name ingrijpende herstructurering van, zoals in de Poptahof, is een goede
gelegenheid om (ook als extra woonkwaliteit) tripple-play via glasvezel aan te
bieden aan de nieuwe huurders. Bovendien is het kostentechnisch het meest
haalbaar om flatgebouwen aan te sluiten.
De gesprekken met corporaties en bewoners kunnen nu worden gevoerd
tegen de achtergrond van een beschikbare infrastructuur en bovendien kan er ook
inzicht worden gegeven in de tarieven voor de verschillende vormen van
dienstverlening. De corporaties voldoen daarmee ook aan de minister van VROM,
die wel instemt met een actieve rol van de corporaties in het aanbieden van
diensten via een glasvezelinfrastructuur aan hun huurders, maar die de
woningbouwcorporaties niet wil toestaan zelf te investeren in een
glasvezelinfrastructuur buiten de woningen.
In eerste instantie zal worden voorgesteld een of meer
pilotprojecten op te zetten, naast renovatie bijvoorbeeld ook in een nieuwbouwproject.
Mochten die pilots zowel technische als organisatorisch succesvol en ook naar
tevredenheid van de huurders zijn, dan kan de uitrol van een glasvezelnet naar
de woningen van de woningbouwcorporaties mogelijk onderdeel uit gaan maken van
de prestatieafspraken. Daarnaast kan (bij een succesvolle pilot) ook
afgesproken worden dat alle woningen in nieuwbouwprojecten direct worden
aangesloten op een glasvezelnetwerk. Hoewel dit in veel gevallen niet formeel
afgedwongen kan worden, kan het voorschrijven van de aanleg van een passieve
glasvezelinfrastructuur (buizen zonder glasvezel tot in de meterkast)
kosten- en overlastbesparend werken en
de ontwikkeling van het aantal aansluitingen bevorderen.
Financiele aspecten
De gemeente heeft het vraagbundelingsproject tot op heden
voorgefinancierd. Zoals eerder al is aangegeven, is een deel van de kosten
(ongeveer eenderde) betaald door de deelnemers als voorschot op de kosten die
de deelnemende organisaties en bedrijven na realisatie voor hun rekening krijgen.
Indien het project na de aanbesteding onverhoopt niet tot realisatie zou
leiden, ontvangen de deelnemers hun bijdrage van in totaal ca € 40.000 niet
terug. De door de gemeente voorgefinancierde kosten (ca € 110.000) kunnen in
dat geval ook niet worden gedeclareerd bij de Stichting Breedband Delft. Indien
het project, zoals de verwachting is, na de aanbesteding wel leidt tot
realisatie, krijgt de gemeente de voorgefinancierde kosten vanuit de
exploitatie van het glasvezelnet terug betaald.
Het vraagbundelingsproject wordt gezamenlijk gefinancierd door de
deelnemers, die de kosten van de aanleg van de benodigde infrastructuur ofwel
in één keer betalen, of hun aandeel in de kosten van de aanleg door de
Stichting Breedband Delft laten
financieren, waarna ze vijftien jaar lang een maandelijkse vergoeding aan de
SBD betalen. De deelnemers die de aanleg in eens betalen, krijgen vijftien jaar
een gratis gebruiksrecht van de glasvezelinfrastructuur.
Wanneer organisaties niet kiezen voor een betaling ineens, moet
een externe financier ingeschakeld worden. Dat kan via de beherende Stichting
Breedband Delft (SBD) of via de deelnemende organisaties zelf, door “in eigen
kring” goedkoper geld te lenen om de kosten van de investering te betalen. In
dat geval betaalt de deelnemer voor de aanleg van het glasvezelnet niet
maandelijks aan SBD, maar aan de eigen financier. Dit kan interessant zijn voor
organisaties die toegang hebben tot fondsen die hen tegen een lagere rente geld
kunnen lenen dan de rente die een commerciële bank berekent voor de lening aan
de SBD.
