Stand van zaken Vermeercentrum juni 2005 voor de Commissie CKE&M

 

Inhoud:

1. Inleiding

2. Financiën Vermeercentrum

3. Stadsmarketing Delft

4. Werkgroep Inhoud

5. Subsidie en vierpartijenverslag

6. Risico-analyse

7. Afwijking van het garantie/leningbeleid

8. Planning

9. Voorstel

 

1. Inleiding

In deze nota geeft het College van B&W de laatste stand weer van de ontwikkelingen rond het Vermeercentrum.

Op 1 mei 2005 was de deadline voor de stichting Vermeer in Delft (hierna te noemen stichting Vermeer) verstreken. Het bedrag van € 1.200.000,- aan schriftelijke toezeggingen voor het Vermeercentrum was op die datum niet gehaald. Het College van B&W heeft toen de commissie CKE&M van 19 mei tijdens de mededelingen de vraag voorgelegd of de deadline van 1 mei kon worden verschoven naar 1 juni 2005.

De gemeenteraad heeft op 2 juni het college van B&W verzocht een nieuwe nota aan te bieden met de laatste stand van zaken.

Na nog enkele schriftelijke toezeggingen, heeft de stichting Vermeer momenteel voldaan aan het behalen van het benodigde bedrag aan sponsorgelden.

 

2. Financiën Vermeercentrum

Op 1 juni 2005 leek het er op dat de stichting Vermeer de

€ 1.200.000,- aan schriftelijke toezeggingen binnen had. Daarna bleek er onduidelijkheid te zijn over twee toezeggingen, waarvan onbekend was of dit leningen of donaties betroffen. Maar na enkele extra toezeggingen,  bedraagt het binnengekomen bedrag voor de stichting momenteel

€ 1.250.000,-

Dit bedrag en de schriftelijke toezeggingen zijn gecontroleerd en in orde bevonden door de controller van de gemeente.

Dit houdt in dat er nog € 150.000,- binnen moet komen voor 1 oktober om de grens van € 1.400.000,- te halen.

 

De stand in de fondsenwerving is als volgt:

21 december 2004                                € 700.000,-

1 maart 2005                                        € 823.423,-

1 juni 2005                                           € 1.110.000,-    

14 juni 2005                                         € 1.250.000,-

 

De gemeente heeft nog geen financieel risico gelopen inzake het Vermeercentrum. Met de stichting Vermeer is, bij het verschuiven van de deadline van 1 mei naar 1 juni, afgesproken dat zij (in tegenstelling tot wat in de nota van maart 2005 staat vermeld) pas na 1 juni een subsidie-aanvraag van

€ 100.000,- bij de gemeente zullen doen.

De gemeente zal dit bedrag pas aan de stichting Vermeer overmaken als:

-           de stichting het bedrag van € 1.200.000,- aan toezeggingen binnen heeft,

-           de stichting een deugdelijke subsidie-aanvraag heeft gedaan.

Deze deugdelijke aanvraag heeft de gemeente inmiddels ontvangen (ter inzage).

Het te lopen risico voor de gemeente blijft beperkt tot € 100.000,- tot 1 oktober 2005.

Na 1 oktober 2005, bij het “go-moment”, kan de stichting Vermeer de resterende € 380.000,- aanvragen. Aan de werkgroep Inhoud is namelijk door de raad op 24 maart jl. een werkbudget van € 20.000,- toegekend.

 

De heer van Wissen van Van Oosten & De Vette heeft op 19 mei aan de voorzitter van de stichting Vermeer laten weten geen bezwaar te hebben tegen het verschuiven van deadline naar 1 juni. Hij heeft ook mondeling toegezegd dat dit geen financiële consequenties heeft voor Van Oosten & De Vette en de stichting Vermeer. De gemeente loopt hier dus geen risico en heeft ook in de collegevergadering van 17 mei jl. aangegeven geen enkel risico te aanvaarden. 

 

3. Stadsmarketing Delft

Met de komst van een Vermeercentrum blijven er kansen voor Delft. De gemeente onderstreept het belang van een toeristische en culturele attractie over Johannes Vermeer. Een professioneel Vermeercentrum in het historische hart van Delft is een aanvulling op het aanbod voor bezoekers en toeristen en verbindt Vermeer op een doeltreffende manier aan Delft. Het centrum moet een doorverwijsfunctie krijgen; zowel naar de overige bezienswaardigheden in Delft waaronder de Gemeentemusea met de tijdgenoten van Vermeer als naar “the real thing”; de echte Vermeers in het Mauritshuis en het Rijksmuseum.

