Wijkzaken & Projecten
december 2005
Samenvatting en Conclusies
1-
Inleiding
2-
Economisch functioneren
1-
Detailhandel
1-
Aanbod
2-
Economisch Functioneren
2-
Bezoekersaantallen
3-
Beoordeling bezoekers
3- Bereikbaarheid
1.
Aantal parkeerplaatsen + parkeerbezetting
2.
Vergunningensysteem Autoluwe Binnenstad
3.
Functioneren Autoluw-plus
4.
Functioneren runshop-plaatsen
5.
Bereikbaarheid gehandicapten
6.
Handhaving
7.
Gebruik Openbaar Vervoer / Delftpendel
8.
Fietsgebruik
9.
Vervoerswijze keuze
10. Beoordeling
bereikbaarheid algemeen
4-
Gebruikersevaluatie Markt
5-
Leefbaarheid
1. Bewoners
Binnenstad
2. Bewoners
overig Delft
6-
Diversen
1. Communicatie
2.
Nadeelcompensatie
3.
De Schil
Op 29 juni 2000 is de
gemeenteraad akkoord gegaan met de nota “Bereikbare binnenstad – parkeerbeleid
sleutel tot autoluw-plus”. Vastgesteld
is toen om te beginnen met fase 1 van de uitvoering, bestaande uit met name het
autoluw-plus maken van het Noordelijk Winkelgebied en het instellen van een
nieuw parkeerregime. Conform goedgekeurd wijzigingsvoorstel nr. 2 is toen
eveneens afgesproken dat niet eerder gestart zou worden met de uitvoering van
de volgende fase van het Autoluw (plus) maken van de binnenstad voordat de
uitkomsten van de evaluatie van de eerdere fase afgewogen zijn.
Na afweging van fase 1,
het autoluw (plus) maken van de Noordelijke binnenstad heeft de Gemeenteraad op
27 maart 2003 besloten tot de start van fase 2, het autoluw maken van de
Markt. Op 22 september 2004 is besloten
om in het najaar van 2005 gezamenlijk de invoering van de fases 2 en 3 te evalueren,
aangezien met name de voorbereiding en uitvoering van projecten min of meer
gelijke tred hielden.
Voor u ligt nu deze evaluatie van de invoering van
de autoluwe binnenstad tot nu toe. De inhoud van het rapport is voor een niet
onbelangrijk deel overgenomen uit de externe monitoring, zoals uitgevoerd onder
supervisie van de Stichting Centrum Management Delft. Dit externe rapport is
geheel bijgevoegd als Bijlage 1. Daarnaast zijn echter zoveel mogelijk concrete
feiten en meningen van betrokkenen verzameld, die met de autoluwe binnenstad te
maken hebben.
De belangrijkste conclusies zijn als volgt:
De meeste mensen zijn in principe tevreden over de
invoering van de autoluwe binnenstad: drie van de vier bewonersorganisaties,
verreweg de meeste bezoekers en ook ondernemers vinden de binnenstad
aantrekkelijker geworden. Ook de inwoners van de binnenstad zelf zijn tevreden
over de woonsituatie, terwijl Delftenaren een ruim voldoende cijfer geven voor
de aantrekkelijkheid van de binnenstad als geheel. In 2005 was de score met een 7,8 voor bewoners en een 7,7 voor
bezoekers hoger dan voorheen (7,7 resp. 7,4 in 2000).
Kritiek op een aantal uitvoeringsaspecten ervan
bestaat nog steeds, maar in veel mindere mate dan 3 jaar geleden.
Met name met betrekking tot het economisch
functioneren van de detailhandel in de niet-dagelijkse goederen valt tot heden
geen positieve ontwikkeling te constateren. Op basis van de analyse van DHV
dient dit te worden toegeschreven aan het sterk toegenomen detailhandelsaanbod
in de regio in de afgelopen jaren en zeker niet aan de realisatie van de
autoluwe binnenstad. Zo is in de economische sectoren toerisme
(hotelovernachtingen), dagelijkse goederen en horeca wél een duidelijke
verbetering te constateren. De in
toenemende mate positieve waardering
van bezoekers en bewoners van Delft , alsmede andere uit de evaluatie op te
merken “trends”, wijzen er op dat de realisatie van de autoluwe binnenstad de
teruggang van de binnenstad als koopgebied kan doen keren. De zeer gunstige
resultaten en beoordeling van de recente herinrichting van de Markt zijn
daarvoor mede een belangrijke graadmeter.
Het detailhandelsaanbod in de Delftse binnenstad is al (te) lang weinig
dynamisch: het breidt zich qua breedte en kwaliteit van de branchering nauwelijks
uit. De opening van Zuidpoort heeft daarin voor eerst een verandering gebracht.
Hier lijkt sprake van een vicieuze cirkel, waarbij de aantrekkelijkheid voor
het winkelpubliek alleen kan toenemen bij een significante verbetering van het
detailhandelsaanbod, terwijl nieuwe, gewenste, winkelvestigingen méér publiek
nodig hebben om te kunnen bestaan. Het veel nadrukkelijker stimuleren en
“belonen” van nieuwe vestigingen binnen de gewenste branche en kwaliteitsklasse
zal nodig zijn om deze situatie te doorbreken. Met het consequent verder versterken
van zowel aantrekkelijkheid door (autoluwe) herinrichting in samenhang met het
(verder) verbeteren van de bereikbaarheid voor álle vervoerwijzen, neemt de
kans op succes daarbij toe. Zowel objectief als subjectief is nu een eerste
verbetering van de autobereikbaarheid vastgesteld. Een (verdere) verbetering van de bereikbaarheid van de binnenstad
draagt duidelijk bij aan een positiever oordeel over de binnenstad als geheel.
Met de realisatie van de Koepoortgarage, de aanleg van tramlijn 19 en de in uitvoering
zijnde uitbreiding en verbeteringen van de fietsenstallingen worden daarin
thans belangrijke stappen gezet.
Op basis van bovenstaande algemene conclusies mag
van de afronding van de autoluwe binnenstad met uitvoering van fase 4 een
positief effect worden verwacht:
a)
op het aspect van bereikbaarheid (netto toename met
ca 200 bezoekersparkeerplaatsen, betere vindbaarheid), als ook
b)
verdere verbetering van het oordeel over de
aantrekkelijkheid van de binnenstad, en
c)
in samenhang met andere specifiek economische
stimuleringsmaatregelen een versterking van het detailhandelsaanbod in het
centrale en noordelijke deel van het winkelgebied.
Deelconclusies ten aanzien van het economisch
functioneren van de binnenstad luiden als volgt:
-
Uit het Koopstromenonderzoek blijkt dat de
vloerproductiviteit wat betreft niet-dagelijkse goederen in de periode
2000-2004 gedaald is met 13%, terwijl landelijk sprake was van een daling met
5%. Dit is een gevolg van een combinatie van teruglopende kooporiëntatie van de
Delftse bevolking op de binnenstad goederen in deze periode – als gevolg van
een sterke toename van het detailhandelsaanbod in de regio - alsmede een
teruglopend landelijk bestedingsniveau in deze sector.
-
De situatie in de dagelijkse goederensector is
zonder meer rooskleurig te noemen.
-
Er zijn geen indicaties dat de situatie voor de
niet-dagelijkse goederen in 2005 ten opzichte van 2004 is verbeterd. De
bezoekerstellingen wijzen zelfs op een teruggang in het aantal bezoekers in de
binnenstad. Helaas laten de onderzochte gegevens uit de verschillende enquêtes
zich dermate slecht vergelijken dat harde conclusies uit het recente
bestedingsbedrag nauwelijks te trekken zijn. De indicatie is echter dat de
bestedingen in de niet-dagelijkse goederen in 2005 niet toegenomen zijn. De
betekenis van de binnenstad als koopgebied is iets toegenomen bij bezoekers en
men komt iets vaker in de oude binnenstad dan voorheen, maar het effect van het
Zuidpoortgebied is (nog) onvoldoende om te kunnen stellen dat er sprake is van
een positieve ontwikkeling.
-
Het aanbod van de detailhandel heeft zich in de
loop der jaren nauwelijks ontwikkeld, niet in positieve noch in negatieve zin.
Met de invulling van het Zuidpoortgebied is daarin enige verandering gekomen.
-
Er is nauwelijks sprake van (structurele) leegstand
in de binnenstad; met 20 panden is de leegstand zelfs de laagste sinds dit
periodiek wordt bijgehouden (1998).
-
Het aantal toeristen dat de binnenstad van Delft
bezoekt vertoont een duidelijk stijgende lijn sinds 2000.
-
Het aandeel bezoekers met winkelmotief was 61% in
2005 verleken met 55% in 2000, hetgeen duidt op een aantrekkelijker gebied om
te winkelen.
-
De groep bezoekers van buiten Delft groeit, het
geen duidt op (voor eerst weer) een licht toenemende regiofunctie. (bewoners
van Delft zélf laten het echter als bezoekers van de eigen binnenstad vaker
afweten.)
-
De herinrichting van de Markt heeft een duidelijk
positief effect gehad op het economisch functioneren van daar aan gelegen
bedrijven.
-
De horecasector draait goed.
Deelconclusies ten aanzien van de bereikbaarheid
zijn als volgt:
-
Het aantal beschikbare parkeerplaatsen is conform
de planning toegenomen met bijna 200. Door de realisatie van de Zuidpoortgarage
is het totale aantal parkeerplaatsen in de binnenstad voor het eerst sinds
jaren weer hoger dan in het jaar 2000.
-
De bezettingsgraad van vergunninghoudersplaatsen is
met name op de vrijdag en zaterdagen nog steeds hoog. Inwoners hebben met name
problemen met het vinden van parkeerplaatsen in de vroege avonduren, op
zaterdag en in toenemende mate ook op de zondag.
-
De bezettingsgraad van bezoekersparkeerplaatsen is
ten opzichte van het gemiddelde van de voorgaande jaren iets afgenomen. De
Phoenixgarage is wél zeer hoog bezet. De Zuidpoortgarage heeft (buiten de
piektijd op een deel van de zaterdagmiddag) nog ruim capaciteit en de
bezettingsgraad van de parkeerplaatsen onder het spoorviaduct is afgenomen. Dit
duidt er op dat op dit moment de capaciteit aan bezoekersparkeerplaatsen niet
de (eerste) beperkende factor is voor een bezoek aan de binnenstad. Op de
piektijd op de zaterdagmiddag zijn gemiddeld nog ca 100 parkeerplaatsen
beschikbaar, buiten deze piektijd 300 plaatsen of meer (zie bijlage)
-
Het algemene oordeel over bereikbaarheid per auto
scoort iets hoger dan de jaren ervoor – inclusief het jaar 2000 - maar zit met
een 5,7 nog steeds op een onvoldoende.
-
Ook het oordeel over parkeertarieven is verbeterd,
maar scoort als enige criterium met een 4,5 nog steeds een ruime onvoldoende.
-
Het percentage bezoekers dat met de fiets een
bezoek brengt aan de binnenstad is de laatste jaren sterk toegenomen. Het
aantal en de kwaliteit van de fietsenstallingsplaatsen is reeds fors
toegenomen, maar dient nog verder vergroot, c.q. verbeterd te worden.
-
Het oordeel over de parkeergarages is uitermate
positief.
-
Het aantal uitgegeven parkeervergunningen aan
bewoners is de laatste 5 jaar min of meer hetzelfde gebleven. Ook het aantal
structurele- en incidentele ontheffingen voor het autoluwe plus gedeelte van de
binnenstad is nauwelijks veranderd.
-
De gehandicapten zijn over het algemeen tevreden
over de autoluwe binnenstad.
-
De handhaving is de laatste jaren verbeterd, maar
blijft zeer noodzakelijk zeker ten aanzien van de fout-parkeerders nabij de
ingangen van het autoluwe plus gedeelte van de binnenstad en op de 30km limiet
in de hele binnenstad. Speciale aandacht voor handhaving is nodig op
Marktdagen.
Uit de gebruiksevaluatie van de Markt blijkt dat de meningen en ervaringen over
de autoluwe herinrichting van de Markt zonder uitzondering positief te noemen
zijn. Dit heeft met name betrekking op een verhoogde omzet van horeca en
detailhandel, een stijgend aantal bezoekers en een veel betere sfeer. Aan een
aantal genoemde detailpunten moet blijvend gewerkt worden.
Ook uit het DIP blijkt dat 90%
van de respondenten uit geheel Delft de herinrichting van de Markt een
vooruitgang vindt.
1-
Voorstel is om fase 4 van de autoluwe binnenstad,
zoals gepland in 2000, te starten ná oplevering van de Koepoortgarage. Daarmee
ontstaat een toename van netto ca 200 bezoekersparkeerplaatsen (320 nieuw, -/-
ca 120 op te heffen). De bouw van de Koepoort garage is (na recente positieve
uitspraak van de voorzieningenrechter) thans onomkeerbaar en is intussen
gestart. Oplevering is gepland medio 2007. De concrete voorstellen betreffende
fase 4 staan vermeld in een aparte nota waarover separaat wordt besloten.
2-
Gezien het feit dat met name het functioneren van
de detailhandel in de niet-dagelijkse goederen nog geen duidelijk positieve
ontwikkeling doormaakt wordt aanbevolen om al het mogelijke te doen om een
extra economische impuls aan de binnenstad te geven. Hierbij wordt met name
gedacht aan een verbeterd stadsmarketing beleid, een pro-actief
brancheringsbeleid en de oprichting van een Vastgoed Ontwikkelingsmaatschappij.
(zie opsomming te onderzoeken maatregelen hieronder).
3-
Aanbevolen wordt om –nu ook de realisatie van de
Spoorzone zeker is gesteld- de parkeercapaciteit onder het nieuw te bouwen
stadskantoor aan de Houttuinen, nabij de Binnenwatersloot, nadrukkelijk aan te
duiden als extra bezoekersparkeercapaciteit (ad ca 300 parkeerplaatsen) voor de
binnenstad (inclusief stationsomgeving). Realisatie is thans voorzien per 2012.
4-
In de komende collegeperiode extern advies in te
winnen omtrent nut, noodzaak en haalbaarheid van een noord-garage in de
omgeving van het Koningsplein/Nieuwe Plantage, welke voor bezoekers komende
vanaf de noordzijde van de binnenstad een entrée voor de binnenstad zal zijn.
Deze voorziening zou daarmee tevens vervanging kunnen zijn voor het huidige
bezoekersparkeren op de Paardenmarkt.
5-
Na afronding van fase 4 zullen er nog slechts een
beperkt aantal bezoekersparkeerplaatsen en mixparkeerplaatsen verspreid door de
binnenstad aanwezig zijn, los van de –te behouden- 39 runshopplaatsen en de
parkeerterreinen, zoals de Paardenmarkt. Aanbevolen wordt voor die resterende
verspreide bezoekersparkeerplaatsen één regime van kort parkeren (1 uur
parkeertijd) in te voeren. Daarmee ontstaat een voor de bezoeker eenvoudig en
helder uitgangspunt: alléén kort parkeren kan nog op maaiveld in de binnenstad,
voor langere parkeerduur is men op de garages en terreinen aangewezen.
6-
Bewoners ervaren in de vroege avonduren en op
zaterdag en zondag een forse parkeerdruk. Aanbevolen wordt om met ingangsdatum
voorafgaand aan de realisatie van fase 4, voor de vergunninghouders in de
binnenstad een regeling te treffen waarbij deze in de avond- en nachturen in
alle drie de parkeergarages kunnen parkeren, als vaste faciliteit van de
standaard binnenstadsvergunning.