Naar verwachting kiest ruim de helft van de deelnemers voor een
maandelijkse betaling. Zij sluiten dan een 15-jarig contract met SBD voor het
gebruik, het beheer en het onderhoud van de glasvezel. De vergoeding die zij
daarvoor betalen, bestaat onder andere uit een evenredig deel van de kosten van
de aan te leggen ring en de kosten van de ring naar de lokatie(s) van de
deelnemer. Alle deelnemers, dus ook de deelnemers die de aanlegkosten van de
glasvezel zelf financieren, betalen daarnaast maandelijks een bedrag voor
beheer en onderhoud van de glasvezel gedurende de 15-jarige looptijd van het
project.
Inkomsten gemeente
Naast opdrachtgever voor het vraagbundelingsproject, is de
gemeente ook afnemer en deelnemer. Via het vakteam ICT wordt het bestaande glasvezelnetwerk
verbeterd en wordt een klein deel overcapaciteit van het gemeentelijke
glasvezelnet in het project ingebracht. Voor het inbrengen van
glasvezelcapaciteit ontvangt de gemeente, c.q. het vakteam ICT, een vergoeding,
waarvan de hoogte wordt bepaald door de besparing die daarmee wordt
gerealiseerd bij de aanbesteding.
Wanneer het project zich gaat verbreden tot een Fiber to the Home
(FttH) project, kan de gemeente ook nog inkomsten tegemoet zien, zodra de twee
eerder genoemde woonblokjes en de woningen en de bedrijven op de Markt
aangesloten worden op het glasvezelnet. Bij het integreren van deze
infrastructuur in het vraagbundelingsproject kan de marktwaarde in rekening
worden gebracht bij de stichting Breedband Delft. De inkomsten die de gemeente
hierdoor ontvangt, worden gestort in de reserve Delft Kennisstad, die ook is
gebruikt voor de voorfinanciering. Daarmee blijven deze middelen als een soort
‘revolving fund’ beschikbaar voor de verdere ontwikkeling van het
breedbandbeleid.
Lening voor SBD
De stichting Breedband Delft moet voor het realiseren van het
glasvezelnetwerk geld lenen, omdat ruim de helft van de deelnemers kiest voor
een maandelijkse betaling en niet voor het zelf betalen van de kosten voor de
aansluiting van hun organisatie op het glasvezelnetwerk. Omdat de SBD geld moet
lenen om de aannemer te betalen, zijn inmiddels gesprekken gevoerd met banken
die bereid zijn als financier op te treden.
Voordeel door nieuwe deelnemers
Het vraagbundelingsproject start met de eerder genoemde veertien
deelnemers, die samen ongeveer 100 aansluitingen afnemen. Wanneer zich na de
gunning nieuwe deelnemers aanmelden voor het vraagbundelingsproject Breedband
Delft, betalen deze een entreevergoeding voor het gaan gebruiken van de
glasvezelinfrastructuur. Daarnaast zorgen nieuwe deelnemers ervoor dat de
kosten van de infrastructuur per deelnemer dalen, waardoor er een positief
saldo ontstaat binnen de exploitatie van de Stichting Breedband Delft. Dat
saldo komt - na aftrek van een percentage voor het voeden van een risicoreserve
– beschikbaar voor de deelnemers die op het moment van de aanbesteding
deelnemer waren in het vraagbundelingsproject. De terugbetaling gebeurt volgens
dezelfde verdeelsleutel die is afgesproken bij de verdeling van de kosten van
de aanleg. De deelnemers aan het vraagbundelingsproject hebben daarmee een
direct belang bij de uitbreiding van het aantal deelnemers in het project.
Aanbesteding actieve componenten en diensten
Naast de aanbesteding van de buizen en de glasvezel, wordt ook de
belichting van het glas en de te leveren diensten aanbesteed. De Europese
aanbesteding van de belichting is inmiddels gestart. Als een resultaat van de
M4-samenwerking tussen Dordrecht, Leiden, Zoetermeer en Delft wordt de
aanbesteding van de belichting en de diensten gezamenlijk met Dordrecht gedaan.
Dat betekent enerzijds een besparing op de kosten van het begeleidende
adviesbureau en anderzijds een groter aanbod en daarmee een kans op lagere
kosten voor de deelnemers.
