1.
Inleiding
Deze technische aanvulling
artikel 2.2.2 APV heeft geen directe relatie met het evenementenbeleid maar
heeft als doel ongewenste situaties te voorkomen. Door het ontbreken van een
heldere definitie voor zowel het begrip braderie als incidentele markt is het
niet goed mogelijk om aanvragen voor dergelijke activiteiten te beoordelen en
indien nodig te weigeren. Direct gevolg hiervan is dat het aantal aanvragen
voor deze activiteiten sinds 2003 sterk is gestegen en dat de aard en karakter
van braderieën in veel gevallen niet conform hetgeen is wat normaliter onder
het begrip braderie wordt verstaan. Door een aantal
technische aanvullingen op artikel 2.2.2 APV (evenementen) wordt het beter
mogelijk om de feitelijke situatie, zowel bij de vergunningaanvraag als bij de
controle op de naleving, te beoordelen en kunnen de hiervoor genoemde
ongewenste ontwikkelingen worden voorkomen. In deze nota wordt om deze reden dan ook een aantal
voorstellen voor technische aanvullingen op artikel 2.2.2 APV uitgewerkt.
2.
Juridisch kader
Bij
zowel een warenmarkt als een braderie/incidentele markt gaat het om een markt
en dus om het verhandelen van waren. Een warenmarkt is een markt in de zin van
artikel 160 lid 1 onder h Gemeentewet in combinatie met de Verordening op de
warenmarkten voor de gemeente Delft 2005, waarin de vergunningverlening is
geregeld. De nadruk bij een warenmarkt ligt op de verkoop van “geregelde”
waren. Een braderie is weliswaar tevens een markt, maar daarbij gaat het veel
meer om een feestelijke, kermisachtige markt met straatverkoop door winkeliers,
ambachtslieden enz., terwijl dit bovendien een evenement in de zin van de
Algemene Plaatselijke Verordening, artikel 2.2.1 betreft. In
geval van een aanvraag van een vergunning voor een braderie of een incidentele
markt is artikel 2.2.2 APV van toepassing, zodat een dergelijke aanvraag moet
worden getoetst aan de in dit artikel neergelegde weigeringsgronden.
Van
belang is dat een duidelijke definitie van braderie en incidentele markt en/of
warenmarkt wordt geïntroduceerd, waarmee de feitelijke situatie zowel bij de
vergunningaanvraag als bij de controle op de naleving beoordeeld kan worden. In
paragraaf 3 worden enkele definities weergegeven en worden tevens verschillende
beleidsregels uitgewerkt.
Voorgesteld wordt om een aangevraagde vergunning
voor het organiseren van een evenement, zoals een braderie of incidentele
markt, te weigeren indien uit de bij de aanvraag verstrekte gegevens
blijkt dat er feitelijk een activiteit wordt gehouden waarvoor een andere
vergunning of ontheffing moet worden aangevraagd. Om op voorhand te kunnen
beoordelen of een activiteit daadwerkelijk een evenement is (waaronder een
braderie of incidentele markt), dienen aanvragers het bijgevoegde nieuwe
aanvraagformulier (bijlage 1) in te vullen.
Om
te kunnen bewerkstelligen dat hetgeen in deze nota is neergelegd als
toetsingskader geldt bij het behandelen van een aanvraag om een vergunning voor
het organiseren van een evenement, dienen sub h en i aan het tweede lid van
artikel 2.2.2 APV en een nieuw vijfde lid te worden toegevoegd. Door deze
aanpassing wordt het mogelijk genoemde aanvraag te toetsen aan de nadere
regels, zoals vastgelegd in deze nota, en bovendien de verzochte vergunning te
weigeren indien verlening zou leiden tot strijdigheid hiermee dan wel indien er
feitelijk geen sprake is van een evenement, maar een andere vergunning of
ontheffing moet worden aangevraagd. Voorgesteld wordt om de in deze nota
voorgestelde wijziging van de APV mee te nemen in de huidige evaluatie van de
APV.
3.