7-
Het gratis parkeren op de zondag levert voor
vergunninghouders in toenemende mate een probleem op. Voorstel is echter om
desondanks op zondag (nog) geen systeem van gereguleerd parkeren in te voeren
vanwege een gebrek aan algemeen draagvlak bij binnenstadsbewoners en met name
ondernemers.
8-
Aanbevolen wordt zo spoedig mogelijk over te gaan
tot realisatie van de voorstellen van de ANWB inzake een betere bebording
richting (parkeergarages in de) binnenstad.
9-
Aanbevolen wordt om met kracht de uitvoering van het
fietsactieplan II ter hand te nemen voor wat betreft de voor de binnenstad
relevante aspecten. Mogelijk kunnen sommige maatregelen daaruit verder versneld
worden.
10-
Nu dit het laatste moment van monitoring is geweest
wat betreft de invoering van de autoluwe binnenstad wordt aanbevolen om tot een
voorstel te komen om over te stappen op een goede algemene vorm van monitoring
– bij voorkeur uitgevoerd door de gemeente in samenwerking met de Stichting
Centrum Management Delft.
11-
Aanbevolen wordt om diverse op- en aanmerkingen van
de gebruikers van de Markt, ondernemers, zowel als bewonersorganisaties, zoals
die in deze evaluatie naar voren zijn gekomen nader te bestuderen op hun
haalbaarheid en in goede communicatie met betrokken partijen vervolgstappen te
nemen.
Lijst van te onderzoeken
aanvullende stimuleringsmaatregelen:
-
Versterken van de gerichte binnenstadsmarketing,
zoals onder meer:
-
uitbreiden (frekwentie en/of verspreidingsgebied)
van de huis-aan-huiskrant “Naar Delft” en deze versterken met publieksacties en
aanbiedingen.
-
Aanvullende binnenstadspromotie gericht op de eigen
inwoners.
-
Versterking van de promotie van gebruik van de
P-garages door “uitrij-arrangementen” te ontwikkelen i.s.m. ondernemers.
-
Snel oprichten van de VOM-binnenstad en starten met
aankoopstrategie (voorstel in februari 2006 in besluitvorming)
-
Instellen van een vestigings- en verhuispremie voor
gewenste (binnen branche en kwaliteitsklasse) detailhandelsvestigingen in het
autoluw-plus gebied. (voorstel thans meegenomen in de parallel aangeboden
brancheringsnota binnenstad)
-
Goede tijdelijke voorziening voor toeristenbussen
gedurende bouwtijd van de Koepoortgarage (intussen geregeld op DSM-terrein).
-
Opnieuw (tijdelijk) instellen van een pendelbus op
de zaterdag, vanaf een logische parkeerlocatie, in elk geval voor de duur van
de bouw van de Koepoortgarage.
-
Korting, of eventueel gratis openbaar vervoer
binnen Delft op de zaterdag(middag).
-
Versterking van de organisatie (en
organisatiegraad) van de detailhandel, mogelijk te verankeren in/aan het SCMD.
1- INLEIDING
Het gemeentebestuur van
Delft heeft in 1992 een proces van kwaliteitsverbetering van de binnenstad in
gang gezet. De belangrijkste actiepunten in de jaren daarna waren:
- het versterken van
attractie-assen (met onder meer aandacht voor monumenten, het verwijderen van
dichte rolluiken, en de planontwikkeling Zuidpoort-gebied);
-
aandacht voor inrichting en beheer van de openbare
ruimte;
-
alternatief vinden voor parkerende toeristenbussen;
en
-
het verbeteren van de communicatie met betrokkenen.
In november 1998 is
vervolgens een grote binnenstadsconferentie gehouden met als onderwerp “De
Delftse Binnenstad, de kwaliteitssprong naar de volgende eeuw”. Met kwaliteitsverbetering
werd destijds het volgende beoogd:
-
het behouden en versterken van de historische
kwaliteit van de binnenstad;
-
het behouden en versterken van het kleinschalig
karakter;
-
het verbeteren van het woon- en leefklimaat;
-
het bieden van een gastvrije omgeving voor een
breed scala aan functies;
-
het realiseren van een aangenaam verblijfsklimaat;
en
-
het versterken van het totale economisch
functioneren.
Conform de door de Raad
vastgestelde geaccepteerde aanbevelingen van deze binnenstadsconferentie
(28/01/99) zijn daaropvolgend in het vastgestelde plan van aanpak van het
binnenstadsmanagement diverse projecten opgenomen, die uiteindelijk hebben
geleid tot de nota “Bereikbare binnenstad – parkeerbeleid sleutel tot
autoluw-plus”.
Met deze nota is de
gemeenteraad akkoord gegaan op 29 juni 2000, met inbegrip van de 24 wijzigingen
daarop. Vastgesteld is toen om te beginnen met fase 1 van de uitvoering,
bestaande uit met name het autoluw-plus maken van het Noordelijk Winkelgebied
en het instellen van een nieuw parkeerregime. Conform goedgekeurd
wijzigingsvoorstel nr. 2 is destijds afgesproken dat niet eerder gestart zou
worden met de uitvoering van de volgende fase van het Autoluw (plus) maken van
de binnenstad voordat de uitkomsten van de evaluatie van de eerdere fase
afgewogen zijn.
Na afweging van fase 1,
het autoluw (plus) maken van de Noordelijke binnenstad heeft de Gemeenteraad op
27 maart 2003 besloten tot de start van fase 2, het autoluw maken van de Markt.
Op 22 september 2004 is
vervolgens besloten om in het najaar van 2005 gezamenlijk de invoering van de
fases 2 en 3 te evalueren, aangezien met name de voorbereiding en uitvoering
van projecten min of meer gelijke tred hielden.
Voor u ligt nu deze
evaluatie van de invoering van de autoluwe binnenstad tot nu toe. De informatie
tot en met 2002 is grotendeels overgenomen uit de eerdere evaluatie
Als relevante data kunnen
verder genoemd worden:
-
de oplevering Phoenix-garage: april 2001
-
invoering voetgangersgebied (juridisch): 1 juli
2001
-
invoering pollers noordelijk winkelgebied (fysieke
afsluiting): 14 januari 2002
-
herinrichting en autoluw maken Markt officieel
voltooid: 15 mei 2004
-
oplevering Zuidpoort-garage – 19 november 2004
-
opening winkels Zuidpoort gebied – 25 maart 2005
-
oplevering Koepoort-garage – verwacht: medio 2007.
Rond het parkeren zijn in 2000 de volgende
knelpunten onderscheiden:
1- Bezoekers
en ondernemers ervaren een slechte bereikbaarheid van de binnenstad;
2-
Parkeerplaatsen liggen verspreid, gevolg:
zoekverkeer;
3-
Verkeersveiligheid is een probleem als gevolg van
ongewenst parkeergedrag op voetgangersgedeelten in de openbare ruimte;
4-
Parkeerbelangen bewoners, versus van bezoekers en
bedrijven;
5- Economische
schade als gevolg van de als slecht ervaren bereikbaarheid;
6- Parkeerverwijzing
wordt als onvoldoende ervaren;
7- Vrachtverkeer
veroorzaakt schade aan de infrastructuur;
8- Gehandicapten
betalen parkeergeld (in tegenstelling tot omliggende gemeenten)
9- Hinderlijke
parkeerdruk voor bewoners, met name tussen 18.00 en 19.00uur.
Deze gesignaleerde knelpunten waren gebaseerd op
opmerkingen, suggesties en klachten van bewonersgroepen, individuele bewoners,
gebruikers en ondernemers.
Deze knelpunten, gecombineerd met de eerder
genoemde (6) doelstellingen hebben geleid tot de volgende drie
hoofddoelstellingen die te maken hebben met de gewenste kwaliteitsverbetering
van de binnenstad:
1- Bevorderen van het totale
economisch functioneren;
2- Binnenstad aantrekkelijker
maken voor bezoekers (mede door goede bereikbaarheid);
3- Verbeteren van de
leefbaarheid.
Deze evaluatieve nota is volgens deze indeling opgebouwd.
Om de evaluatie zo
objectief mogelijk te laten verlopen is gekozen voor een monitoringstraject
geleid door de in 1998 opgerichte Stichting Centrum Management Delft (SCMD).
Deze heeft gekozen voor een jaarlijkse monitoring, uitgevoerd door een
onpartijdig, extern bureau. Tot en met 2003 is dit gebeurd door de BRO. In 2004
is besloten om geen aparte monitoring uit te laten voeren. In 2005 is de
monitoring gedaan door een ander extern buro, nl. DHV. Dit laatste rapport is
separaat beschikbaar als Bijlage I.
Veel van de in deze nota
gepresenteerde gegevens zijn dan ook afkomstig uit de externe rapporten,
bestaande uit vijf meetmomenten: in november 2000 de nul-meting, november 2001 de
1-meting, november 2002 de 1+ meting, november 2003 de 2-meting en oktober 2005
de 3-meting. Het voordeel van deze door
de SCMD zorgvuldig begeleide metingen is dat ze zich door de jaren heen laten
vergelijken, waarmee opzijn minst een beeld van de ontwikkelingen door de tijd
ontstaat (verwerkt in Bijlage I).
Daarnaast zijn deze
evaluatie zoveel mogelijk concrete feiten verzameld, die met de autoluwe
binnenstad te maken hebben. Tenslotte zijn de thema’s “bereikbaarheid” en “leefbaarheid” aangevuld met diverse
onderzoeken via het Delft Internet Panel, alsmede open vragenlijsten +
gesprekken met bewonersorganisaties, ondernemers, controleurs openbare ruimte,
de politie en anderen. Deze min of meer
persoonlijke ervaringen zijn van groot belang voor deze evaluatie al moet
daarbij worden gesteld dat het niet eenvoudig is om positieve- dan wel
negatieve ervaringen direct, c.q. causaal te koppelen aan specifieke
maatregelen, die te maken hebben met de introductie van de autoluwe binnenstad.
Verslagen van deze gesprekken en ervaringen zijn zoveel mogelijk in de Bijlagen
verzameld om aldus een evenwichtig beeld te schetsen over hoe gedacht wordt
over diverse aspecten van het binnenstadsbeleid.
2. ECONOMISCH FUNCTIONEREN
2.1
Detailhandel
2.1.1 Aanbod
De binnenstad telt in 2005 350 winkels, die
gezamenlijk ruim 52.300 m2 verkoop vloeroppervlak (vvo) beslaan, ca.
150m2 gemiddeld per winkel. Het overgrote deel van zowel de winkels als de
winkelruimte behoort tot de niet-dagelijkse artikelensector, ca. 80% / vvo (Zie
Bijlage II.1).
Sinds 2000 is het aantal winkels in de Delftse
binnenstad vrijwel constant gebleven.
Tabel 2.1 – Winkelbranchering in de binnenstad 2000
– 2005, in m2 w.v.o (Bron: Locatus)
|
|
|
|
|
|
|
2000 |
2.001 |
2002 |
2.003 |
2005 |
Dagelijkse goederen |
|
|
|
|
|
Winkelvloeroppervlak |
7.775 |
7.990 |
7.390 |
6.850 |
10.130 |
Aantal vestigingen |
59 |
61 |
60 |
57 |
67 |
Gemiddeld
per winkel |
132 |
131 |
123 |
120 |
151 |
Niet-dagelijkse goederen |
|
|
|
|
|
Winkelvloeroppervlak |
38.225 |
38.495 |
38.450 |
36.570 |
41.951 |
Aantal vestigingen |
280 |
291 |
291 |
291 |
283 |
Gemiddeld
per winkel |
137 |
132 |
132 |
126 |
148 |
Totaal |
46.191 |
46.677 |
46.023 |
43.597 |
52.299 |
Sinds de opening van 13 winkels in het Zuidpoort
gebied is het winkeloppervlak met ruim 8.000m2 toegenomen. Dit is
een stijging van bijna 20% ten opzichte van 2003, en 13% ten opzichte van 2000.
De toename van het winkelaanbod betreft vooral filiaalbedrijven met een
relatief groot winkelvloeroppervlak.
Ondanks dat kent Delft nog altijd minder winkels en
een kleiner totaal winkelvloeroppervlak dan in qua inwonertal vergelijk steden.
Het aanbod per hoofd per 1.000 inwoners in Delft centrum bedraagt 539m2
in de niet-dagelijkse goederensector in vergelijking met de 695 m2
per 1000 inwoners in referentieplaatsen. Dit heeft te maken met de locatie in
een historische binnenstad en het verhoudt zich goed tot de doelstelling om
“het kleinschalige en historische karakter van de binnenstad te behouden”.
Uit brancheringsgegevens van Locatus (zie bv.
Figuur 3.1 uit Bijlage 1) blijkt dat het laatste jaar vooral het dagelijks
winkelareaal met bijna 30% sterk gegroeid is.
Binnen de niet-dagelijkse sector zijn vooral de modische en
schoenenbranches gegroeid (> 20%), sport en spelwinkels (16%), wit- en
bruingoed (34%) en het meer specialistische winkelareaal in de
verzamelcategorie overige detailhandel (46%). De sterke ‘stijgers’ zijn
overigens dezelfde branches die in de periode 2000 – 2003 juist de ‘dalers’
waren en vice versa.
Het aantal keten- en filiaalbedrijven is tussen
2000 en 2005 vrijwel gelijk gebleven. In 2005 behoort 53% van het
winkelvloeroppervlak en 27% van het aantal winkelvestigingen tot een
ketenorganisatie. Daarmee ligt het iets onder het Nederlandse gemiddelde (met
57% resp. 34%).
De leegstand in de binnenstad is het laatste jaar
sterk afgenomen. Uit Locatus-bestanden (zie Bijlage II.1) blijkt dat er slechts
20 winkelpanden leeg staan. Dit wordt bevestigd door veldobservaties en het
ambtelijke pandenoverleg. Dit is 7% van de 350 panden bestemd voor detailhandel
en slechts 3% als alle “overige functies”, zoals horeca wordt meegenomen.
Tenslotte kan worden opgemerkt dat een breed scala
aan (publieksgerichte) functies is behouden met een lichte groei in de horeca.
Van een serieuze verbreding van het winkelaanbod is echter geen sprake geweest.
2.1.2 Economisch
functioneren
Het primaire draagvlak voor de winkelvoorzieningen
wordt gevormd door de eigen bevolking en die van de direct omliggende
gemeenten. Met 95.036 inwoners per 1 januari 2005 is het draagvlak van
Delftenaren iets teruggelopen, met name vanwege een grenswijziging waarbij een
gedeelte van Delft is opgegaan in de gemeente Midden-Delfland. Het regionale
verzorgingsgebied kent een stabiele bevolkingsontwikkeling en die in de regio
Haaglanden kent een vrij sterke groei door de bouw van de VINEX-wijken.
De bevolkingssamenstelling in Delft is kenmerkend
voor een typische studentenstad met een relatief hoog aandeel alleenstaande
mannelijke huishoudens in de categorie tussen 20 en 29 jaar. Het gemiddeld
besteedbaar inkomen per huishouden ligt in Delft ca. 1% lager dan het
landelijke gemiddelde, terwijl in de regio Haaglanden het gemiddelde ruim 6%
hoger ligt.