3. Fiber to the Business (FttB)
Een klein aantal mkb-bedrijven participeert in het lopende
vraagbundelingsproject. Waarschijnlijk zullen zich meer ondernemers aanmelden
na de geslaagde realisatie van het glasvezelnet. Het gaat dan om ondernemingen die profiteren van de
kwalitatieve en kwantitatieve voordelen van de vraagbundeling ten opzichte van
het huidige aanbod vanuit de markt. Indien zich een relatief groot aantal
bedrijven aanmeldt als deelnemer in het vraagbundelingsinitiatief, zal worden
overwogen hiervoor een zelfstandige organisatorische vorm voor op te richten.
Een ander belangrijk punt bij FttB is de aanleg van een
glasvezelnet bij de (her)ontwikkeling van nieuwe bedrijfsterreinen en
kantoorlokaties, zoals Technoplis, Spoorzone, Station Zuid en herstructurering
Schieoevers. Met name voor een ontwikkeling als Technopolis Innovation Park is
de beschikbaarheid van een glasvezelinfrastructuur voor de zich daar in de
toekomst vestigende bedrijven een noodzaak. In de afspraken over de
ontwikkeling van Technopolis is daarom ook al opgenomen dat een dergelijke
infrastructuur wordt meegenomen bij de ontwikkeling. Onder de huidige
marktomstandigheden, zal elke provider zijn eigen glasvezelnet aan leggen. Zo
zijn er op Delftech Park glasvezels aangelegd door ten minste vier providers en
nu ook nog door de Stichting Breedband Delft. Zowel vanuit commercieel als
maatschappelijk oogpunt is het gewenst om slechts één glasvezelinfrastructuur
aan te leggen, net zoals er slechts één riolering, elektriciteitsnet of gasnet
wordt aangelegd. Wanneer bij het bouwrijp maken één glasvezelinfrastructuur
wordt aangelegd, bijvoorbeeld door een op te richten Technopolis
Glasvezel-organisatie en er tevens een "POP" (point of presence)
wordt gebouwd, dan kan deze pop functioneren als de Technopolis Exchange: de
plaats waar alle providers hun diensten aanbieden aan de bedrijven die zich op
Technopolis gaan vestigen. In plaats van het aanleggen van een eigen glasvezel,
maken de providers dan gebruik van de gezamenlijke glasvezelinfrastructuur.
Voor de ontwikkeling van een dergelijke glasvezelinfrastructuur op
Technopolis wordt een businessplan
ontwikkeld en daaraan gekoppeld de organisatie die de glasvezelinfrastructuur
gaat ontwikkelen. De bestaande providers worden uitgenodigd hierin te
participeren. De aanleg van de glasvezelinfrastructuur in Technopolis is
actueel, omdat dit jaar begonnen wordt met het bouwrijp maken. Voor de
ontwikkeling van een businessplan worden de gereserveerd middelen (€ 30.000)
binnen de reserve Delft Kennisstad aangewend. Wanneer het businessplan leidt
tot het oprichten van een glasvezelorganisatie kunnen deze voorbereidingskosten
(net als bij het vraagbundelingsproject) weer worden terugbetaald aan de
gemeente.
Een dergelijke aanpak zou ook kunnen worden gestimuleerd bij de
ontwikkeling van bijvoorbeeld Harnaschpolder, zowel voor het bedrijventerrein
als voor de woningbouwlokaties.
Bij ontwikkelingen waarbij de aanleg van een glasvezelverbinding
aan de orde is, zal in eerste instantie onderzocht worden of gebruik gemaakt
kan worden van het netwerk van de SBD. Recente voorbeelden waarbij dit speelt,
zijn de fusie van de brandweer van Delft en Rijswijk en het project
camerabewaking waarvoor een glasvezelverbinding tussen het politiebureau en het
stationsgebied nodig is.