Beleidskader
Een activiteit is een
braderie, indien:
1)
feestelijk
vermaak duidelijk centraal staat. Concreet betekent dit dat ten minste 60% van
de activiteiten welke worden ontplooid tijdens de braderie bestaat uit culturele
activiteiten, zoals bijvoorbeeld activiteiten voor kinderen; spel en
attracties; vertoon van kunsten (theater, muziek, etc), etc.;
2)
ten
minste 60% van de activiteiten welke worden ontplooid tijdens de braderie niet
commercieel[1] van aard is.
Opgemerkt dient te worden dat dit percentage niet gekoppeld (cumulatief) is aan
het percentage dat wordt genoemd bij punt 1. M.a.w. het is bijvoorbeeld
mogelijk om een commerciële culturele activiteit te ontplooien.
Verder wordt voorgesteld om
bij het verlenen van vergunningen voor braderieën de volgende beleidsregels te
hanteren:
1)
Een
vergunning voor het organiseren van een braderie kan vanaf de maand oktober,
voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, worden
aangevraagd. Eerder ingediende aanvragen worden niet in behandeling genomen;
2)
evenementen,
vermeld op de evenementenkalender, hebben voorrang op evenementen welke niet
zijn vermeld op de evenementenkalender, waaronder braderieën;
3)
er
geldt voor de markt een maximum van 6 dagen waarop braderieën mogen
plaatsvinden, aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld.
Een incidentele markt
onderscheidt zich van een warenmarkt door een thematisch karakter, bijvoorbeeld
een boekenmarkt, platen- en cdmarkt, kerstmarkt, rommelmarkt, etc. Indien bij
een incidentele markt een thematisch karakter ontbreekt is er sprake van een
gewone (waren)markt.
Verder wordt voorgesteld om
bij het verlenen van vergunningen voor braderieën de volgende beleidsregels te
hanteren:
1)
Een
vergunning voor het organiseren van een incidentele markt kan vanaf de maand
oktober, voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, worden
aangevraagd. Eerder ingediende aanvragen worden niet in behandeling genomen;
2)
evenementen,
vermeld op de evenementenkalender, hebben voorrang op evenementen welke niet
zijn vermeld op de evenementenkalender, waaronder incidentele markten;
3)
er
geldt voor de markt een maximum van 6 dagen waarop incidentele markten mogen
plaatsvinden, aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld.
4.
Personeel & Financiën
Doordat
op jaarbasis een betrekkelijk laag aantal vergunningen voor braderieën en
incidentele markten wordt uitgegeven, heeft dit beleidsvoorstel geen invloed op
de totale werklast van het vakteam Vergunningen & Ontheffingen. Aan de
voorgestelde beleidsveranderingen zijn dan ook geen personele consequenties
verbonden. Verwacht wordt dat de precario-inkomsten met naar schatting €
5800,-zullen
afnemen. In tabel 5.1 wordt een voorlopige schatting gegeven van de
precario-opbrengsten indien het onderhavige voorstel wordt aangenomen.
Jaar |
Inkomsten
precario braderieën & incidentele markten b. |
2004 |
€ 4850,08 (16 activiteiten) |
2005 |
€ 8801,24 (29 activiteiten) |
Na
invoering voorgestelde beleidsregels, per jaar a |
€ 3035,- (naar
schatting 10 activiteiten) |
a)
Schatting
(Aantal braderieën & incidentele markten gehouden in 2005 minus gehouden
“verkapte markten” in 2005 (29 minus 19 = 10)).
b)
Bron:
Belastingen
5.
Voorstellen
1)
de
"Nota Technische aanvullingen artikel 2.2.2, APV”, vaststellen;
2)
de
in deze nota voorgestelde wijziging van de APV meenemen in de huidige update
van de APV;
[1] - Commerciële activiteiten: activiteiten die
hoofdzakelijk betrekking hebben op het kopen en/of verkopen van
goederen of diensten (handel) met als doel het maken van winst.
- Niet-commerciële activiteiten: activiteiten
die hoofdzakelijk geen betrekking hebben op de handel dan wel het maken
van winst, waarbij hooguit de kosten voor het laten plaatsvinden van
de activiteit gecompenseerd worden.