Tussen 1999 en 2004 is het areaal winkelaanbod in
de dagelijkse en niet-dagelijkse branches met respectievelijk 15% en 25%
toegenomen, terwijl het aantal winkelvestigingen nagenoeg gelijk is gebleven.
In de regio Delft/Westland is in deze periode het winkelareaaal gegroeid met
37% (bron: Koopstromenonderzoek, Goudappel Coffeng, 2004). Belangrijke
winkelgebieden in de regio, die de afgelopen 4 jaar uitgebreid en/of
gerenoveerd zijn, zijn Rijswijk/In de Boogaard (+ 14% wvo) en Pijnacker-Centrum
(bijna 2 keer zo groot).
Tegelijkertijd is het winkelareaal in Delft-centrum
afgenomen. Pas na het koopstromenonderzoek (KSO), in 2005, is hierin
verandering opgetreden door de realisatie van het Zuidpoortgebie d.
Een overzicht van de koopkrachtbinding uit het KSO
is te zien in Tabel 2.2.
Tabel 2.2
Koopkrachtbinding- en toevloeiing binnenstad Delft 1999 – 2004 |
||
|
1999 |
2004 |
Koopkrachtbinding uit gemeente aan Delft totaal |
|
|
Dagelijks |
99% |
93% |
Niet-dagelijks |
79% |
69% |
Koopkrachtbinding uit gemeente aan binnenstad |
|
|
Dagelijks |
30% |
29% |
Niet-dagelijks |
50% |
38% |
Toevloeiing van buiten de gemeente aan binnenstad |
|
|
Dagelijks |
9% |
9% |
Niet-dagelijks |
26% |
32% |
Bron: BRO (1999) Koopstromenonderzoek
Zuid-Holland en Goudappel Coffeng (2004) KSO Randstad |
Voor zowel de dagelijkse artikelen als de
niet-dagelijkse artikelen is te zien dat de oriëntatie van de inwoners van
Delft op het totaal van de eigen voorzieningen binnen de hele gemeente met 6
resp. 10 procentpunt is afgenomen.
De mate waarin dagelijkse inkopen in de binnenstad
worden gekocht is in deze periode nauwelijks veranderd, maar de
koopkrachtbinding van de Delftenaren is voor niet-dagelijkse artikelen gedaald
van 50% naar slechts 38%. Delftenaren zijn voor hun niet-dagelijkse aankopen
binnen de regio meer georiënteerd geraakt op het in de afgelopen jaren sterk
toegenomen winkelaanbod in de regio. Zo was de oriëntatie in 1999 bijvoorbeeld
relatief laag op Rijswijk In de Boogaard (3%) door de toenmalige verbouwing. In
2004 was de oriëntatie op de Boogaard met 6% tweemaal zo hoog. Ook de
oriëntatie op Den Haag is wat toegenomen (resp. 4% in 2000 en 5% in 2004), maar
wat afgenomen op Rotterdam (resp. 7% in 2000 en 5% in 2004).
Voor inwoners van plaatsen rondom Delft is de
Delftse binnenstad als aankoopplaats daarentegen een stuk belangrijker
geworden. Voor plaatsen uit de 1e ring is de oriëntatie voor niet
dagelijkse goederen als volgt: Schipluiden 22%, Pijnacker 11%, De Lier 4% en Rijswijk
2%.
Om de omzetontwikkelingen in de Delftse binnenstad
te vergelijken met heel Nederland wordt in hetzelfde Koopstromenonderzoek een
overzicht gegeven van de toonbankbestedingen in heel Nederland. Hieruit blijkt
dat er een duidelijke toename van de bestedingen is te constateren in de
dagelijkse sector (+ 14% in 2005, vergeleken met 2000), maar een vrij forse
daling in de niet-dagelijkse sector. Per 2004 en per 2005 ligt het
bestedingenniveau in deze sector landelijk respectievelijk 6% en 10% onder dat
van 2000.
Het ligt voor de hand dat een combinatie van dit
gegeven alsmede eerder genoemde dalende oriëntatie van de eigen bevolking leidt
tot een toenemende omzet in de dagelijkse goederen en een afnemende omzet in de
niet-dagelijkse goederen.
De vloerproductiviteit in de niet-dagelijkse sector
is in de binnenstad met 13% afgenomen in deze periode, terwijl er landelijk
sprake was van een afname van 5% (KSO 2004).
Tabel 2.3 Economisch
functioneren detailhandel Delft-binnenstad, 1999 - 2004
|
Dagelijkse goederen |
Niet-dagelijkse goederen |
||
|
1999 |
2004 |
1999 |
2004 |
Koopkrachtbinding uit gemeente |
30% |
29% |
50% |
38% |
Koopkrachttoevloeiing |
9% |
9% |
26% |
32% |
Omzet |
€ 54 miljoen |
€ 63 miljoen |
€ 143 miljoen |
€ 128 miljoen |
Vloerproductiviteit |
€ 8.304 |
€ 8.945 |
€ 3.948 |
€ 3.425 |
Bron: KSO 1999, KSO 2004
Tot zover de gegevens tot en met 2004. Op basis van
overige indicatoren, met name de wederom gehouden (ca. 960) enquêtes is
onderzocht of de economische situatie er na de realisatie van het
Zuidpoortgebied wederom is gewijzigd.
Aan de bezoekers is hiertoe onder andere gevraagd
of zij iets uitgegeven hebben en zo ja, hoeveel. Tabel 2.4 geeft een overzicht
van de antwoorden.
Tabel 2.4 Gemiddeld besteed bedrag in
binnenstad naar bestedingscategorie en naar herkomst bezoeker, excl. niet-kopers,
in €, 2005 (Bron: DHV) |
|||||
|
Sector |
||||
Herkomstgebied |
Dagelijks |
Niet-dagelijks |
Markt |
Horeca |
Cultureel |
Delft |
20,54 |
52,01 |
16,54 |
9,07 |
54,67 |
1e ring |
10,75 |
54,00 |
5,50 |
5,53 |
0,00 |
Elders Nederland |
10,92 |
79,15 |
6,89 |
10,50 |
5,43 |
Buitenland |
0,00 |
25,00 |
2,00 |
3,00 |
4,00 |
Totaal
|
18,85 |
56,63 |
14,44 |
9,17 |
18,73 |
Per kopende bezoeker wordt in Delft gemiddeld €
40,- uitgegeven per bezoek. In 2000 was dit € 59,-. Deze cijfers zijn echter,
zoals ook aangegeven in het rapport van DHV, niet goed vergelijkbaar met
eerdere jaren. Daar waar in eerdere jaren met name personen zijn ondervraagd
die nadrukkelijk de stad uitliepen lijkt men zich in 2005 nadrukkelijker
beperkt te hebben tot de vraag “Hoeveel heeft u tot nu toe uitgegeven”, waarbij
relatief gezien meer mensen die zich nog maar korte tijd in de binnenstad
bevonden zijn betrokken geweest. DHV noemt dit een “onvolledige kooptrip”.
Gegevens uit 2005 over de gemiddelde bezoekduur van ge-enquêteerden bevestigen
deze analyse. Volgens het externe rapport is het verschil derhalve indicatief:
“er afname, maar de exacte omvang laat
zich niet uit de cijfers afleiden.” Zelfs deze conclusie kan echter betwijfeld
worden, want als cijfers niet vergelijkbaar zijn lijkt het onmogelijk te
stellen dat er sprake is van een negatieve ontwikkeling. ALS de cijfers
inderdaad de feiten zouden weergeven – dan lijkt het gerechtvaardigd te stellen
dat met een toevoeging van ca. 20% van het vloeroppervlak vele negatieve
signalen hierover de gemeente bereikt zouden moeten hebben. Dat is echter niet
het geval.
Het verschil in bestedingscategorie is voorts voor
een belangrijk deel te verklaren door de landelijke ontwikkeling van afname van
de toonbankbestedingen in niet-dagelijkse goederen, zoals hierboven reeds
uiteen is gezet.
De conclusie die op basis hiervan getrokken wordt
is dat de situatie in kan worden is dat er nog geen sprake lijkt te zijn van een dermate positieve ontwikkeling in
2005 dat de negatieve tendens uit de voorgaande jaren is gecompenseerd.
Opvallend is dat bezoekers die met de auto zijn en
geparkeerd hebben in garages meer uitgeven in de niet-dagelijkse winkelbranches
dan andere bezoekers, zoals blijkt uit Tabel 2.5. Er lijkt echter geen
aanwijsbare aanleiding te bestaan te veronderstellen dat veelbesteders in de
periode voordat de parkeergarages waren gerealiseerd Delft niet bezocht zouden
hebben.
Tabel 2.5 Bestedingen (excl. niet-kopers) in
niet-dagelijkse winkelbranches, naar vervoerwijze in %, 2005 |
||||||
|
Bestedingen
niet-dagelijks |
Totaal |
||||
|
Niets
besteed |
1 t/m 20 euro |
21 t/m 50 euro |
meer
dan 50 euro |
|
|
Automobilisten |
37 |
31 |
17 |
15 |
100 |
|
in parkeergarage |
13 |
36 |
19 |
32 |
100 |
|
op straatparkeerplaats |
39 |
31 |
17 |
13 |
100 |
|
Overige vervoerwijzen |
40 |
31 |
17 |
12 |
100 |
|
Totaal |
37 |
31 |
17 |
15 |
100 |
|
Getuige de uitslag van de enquête heeft de opening
van de winkels in het Zuidpoortgebied geen al te grote consequenties voor het
bezoekgedrag van bezoekers. Zie Tabel 2.6.
Tabel 2.6 -
Invloed opening Zuidpoort op binnenstadbezoek, naar herkomst
bezoekers, in %, DHV 2005 |
|||||
|
Bezoek
aan oude binnenstad |
Totaal
|
|||
herkomstgebied |
meer |
evenveel |
minder |
geen
mening |
|
Delft |
14 |
76 |
9 |
1 |
100 |
1e ring |
11 |
74 |
11 |
3 |
100 |
Elders Nederland |
11 |
55 |
5 |
29 |
100 |
Buitenland |
0 |
50 |
13 |
38 |
100 |
Totaal |
13 |
72 |
9 |
6 |
100 |
Bijna driekwart van de bezoekers geeft aan even
vaak in de historische binnenstad te komen als voorheen. Per saldo heeft de
opening van het nieuwe winkelgebied wel geleid tot een toename van 4% van het
winkelbezoek aan de oude binnenstad. Er is dus wel sprake van enige toename van
attractiewaarde van de binnenstad en synergie tussen beide deelgebieden. Het
effect is echter beperkt.
2.2
Bezoekersaantallen
Om informatie te
verkrijgen met betrekking tot de consument zijn door de BRO passantentellingen
gedaan op vergelijkbare tijdstippen in vier achtereenvolgende jaren. Aangezien
er in 2005 gewerkt is met een ander onderzoeksbureau zijn – om gegevens te
kunnen vergelijken – gegevens verzameld via Locatus, die dit soort onderzoek al
jaren in heel Nederland uitvoert.
Verder zijn er
verschillende statistische gegevens geanalyseerd die betrekking hebben op het
toerisme in Delft.
In de jaren 2000 tot en met 2003 zijn door BRO
gedurende twee dagen passantentellingen gehouden in de binnenstad van Delft.
Dit betrof een zogenaamde cordon-telling, op basis van passanten die de
binnenstad verlieten via 15 locaties.
In de jaren 2000, 2003, 2004 en 2005 zijn er ook
tellingen alleen op zaterdag gehouden door Locatus. Op basis van deze
zaterdagtellingen is door Locatus een schatting gemaakt van de
bezoekersaantallen op de andere weekdagen. De cijfers zijn nadrukkelijk
indicatief. Er kunnen geen cijfermatige conclusies worden verbonden aan de verschillen
tussen de jaren, wel een ontwikkelingsrichting. De resultaten worden
weergegeven in tabellen 2.7a en 2.7b.
Tabel 2.7a
Aantal uitgaande passanten op onderzoeksdagen*, passantentelling BRO |
||||||||
|
Absoluut |
Gemiddeld per uur |
||||||
Jaartal |
2000 |
2001 |
2002 |
2003 |
2000 |
2001 |
2002 |
2003 |
Vrijdag |
35.830 |
30.740 |
25.330 |
30.420 |
5.119 |
4.391 |
3.619 |
4.346 |
Koopavond |
14.720 |
12.690 |
6.720 |
9.840 |
4.907 |
4.230 |
2.240 |
3.280 |
Zaterdag |
46.370 |
55.520 |
50.320 |
50.130 |
7.728 |
9.253 |
8.387 |
8.355 |
Totaal |
96.920 |
98.950 |
82.370 |
90.390 |
6.058 |
6.184 |
5.148 |
5.649 |
* bron: Bezoekersonderzoek Delft, BRO, november
2000,2001,2002, 2003 |
|
|
Tabel 2.7 b Aantal uitgaande passanten op
onderzoeksdagen*, passantentelling Locatus |
|||||
|
Absoluut |
||||
Jaartal |
2000 |
2003 |
2004 |
2005 |
|
Vrijdag + koopavond |
35.000 |
27.000 |
32.000 |
28.000 |
|
Zaterdag |
44.000 |
33.000 |
40.000 |
33.000 |
|
Totaal |
79.000 |
60.000 |
72.000 |
61.000 |
|
* bron: Locatus 2000, 2003, 2004 en 2005 |
|
|
|
||
De lagere
schattingen van het aantal bezoekers door Locatus dan BRO zijn voor een
belangrijk deel zal dat toe te schrijven zijn aan de methodiek (een beperkter
aantal telpunten en de wijze waarop de tellingen op zaterdag opgehoogd worden
naar dagcijfers en vervolgens naar weekcijfers). Op basis van vergelijking van
de diverse cijfers is het echter zeer waarschijnlijk dat er wel degelijk van enige
daling van het bezoekersaantal sprake is in de periode 2003 – 2005.
Net als in vorige jaren
komt ongeveer 75% van de bezoekers uit Delft. Ca. 15 – 20% komt van buiten de
eerste ring, een groep dat elk jaar iets groter wordt – terwijl het percentage
afkomstig uit de eerste ring - De Lier,
Rijswijk, Nootdorp, Pijnacker en Schipluiden - iets kleiner is geworden (Bijlage
I – Tabel 3.2).
Het aandeel
bezoekers meer winkelen en/of boodschappen doen als belangrijkste bezoekmotief is
vanaf 2001 nagenoeg constant gebleven. De binnenstad heeft uit de eerste ring
zelfs een nog sterkere betekenis als winkelgebied (69%) dan voor de Delftenaren
(65%).
“Winkelen
algemeen” scoort iets hoger dan in eerdere jaren, zeker dan in 2000. Het
aandeel bezoekers met winkelmotief was 61% in 2005 verleken met 55% in 2000,
hetgeen duidt op een aantrekkelijker gebied om te winkelen.
De gemiddelde verblijfsduur
van de bezoeker in de binnenstad lijkt min of meer constant gebleven. Exacte
vergelijkbare gegevens hieromtrent ontbreken dit jaar vanwege de reeds eerder
gemelde verschillende manier waarop de enquêtes in 2005 zijn afgenomen in vergelijking
met de jaren ervoor.
Het aantal
bezoekers van bezienswaardigheden in de binnenstad van Delft is na een terugval
in 1999/2000 met een aantal fluctuaties sinds 1999 flink gestegen – van 331.000
in 1998 via 395.000 in 2001 tot 459.804 in 2004 (zie Bijlage I)
Het bioscoopbezoek
is de laatste jaren iets gedaald, maar nog steeds gaan Delftenaren gemiddeld
vaker naar de film dan de gemiddelde Nederlander. Met de opening van het
bioscoopcomplex in het Zuidpoort gebied zal het aanbod in elk geval sterk groeien.