4. Projectmanagement
Tot en met de aanbesteding ligt de aansturing van het project bij
de gemeente met ondersteuning van ingenieurs- en adviesbureau Expanding
Visions. Na de realisatie van het project zal er behoefte blijven aan een vorm
van management van de stichting. Bijvoorbeeld wanneer er knelpunten optreden
bij de exploitatie of het onderhoud, maar vooral voor het werven en inpassen
van nieuwe deelnemers. Voorts zorgt het management voor het voorbereiden van de
jaarcijfers en de begroting van de Stichting Breedband Delft en voor het
organiseren van de benodigde vergaderingen.
In de exploitatie van de SBD is rekening gehouden met een aantal
uren management van het project. De stuurgroep van het vraagbundelingsproject
heeft zich uitgesproken tegen het zelf in dienst nemen van medewerkers. Dat
betekent dat het (beperkte) management als dienst wordt ingekocht, bijvoorbeeld
bij een van de deelnemende organisaties. De gemeente Delft is bereid deze
diensten te leveren.
Naast de capaciteit die de gemeente eventueel beschikbaar stelt
aan de Stichting Breedband Delft, blijft binnen de gemeente tot en met maart
2006 een capaciteit van 8 uur per week beschikbaar voor de verdere
beleidsontwikkeling en projectleiding op het gebied van breedbandinfrastructuur
(onder andere uitbreiding naar de woningbouwverenigingen)en de ontwikkeling van
diensten. De kosten van de beleidsontwikkeling breedband komen ten laste van de
reserve Delft Kennisstad.
5. Ontwikkeling ZuidHollandNet
Door het Delftse vraagbundelingsproject ontstaan naast
verbindingen tussen gebouwen in Delft ook verbindingen naar andere steden,
zoals Rijswijk, Voorburg-Leidschendam, Naaldwijk en Den Haag. Omgekeerd geldt
dat via Glaslokaal, het Haagse vraagbundelingsproject voor het onderwijs, ook
weer verbindingen tussen steden ontstaan. Deze interstedelijke verbindingen
ontstaan min of meer spontaan als bijproduct van de lokale initiatieven. Via
het project ZuidHollandNet maakt de Kennisalliantie Zuid-Holland van het
verbinden van steden in Zuid-Holland, of beter gezegd het verbinden van
maatschappelijke instellingen en bedrijventerreinen in die steden, een
doelbewuste aanpak.
Met de ontwikkeling van een ZuidHollandNet ontstaat een
onafhankelijke glasvezelnetwerk in de provincie, dat ook voor scholen en
maatschappelijke instellingen die in kleinere gemeenten zijn gehuisvest goede
kansen biedt op aansluiting op het glasvezelnetwerk. Naast maatschappelijke
instellingen en scholen kunnen ook bedrijventerreinen aangesloten worden op het
glasvezelnetwerk.
Het tot stand komen van het ZuidHollandNet is ook voor veel
Delftse organisaties die regionaal georganiseerd zijn van belang. Daarom
ondersteunt de gemeente deze ontwikkeling door een deel van de toegezegde
subsidie aan de Kennisalliantie beschikbaar te stellen in de vorm van
projectmanagement voor het tot stand komen van het ZuidHollandNet. Omdat het
streven is om uiterlijk eind 2005 een zelfstandig opererende organisatie
opgezet te hebben voor de ontwikkeling van een Zuid-Hollandse
glasvezelinfrastructuur en omdat ook de huidige subsidierelatie dan afloopt,
zal tot eind 2005 8 uur breedbandprojectmanagement beschikbaar wordt gesteld
aan de Kennisalliantie Zuid-Holland als onderdeel van het totale
subsidiebudget.