 

In het rapport “de identiteit van Delft” van Risbo Contractresearch en de Erasmus Universiteit Rotterdam uit 2004 wordt Vermeer als belangrijkste icoon van Delft genoemd, een “Unique Selling Point” voor Delft. In hetzelfde rapport wordt ook geconcludeerd dat Delft momenteel nog weinig met Vermeer doet.

Nu doet er een kans voor om een Vermeercentrum te realiseren, waar bezoekers op een laagdrempelige manier meer informatie over Vermeer en zijn leven kunnen krijgen. Een culturele attractie waarbij bezoekers even de Gouden Eeuw en het leven van Vermeer kunnen beleven.

Alles staat en valt met een goede uitvoering van het plan. Het centrum moet een goede naam opbouwen, zowel binnen als buiten Delft en moet bezoekers waar voor hun geld geven. Hier zal de stichting, samen met de gemeente en de Gemeentemusea continu voor blijven waken.

Om deze reden is ook de werkgroep Inhoud Vermeercentrum opgericht.

 

4. Werkgroep inhoud

De werkgroep Inhoud Vermeercentrum heeft op 3 mei 2005 een uitgewerkt plan aan B&W gepresenteerd hoe de inhoud van het centrum er uit kan zien en aanbevelingen gedaan (zie bijlage 1). Deze presentatie is ook beschikbaar voor de raad.

 

De modules die zijn / worden uitgewerkt betreffen:

- Vermeer en zijn stad

- Kleur, perspectief en licht

- Verhalen over Vermeer in intieme sfeer, het Lucasgilde[1].

 

De werkgroep bestaat uit: Daniëlle Lokin (directeur Gemeentemusea), Cees Vanwesenbeeck (directeur Regionaal Historisch Centrum), Paulus van Uythoven (sr. beleidsadviseur CKE), Anita Jansen (kunsthistoricus), Boy van de Wiel (bestuurslid stichting Vermeer in Delft) en Jorien Kaper (projectleider Vermeercentrum en secretaris werkgroep).

 

Het college van B&W heeft op 23 juni jl. ingestemd met de hoofdlijnen van de aanbevelingen en conclusie van de werkgroep inhoud, met dien verstande dat het college opdrachtgever is van de werkgroep inhoud.

De kunsthistorische inhoud van het Vermeercentrum zal op basis van de voorgestelde modules verder worden uitgewerkt. De modules vormen daarbij de basis van de presentaties die in het Vermeercentrum te zien zijn. Naast het bureau Totems wordt aan nog twee of drie (communicatie / multimedia) bureaus de opdracht geven een voorstel en offerte voor de verbeelding van de inhoud voor het Vermeercentrum in te dienen, met dien verstande dat de stichting Vermeer opdrachtgever is. Tevens zal de werkgroep inhoud een innovatief educatief programma voor het centrum laten ontwikkelen.

Het Vermeercentrum wordt gevraagd samen te werken met een groot aantal partijen in de stad, zodat er een verankering van het thema Vermeer in Delft komt. Een integrale aanpak Vermeer & Delft zal worden gestimuleerd voor de langere termijn (het Vermeercentrum mag geen eendagsvlieg worden). Deskundigheid op het gebied van het maken van tentoonstellingen en presentaties zal worden toegevoegd aan de stichting Vermeer. Deze persoon moet ook als opdrachtgever kunnen fungeren voor het bureau dat de verdere presentaties ontwikkelt.

Bovenstaande aanbevelingen zijn gekoppeld aan de subsidievoorwaarden voor de subsidie aan de stichting Vermeer.

 

Het Vermeercentrum in Delft staat of valt met een goede inhoud. Om internationaal, nationaal en regionaal een stevig Vermeercentrum neer te zetten is een betrouwbare inhoudelijke basis nodig. De werkgroep heeft deze basis gelegd met de modules van Anita Jansen. Deze modules zullen worden ontwikkeld door de uitvoerende bureaus. De werkgroep inhoud wordt een vervolgopdracht  gegeven om t/m 1 oktober 2005 de hierna genoemde taken te vervullen. De werkgroep zal een programma van eisen op stellen voor de bureaus die de presentaties voor het Vermeercentrum ontwerpen/ontwikkelen. Tevens zal de werkgroep als adviseur fungeren (t/m oktober) voor de “pitch” tussen de drie bureaus en - in samenwerking met de stichting Vermeer - de uiteindelijke keuze voor een van de bureaus te maken. Het programma Vermeer & Delft zal worden geconcretiseerd en er zullen voorstellen voor samenwerkingsovereenkomsten worden geformuleerd. Tenslotte zal in samenwerking met de stichting Vermeer een aantal uitgewerkte presentaties (inhoudelijk en beeldend) worden vertoond (uitgevoerd door een van de drie bureaus).