Het theaterbezoek
In de Veste is tussen sinds 2000 met ca. 11% gegroeid.
Het aantal
hotelovernachtingen fluctueert enigszins, maar ligt met ruim 130.000
aanmerkelijk hoger dan de 115.000 in 1999, maar wel lager dan de ca. 140.000 in
het topjaar 2002.
Zoals te zien in Figuur 5.3 van Bijlage I blijkt in
grote lijnen de beoordeling van de binnenstad als geheel iets hoger te liggen
dan in 2000, van een 7,4 naar een 7,7.
Voor alle
aspecten scoort de oude binnenstad duidelijk beter dan het gebied In de
Veste/Zuidpoort, maar het is voor het eerst dat deze vraag gesteld is, c.q. kon
worden. De oude binnenstad wordt in 2005 in het algemeen oordeel met een 7,7
beoordeeld, terwijl het nieuwere deelgebied In de Veste/Zuidpoort slechts een
6,4 scoort. Hier geldt de kanttekening dat een deel van de respondenten met de
lagere beoordeling mogelijk specifiek doelt op Zuidpoort en niet het gehele
deelgebied In de Veste/Zuidpoort.
Opvallend
is dat de toevoeging van winkelmeters in Zuidpoort niet geleid heeft tot een
positievere waardering van het winkelaanbod van de binnenstad als geheel.
De oude binnenstad scoort ten opzichte van In de
Veste/Zuidpoort vooral beter in de aspecten die in de ‘gezelligheidssfeer’
liggen, zoals de ambiance en de stedenbouwkundige uitstraling en verder scoort
de oude binnenstad veel beter op het horeca-aanbod. “Wat sfeer betreft roept de
stedenbouwkundige inrichting van het Bastiaanplein wellicht een bepaalde kilte
op” beoordeelt DHV. Hierbij moet wel rekening gehouden worden dat de
bouwkundige werkzaamheden op en rond het Zuidplein het moment van onderzoek nog
niet volledig afgerond waren. De stedenbouwkundige uitstraling en opzet van het
jaren ’70-gebied In de Veste is wellicht ook een aspect wat bij consumenten
geen bijzonder warm gevoel oplevert.
Conclusie economisch functioneren:
Geconcludeerd moet worden dat het economische
functioneren van de detailhandel in de niet-dagelijkse goederen zich nog niet
kenschetst door een dermate positieve economische ontwikkeling waarop in 2000
was ingezet. Tot 2004 lijkt dit in elk geval verklaarbaar uit een landelijke
tendens in deze sector, alsmede het feit dat een flink aantal Delftenaren zich
meer oriënteert op het fors toegenomen winkelaanbod in de regio. Op basis van
slecht vergelijkbare onderzoeksgegevens in 2005 kan hoogstens geconcludeerd
worden dat er nog geen sprake is van een positieve ontwikkeling.
Het totaal oordeel met betrekking tot de binnenstad,
bepalend voor de attractiviteit, is niet duidelijk toe- of afgenomen. Voor de
oude binnenstad lag deze beoordeling in 2005 wel iets hoger. Het gemiddelde
cijfer lijkt gedrukte te worden doordat de sfeer in het Zuidpoortgebied (nog)
minder gewaardeerd werd – ook al omdat het nog niet af is en mede daardoor
nogal rommelig oogt. De betekenis van de oude binnenstad als winkelgebied is
sinds de opening van het Zuidpoortgebied voor de bezoekers in 2005 eveneens
toegenomen, afgaande op het groter aandeel bezoekers met winkelen/boodschappen
doen als eerstgenoemde bezoekreden en de toegenomen synergie tussen het nieuwe
en oude deel van het stadscentrum. Naar het zich laat aanzien kort na de
opening, geeft het Zuidpoortgebied per saldo dus wel een positieve impuls. Het
effect daarvan is echter vooralsnog beperkt.
3. BEREIKBAARHEID
Het thema bereikbaarheid
is één van de belangrijkste thema’s van deze evaluatie. Niet voor niets gaat
het om de Nota “Een bereikbare Binnenstad”, waarbij het autoluw (plus) maken
van de binnenstad, alsmede het totale parkeerbeleid centraal staat. Wederom is
in de eerste plaats gebruik gemaakt van de 5 metingen, zoals in de afgelopen 3
jaren door de BRO en de gemeente zelf uitgevoerd zijn. Daarnaast is echter
geprobeerd zoveel mogelijk informatie te verzamelen via de diverse vakteams van
de gemeente en vele groepen gebruikers en controleurs in de praktijk.
3.1 Aantal
parkeerplaatsen + parkeerbezetting
Tabel 3.1 – Aantallen
parkeerplaatsen + bezettingsgraden 2000 – 2005 (Bron: BRO/DHV, gem., enquêtes)
|
2000 |
2001 |
2002 |
2003 |
2005 |
· Aantal
parkeerplaatsen -
Vrije (gratis) parkeerplaatsen -
Betaalde parkeerplaatsen -
Vergunningen parkeerplaatsen -
Gemengde pp (betaald + vergun.) -
Runshopplaatsen -
Gehandicapten-parkeerplaatsen Totaal · Bezettingsgraad
(zaterdagmiddag) -
Vrije (gratis) parkeerplaatsen -
Betaalde parkeerplaatsen -
Vergunningen parkeerplaatsen -
Gemengde pp (betaald + vergun.) -
· Parkeerzoektijd -
% direct plaats -
% > 5 minuten |
1.494 1.335 1.021 - - - 3850 90%* 102%* 84%* - 90% 8% |
242 1.306 1.758 416 - 91 3813 66% 77% 88% 86%
12% |
- 893 1.830 840 39 74 3676 - 106% 84% 72% 75% 16% |
- 844 1.834 958 39 72 3.747 - 90% 79% 77% 72% 13% |
- 1.066 1.888 874 39 70 3.937 - 81%** 91% 90% 78% 11% |
* In de nulmeting is op 12 en 13 januari 2001
de parkeerbezetting onderzocht; in de andere jaren was dit begin november.
**
Excl. parkeergarages
Conform de in 2003
aangegeven parkeerbalans is het aantal parkeerplaatsen in 2005 gestegen. Vanaf
eind 2004 zijn er 540 parkeerplaatsen verdwenen, nl. op de Maria Duystlaan, de
Nieuwe Laan, de Kruisstraat, de Zuiderstraat/Asvest en de Ezelsveldlaan. De 840
bezoekersplaatsen in de Zuidpoortgarage zijn hiervoor in de plaats gekomen.
Opgemerkt moet worden dat
ten tijde van de telling in oktober nog ca. 70 plaatsen vanwege
bouwwerkzaamheden tijdelijk niet meegeteld konden worden, nl. op de
Paardenmarkt, het Yperdek, en het Oosteinde (kade werkzaamheden).
Let wel, bij deze
tellingen hebben zuiver betrekking op zone B, en zijn dus cijfers exclusief de
(mix-) parkeerplaatsen aan de Spoorsingel (onder viaduct), de
Houttuinen/Stationsgebied en de Laan van Vollering.
In de beginperiode was de garage zelden vol en had
men moeite de weg te vinden naar de Phoenix garage. Sinds eind 2001 lijkt deze
normale gewenningsperiode voorbij en is de garage met enige regelmaat vol.
Aan automobilisten is
door de jaren heen ook gevraagd of ze binnen of buiten het centrumgebied geparkeerd
hebben. In tabel 3.2
staan de resultaten.
Tabel 3.2 -
Parkeerlocatie naar herkomst respondent in 2002, 2003 en 2005
|
Delft 2002 2003
2005 |
Eerste ring 2002 2003
2005 |
Elders Nederland 2002 2003
2005 |
Buitenland 2002 2003
2005 |
Totaal 2002 2003
2005 |
Centrum |
73% 64%
96% |
58% 47%
94% |
48% 63%
81% |
61% 100%
100% |
56% 61%
89% |
Elders |
27% 36%
4% |
42% 53%
6% |
53% 37%
19% |
39% 0% 0% |
44% 39%
11% |
* bron: bezoekersenquête Delft, BRO, november
2002, 2003 + DHV 2005
Van de bezoekers die met de auto komt parkeert 55% in
de Zuidpoortgarage, 9% in de Phoenix garage, 18% op een betaalde plaats elders
en 13% gratis, elders.
“De Kracht van Delft”
Uit het jaarrapport van de Kamer van Koophandel 2005,
“De Kracht van Delft”, blijkt dat 69% van de ondernemers ontevreden is over de
parkeermogelijkheden voor hun klanten (blz. 16). Het rapport concludeert verder
dat “het merendeel van de ondernemers opvallend genoeg wel van mening is dat de
invoering van de autoluwheid in de binnenstad de stad aantrekkelijker heeft
gemaakt”, maar dat de kritiek zich
richt op de wijze waarop dit is ingevoerd.
Het rapport stelt dat het aantal parkeerplaatsen voor
bezoekers de laatste jaren flink is afgenomen. Gezien de cijfers uit Tabel 3.1
lijkt dat op zich juist – al hangt het er volledig vanaf hoeveel “vrije/gratis”
parkeerplaatsen tot het jaar 2000 reeds door bewoners werden bezet. Hier zijn
echter geen cijfers over bekend. Indien er van fifty-fifty verhouding wordt uit
gegaan dan is de conclusie van de ondernemers/KvK correct, maar gezien de
(woon)locaties waar zich tot 2000 de gratis plaatsen bevonden is het niet
onwaarschijnlijk dat ook toen deze plekken voor meer dan de helft door bewoners
zou zijn bezet.
Hoe dan ook – het lijkt realistischer op dit moment om naar
de bezettingsgraden te kijken.
Laat onverlet echter dat de ondernemers en de Kamer van
Koophandel in het genoemde rapport de volgende aanbevelingen hebben gedaan:
-
“Verbeter de bewegwijzering in en naar Delft. Met name
richting het centrum en de parkeergarages moet een inhaalslag worden gemaakt.
Voer de aanbevelingen van de ANWB op korte termijn uit.”
-
“Breid de parkeergelegenheid rondom de autoluwe binnenstad
uit. De ring van parkeergarages moet worden afgerond met de bouw van een garage
van behoorlijke capaciteit aan de noordkant. Stimuleer de bouw van ondergrondse
parkeervoorzieningen op nieuwbouwlocaties in de binnenstad.
3.2
Vergunningensysteem Autoluwe
binnenstad
In
de binnenstad zijn voor 2005 3.7566 vergunningen uitgegeven volgens het
volgende schema, zoals te zien in Tabel 3.3.
|
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
|
|
|
|
|
Parkeervergunning
bewoner 1e |
3.051 |
2.769 |
3.002 |
2.728 |
Parkeervergunning
bewoner 2e |
- |
- |
- |
247 |
Parkeervergunning
bedrijf 1e |
685 |
593 |
631 |
628 |
Parkeervergunning
bedrijf 2e |
- |
107 |
127 |
163 |
|
3.736 |
3.469 |
3.760 |
3.766 |
Bezoekerskaart-bewoners
(op adres) |
- |
1.450 |
2.009 |
2.277 |
Kraskaart
bedrijven |
1.441 |
1.100 |
? |
1.915 |
Kraskaart
bewoners |
20.555 |
- |
- |
- |
Bron:
Gemeente Delft (TOR, december 2002)
Sinds dit jaar wordt ook de 2e
vergunning per huishouden apart bijgehouden, maar gezien de 7.940 huishoudens
(op ruim 6.260 adressen) in de binnenstad is dit aantal betrekkelijk beperkt.
Opvallend is dat het aantal afgegeven vergunningen de laatste jaren niet is
toegenomen ondanks het feit dat er netto een flink aantal huishoudens (200) en
woonadressen zijn bijgekomen.
Opvallend is voorts dat de kraskaarten door slechts
63 bedrijven in de binnenstad worden gebruikt (gemiddeld 30 per stuk).
Na
de evaluatie van fase 1 zijn per 1 januari 2003 de kraskaarten voor bezoekers
van bewoners afgeschaft. De vervanging door de bezoekerskaart is door de meeste
gebruikers positief beoordeeld.
De
bewonersorganisaties klagen echter nog steeds over het gebrek aan
parkeerplaatsen in hun buurt (zie Bijlage II.5, waarin samenvattingen van alle
binnengekomen reacties zijn verzameld).
-
Van belangenvereniging de Wateringse Poort vindt
bijna 60% van de bewoners vindt de (parkeer)situatie verslechterd; 95% van de
bedrijven in dit gebied vindt dit het geval;
-
Belangenvereniging Zuidpoort constateert “domweg te
weinig plaatsen, vooral ’s avonds en op zaterdag.”
-
Bewonersvereniging Grachtengebied Zuid merkt op dat
het “tegen het einde van iedere middag alle parkeerplaatsen vol lopen en dat
het vinden van een parkeerplek ’s avonds vaak onmogelijk is. Zondagmiddag is
het met de openstelling van de winkels in Zuidpoort en het vrij parkeren erg
druk geworden”.
-
Bewonersvereniging Binnenstad Noord stelt dat
parkeren na 17.00uur “… hoe dichter je
bij de kern van het autoluwe plus gebied komt vaak uiterst moeizaam parkeren
is”. Op zaterdag is er sprake van een hoge parkeerdruk, maar er is tenminste
een gereguleerd parkeerregime. De zondag wordt hier gezien als “probleemdag”.
Zij is “… ervan overtuigd dat betaald parkeren op zondagmiddag en ’s avonds
absoluut noodzakelijk is”.
3.3 Functioneren Autoluw-plus
Om
te evalueren in hoeverre Autoluw-plus ook daadwerkelijk autoluw blijkt te zijn
is onderzocht hoe vaak de verschillende pollers naar beneden gaan.
In
de eerste plaats zijn er een hele serie ontheffingsmogelijkheden voor mensen
die om de een of andere reden regelmatig in het autoluwe plus gedeelte van de
binnenstad moeten zijn. Dit gaat om nooddiensten, marktkooplieden, vaste
leveranciers, alsmede bedrijven en bewoners gevestigd in Autoluw-plus zonder
eigen parkeerplaats. Het gaat hierbij alleen om de mogelijkheid om te laden
& te lossen en/of om in- en uit te stappen.
Het
overzicht is te vinden in de tabel 3.4.
Tabel
3.4 – Aantal “vaste” ontheffingen autoluw-plus
|
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
|
|
|
|
|
A-
bewoners Autoluw+ met vaste parkeerplaats |
|
65 |
68 |
61 |
B-
bewoners Autoluw+ zonder prive-parkeerplaats |
|
213 |
198 |
169 |
C-
Bedrijven Autoluw+ zonder prive-parkeerplaats |
|
261 |
250 |
253 |
D-
Vaste leverancies |
|
428 |
426 |
429 |
E-
hulpdiensten, marktkooplieden e.d. |
|
774 |
747 |
786 |
|
|
|
|
|
TOTAAL |
1.833 |
1.741 |
1.689 |
1.698 |
Opvallend
is dat een aantal bewoners zonder privé parkeerplaats er in toenemende mate
vanaf zien om pasjes aan te vragen om het autoluwe plus gebied in te mogen.
