KENNIS
ALS MOTOR
INSTRUMENTEN
VOOR EEN NIEUW ECONOMISCH ELAN
1. Inleiding
De strategie Delft Kennisstad heeft meer dan tien jaar
lang een essentiële bijdrage geleverd aan de
verandering van de economische infrastructuur van de stad. Eind jaren tachtig
was Delft een stad met (verdwijnende) industrie, veel overheidswerkgelegenheid
en weinig MKB. Nu is het een stad met een sterke kenniseconomie, veel zakelijke
dienstverlening, technostarters en daarnaast een sterkere detailhandels - en
horecainfrastructuur.
De Kennisstadstrategie, die sinds 1990 is verankerd in
het economisch beleid, is onlangs nog eens bekrachtigd in “De economie van Delft: op weg naar 2015”, de beleidsnota die
economische visie en strategie voor de komende jaren beschrijft. Zie verder het bijgevoegde overzicht van de
netwerken en projecten van Delft Kennisstad in bijlage 1.
Deze discussienota markeert het eindpunt van een
grootschalig evaluatieproces en een begin van het herijkingproces van het
gemeentelijk Delft Kennisstad beleid. Het evaluatieproces begon met de enquête
van de Rekenkamer naar effectiviteit van beleid en werd voltooid met het
stadsdebat van 11 januari 2006. Dit stadsdebat is tevens het startpunt van een
maatschappelijke discussies over het Kennisstadbeleid en van nieuwe ontwikkelingen
op dit beleidsterreinen.
Kennis als motor is geen herziene
stadsstrategie. Deze nota beschrijft het proces, de manier van werken en doet
enkele concrete voorstellen voor het gedeelte van het Kennisstadbeleid dat
betrekking heeft op het versterken van de Delftse economische structuur. Daarbij wordt, meer dan voorheen, gekeken naar de mogelijke rol van de
bedrijven en instellingen die samen Delft tot een Kennisstad hebben gemaakt. De
gemeente biedt in die nieuwe aanpak een kader en faciliteiten om initiatieven
en projecten van onderop te stimuleren en te begeleiden.
In de komende periode zal, zoals al is genoemd,
veel aandacht worden besteed aan de bredere maatschappelijke context van de
kenniseconomie. Net als in de nota waarmee Delft Kennisstad tot stadsstrategie
werd verkozen en in de reactie van het college op het rapport van Nijfer voor
de Rekenkamer, is de brede gedachte van die ten grondslag ligt aan de
stadsstrategie nog steeds springlevend. In een stad die kennis als motor wil
gebruiken voor de economie, is de kwaliteit van de stedelijke omgeving van even
groot belang als economische maatregelen. En een goede stedelijke omgeving
heeft betrekking op leefbare wijken, cultuur voor iedereen, bereikbaarheid, een
goed sociaal klimaat, een duurzame stad en goed onderwijs voor iedereen en het
voorkomen van schooluitval.
Een kenniseconomie floreert niet door
hoogopgeleiden, maar dankzij de beschikbaarheid van goed opgeleide
beroepsbevolking op alle niveaus. Hoog-technologische bedrijven vestigen zich
niet in Delft als er geen vakbekwame toeleveranciers zijn, waar mensen werken
met een lagere en middelbare beroepsopleiding.
Het succesvolle stadsdebat in de Commissie Extern
over de inhoud van het beleid heeft suggesties opgeleverd, waarvan enkele een
plek hebben gevonden in deze nota. Een aantal andere suggesties kunnen op een
later tijdstip een plek vinden in het gemeentelijk beleid, bijvoorbeeld in
samenhang met de aanpak van de stadsmarketing. De hoofdconclusie van het
stadsdebat was glashelder: de overgrote meerderheid vindt dat de gemeente door
zou moeten met het beleid, gericht op het versterken van de kenniseconomie, een
conclusie die ook de Rekenkamer reeds getrokken had, maar met een nieuwe
slogan. Een slogan die meer internationaal is en meer innovatie en activiteit
uitstraalt.
Omdat de manier waarop Delft zich naar buiten toe
profileert in de eerste plaats een onderdeel is van de stadsmarketing, worden
in deze nota geen voorstellen gedaan voor een nieuw en aansprekend motto.
De titel Kennis
als motor, instrumenten voor een nieuw economisch elan geeft aan dat de
hoofdkoers van het beleid niet wijzigt. Immers, de Delftse economie wordt nu en
in de toekomst voor een belangrijk deel gedragen door de vele kennisinstelingen
en -bedrijven.
Het gaat vooral om een andere wijze van
werken, waarbij het werkveld duidelijker wordt afgebakend in relatie tot het
algemene economische beleid en de speerpunten worden herzien. In de nieuwe
aandachtsgebieden zal, naast de aandacht voor de economische component, ook de
relatie met maatschappelijke aspecten worden belicht. Dit alles wordt verwerkt
in een eerste aanzet voor een meerjarenprogramma 2006 - 2009.
De
grote lijnen van deze discussienota zijn doorgesproken met het bestuur van
Stichting Delft Kennisstad, dat de uitgezette koers onderschrijft.