 

5. Subsidie Vermeercentrum en vierpartijenverslag

Om daadwerkelijk voor subsidie in aanmerking te komen heeft de stichting een formele aanvraag bij de gemeente gedaan.[2] (Subsidie-aanvraag schriftelijk ter inzage).

 

Voor de Gemeente blijven de afspraken uit het vierpartijenverslag het  uitgangspunt, ook al hebben ze geen juridische status.

 

De hoofdlijnen van het vierpartijenverslag zijn:

 

Oude afspraken vierpartijenverslag

 

q       In maart wordt de ‘go’gegeven om het Vermeercentrum te bouwen

q       Op 1 mei 2005 en op 1 oktober 2005 zijn opties tot ‘no-go’ beschikbaar voor de stichting Vermeer in Delft.

q       de ‘no-go’ op die beide data houdt in dat de stichting alsnog zonder schadeloosstelling op 1 mei kan besluiten tot het afzien van de huur van een Vermeercentrum. Bij de no-go van 1 oktober moet door de stichting een beperkte schadevergoeding worden betaald aan de ontwikkelaar.

q       de ‘no-go’ van 1 mei 2005 wordt ingeroepen als de stichting Vermeer in Delft op die datum minder dan € 1,2 miljoen aan schriftelijk aantoonbare toezeggingen heeft ontvangen. Dit grensbedrag is voor de tweede deadline (1 oktober 2005) gesteld op € 1,4 miljoen.

q       De financieringsbehoefte is totaal € 1,8 miljoen. Als op 1 oktober 2005 geen gebruik gemaakt is van de ‘no-go’ optie zal de gemeente maximaal € 0,1 miljoen lenen aan de stichting, zo mogelijk via SVN. De Rabobank zal het restant van maximaal € 0,3 miljoen lenen aan de stichting. Toezeggingen na 1 oktober zullen allereerst leiden tot aflossing op die leningen (eerst gemeentelijke en vervolgens Rabobank). Naar oordeel van de Rabobank is de leencapaciteit van de stichting € 400.000,- groot.

 

 

Tot 1 oktober wordt maximaal € 100.000 (onder voorwaarden) beschikbaar gesteld, na een “go” op 1 oktober wordt de resterende subsidie en de eventueel noodzakelijke SVN lening a € 100.000,-

 

De verdeling van het beschikbaar budget (€ 500.000,-) is daarmee als volgt:

 

Werkgroep inhoud

€ 20.000,-

1e tranche subsidie

 Maximaal € 100.000,-

2e tranche subsidie

€ 380.000,-

 

De besteding van zowel de 1e als de 2e tranche zal onderhevig zijn aan monitoring door de gemeente (in de aanvraag door de stichting zal een transparant bestedingsvoorstel moeten zijn opgenomen).

 

Subsidievoorwaarden 1e tranche

 

Op 15 juni 2005 heeft de stichting Vermercentrum een formele subsidie-aanvraag bij de gemeente gedaan. Voorgesteld wordt om maximaal

€ 100.000,-  aan subsidie te verlenen voor de volgende gelimiteerde bestedingsdoeleinden:

1.       Ontwikkelen presentaties
Het verder ontwikkelen van de inhoudelijke presentaties

2.       Professionele fondsenwerving
Het aantrekken van een professionele fondsenwerver om het resterende bedrag te werven.

3.       Planvoorbereiding
De bouwkundige voorbereiding van het Centrum

 

Wegens de btw plicht van de stichting maakt btw op offertes en facturen geen deel uit van de uit te betalen subsidie.

 

Voorwaarden voor verstrekking zijn:

q       De stichting vrijwaart de gemeente van ieder aansprakelijkheid jegens derden bij het niet doorgang vinden van het Vermeercentrum.

q       De gemeente kan bij het niet doorgang vinden van het Vermeercentrum  door middel van een kostenloze licentie over de presentaties beschikken. Het is de verantwoordelijkheid van de stichting om het eigendomsrecht van de presentaties te krijgen (stichting = eigenaar presentaties).

q       Een voorstel tot het inschakelen van een professionele fondsenwerver  voor 15 juli bij de gemeente is ingediend.