Tevens valt op dat na de opening van het Zuidpoortgebied de hoeveelheid vaste
pasjes nauwelijks is veranderd.
Geconcludeerd kan worden dat het aantal vaste ontheffingen zich beperkt
tot diegenen die er ook daadwerkelijk moet wezen. Let wel, sommigen van deze
pasjes zullen dagelijks gebruikt worden, maar anderen vrijwel nooit.
Daarnaast
wordt bijgehouden hoe vaak de pollers daadwerkelijk naar beneden gaan middels
diegenen die om een incidentele ontheffing vragen, mensen die dus maximaal 6x
per half jaar naar binnen mogen en anders een pas moten aanvragen.
Deze
aantallen zijn alsvolgt:
Tabel 3.5 – Aantal “incidentele” ontheffingen
autoluw-plus
2002 |
1.950 (tussen 7 mei en 27 nov.) |
2003 |
4.657 |
2004 |
5.915 |
2005 |
5.297 (tot 1/12/05) |
Het lijkt erop dat het systeem aanvankelijk niet
goed bekend was, maar dat tegenwoordig de meeste mensen weten dat buiten de
bloktijden (marktdagen, koopavond + zaterdag) iedereen een ontheffing kan
krijgen die aantoonbaar, bijvoorbeeld, een groot pakket moet brengen of
ophalen. Opgemerkt moet worden dat er in augustus van 2005 een extra
ingangspoller in het Zuidpoortgebied is bijgekomen, maar dat dit voorlopig
nauwelijks effect op het aantal incidentele ontheffingen lijkt te hebben.
De verzinkbare afsluitingen van het autoluwe plus
gedeelte van de binnenstad, de pollers, zijn na een onderhoudsgevoelige
beginperiode steeds beter gaan functioneren.
Het aantal storingen is het laatste jaar zienderogen
afgenomen, van ca. 9 per maand in 2003 tot ruim 6 keer per maand in 2005. Let
wel, het gaat hierbij om 16-18 pollers, verspreid over 14 – 16 locaties.
Klachten over storingen zijn er nauwelijks. Het gebruik van camera’s bij al dan
niet moedwillig aangebrachte schade blijkt een effectief middel ter voorkoming.
Behalve bij de politie – zie Bijlage II.8 - zijn er
nauwelijks klachten bekend dat mensen vinden dat er zich teveel auto’s in het
autoluwe plus gedeelte van de binnenstad komen.
3.4 Functioneren
runshop plaatsen
Er zijn in de binnenstad 39 runshop-plaatsen,
waarvan het regime per 1 juli 2005 van een maximale duur van 30 minuten
veranderd is in maximaal 60 minuten.
Uit Bijlage II.2 blijkt dat de bezettingsgraad van
de runshop plaatsen op de piekuren weliswaar hoog is, maar nog steeds
achterloopt bij de andere (betaalde en vergunninghouders) parkeerplaatsen.
Alleen op zaterdagmiddag is er sprake van een bezettingsgraad hoger dan 90%.
Uit inkomstengegevens van de parkeermeters, die
specifiek behoren tot de runshop plaatsen kan worden gedestilleerd dat de
bezettingsgraad tot 1 juli 2005 maximaal 25% bedroeg. Ook al is het nog te kort
geleden dat dit nieuwe regime is ingesteld om zorgvuldig te evalueren – cijfers
zijn er slechts t/m september 2005 - er is sindsdien wel sprake van meer
inkomsten wat lijkt te wijzen op een bezettingsgraad richting 40-45%.
Wordt specifiek gekeken naar de hoeveel naheffingen
op de runshop plaatsen dan valt wel een lichte stijging op, maar deze stijging
lijkt zich over alle maanden voor te doen.
In 2004 was er sprake van 84 naheffingen per maand en in 2005 ca. 126.
Gezien de matige bezettingsgraad van deze plekken
in het algemeen en het feit dat vele vergunninghouders zich met name ergeren
aan het feit dat deze zeer centraal gelegen parkeerplaatsen tussen 18.00 en
22.00uur vrijwel nooit bezet zijn lijkt te rechtvaardigen dat het functioneren
van deze runshop plaatsen – zeker na realisatie van de Koepoortgarage –
heroverwogen wordt.
3.5 Bereikbaarheid
gehandicapten
De hoeveelheid gehandicapten parkeerplaatsen is
door de jaren heen min of meer gelijk gebleven. Uit gesprekken met
vertegenwoordigers van de Stichting Samenwerkende Bonden van Ouderen en de
Vereniging Delftenaren met een Functiebeperking blijkt dat er met name in het
Zuidpoortgebied nog problemen zijn met het vinden van deze plaatsen al is men
zeer te spreken over het functioneren van de Zuidpoortgarage (Zie Bijlage
II.6).
Voor het overige is men behoorlijk tevreden over
het aantal plaatsen en de locaties rondom met name het Autoluwe plus gedeelte
van de Binnenstad. Ook is het prettig dat de trottoirs in het Autoluwe plus
gedeelte allemaal verdwenen zijn, hetgeen de toegankelijkheid sterk heeft
bevorderd.
Punt van kritiek blijft dat sommige gehandicapten
parkeerplaatsen aan de grachten niet aan de benodigde maatvoering (kunnen)
voldoen. Het zijn te kleine plaatsen om op een fatsoenlijke manier uit te
kunnen stappen. Alom wordt geconstateerd dat deze plaatsen derhalve weinig
gebruikt worden, maar dat er vaak geen goede alternatieven voor handen zijn.
Het besluit dat algemene parkeerplaatsen voor gehandicapten in de avonduren ook
door vergunninghouders mogen worden gebruikt kan en mag ge-effectueerd worden.
3.6 Handhaving
Handhaving van de regels in het Autoluwe plus
gedeelte en met name betreffende het parkeerregime in het algemeen is veel
minder genoemd dan 3 jaar geleden bij de evaluatie van fase 1. Klaarblijkelijk
is men gewend geraakt aan de situatie.
De controleurs openbare ruimte - zie Bijlage II.7 –
zijn in zijn algemeenheid tevreden over het functioneren van de autoluwe
binnenstad, inclusief het autoluwe plus gedeelte. Sinds de invoering ervan
wordt er gestaag minder bonnen geschreven, iedereen lijkt goed te weten hoe de
regels zijn en het publiek loopt ontspannen rond. Ze hebben de indruk dat het
aantal auto’s dat zich in het autoluw plus gedeelte ophoudt erg meevalt.
Enige probleem wordt gesignaleerd rond de
marktkooplui die op donderdagen al voor 16.30 uur af willen breken en willen
vertrekken. Daar wordt uitdrukkelijk op gehandhaafd, maar het is gesuggereerd
om op marktdagen een paal in de grond te zetten op de hoek van de Voldersgracht
en Vrouw Juttenland om niet alleen dit probleem in te perken, maar ook om te
voorkomen dat er onnodig doorgaand verkeer in de Oude Manhuissteeg “verdwaalt”,
omdat ze wel door de poller op Vrouw Juttenland hebben mogen gaan.
Ook de wijkagent is in zijn algemeen uiterst
tevreden over het functioneren van de autoluwe binnenstad, maar hij wil wel
graag een verbod op het fietsverkeer op marktdagen (zie Bijlage II.8). Tevens
probeert hij zo goed en kwaad als het kan goed
te handhaven op bruggen en hoeken nabij de ingangen van het autoluwe
plus gebied, waar nogal eens vrachtverkeer aan het laden & lossen is, maar
waar ook personenauto’s “even tijdelijk staan geparkeerd”. Op diverse plekken
levert dit uiterst onveilige situaties op en strakke handhaving is dan nodig.
Het gebrek aan vaste
rijroutes op de Markt heeft volgens de wijkagenten nog geen ongelukken
opgeleverd, maar het zou ze niet verbazen als dat toch een keer ging gebeuren.
De bewonersorganisaties hebben over het algemeen
dezelfde klachten over handhaving als 3 jaar geleden. Deze klachten blijven
betrekking hebben op met name de strakke handhaving van fout parkeerders – niet
alleen op vergunninghoudersplaatsen, maar zeker ook op en bij de door de
wijkagent genoemde bruggen en ingangen van het autoluwe plus gedeelte van de
binnenstad. Daarnaast blijft men hameren op handhaving van de 30km limiet op de
grachten en is de indruk dat met name vrachtwagens weer een toenemend probleem en
gevaar aan het worden zijn.
3.7 Gebruik Openbaar Vervoer / Delftpendel
Het aantal personen dat
gebruik maakt van de openbaarvervoersverbindingen naar Delft is door de jaren
heen min of meer constant gebleven. Zo blijkt uit de algemene statistieken van de
vervoersbedrijven. Zie ook Bijlage I. Uit de bezoekersenquête(s) blijkt een
iets andere tendens, die in het kader
van deze evaluatie belangrijker wordt geacht, aangezien treinreizigers in het
algemeen, bijvoorbeeld, lang niet allemaal de bestemming “binnenstad” hebben.
Conclusies hierover staan vermeld in 3.9.
Tabel 3.6 – Aandeel OV-gebruikers van bezoekers in
de binnenstad
|
2000 |
2001 |
2002 |
2003 |
2005 |
·
% per OV -
per trein -
per tram -
per bus ·
absoluut aantal OV-gebruikers |
12% 5% 3% 4% 11.340 |
11% 5% 2% 3% 10.530 |
15% 5% 2% 8% 12.290 |
12% 5% 3% 4% 10,395 |
12% 3% 4% 5% … |
Bron: bezoekersenquêtes
De Delftpendel
functioneert niet meer sinds 1 januari 2004. Ondanks diverse
promotionele acties is het in 3 jaar tijd niet gelukt om de financiële tekorten
op deze pendel ook maar enigszins te rechtvaardigen. Desalniettemin kan
geconstateerd worden dat de betaalde parkeerterreinen, inclusief de
parkeergarages op de piekuren min of meer vol zitten. Het feit dat er geen dure
parkeeroplossingen gerealiseerd kunnen worden voor de piekuren wordt weliswaar
als begrijpelijk gezien, maar vele ondernemers en namens hen de SCMD pleit nog
steeds voor de invoering van een of andere alternatieve vervoerswijze om de
bereikbaarheid van de binnenstad van Delft in de piekuren optimaal te houden.
Ook de SSBO is van mening dat de bereikbaarheid van
de kern van het autoluwe plus gedeelte wel beter door het Openbaar Vervoer
gefrequenteerd kan worden.
3.8 Fietsgebruik
Het aantal fietsenstallingsplaatsen, rekken en
beugels is de laatste jaren gestaag toegenomen, van ca. 1081 tot ca. 1365 in
het voorjaar van 2005 . Eind 2004 is een bewaakte fietsenstalling op de Oude
Langendijk in gebruik genomen en in het najaar van 2005 worden nog eens 550
stallingsplaatsen gerealiseerd, met name in het Zuidpoortgebied.
Uit de BRO-metingen de afgelopen jaren is al
gebleken dat het fietsgebruik behoorlijk fluctueert, onder andere als gevolg
van het weer, maar er zijn geen aanwijzingen dat er sprake is van een
duidelijke toe- of afname.
Tabel 3.7 – Fietsgebruik bezoekers Delftse
binnenstad
|
2000 |
2001 |
2002 |
2003 |
·
% per fiets ·
aantal gestalde fietsen -
zaterdagmiddag |
22% 2.038* |
21% 2.287 |
22% 1.329 |
25% 2.078 |
Bron: BRO-onderzoeken 2000, 2001, 2002, 2003
Zoals in aparte rapportages gemeld bleek uit een
telling van zaterdagmiddag 9 april 2005 dat er in totaal zo’n 350
parkeerplaatsen tekort waren. Sindsdien wordt daar aan gewerkt, zoals uit
andere plannen van de gemeente moge blijken.
Op piekuren blijft de hoeveelheid (fout)gestalde
fietsen voor diverse groepen in meer of mindere mate een probleem.
Distributeurs willen graag dat de weg vrij blijft, gehandicapten moeten niet al
teveel tussen de fietsen (Bastiaanplein) laveren voordat ze bij een winkel
kunnen komen, en ondernemers klagen nog wel eens dat zoveel goede fietsenvoorzieningen
gebruikt blijven worden door bewoners, hetgeen ten koste gaat van goede
voorzieningen voor bezoekers. Met de oplossingen, die momenteel in
voorbereiding zijn, inclusief de aanleg van de bewaakte fietsenstalling onder
de nieuwe Mediatheek, zal de situatie in elk geval een stuk zijn verbeterd. De
bewonersorganisatie Binnenstad Noord tenslotte, constateert dat daarmee nog
steeds geen goede fietsenstalling in De Klis is gerealiseerd.
3.9 Vervoerswijze
keuze
In tabel 3.8 is de vervoerswijzekeuze van bezoekers
van de Delftse binnenstad weergegeven, zoals de afgelopen jaren gemeten.
Uit de kleine 1000 enquêtes die in alle jaren zijn
gehouden blijkt dat het aandeel dat met het langzaam vervoer, de auto, resp.
het Openbaar Vervoer komt nauwelijks is gewijzigd. Binnen de verschillende categorieën is daarentegen wel iets
veranderd. In de eerste plaats komen steeds meer mensen op de fiets en steeds
minder te voet. Met name de toename van het aantal fietsers uit de eerste ring
is opvallend, maar dit zou deels te verklaren zijn door de nabijgelegen
nieuwbouw in “De Emerald”. Voorts is het opvallend dat het aantal Delftenaren
dat met de auto komt iets is gestegen.
Tabel 3.8 - Vervoerswijzekeuze bezoekers binnenstad
Delft naar herkomst*
|
Delft |
Eerste ring |
Elders Nederland |
Buitenland |
Totaal |
||||||||||
|
2000 |
2003 |
2005 |
2000 |
2003 |
2005 |
2000 |
2003 |
2005 |
2000 |
2003 |
2005 |
2000 |
2003 |
2005 |
Te voet |
58% |
52% |
39% |
3% |
3% |
5% |
4% |
5% |
3% |
4% |
8% |
38% |
43% |
39% |
29% |
Fiets |
26% |
30% |
37% |
21% |
31% |
49% |
7% |
4% |
15% |
9% |
1% |
12% |
22% |
25% |
34% |
Bromfiets |
0% |
3% |
2% |
1% |
4% |
1% |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
0% |
2% |
2% |
Auto |
9% |
10% |
12% |
63% |
55% |
43% |
57% |
52% |
53% |
37% |
74% |
25% |
22% |
22% |
22% |
Auto + Delftpendel |
- |
0% |
0% |
- |
- |
|
- |
1% |
- |
- |
- |
- |
- |
0% |
- |
Motor |
0% |
- |
- |
- |
- |
- |
2% |
- |
0% |
- |
- |
- |
0% |
- |
0% |
Bus |
4% |
4% |
5% |
6% |
5% |
2% |
3% |
3% |
4% |
13% |
- |
0% |
4% |
4% |
5% |
Tram |
2% |
1% |
4% |
5% |
2% |
0% |
4% |
10% |
7% |
9% |
- |
12% |
3% |
3% |
4% |
Trein |
1% |
0% |
0% |
1% |
- |
0% |
21% |
24% |
16% |
28% |
17% |
13% |
5% |
5% |
3% |
Anders |
0% |
0% |
1% |
- |
- |
0% |
1% |
0% |
2% |
- |
- |
0% |
0% |
0% |
1% |
*bron: bezoekersenquête Delft, BRO, november 2000
en 2003 en DHV (okt. 2005)
3.10 Boordeling
bereikbaarheid/parkeersituatie algemeen
In Tabel 3.9 zijn de rapportcijfers voor
verschillende bereikbaarheidsaspecten weergegeven, zoals in een aantal jaren
gevraagd is aan bezoekers op straat (zie ook Bijlage 1).