6. Samenvatting
Nadat geruime tijd geleden de TU Delft de studentenwoningen heeft
aangesloten op een glasvezelnetwerk en de gemeente Delft het initiatief heeft
genomen voor een vraagbundelingsproject, zullen als volgende stappen de
ontwikkeling van Fiber to the Home en Fiber to the Business worden gestimuleerd:
a. Nu de realisatie van een onafhankelijk
Delfts glasvezelnet, waarop ongeveer 100 gebouwen worden aangesloten, voor de
deur staat, wordt het overleg met de Delftse woningcorporaties opnieuw gestart
om te onderzoeken of het haalbaar is (in eerste instantie) flatgebouwen en een
nieuwbouwcomplex aan te sluiten op het glasvezelnet en een pakket diensten aan
te (laten) bieden aan de bewoners van de flats. Als deze pilots gunstig
verlopen, wordt met de corporaties overleg gevoerd om het aansluiten van
bestaande woningen en de aanleg van glasvezel bij nieuwe woningen op te nemen
in de prestatieafspraken tussen corporaties en de gemeente. Daarmee wordt
actief ingezet op het realiseren van de doelstelling in het collegeprogramma om
in 2006 een kwart van de Delftse adressen op glasvezel aangesloten te hebben.
Het overleg met de corporaties vindt plaats in samenspraak met bestuur en
management van de stichting Breedband Delft, die verantwoordelijk is voor het
beheer van het Delftse glasvezelnet.
b. De gemeente Delft verkoopt, wanneer de
stichting Breedband Delft daarom verzoekt, de reeds aangelegde
glasvezelinfrastructuur rond twee woonblokjes en op de Markt tegen een reële
prijs aan de stichting.
c. Indien het bestuur van de stichting
Breedband Delft daarom vraagt, is de gemeente Delft in principe bereid tegen
vergoeding managementcapaciteit aan de stichting te leveren.
d. De terug te ontvangen
voorfinancieringskosten worden gestort in de reserve die is gebruikt als
dekking van de voorfinancieringen blijven beschikbaar voor breedbandbeleid. De
inbreng van de gemeentelijke glasvezel komt ten goede aan de activiteiten van
het vakteam ICT.
e. De gemeente neemt – als onderdeel van
het breedbandbeleid - het initiatief voor het ontwikkelen van een businessplan
voor het realiseren van een glasvezelnetwerk op Technopolis Innovation Park.
Dit concept wordt bij voorkeur in samenwerking met marktpartijen
(telecommunicatiebedrijven) opgezet en vervolgens ook bij andere bedrijfs- of
kantoorlocaties in Delft (en Harnaschpolder) gestimuleerd.
f. De gemeente Delft speelt een actieve
rol spelen in de ontwikkeling van een ZuidHollandNet waarmee de initiatieven in
verschillende steden in Zuid-Holland worden gekoppeld tot een onafhankelijk
glasvezelnet dat maatschappelijke organisaties en scholen in staat stelt aan te
sluiten op een glasvezelnet. Daartoe wordt in het kader van de
subsidieafspraken met de Kennisalliantie Zuid-Holland capaciteit voor
projectmanagement beschikbaar gesteld.
Concluderend wordt voorgesteld:
1.
in overleg te treden
met de corporaties om als pilot een of meer woonblokken aan te sluiten op het
glasvezelnet en bij een succesvolle afronding daarvan de aansluiting van
bestaande en nieuwe woningen eventueel op te nemen in de prestatieafspraken.
Daarnaast verdient het aanbeveling bij nieuwbouwprojecten de aanleg van de
passieve infrastructuur voor te schrijven;
2. de opbrengsten van de inbreng van
glasvezelinfrastructuur en de ontwikkeling van het vraagbundelingsproject terug
te storten in de reserves waar deze zijn voorgefinancierd en deze middelen
daarmee beschikbaar te houden voor het breedbandbeleid;
3. bij projecten/activiteiten waarvoor een glasvezel
nodig is, zoveel mogelijk gebruik te maken van het netwerk van Breedband Delft;
4. een businessplan te maken voor de ontwikkeling van
een glasvezelnetwerk (samen met marktpartijen) op Technopolis in te zetten en
de daar opgedane ervaringen ook te benutten bij andere bedrijfs- en
kantoorlocaties ;
5. een actieve bijdrage te leveren aan de ontwikkeling
van een ZuidHollandNet (een netwerk van lokale vraagbundelingsprojecten) en
daarvoor capaciteit beschikbaar te stellen aan de Kennisalliantie Zuid-Holland
als onderdeel van de toegezegde subsidie aan de Kennisalliantie.
Delft/CvL/maart2005