 

Subsidievoorwaarden 2e tranche

De subsidievoorwaarden voor de 2e tranche vallen uiteen in 2 delen: Financiële randvoorwaarden en een aantal kwantitatieve en kwalitatieve randvoorwaarden die in een uitvoeringsovereenkomst die aan de subsidie verstrekking wort gekoppeld worden vastgelegd.

 

Financiële randvoorwaarden

Om voor verdere subsidiering in aanmerking te komen dient de stichting op of voor 1 oktober schriftelijk aantoonbaar € 1.400.000,- aan niet terugvorderbare toezeggingen (in de vorm van giften, sponsoring, subsidie, in natura etc) te hebben ontvangen. Tevens dienen deze toezeggingen geen tegenstrijdige condities te bevatten. Het bestuur van de stichting bevestigt schriftelijk dat het betreffende bedrag in de vorm van niet terugvorderbare toezeggingen is ontvangen.

 

Kwantitatieve en kwalitatieve randvoorwaarden

Onderstaande subsidievoorwaarden zijn bedoeld als aanzet om de kwalitatieve eisen van de gemeente te formuleren. Dit wordt opgenomen in een aan de subsidiebeschikkingen te koppelen uitvoeringsovereenkomst, ondertekend door de gemeente Delft (wethouder EZ en toerisme) en stichting Vermeer Delft (voorzitter). Hieraan worden ook kwantitatieve doelstellingen (bezoekersaantallen) toegevoegd.

 

-                   Goedgekeurd bedrijfsplan met:

o        visie / missie / doelstellingen

o        inhoudelijk sterk concept waaruit blijkt wat de bezoeker gaat zien / beleven

o        organisatiestructuur

o        heldere profielschets directeur

o        kwalitatief hoogwaardige presentaties

o        beheer gebouw / huisvesting

o        dekkende begroting en exploitatieprognose 

o        sponsorplan

o        communicatieplan

-                   Vastgelegde samenwerking met:

o        Gemeentemusea, Delft Marketing, TU Delft; Regionaal Historisch Centrum,;

o        (Inter)nationale musea (oa. Mauritshuis en Rijksmuseum) en instellingen met expertise op het gebied van Vermeer (netwerkfunctie / kenniscentrum);

o        bedrijven op het gebied van technologie en nieuwe media in het kader van Delft Kennisstad (bijvoorbeeld met (startende) bedrijven uit area 015 of Bacinol).

 

-                   Transparant bestedingsvoorstel  met te realiseren doelstellingen of uit te voeren activiteiten (voor de 1e, 2e en definitieve subsidie bedragen).

-                   Gegeven de tijdsplanning dient de werving van de directeur voor de exploitatiefase per 1 oktober 2005 te zijn afgerond.

 

-          Wegens de btw plicht van de stichting maakt btw op offertes en facturen geen deel uit van de uit te betalen subsidie.

 

-                    Jaarlijkse rapportage aan gemeenteraad (beleids/bedrijfsplannen, begroting en jaarrekening) voor een periode van 10 jaar (t/m 2016).

-          De stichting dient te voldoen aan de verplichtingen op grond van de Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten van gemeente Delft.

Monitoring

De monitoring van de prestaties van het Vermeercentrum (bezoekers-aantallen, inhoudelijke presentaties, samenwerkingsverbanden etc.) wordt opgenomen in de subsidie-overeenkomst.

De werkgroep Inhoud heeft een concept en een basis voor de inhoud gelegd. Dit wordt aan de commissie CKE&M van 28 juni gepresenteerd. 

 

Voorgesteld wordt:

-          Akkoord te gaan met de subsidieverstrekking van € 100.000 (onder de in de nota opgenomen voorwaarden) tot 1 oktober.

-          Akkoord te gaan met de subsidieverstrekking van € 380.000 (onder de in de nota opgenomen voorwaarden die vastgelegd worden in een uitvoeringsovereenkomst) op 1 oktober indien op die datum geen gebruik wordt gemaakt van de optie tot ‘no-go’. 

 

6. Risico-analyse: onveranderd

Aan de verstrekking van een lening en subsidie aan de stichting Vermeer blijven risico’s verbonden. In hoofdzaak kun je die onderscheiden in:

-          het risico dat de gemeente maximaal € 100.000 subsidie (en € 20.000 aan de werkgroep inhoud) besteedt en de stichting er uiteindelijk niet in slaagt om de benodigde investeringssubsidies bij elkaar te krijgen (‘no-go’ op 1 oktober 2004);

-          het risico dat het centrum er komt, maar er sprake is van een structureel exploitatietekort (waarbij nu uitgegaan wordt van de schatting dat een kostendekkende exploitatie kan worden gerealiseerd met 65.000 betalende bezoekers per jaar (entree € 8,-). Doordat vooralsnog de initiële investering is teruggebracht, is dit risico toegenomen.