Tabel 3.9 - Rapportcijfers bereikbaarheidsaspecten binnenstad in 2005
(excl. weet niet) en totaal 2000 – 2005 |
|||||||||||||||||
|
|
Auto-mobilisten |
Fietsers |
OV-reizigers |
Voetgangers |
Totaal 2000 |
Totaal 2001 |
Totaal 2002 |
Totaal 2003 |
Totaal 2005 |
|||||||
Bereikbaarheid per auto |
|
6,7 |
5,1 |
5,8 |
5,4 |
5,5 |
5,2 |
5,3 |
5,2 |
5,7 |
|||||||
Bereikbaarheid per (brom)fiets |
|
8,2 |
8,4 |
8,1 |
7,9 |
8,1 |
8,1 |
8 |
8 |
8,2 |
|||||||
Bereikbaarheid per OV |
|
6,7 |
7,0 |
7,8 |
7,1 |
6,7 |
6,8 |
7 |
7 |
7,2 |
|||||||
Aantal autoparkeerplaatsen |
|
6,8 |
5,8 |
5,8 |
5,3 |
5,1 |
4,8 |
5 |
4,9 |
6,0 |
|||||||
Hoogte parkeertarieven |
|
4,7 |
4,4 |
4,7 |
4,5 |
5,4 |
4,5 |
4,1 |
3,6 |
4,5 |
|||||||
Kwaliteit parkeergarage(s) |
|
7,7 |
7,6 |
7,0 |
5,2 |
- |
6,6 |
6,9 |
6,7 |
7,6 |
|||||||
Kwaliteit overige parkeerplaatsen |
|
6,1 |
6,2 |
6,7 |
5,9 |
- |
5,8 |
6,1 |
6,1 |
6,1 |
|||||||
Algemeen oordeel parkeren** |
|
nvt |
nvt |
nvt |
Nvt |
5,9 |
4,9 |
5,6 |
4,9 |
nvt |
|||||||
Vindbaarheid parkeerplaats** |
|
7,5 |
nvt |
nvt |
Nvt |
nvt |
nvt |
nvt |
nvt |
7,5 |
|||||||
Aantal stallingsplaatsen fiets |
|
6,0 |
5,9 |
6,0 |
5,8 |
5,6 |
5,3 |
5,5 |
5,6 |
5,9 |
|||||||
Kwaliteit stallingsplaatsen
fiets |
|
5,5 |
5,6 |
5,6 |
5,4 |
5,6 |
5,4 |
5,7 |
5,7 |
5,5 |
|||||||
* bron: Bezoekersonderzoek Delft, BRO,
november 2000, 2001, 2002 en 2003; DHV oktober 2005 |
|
|
|||||||||||||||
** alleen
gevraagd aan bezoekers per auto of motor |
|
|
|
|
|
|
|
||||||||||
Vergeleken met het jaar 2000
scoren in 2005 de meeste aspecten beter. Vooral op het gebied van parkeren is
de bezoeker nu positiever in zijn/haar oordeel.
Minpunt is en blijft het oordeel
over de hoogte van de parkeertarieven. Deze wordt in 2005 weliswaar minder
slecht beoordeeld dan de jaren ervoor, maar het scoort nog steeds een
onvoldoende en de score van 2000 is niet bereikt.
De ingevoerde parkeermaatregelen
sinds 2003, het opheffen van de straatparkeerplaatsen op de Markt en de opening
van de Zuidpoortgarage wordt door het overgrote deel van de respondenten als
positief beoordeeld. Het aandeel bezoekers dat de maatregelen als een
verslechtering ervaart is slechts 15%, terwijl 51% de maatregelen expliciet als
verbetering beoordeelt.
Uit de verslagen en
berichten van bewonersorganisaties en andere betrokkenen blijkt dat verreweg de
meeste mensen positief staan ten opzichte van de invoering van de autoluwe
binnenstad. Dit geldt voor de handhavers, de politie, de gehandicapten-organisaties
als wel voor de meeste bewoners(organisaties) en bezoekers. Ook de ondernemers
vinden de stad aantrekkelijker geworden, maar zij vinden wel dat er gewerkt
moet worden aan een betere bereikbaarheid, een betere bebording en meer
parkeerfaciliteiten voor bezoekers.
Slechts de
Belangenvereniging Wateringse Poort is tegen invoering van fase 4 van de
autoluwe binnenstad, terwijl ook de Bewonersvereniging Grachtengebied Zuid van
mening is dat het autoluwe plus gebied niet verder uitgebreid hoeft te worden.
4- Gebruikersevaluatie Markt
Zoals in de gemeenteraad
afgesproken is er naast de meningen en ervaringen van bewoners en bezoekers
over de autoluwe binnenstad in het algemeen
een aparte (gebruikers)evaluatie gehouden met betrekking tot specifieke
meningen en ervaringen over de Markt.
Vanuit ronde tafel overleggen
met (80%) van de ondernemers op de Markt, een vertegenwoordiging van de
warenmarkt, en de politie alsmede diverse reguliere (wijkbeheer)overleggen zijn
de volgende punten naar voren gekomen.
Op hoofdlijnen zijn de meningen
over de autoluwe herinrichting van de Markt zonder uitzondering positief te
nomen.
Positief staat men met name
over:
-
een verhoogde omzet van horeca en detailhandel
-
een stijgend aantal bezoekers
-
een beter gedrag van bezoekers: men flaneert en heeft geen
haast (meer)
-
de sfeer
-
het onderhoud van de bestrating + de veegacties
-
de opstelling van de weekmarkt
-
de aanwezigheid van de paardentram
-
het overleg, c.q. de contacten met de gemeente.
Ook het laden & lossen
alsmede de totale verkeersafwikkeling zonder routes en bebording – problemen
die de politie signaleert - wordt door
de ondernemers en gebruikers van de (waren)Markt niet als probleem gezien.
Klachten zijn er met name over
de snelheid waarmee auto’s en met name taxi’s over de Markt rijden en het feit
dat er nog vaak brommers en motoren op de Markt zijn.
Als aandachtspunten zijn
genoemd:
-
het vrijhouden van de vrije paden bij winkels naar de
horecavestigingen
-
het consequent handhaven van stapvoets rijdend verkeer
-
het vrijhouden van de noord-zuid looproute bij evenementen
-
het stallen van fietsen
-
de kwaliteit en intensiteit van evenementen
-
hangjongeren
-
het aanbieden van (los) papier, hetgeen moet worden
verboden
-
strakker toezicht bij de opbouw/afbouw van de weekmarkt
-
een verbeterde branchering van de weekmarkt richting
fun-shoppen
-
een betere uitstraling van etalages en (enkele lege)
panden.
Wensen zijn er met name
richting:
-
ruimere openingstijden op zondag
-
meer prullenbakken en meer bloembakken
-
een latere opbouw van de weekmarkt (later dan woensdag om
16.00uur)
-
realistischer betaling van precario: door de weekmarkt
kunnen terrassen maar 5½ dag
uitstaan en geen 7 dagen in de
week.
-
Vroeger ophalen van vuilnis (rond 09.30uur) + strikter
handhaven.
5- LEEFBAARHEID
Een van de doelstellingen van de
kwaliteitsverbetering binnenstad, en dus ook die van de realisatie van een
autoluwe binnenstad was het verbeteren van het woon- en leefklimaat in de
binnenstad. Hiertoe zijn de afgelopen jaren diverse vragen gesteld via het Delftse
Internet Panel (DIP), maar ook zijn recentelijk vragen gesteld aan de
bewonersorganisaties. Ook zijn er enkele vragen gestel aan de overige bewoners
van Delft, om te zien wat hun mening over de autoluwe binnenstad is. Let wel:
het gaat hierbij met name om direct aan de autoluwe maatregelen gerelateerde
zaken en niet zozeer over, bijvoorbeeld, wateroverlast, hinder van vuil in de
grachten, en hondenpoep. Dat zijn zaken die veeleer via de Wijkbarometer naar
voren komen.
Aan het DIP doen in 2005 in principe 2.083 mensen
mee. De respons op onderstaande vragen was 75%; 250 respondenten hiervan wonen
in de binnenstad.
5.1 Bewoners binnenstad
Tabel 5.1: Rapportcijfers inwoners binnenstad |
|
|||||
|
In
binnenstad Delft |
|
||||
|
|
2001 |
2002 |
2003 |
2005 |
|
Verkeersveiligheid |
|
6,6
|
6 |
5,8 |
6,6 |
|
Bereikbaarheid per auto |
|
5,7 |
5,9 |
4,8 |
5,6 |
|
Bereikbaarheid per OV |
|
6,9 |
7,1 |
6,6 |
6,6 |
|
Bereikbaarheid per fiets |
|
8,1 |
8,4 |
8,4 |
8,4 |
|
Sfeer/ gezelligheid |
|
- |
- |
7,8 |
8 |
|
Mate van schoonhouden |
|
- |
- |
6,8 |
6,9 |
|
Aantrekkelijkheid algemeen |
|
- |
- |
7,7 |
7,8 |
|
* bron: gemeente
Delft, afdeling Onderzoek & Statistiek, gegevens uit het |
DIP |
|||||
De beoordeling van de bewoners van de binnenstad is
door de jaren heen licht verbeterd, met name op het gebied van de
verkeersveiligheid en de bereikbaarheid per auto. Dat laatste aspect laat
echter nog steeds wel te wensen over, aangezien dit punt als enige een
onvoldoende scoort.
De verslagen van bewonersorganisaties onderstrepen
het bovenstaande beeld over leefbaarheidsaspecten: (zie ook Bijlage II.5). Het
lijkt alleszins nuttig om een aantal gedetailleerde aanbevelingen van diverse
bewonersorganisaties bi-lateraal op hun haalbaarheid en wenselijkheid te
bespreken.
5.2 Bewoners
overig Delft
Aan alle deelnemers van het DIP zijn ook weer
vragen gesteld over de binnenstad.
Opvallend is dat de Delftenaren het aantal
parkeerplaatsen in de binnenstad wel veel positiever beoordelen dan de jaren
daarvoor. Bijna 50% geeft nu aan dat de parkeercapaciteit minimaal “voldoende”
scoort. Gemiddeld in de andere wijken ligt dat percentage nog wel hoger, maar
het lijkt erop dat de realisatie van de Zuidpoort garage haar effect heeft
gehad.
Tabel 5.2 - Wel/niet voldoende parkeerplaatsen
volgens inwoners |
|
|
||||||||
|
Over
de binnenstad Delft** |
In
Delft totaal gemiddeld (eigen wijk) |
||||||||
|
2001 |
2002 |
2003 |
2005 |
2001 |
2002 |
2003 |
2005*** |
||
Ja, ruim voldoende |
8% |
8% |
- |
22% |
21% |
16% |
- |
22% |
||
Ja, net voldoende |
15% |
17% |
- |
25% |
30% |
29% |
- |
38% |
||
Nee, net te weinig |
19% |
19% |
- |
16% |
17% |
25% |
- |
23% |
||
Nee, veel te weinig |
47% |
49% |
- |
23% |
26% |
25% |
- |
13% |
||
Weet niet |
11% |
6% |
- |
14% |
6% |
5% |
- |
3% |
||
* bron: gemeente Delft,
afdeling Onderzoek & Statistiek, gegevens uit het DIP |
|
|||||||||
** gevraagd aan bewoners uit alle wijken |
|
|
||||||||
*** niet-gevraagd aan binnenstadbewoners |
|
|
||||||||
Los van de parkeerproblematiek sec zijn ook weer
vragen gesteld aan het gehele DIP over de situatie in de binnenstad.
Tabel 5.3 – Vragen aan DIP overige bewoners Delft t.a.v. binnenstad
|
2002 |
2003 |
2005 |
Rapportcijfer verkeersveiligheid binnenstad |
6,3 |
6,1 |
6,5 |
Rapportcijfer bereikbaarheid auto – binnenstad |
4,3 |
4,3 |
4,9 |
Rapportcijfer bereikbaarheid OV – binnenstad |
6,8 |
6,8 |
6,7 |
Rapportcijfer bereikbaarheid fiets – binnenstad |
8,0 |
8,4 |
8,2 |
|
|
|
|
Rapportcijfer sfeer/gezelligheid binnenstad |
7,5 |
7,5 |
7,7 |
Mate waarin binnenstad wordt schoongehouden |
6,8 |
6,7 |
6,9 |
Aantrekkelijkheid binnenstad in het algemeen |
7,3 |
7,4 |
7,6 |
Bron: DIP
Ook
hier blijft het beeld min of meer hetzelfde: op alle fronten min of meer gelijk
gebleven of een lichte stijging – al blijft de bereikbaarheid van de binnenstad
per auto een onvoldoende scoren.
Ook
is in het DIP 2005 gevraagd of men vindt dat de Markt er op vooruit is gegaan
ten opzichte van de voorgaande situatie. Maar liefst 90% vindt dat het geval.
Genoemde punten van vooruitgang zijn: gezelliger/aantrekkelijker, geen auto’s
meer, overzichtelijker.
Genoemde
punten van achteruitgang zijn: slechte bereikbaarheid en fietsers &
voetgangers door elkaar.
Uit
specifieke vragen in hetzelfde DIP dat 96% van de Delftenaren het
Zuidpoortgebied heeft bezocht. Hiervan gaat 41% speciaal voor de winkels. Een
kleine meerderheid gaat niet speciaal naar het Zuidpoort gebied om te winkelen
of om boodschappen te doen.
Een
kleine meerderheid, 54%, heeft in het afgelopen jaar wel eens in de
Zuidpoortgarage geparkeerd, met een gemiddelde van 9 keer.
De
verdeling over de wijken is als volgt:
Tabel
5.4 – Vragen aan DIP over bezoek Zuidpoortgarage
|
Binnenstad |
Vrijenban |
Voordijkshoorn Hof
van Delft |
Tanthof |
Voorhof |
Buitenhof |
Wippolder |
TOTAAL |
Ja |
33 |
51 |
50 |
65 |
63 |
60 |
53 |
54 |
Nee |
42 |
29 |
29 |
20 |
14 |
19 |
30 |
26 |
Ik
heb geen auto |
25 |
20 |
20 |
15 |
23 |
21 |
17 |
20 |
6-
DIVERSEN
Tenslotte zijn er nog enkele onderwerpen, die zeer
direct te maken hebben met de invoering van de autoluwe binnenstad, maar die
niet onder de drie hoofddoelstellingen vallen.
6.1 Communicatie
De communicatie betreffende de invoering van de
Autoluwe binnenstad is redelijk tot goed beoordeeld. De volgende opmerkingen
zijn hierover te maken.
-
Talloze artikelen in kranten en de Stadskrant zijn
verschenen over de (invoering van) Autoluwe binnenstad, de Markt en de keuze
omtrent alternatieven hierover, plus de opening van de Zuidpoortgarage en de
winkels in het Zuidpoortgebied;
-
Vele folders hebben het licht gezien; voor alle
doelgroepen zijn nieuwe (parkeer)folders gemaakt (bezoekers, bedrijven en
bewoners);
-
De “Naar Delft” krant, die in de regio wordt
verspreid door het Toeristisch Informatie Punt – en die ook eenmalig binnen
Delft is verspreid geeft telkens de laatste stand van zaken weer over de
parkeersituatie.
