Op 14 december jl. bent u in het kader van onderhoud aan de oever/kade  van het Rijn-Schiekanaal, dat onder provinciaal beheer valt, gestart met het vervangen van het remmingwerk in de Zuid-Kolk voor een steiger. Deze vervanging vindt plaats om zo mogelijkheid te creëren voor het meren van schepen. Volgens uw planning zijn deze werkzaamheden per 15 februari 2006 voltooid.

 

Met deze wijziging realiseert u beleidsvoornemens uit zowel uw nota vaarwegen en scheepvaart als uw meerjaren uitvoeringsprogramma Vrije Tijd 2004 – 2007. Tevens wordt door de wijziging in uitvoering van het werk voor Delft een mogelijkheid voor een passantenhaven gerealiseerd. Hiermee kan een noodzakelijke randvoorwaarden gerealiseerd worden om een stevige impuls te geven aan de ontwikkeling van het watertoerisme voor Delft en aan een breed gedragen wens in onze gemeente voldaan. Wij zijn dan ook zeer content met deze win-win situatie.

 

Om de passantenhaven in de Zuid-Kolk praktisch goed te laten functioneren is adequaat gastheerschap en toezicht vereist. Om dit eerste te realiseren worden door de gemeente Delft enkele voorzieningen aangelegd, zoals aansluitingen voor elektra en watertappunten, ook worden te zijner tijd mogelijk een havenkantoor en sanitaire voorzieningen gerealiseerd. Het realiseren van dagelijks toezicht kan door de gemeente worden uitgewerkt, doch is formeel een provinciale aangelegenheid omdat het nautisch toezicht aldaar tot de provinciale competenties behoort.

 

Uit gesprekken op ambtelijk niveau tussen gemeente en de betrokken dienst bij de provincie, is gebleken dat de provincie dit toezicht niet in de voor het gastheerschap noodzakelijke frequentie kan realiseren. Zoals eerder gesteld kan de gemeente deze rol wel oppakken indien de gemeente mogelijkheid heeft om havengeld te innen.
Uit de gesprekken is gebleken dat dit op de korte termijn het eenvoudigst is te realiseren door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft voor de Zuid-Kolk ontheffing te verlenen van de artikelen 2.4.1 en 2.4.3 lid 1 van de Vaarwegenverordening Zuid Holland en zo nodig in die ontheffing het college tevens de bevoegdheid te geven om voor de Zuid-Kolk, voor zover de gemeente deze bevoegdheid niet al op andere wijze publiekrechtelijk dan wel als eigenaar van het kadastraal perceel ‘Zuid-Kolk’ heeft, nadere regels te stellen, havengeldtarieven vast te stellen en havengeld te innen.

Naar ons oordeel zou het goed zijn als u ons college de ontheffing verleent voordat uw werkzaamheden in de Zuid-Kolk zijn afgerond.

 

De ontheffingregeling is voor een beperkte periode adequaat. Uit de gesprekken is gebleken dat we gezamenlijk tot duurzame en toekomstgerichte afspraken en regelingen inzake de provinciale wateren binnen de gemeentegrenzen moeten komen. Zo zou bijvoorbeeld naar ons oordeel de gemeentelijke mogelijkheid tot het bevoegd houden van toezicht en realiseren van handhaving op illegaal meren aan oevers en kades van provinciale wateren zich niet louter tot het deel Zuid-Kolk moeten beperken. Juist om dit illegaal meren, in belang van zowel de vrije en veilige doorvaart als het tegengaan van verminderde inkomsten aan havengeld, adequaat tegen te gaan zou een vorm van gemeentelijke toezicht en handhaving zich tot alle provinciale wateren binnen onze gemeentegrens moeten uitstrekken. Hiermee kan wederom een win-win situatie bereikt worden.

 

Wij stellen het op prijs om de gesprekken voort te zetten om tot duurzame en toekomstgerichte afspraken inzake de provinciale wateren binnen onze gemeentegrenzen te komen.

 

 

Hoogachtend,

 

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

 

, burgemeester

 

 

 

 

, secretaris