Geacht College,
Tijdens de planontwikkeling rond de uitbreiding van Ikea, de verkeers-situatie
en de stedenbouwkundige infrastructuur, heeft het College gevraagd te
onderzoeken of een mogelijke kunsttoepassing een toegevoegde waarde kan zijn
voor de inrichting van de openbare ruimte, als ‘entree’ naar het centrum van
Delft.
De
ervaring uit het eerdere ontwerpproces leerde dat de benadering om het gehele
plangebied erbij te betrekken, en dus een integraal ontwerp met inbegrip van
een kunsttoepassing, af te leveren, een (te) ambitieuze operatie bleek.
Een nieuwe opdracht is gegeven aan het kunstenaarsduo Berkman en Janssens (www.berkman-janssens.nl) met de
beperking zich te concentreren op het viaduct A13/Ikea.
Voor u ligt een voorstel om akkoord te gaan met het Voorlopig Ontwerp van de
kunstenaars Berkman en Janssens voor het Viaduct/Ikea onder de A13 verder uit
te werken in een Definitief Ontwerp.
Voorstel:
1.
Akkoord
gaan om het vakteam CKE Berkman en Janssens op te dragen verder te gaan met het
uitwerken van het VO naar een DO dat op 12 juli in het College van B&W
wordt gepresenteerd.
2.
Akkoord
te gaan met dekking van de kosten van € 10.000,=. voor de uitwerking van
het VO naar een DO vanuit budget Ikea Kunsttoepassing (projectnr.35400001).
3.
Accoord
te gaan om in het DO de financiële haalbaarheid vast te stellen van de (meer)
kosten van het meenemen van (de schildering van) plafonds, pilaren en het
effect van de verlichting voor een optimaal beeldend resultaat.
De
kunstenaressen Berkman en Janssens (uit Utrecht) zijn gevraagd een Voorlopig
Ontwerp (VO) te maken. Zij hebben veel ervaring met het transformeren van
viaducten in kunstwerken (o.a. Betuweroute A15,Grote Haarse Kade, Gorkum).
Bij de opdracht is aangegeven dat het maximale budget van de kunsttoepassing Є200.000,= bedraagt (dekking
reserve beeldende kunst).
Centraal stond de vraag : “ kan het viaduct een aangename entree voor Delft
worden?” Een aangename entree houdt een
belofte in. Het ontwerp voor de onderdoorgang dient daartoe onder meer
ruimtescheppend te zijn (d.m.v. kleur, vorm, perspectief) en het moet zodanig
vanuit eenvoud zijn ontwikkeld dat het voor de gebruiker/ passant te bevatten
valt.
De illusie van ruimte is één van de aandachtspunten in de schilderijen van
Johannes Vermeer. Berkman en Janssens lieten zich al eerder inspireren door de
tegelvloertjes die in het werk van Vermeer voorkomen en een ruimtewerking
suggereren.
Ook de tafels en de lichtval in het werk van Vermeer vormen inspiratie-bronnen
voor het voorlopig ontwerp van de onderdoorgang te Delft. Stadspoorten en de
aanrijroutes van dorpen en steden werden in het verleden en ook nu nog vaak
gesierd door vaassculpturen, bloembakken en dergelijke. In de 17de-eeuwse
schilderkunst werd overvloed onder meer uitgebeeld in bloemstillevens, waarbij
uitbundige boeketten samengesteld uit zowel inheemse als uitheemse bloemen in
prachtige siervazen werden afgebeeld. Maar niet alleen op schilderijen, ook op
tegeltableaus die behalve in Delfts Blauw ook in majolicakleuren (o.m. groen,
goudgeel, oranjerood) werden uitgevoerd.
Bovenstaande
zijn de belangrijkste uitgangspunten voor het voorlopig ontwerp, dat nog verder
uitgewerkt dient te worden waar het gaat om de vraag of het uiteindelijke beeld
grafisch dan wel vlakmatig interessant moet zijn, of er al dan niet met
coulissen gewerkt gaat worden, hoe eenheid of ritme in variatie wordt
verkregen, welke tonen van de drie hoofdkleuren gekozen worden en hoe de pilaren
in de onderdoorgang bij het ontwerp voor de wanden zullen worden betrokken.
Bijgevoegd zijn enkele ‘tekeningen’ die dit werkproces illustreren.
Berkman
en Janssens hebben reeds in de fase van het voorlopig ontwerp gekeken naar
materialen in verband met de uitvoerbaarheid en haal-baarheid van het project
binnen het gestelde budget. In plaats van tegels zijn ‘Alliance’ platen, dwz.
geëmailleerd staal beter geschikt en beproefd.
Voor
een optimaal beeld zouden ook de plafonds (in ieder geval die terzijde van de
wanden) en de pilaren geschilderd moeten worden en zou er gekeken moeten worden
naar het effect van de verlichting, waarbij een doorlopende lichtlijn
aanbeveling verdient.
Bovengenoemde uitgangspunten van het VO worden in het concept Definitief Ontwerp(DO)
in een sterk beeldend resultaat vastgelegd. Dit concept DO wordt midden juli
2005 aan B&W gepresenteerd.
Andere
randvoorwaarden voor uitwerking naar DO
Het viaduct is eigendom van Rijkswaterstaat, die positief tegenover het idee
staat (zonder daar overigens budget aan te verbinden). In de meeste gevallen
wordt na oplevering de opdrachtgever de eigenaar. De intentie is om het
eigenaarschap bij Rijkswaterstaat te laten, dat de gemeente de aanschaf
mogelijk maakt van de kunsttoepassing en dat het beheer vervolgens bij
Rijkswaterstaat wordt ondergebracht. Met Rijkswaterstaat zullen de
consequenties van e.e.a. nog worden besproken, definitieve toestemming is nog
nodig, evenals afspraken over onderhoud en beheer, schade en vernieling.
Ook
de wijze van informatie naar en communicatie met de Delftse bevolking zal
onderdeel zijn van het DO.
En in het DO zal de financiële haalbaarheid worden vastgesteld van de (meer)
kosten van het meenemen van (de schildering van) plafonds, pilaren en het effect van de verlichting
voor een optimaal beeldend resultaat.
Risico: niet op tijd gereed om aan te kunnen sluiten
bij overige werkzaamheden plangebied. Beheersmaatregel: op gezette tijden
afstemmen met projectteam IKEA INFRA.
Risico:
onduidelijkheid over wie het kunstwerk uiteindelijk gaat beheren/onderhouden.
Beheersmaatregel: Vroegtijdig afspraken maken met Rijkswaterstaat (=eigenaar
viaduct), zowel over het eigenaarschap als over het beheer.
Risico:
te maken kunsttoepassing sluit niet aan op overige gebied. Beheersmaatregel:
afstemmen planvorming met betrokken partijen.
Om
deze beheersmaatregelen goed te kunnen bewaken, maken IB, Projecten en Civiel
onderdeel uit van de projectgroep ‘Entree van Delft’.
Hoogachtend,
Paulus van Uythoven
Vakteam
Cultuur, Kennis, Economie