-
Het dynamische verwijzingssysteem naar de garages
functioneert goed en wordt door velen zeer positief beoordeeld.
De bewonersverenigingen hebben enerzijds hun eigen
vergaderingen, waarin belangrijke agendapunten in aanwezigheid van 1 of
meerdere ambtenaren worden besproken. Aan de andere kant kunnen zij hun stem
laten horen via het Binnenstadsforum. Desalniettemin kan wel geconstateerd
worden dat in zone B geen sprake is van 1 overkoepelende bewonersorganisatie,
zoals in de diverse Schilgebieden wel het geval is. Sporadisch lijkt dit te
leiden tot verschillen in informatievoorziening (zie Bijlage II.5).
6.2 Nadeelcompensatie
Om deze verzoeken te beoordelen is een
onafhankelijke commissie geïnstallleerd. Deze commissie heeft 7 zaken behandeld
en alle afgewezen. Deze compensatie-regeling is in het voorjaar van 2005 apart
geëvalueerd. Hieruit bleek met name dat de lengte van de procedure op veel
commentaar kon rekenen. Per 1 januari 2004 is deze regeling die specifiek gold
voor de gevolgen van de Autoluwe binnenstad vervangen door een regeling die
voor de hele stad geldt.
6.3 De
Schil
Zoals in de Parkeernota
2000 al staat vermeld is de parkeerdruk in de Schil toegenomen als gevolg van
de maatregelen die te maken hadden met de introductie van de autoluwe binnenstad.
In oktober 2001 is vervolgens het vergunning parkeren bij wijze van proef
ingevoerd in de Westelijke Schil (Zone C - Westerkwartier/ Olofsbuurt), een
proef die met gewijzigde bloktijden onlangs is verlengd tot de evaluatie in mei
2003. Ook is er inmiddels een betaald/vergunningen parkeren regime ingesteld in
de Oostschil (zone E - proef van 17 maanden vanaf mei 2002) en in Delftzicht
(zone F - vanaf juli 2003). Bewoners uit alle schilgebieden hebben te kennen
gegeven dat het gereguleerde systeem minimaal gehandhaafd moest blijven en dat
is ook gebeurd. Ten gevolge van dit regime in de Schil lijkt de parkeerdruk op
de binnenstad met name op de zaterdagen iets toegenomen.
BIJLAGEN
In
opdracht van de Stichting CentrumManagement Delft
Bijlage II.2 - Parkeerbezettingsgraadgegevens 2005
Bijlage II.3 - Bezettingsgraad
tabellen Phoenix garage (nov. 2005)
Bijlage II.5
- Verslagen Bewonersorganisaties
Bijlage II.6 - Verslag gesprek ouderen/gehandicapten
organisaties
Bijlage II.7 - Verslag gesprek toezichthouders
openbare ruimte
Bijlage II.8 - Verslag gesprek wijkagenten
Bijlage II.1 – Branchering
binnenstad Delft (Vgl. DHV rapport, Bijlage 2, Tabel IIa+ b)
Functies en voorzieningen binnenstad in aantal
vestigingen |
|
|
|
||
|
BRO |
Locatus/gem. Delft |
|
||
|
2000 |
2001 |
2002 |
2003 |
2005 |
Levensmiddelen |
49 |
49 |
48 |
46 |
52 |
Persoonlijke verzorging |
10 |
12 |
12 |
11 |
15 |
Warenhuis |
2 |
2 |
2 |
2 |
2 |
Kleding en mode |
60 |
63 |
61 |
56 |
62 |
Schoenen en lederwaren |
14 |
13 |
13 |
16 |
12 |
Juwelier en optiek |
13 |
13 |
13 |
14 |
13 |
Huishoudelijke en luxe artikelen |
21 |
21 |
19 |
20 |
21 |
Antiek en kunst |
20 |
23 |
23 |
20 |
17 |
Sport en spel |
12 |
11 |
11 |
16 |
13 |
Hobby |
15 |
16 |
16 |
21 |
16 |
Media |
16 |
16 |
16 |
16 |
18 |
Dier en plant |
13 |
15 |
15 |
12 |
13 |
Bruin- en witgoed |
21 |
20 |
20 |
19 |
19 |
Fietsen en autoaccessoires |
5 |
5 |
5 |
6 |
8 |
Doe-het-zelf |
8 |
6 |
7 |
7 |
6 |
Wonen |
31 |
30 |
30 |
30 |
30 |
Detailhandel overig |
29 |
37 |
40 |
35 |
33 |
Subtotaal detailhandel |
339 |
352 |
351 |
347 |
350 |
Automotive |
2 |
3 |
3 |
3 |
3 |
Horeca |
178 |
187 |
188 |
183 |
192 |
Cultuur |
28 |
31 |
31 |
35 |
38 |
Ontspanning |
6 |
5 |
3 |
3 |
4 |
Verhuur |
5 |
5 |
5 |
5 |
4 |
Ambacht |
19 |
47 |
46 |
46 |
43 |
Financiële dienstverlening |
7 |
14 |
11 |
10 |
13 |
Part. dienstverlening |
84 |
48 |
49 |
48 |
47 |
Overheid |
6 |
7 |
6 |
5 |
n.v.t. |
Subtotaal overige functies |
335 |
347 |
342 |
338 |
344 |
Leegstand |
37 |
33 |
37 |
48 |
20 |
Totaal |
711 |
732 |
730 |
733 |
714 |
Bijlage II.1 vervolg Winkelbranchering Delft-centrum in de jaren
2000- t/m 2005, in m² w.v.o. |
|
|
||||||||
Branche |
2000 |
2001 |
2002 |
2003 |
2005 |
|||||
|
Aantal |
m². |
Aantal |
m² . |
Aantal |
m² . |
Aantal |
m² . |
Aantal |
m² |
|
winkels |
Winkels |
winkels |
winkels |
Winkels |
|||||
Levensmiddelen |
49 |
6.420 |
49 |
6.705 |
48 |
6.105 |
48 |
5.645 |
52 |
8109 |
Persoonlijke Verzorging |
10 |
1.355 |
12 |
1.285 |
12 |
1.285 |
12 |
1.205 |
15 |
2021 |
Warenhuis |
2 |
3.505 |
2 |
3.160 |
2 |
3.160 |
2 |
3.160 |
2 |
3230 |
Kleding & Mode |
60 |
9.655 |
63 |
9.685 |
61 |
9.545 |
61 |
9.500 |
62 |
11658 |
Schoenen & Lederwaren |
14 |
1.630 |
13 |
1.495 |
13 |
1.495 |
13 |
1.515 |
12 |
2208 |
Juwelier & Optiek |
13 |
760 |
13 |
750 |
13 |
750 |
13 |
695 |
13 |
853 |
Huishoudelijke- & Luxe Art. |
21 |
3.030 |
21 |
2.505 |
19 |
2.395 |
19 |
2.405 |
21 |
3049 |
Antiek & Kunst |
20 |
1.305 |
23 |
1.360 |
23 |
1.360 |
23 |
1.020 |
17 |
1049 |
Sport & Spel |
12 |
1.570 |
11 |
1.420 |
11 |
1.420 |
11 |
1.500 |
13 |
1822 |
Hobby |
15 |
1.355 |
16 |
1.455 |
16 |
1.455 |
16 |
1.545 |
16 |
1427 |
Media |
16 |
2.520 |
16 |
2.095 |
16 |
2.095 |
16 |
2.315 |
18 |
2273 |
Plant & Dier |
13 |
935 |
15 |
1.065 |
15 |
1.065 |
15 |
830 |
13 |
714 |
Wit- en bruingoed |
21 |
2.315 |
20 |
2.445 |
20 |
2.445 |
20 |
2.250 |
19 |
3104 |
Auto & Fiets |
5 |
840 |
5 |
855 |
5 |
855 |
5 |
915 |
8 |
1295 |
Doe-het-zelf |
8 |
1.430 |
6 |
1.355 |
7 |
1.415 |
7 |
1.400 |
6 |
1353 |
Wonen |
31 |
5.450 |
30 |
5.295 |
30 |
5.295 |
30 |
5.005 |
30 |
5098 |
Detailhandel Overig |
29 |
1.925 |
37 |
3.555 |
40 |
3.700 |
40 |
2.515 |
33 |
2818 |
Totaal |
339 |
45.990 |
352 |
46.490 |
351 |
45.840 |
339 |
43.425 |
350 |
52081 |
Bijlage II.3 – Bezettingsgraadtabellen Phoenix-garage
(november 2005)
Weken 45 en 46 – 7/11 t/m 13/11 resp. 14/11 t/m20/11/05
Bijlage II.4 –
Parkeerbalans en bezettingsgraden
A- Parkeerbalans
– fase 4
In de navolgende tabel zijn de gevolgen van de
eventuele invoering van fase 4 van de autoluwe binnenstad kwantitatief in kaart
gebracht voor wat betreft de parkeercapaciteit.
Hierin is de periode eind 2007 – na realisatie
Koepoortgarage – vergeleken met de huidige situatie, eind 2005.
Let wel: voorgestelde veranderingen ten gevolge van de Nieuwe Langendijk zijn
meegerekend. Uitgangspunt voor de Gasthuisplaats is compensatie van 82
vergunninghoudersplaatsen, en vervallen van 82 betaalde bezoekersplaatsen.
Uitgangspunt is volledige compensatie van het aantal
gehandicaptenparkeerplaatsen.
|
2005 |
2007 |
·
Aantal parkeerplaatsen -
Betaalde parkeerplaatsen (- 28 + 320) -
Vergunningen parkeerplaatsen (- 39 + 82) -
Gemengde pp (betaald + vergun.) (- 24 –
164) -
Runshopplaatsen -
Gehandicapten-parkeerplaatsen Totaal |
1.066 1.888 874 39 70 3.937 |
1.358 1.931 686 39 70 4084 |
B- Bezettingsgraden
Uit de bezettingsgraadcijfers 2005 blijkt dat er
nog een groei in het aantal bezoekers gefaciliteerd kan worden.
Dit kan als volgt worden uitgesplitst:
|
Piekuren / zaterdagmiddag ca. 12. 00 – 16.00uur |
Overige drukke tijden Za- ochtend Do/vr. middag |
Overige uren (overdag)** |
|
Phoenix garage |
100% |
95% |
65% |
|
Zuidpoort garage |
95% |
75%* |
40%* |
|
Gasthuisplaats |
100% |
90% |
90% |
|
Paardenmarkt |
90% |
85% |
70% |
|
Phoenixstraat |
85% |
70% |
55% |
|
Totaal mix |
90% |
75% |
70% |
|
Totaal |
Ca. 100 pp. over |
Ca. 310 pp. over
|
Ca. 740 pp. Over |
|
* Exacte cijfers ontbreken nog
** Schatting op basis van diverse statistieken
eerdere jaren
Kortom:
-
Zelfs op de piekuren, op de zaterdagmiddag zijn er
meestal nog bezoekersplaatsen te vinden;
-
Op de zaterdagochtend en de drukke donderdag- en
vrijdagmiddagen lukt het altijd nog in de Zuidpoortgarage, maar ook op de
diverse mix-parkeerterreinen.
-
In de overige dagen van de week – overdag is er
altijd plaats voor bezoekers.
-
Let wel: op de zondag en in de late middag- en
avonduren is de bezettingsgraad op de mix-parkeerplaatsen hoger, hetgeen met
name duidt op een parkeerdruk voor vergunninghouders.
Bijlage II.5 – Verslagen Bewonersorganisaties
A- Belangenvereniging Zuidpoort
De belangenvereniging
Zuidpoort staat positief tegenover de autoluwe binnenstad. Ze ziet veel
positieve effecten maar vraagt zich af waarom bepaalde straten in het
Zuidpoortgebied nog steeds niet autoluw gemaakt zijn.
-
Bezoekers (niet van bewoners) kunnen zonder
probleem parkeren. Vooral de winkeliers zijn positief.
-
Bezoekers van bewoners zijn ook meestal aangewezen
op de garage. Gezien de krapte aan bewonersparkeerplaatsen is niet voor
speciale bezoekerskaarten.
-
Bewonersparkeren blijft lastig:
-
te weinig plaatsen, met name ’s avonds en op
zaterdag;
-
door de autoluwe binnenstad is het aantal plaatsen
afgenomen;
-
dit levert zoekgedrag op;
-
er is overlast van algemene bezoekers die op
vergunninghoudersplaatsen staan;
-
er is te weinig handhaving om dit te voorkomen;
-
het kosteloos parkeren op zondag levert veel
zoekgedrag op, omdat men liever niet in de garage gaat parkeren.
Aanbevelingen:
-
Biedt bezoekers van bewoners de mogelijkheid om
tegen gereduceerd tarief in de garages te staan.
-
Er moeten “joekels van borden” komen met de tekst:
“Binnenstad = vergunningparkeren” – ook in vreemde talen.
-
Vooral een deel van de Gasthuislaan tussen de
Bastiaanpoort en de Vestepoort schreeuwt om autoluw gemaakt te worden. Het
verhoogt de verkeersveiligheid enorm, op drukke winkeltijden is een deel al
autoluw, en een ongewenste oost-west sluiproute is afgesloten.
-
Het is lastig om nu al de fietsvoorzieningen te
evalueren. Men pleit voor een onderscheid tussen kort en lang parkeerders.
-
Handhaving van het verbod om in de “poorten” te
fietsen moet verscherpt worden.
De belangenvereniging
Wateringse Poort citeert allereerst een aantal passages uit “De
Kracht van Delft” (KvK,
aug. 2005). Deze analyse gevoegd met de eigen ervaring met betrekking tot de
bereikbaarheid en het parkeren voor bezoekers in het noordelijk deel van de
binnenstad (geldt dus ook voor markt en noordelijk winkelgebied), “brengt ons
ertoe met kracht een invoering van fase 4 van de invoering van het autoluw
beleid af te wijzen. Wij zijn zelfs van mening dat bij een evaluatie de
mogelijkheid van terugbrengen van reeds ingevoerde maatregelen, bijvoorbeeld
openstelling van de binnenstad van maandag tot en met woensdag, serieus
overwogen dient te worden”.
Vervolgens is een tabel
toegevoegd met de uitslag van een enquête onder 73 leden van de
belangenvereniging.
Hieruit blijkt onder meer
het volgende:
-
bijna 60% van de bewoners vindt de situatie
verslechterd;
-
95% van de bedrijven vindt de parkeersituatie
verslechterd
-
80% van de respondenten heeft last van
vrachtverkeer.
Voor de volledigheid
volgt hier de volledige tabel:
|
Noordeinde |
|
Oude Delft |
|
Voorstraat |
|
TOTAAL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal |
|
6 |
|
9 |
|
15 |
|
30 |
% respons |
38% |
|
45% |
|
44% |
|
41% |
|
Optrekkend water |
5 |
83% |
6 |
67% |
6 |
40% |
17 |
57% |
Kelder |
4 |
67% |
6 |
67% |
5 |
33% |
15 |
50% |
Parkeren bewoners slechter |
2 |
33% |
8 |
89% |
8 |
53% |
18 |
60% |
Parkeren bedrijven slechter |
3 |
50% |
3 |
33% |
5 |
33% |
11 |
37% |
Parkeren bezoekers slechter |
4 |
67% |
6 |
67% |
8 |
53% |
18 |
60% |
Last vrachtverkeer |
5 |
83% |
7 |
78% |
12 |
80% |
24 |
80% |
Tegen terrasboot |
4 |
67% |
7 |
78% |
14 |
93% |
25 |
83% |
Tegen rondvaartboot aanleg |
5 |
83% |
7 |
78% |
12 |
53% |
24 |
80% |
Tenslotte is een Bijlage
toegevoegd die de belangenvereniging eveneens als Bijlage bij een aan wethouder
Vuyk gerichte brief op 10 november 2005 heeft gestuurd. Hierin staan 14
klachten vermeld over – onder andere specifieke parkeerproblemen, de horeca in
het gebied, grondwateroverlast en het gebrek aan vroegtijdige communicatie met
de
bewoners.