Bij deze analyse is enkel naar de financiën van het Vermeercentrum gekeken, zonder dat hierbij rekening is gehouden met de positieve economische en culturele effecten van een Vermeercentrum voor de stad Delft.

 

7. Afwijking van het garantie-/leningbeleid

Het beleid voor gemeentegaranties of een lening houdt in dat maximale zekerheden verkregen moeten worden alvorens overgegaan mag worden tot het verstrekken van een gemeentegarantie/lening. In dit geval is de waarde van de zekerheden gering. Het pand is immers een huurpand, waardoor van hypotheek geen sprake kan zijn. De executiewaarde in euro’s (itt tot de culturele waarde) van tentoonstellingsmateriaal en de kopieën van schilderen van Vermeer zal niet hoog zijn. Feitelijk wordt bij toekenning van deze gemeentegarantie/lening dus niet voldaan aan de gemeentelijke voorwaarden voor het verstrekken van gemeentegaranties/leningen.

 

Het college is bevoegd om gemeentegaranties/leningen van deze omvang af te geven, en gemotiveerd af te wijken van voorwaarden. De motivatie is:

-          het onder 5 (kansen Stadsmarketing) genoemde;

-          het nadrukkelijk beperken van de kans dat de gemeente op de € 100.000 wordt aangesproken, met name door middel van de afbouwregeling (toezeggingen groter dan € 1,4 miljoen leiden direct tot afbouw van de gemeentelijke lening)

 

Voorgesteld wordt:

-          Akkoord te gaan met het verstrekken van een lening (onder de in de nota opgenomen voorwaarden), zo mogelijk SVN, tot een maximum van € 100.000 op 1 oktober indien op die datum geen gebruik wordt gemaakt van de optie tot ‘no-go’. 

 

8. Planning

De volgende deadline voor de stichting ligt op 1 oktober 2005. Dan moet de stichting een bedrag van € 1.400.000,- aan schriftelijke toezeggingen hebben. Als dit het geval is, kan de stichting doorgaan en een subsidie-aanvraag van € 380.000,- indienen volgens bovenstaande voorwaarden.

1 oktober is ook de uiterste datum voor Van Oosten en De Vette. Mocht de stichting niet door kunnen gaan, moet de stichting een beperkte schadevergoeding aan de projectontwikkelaar betalen voor gemaakte kosten. De gemeenteraad wordt 29 september geïnformeerd over de laatste stand van zaken.

De opening van het Vermeercentrum staat gepland op 8 april 2006.

In de periode tussen 1 oktober ’05 en 8 april ’06 werkt de stichting aan de voorbereidingen voor opening van het Vermeercentrum.

 

Voorstel

 

Voorgesteld wordt:

1)                Akkoord te gaan met de voortgang van het Vermeercentrum omdat de stichting € 1.250.000,- aan schriftelijke toezeggingen had gecontroleerd en in orde bevonden.

2)                In te stemmen met de hoofdlijn uit de notitie van de werkgroep inhoud met inachtneming van de opmerkingen van het college;

3)                Akkoord te gaan met de subsidieverstrekking van € 100.000 (onder de in de nota opgenomen voorwaarden) tot 1 oktober.

4)                Akkoord te gaan met de subsidieverstrekking van € 380.000 (onder de in de nota opgenomen voorwaarden die vastgelegd worden in een uitvoeringsovereenkomst) na 1 oktober indien op die datum wordt voldaan aan de voorwaarden voor de “go”-optie. 

5)                Akkoord te gaan met het verstrekken van een lening (onder de in de nota opgenomen voorwaarden), zo mogelijk SVN, tot een maximum van € 100.000 na 1 oktober indien op die datum wordt voldaan aan de voorwaarden voor de “go”-optie. 

 

 

 

 

 

 

 



[1] Mocht het Vermeercentrum onverhoopt niet doorgaan, zijn deze modules altijd nog elders in Delft(se Musea) te gebruiken.

 

[2] Aanvraag zal plaatsvinden in 2 delen, in juni  2005 € 100.000,- en afhankelijk van de “no-go” in oktober 2005 € 380.000,-