De bewonersvereniging
Grachtengebied zuid geeft “een weergave van de indruk die de bestuursleden
hebben op basis van hun eigen waarneming en contacten met andere bewoners in de
omgeving”.
De ervaring met het
autoluwe gebied is overwegend positief. Op vrijdagavond en op zaterdag is het
zeer functioneel, op doordeweekse dagen kan het zeer stil zijn in het autoluwe
+ gebied en vooral ’s avonds kan dat deel een desolate indruk maken.
-
De bereikbaarheid van het autoluwe plus gebied is
zowel voor bewoners als bezoekers afgenomen.
-
Door de week/overdag kunnen vergunninghouders
redelijk goed een parkeerplek vinden. Tegen het eind van de middag loopt alles
vol en ’s avonds is het vaak onmogelijk. Dat geldt ook voor de zaterdag.
Zondagmiddag is het erg druk geworden.
-
Tijdens weekeinden komen veel bezoekers (niet van
bewoners) parkeren op vergunninghoudersplaatsen. Velen zijn dus niet op de
hoogte van het parkeerregime.
-
De parkeertarieven worden als “redelijk” gezien. Alleen
de (in elk geval aanvankelijk) geplande tariefsverhoging van de bezoekerskaart
werd destijds met onbegrip ontvangen.
-
Bebording voor bezoekers en buitenlanders zou
duidelijker moeten.
-
Veel auto’s houden zich niet aan de 30km limiet.
-
Er zijn nog teveel grote vrachtauto’s in de
binnenstad.
-
De situatie voor fietsers is “goed”. Alleen de
stallingsmogelijkheden moeten worden uitgebreid – zonder dat dit
parkeerplaatsen kost!
-
Overdag is de leefbaarheid in de binnenstad prima.
’s Avonds en ’s nachts is er veel gebral en overlast. Gepleit wordt voor meer
surveillance.
-
Zorgen is er over de appartementengebouwen, waarbij
iedere bewoner een parkeervergunning kan aanvragen. “Volgens ons is de limiet
daarvoor bereikt”.
-
De Peperstraat en Nieuwstraat maken een weinig verzorgde
indruk. De Markt wordt positief beoordeeld.
De bewonersvereniging
oordeelt niet positief over het verder uitbreiden van het autoluw plus gebied.
Ze is bang dat een verdere afsluiting een doodse stad tot gevolg zal
hebben. Ze voegt hieraan toe dat eigenbelang
hierbij nadrukkelijk geen rol speelt.
Over het algemeen is er
bij de bewonersvereniging binnenstad noord “tevredenheid over het autoluwe
beleid, maar minder over het parkeertekort en diverse uitvoeringsaspecten”. De
sfeer in het autoluwe plus gebied is sterk verbeterd, het is een genot om er
rond te lopen, maar het effect in de autoluwe binnenstad als geheel is minder
groot.
Er is nog steeds grote
parkeerdruk in het gebied, vooral ’s avonds en ’s nachts, zaterdag en op
zondagmiddag (en –avond). Vooral vlak
rond het autoluwe plus gebied wordt de parkeerdruk ervaren, omdat hier veel
autobezitters uit dat autovrije deel staan.
-
De bezoekerskaart is een enorme verbetering t.o.v.
de kraskaarten;
-
Het wegvallen van de avondparkeermogelijkheid op de
Koepoortplaats heeft voor een nog grotere parkeerdruk gezorgd.
-
de (in elk geval aanvankelijk voorgestelde)
tariefsverhoging van de bezoekerskaart werd als onevenredig en maatschappelijk
onwenselijk gezien;
-
Vrachtverkeer geeft nog teveel overlast; handhaving
moet beter.
-
Noordelijke deel binnenstad is met de bus minder
goed bereikbaar dan het zuidelijke deel. Veel klachten zijn er over de
milieu-onvriendelijkheid van de bussen. Roet, stank, lawaai, motor te lang
aanstaan voor Koepoortbrug, Nieuwe Langendijk, e.d.
-
Fietsers en voetgangers door elkaar levert
verrassend weinig problemen op.
-
2-zijdig fietsen is prima; mag uitgebreid worden
voor op de Geerweg + Vrouwenregt.
-
Het stoort de buurtbewoners doorgaans niet als
fietsen tegen een brug worden geparkeerd. De stad hoeft geen museum te zijn. In
het autoluwe gebied is nog onvoldoende stallingsruimte, evenals in het
noordelijk deel van De Klis.
-
Nu de openbare ruimte van het autoluwe plus
gedeelte is opgeknapt mag er ook wel eens wat aan de rest van de binnenstad
gebeuren. De buitenruimte is hier vaak een lappendeken van visies of juist het
ontbreken daarvan.
-
Het autoluwe plus gebied is gezellig, maar in de
wintermaanden wel erg stil.
-
De vernieuwing van de Markt is een grote verbetering,
maar door het feite gebruik (evenementen, ongebreidelde terrassen) komt het
vaak onvoldoende uit de verf.
Aanbevelingen:
-
Zon- en feestdagen ook gereguleerd parkeren maken.
-
Handhaving moet strenger rond zoekverkeer, 30km
limiet, eenrichtingsverkeer, en fout parkeren op bruggen en bij pollers.
-
Fietsenstalling in de Klis. Fietsenbeugels aan de
gracht kunnen misschien beter een kwartslag gedraaid worden.
-
Veel specifieke aanbevelingen voor verbeterde
bebording, bijvoorbeeld rond overbodige eenrichtingsverkeer borden, onderborden
bij invaliden parkeerplaatsen en overbodige laad- en losplekken.
-
Verfijning van het parkeerregime voor bewoners in
parkeergarages gewenst.
-
Betere voorlichting over autoluwe onderwerpen met
bewonersorganisaties in een eerder stadium. Juist in de uitvoeringsdetails
schuilt de onvrede van bewoners en kan sprake zijn van een sterk zichtbare
kwaliteitsverbetering.
____________
Bijlage II.6
Aantekeningen
gesprek vertegenwoordigers van de SSBO
(Stichting
Samenwerkende Bonden van Ouderen)
24
november 2005
1)
In zijn algemeenheid is de autoluwe binnenstad een
goede zaak.
2)
De bereikbaarheid van de binnenstad – vanuit
sommige wijken – laat nog wel te wensen over. Enerzijds de lage frequentie van
busvervoer. Anderzijds het feit dat zowel de Markt als het Bastiaanplein niet
direct bereikbaar zijn.
Het feit dat sommigen
commentaar menen te moeten leveren op het feit dat er zich af en toe groepen
ouderen ophouden op en rond de bankjes bij het Stadhuis wordt onzinnig en
bevoogdend gevonden. De Markt is een prima verblijfsgebied. Laat de ondernemers
zich ook niet vergissen in de koopkracht van (sommige) ouderen.
3)
Het fietsparkeren op het Bastiaanplein betekent dat
rolstoelen af en toe flink moeten laveren. Enige regulering alhier – zoals gepland
– is een goede zaak.
4)
Slechts sporadisch levert asociaal fietsgedrag in
het autoluwe plus gebied problemen op voor ouderen.
5)
De SSBO is zich bewust van het feit dat veel
invaliden niet zelden hun invaliden parkeerkaart uitlenen aan valide vrienden of
buren.
Enige terughoudendheid in
de uitgifte van (het aantal) invaliden parkeerkaarten lijkt de SSBO logisch.
Ook controle van kaarten
op adres lijkt een gerechtvaardigde zaak.
6)
Door het vertrek van 2 schoenen speciaalzaken is de
indruk dat minder ouderen een reden hebben om naar de binnenstad te gaan.
7)
Een paar parkeerplaatsen zouden er met name nog bij
mogen in het Zuidpoort gebied.
-
vlakbij de ingang van de garage en/of het theater
-
ter compensatie van verdwenen plekken op veld 2
De plekken in de garage(s)
zijn prima en voldoende. Er zijn geen klachten van de achterban van de SSBO
over de Markt en het Noordelijke winkelgebied.
8)
Kerkgangers bij de Hippolytuskapel pleiten (nog
steeds) voor een aparte plek op de brug. Plekken langs de gracht zijn en blijven
te gevaarlijk. Deze plek is alleen op zondag nodig.
___________
Aantekeningen gesprek vertegenwoordigers controleurs
Openbare Ruimte
10
november 2005
1)
In zijn algemeenheid is men tevreden over het
functioneren van de autoluwe binnenstad, inclusief het autoluwe plus gedeelte.
Sinds de invoering ervan wordt er gestaag minder bonnen geschreven, iedereen
lijkt goed te weten hoe de regels zijn en het publiek loopt ontspannen rond.
Men vindt het aantal
auto’s dat zich in het autoluw plus gedeelte ophoudt valt erg mee. De sluiting
van het postkantoor op de Hippolytusbuurt is in dit verband zelfs merkbaar.
2)
Er is een probleem rond marktkooplui die op
donderdagen al voor 16.300uur af willen breken en willen vertrekken. Dat is
uitdrukkelijk niet de bedoeling, maar als dit goed gecontroleerd moet worden
zijn er 3 teams (van 2 personen) nodig: op de Koornmarkt/Oude Langendijk, bij
het Blauwe Hart, en op Vrouw Juttenland – terwijl er maar 2 teams beschikbaar
zijn.
Met name die laatste
ingang, die ook op marktdagen open kan vanwege Laden & Lossen op Vrouw
Juttenland zelf wordt in toenemende mate misbruikt.
Als mogelijke oplossing
wordt gesuggereerd op marktdagen een paal in de grond te zetten op de hoek van
de Voldersgracht.
3)
Een ander probleem betreft het fietsverkeer op
marktdagen op de Markt, de Brabantse Turfmarkt en -’s zomers - de curiosa
Markt. Fietsen is in principe toegestaan, maar er zijn altijd wel een paar
fietsers die zich op gevaarlijke wijze door de massa heen probeert te rijden. De
controleurs – sinds zomer 2005 gemachtigd om fietsers aan te houden – moeten
dit echter laten gaan.
4)
Parkeren op bruggen wordt door controleurs
nauwelijks als probleem ervaren.
5)
Op de Paardenmarkt kunnen nog wel extra
parkeervakken aan de oostkant gerealiseerd worden. Daar worden nu ook redelijk
veel bonnen geschreven.
6)
Veel ondernemers – met meer auto’s – hebben wel een
pasje om in autoluw plus te laden en te lossen, maar vaak ontbreekt het
vergunninghoudersvignet. Dat is lastig.
7)
Dat er op runshop plaatsen tot 22.00uur geen
vergunninghouders mogen staan is jammer van de ruimte.
8)
Het feit dat de Kromstraat op zaterdag via de
Burgwal bereikbaar is voor versleveranciers (restaurants) levert in de Jacob
Gerritstraat af en toe wrevel en gevaarlijke situaties op.
____________
Bijlage II.8
Aantekeningen wijkagenten over de autoluwe binnenstad
1/11/05
Algemeen
1) Overall is
de autoluwe binnenstad een hele verbetering. Er is minder overlast van auto’s,
men loopt ontspannen door het gebied, er is minder irritatie tussen
verschillende (soorten) verkeersdeelnemers, de begaanbaarheid voor voetgangers
en toeristen is prima... Kortom: het leefklimaat in het verblijfsgebied
binnenstad is er sinds de invoering van de autoluwe binnenstad enorm op vooruit
gegaan.
Hetzelfde
wordt vernomen van veel ondernemers, zeker die in de horeca en die op de Markt,
maar ook van Vrouw Juttenland en elders in de binnenstad.
2) Wel hebben
ze af en toe de indruk – en dat horen ze vaker op straat – dat er zich soms
vrij veel auto’s in het autoluwe plus gebied bevinden.
Handhaving
3) Handhaven
is vooral een probleem met laden en lossen op de hoeken van autoluw plus.
Veel
distributeurs kopen ook geen pasje maar staan op de hoek. Dit levert
verkeersoponthoud, maar vooral ook gevaarlijke situaties op, met name op de bruggen bij Vrouw Juttenland
– ondernemers + rolstoelverkeer - en de Voorstraat. Het probleem op de
Wijnhaven/Koornmarkt is de laatste tijd een stuk minder.
4) Op de
Markt gaat het (nog) goed, maar wegens het ontbreken van vaste rijroutes KAN er
een ongeluk gebeuren.
5) De
Kruisstraat is een sluiproute (Molslaan / Beestenmarkt), maar levert weinig
hinder op.
6) Met smart
wordt gewacht op het Bordenplan voor het Bastiaanplein.
7) Diverse
vrachtauto’s in de binnenstad zijn langer dan 10m. Bv. die van de Albert Heijn
op de Brabantse Turfmarkt. Die zouden eigenlijk in kleinere auto’s moeten
rijden!
8) Ook bussen
zijn vaak langer dan 10m. Bas pleit voor een onderbord op de Binnenwatersloot,
maar vooral bij de Koepoortbrug/Nieuwe Langendijk: “Uitgezonderd lijnbussen en
touringcars”. Mocht er een probleem komen waarbij een verzekeringsmaatschappij
iets moet uitzoeken – dan levert dit in elk geval geen onduidelijkheid meer op.
Fietsen
9) De politie
kan goed overweg met de handhavers van de gemeente. Onduidelijk blijft wanneer
de laatsten ook (brom)fietsers mogen aanhouden! Coordinatie nodig.
10) Het
verschil tussen voetgangersgebied en autoluw plus (“uitgezonderd fietsen”) is
duidelijk. Er worden gemiddeld 10 fietsers per week geverbaliseerd in de Jacob
Gerritstraat.
11) Het
2-zijdige fietsen (zie evaluatie fase 1) gaat prima. Mocht het Vrouwenregt
autoluw plus worden zou het hier ook moeten gelden!
12) Op
marktdagen MAG gefietst worden, maar de weinigen die dat doen veroorzaken wel
veel irritatie. De wijkagent heeft liever extra borden “voetgangersgebied” op
die dagen.
Diversen:
11. Soms zijn
verhuizingen op de grachten wel lastig en belt de wijkagent om (elders) een
poller te laten zakken voor een goede doorstroming. Hij heeft de indruk dat dit
geen zwaar punt (meer) is.
12. Aannemersdagkaarten
e.d. zijn duidelijk en functioneren goed.
13. De
sluiproute op de Achterom is afdoende opgelost.
14. De
Gasthuisplaats is nog een rommeltje, maar er wordt niet zoveel meer ingebroken.
15. De
parkeergarages functioneren uitstekend.
16. De
Peperstraat is een probleem wat inrijden en parkeren betreft, omdat veel hinder
het gevolg kan zijn. Hier wordt relatief vaak geverbaliseerd, minstens 10x per
week.
______________