De discussienota bestaat uit de volgende paragrafen:
1.
Inleiding
2.
Afbakening van beleidsterrein
3.
Aanpassing
speerpunten en het focussen op bepaalde Delftse
clusters
2. Afbakening werkterrein
Het
economisch concept van de Delftse kenniseconomie kan worden duidelijk gemaakt
met het voorbeeld van een piramide, die bestaat uit drie lagen.
1.
De basis
De basis
van de piramide bestaat uit de brede stadsstrategie, die tot op heden Delft
Kennisstad werd genoemd. Het gaat in de basis om het beleid om van Delft een
goede vestigingsplek te maken waar mensen zich prettig voelen. Daarbij gaat het
om zaken als huisvesting, aanwezigheid van de volledige onderwijskolom, bereikbaarheid, het aanwezige arbeidspotentieel,
kinderopvang, leefbaarheid, cultuur en vermaak. Deze zaken maken Delft een
hoogwaardige stad met een breed aanbod van kwalitatief goede voorzieningen.
2.
De middelste laag
De
middelste laag is een actieve laag en omvat de maatregelen om de economische
(kennis)structuur van Delft te versterken. Het gaat om zaken als clustering van
bedrijven en instellingen rondom bepaalde thema’s en sectoren, het verkleinen
van de kloof van kennis naar de markt en om het stimuleren van vernieuwing en
veranderingen in het Delftse bedrijvigheid. Uiteindelijk is het doel van deze
activiteiten: een hogere economische groei en werkgelegenheid voor alle Delftenaren. De activiteiten
beperken zich zeker niet tot de vele hoogopgeleide werknemers in Delft, maar
richten zich ook op het versterken van de toeleveringsbedrijven en de
ondersteunende dienstverlening.
3.
De top
De top van
de piramide bestaat uit het promoten van het imago van de Delftse
kenniseconomie. Deze top - en
gedeeltelijk ook de middelste laag - behoren tot het gebied van de
stadsmarketing. Hier horen ook discussie thuis over slogans als Maak Kennis in
Delft, Delft Kennis van de Toekomst, Delft Center of Technology.
De
drie lagen hebben sterk met elkaar te maken. Immers, als kenniswerkers Delft
een onaantrekkelijke vestigingsplaats vinden, zullen zij hier niet willen wonen
en werken. En als Delft geen sterke en weerbare kennisstructuur heeft, is elk
imago niet meer dan een reclamecampagne zonder inhoud, waar men op termijn
doorheen zal prikken.
Kennis
als motor, instrumenten voor een nieuw economisch elan concentreert zich op het
versterken van de middelste laag van de piramide. De voorgestelde maatregelen
hebben als doel bij te dragen aan het structureel versterken van de
kennisinfrastructuur en investeringen in de economie en hebben betrekking op:
A.
het
overbruggen van de kloof tussen kennisproductie en daadwerkelijke (commerciële)
toepassing;
B.
het
invullen van de ontbrekende schakels en het bieden van kansen aan
innovatie-initiatieven om zich te manifesteren en te ontwikkelen;
C.
het
stimuleren van ontmoetingen, zowel binnen de kennissector als tussen de
kennissector en de inwoners van Delft; kennismaken leidt tot kennis (te gelde)
maken;
D.
veel
aandacht voor sterke Delftse clusters;
E.
het
verder versterken van het imago van de Delftse kenniseconomie, zowel voor de
inwoners van Delft als voor “de wereld”.
De
structuurversterkende maatregelen moeten uiteindelijk leiden tot een sterke
lokale economie met een hoge toegevoegde waarde en een brede werkgelegenheid.
Maatregelen die leiden tot nieuwe business en bedrijvigheid en die er voor
zorgen dat de “Delftse” kennis ook daadwerkelijk naar de markt wordt gebracht,
hebben de grootste prioriteit.
Uit
onderzoek blijkt dat mensen Delft associëren met één of meerdere van de
volgende kernwaarden: Technologie,
Creativiteit, Historie, Cultuur, Studentenstad.
De
kernwaarde Technologie is in de afgelopen periode ingevuld met vijf Delftse
kennisspeerpunten:
1.
innovatieve
vervoerssystemen
2.
architectuur en design
3.
water en bodem
4.
informatie - en
communicatietechnologie (ICT)
5.
milieutechnologie
De
gemeente Delft is niet de enige die speerpunten heeft geformuleerd. In bijlage
2 zijn de speerpunten opgenomen van de provincie Zuid–Holland, de
Kennisalliantie, West Holland Foreign Investment Agency, Technopolis Delft en
het Rijk.
Hoewel
de Delftse speerpunten gedeeltelijk overeenkomen met de speerpunten van de andere partijen, is het totale beeld in de
regio is nogal versnipperd en niet overtuigend.
De
provincie wil het toekomstige beleid rond de regionale Kenniseconomie meer te
focussen op een beperkt aantal thema’s naar het voorbeeld van de aanpak “Food
Valley” van Wageningen.
Een
maatstaf voor de weging van het belang van de indertijd gekozen speerpunten is
het aantal mensen dat daarin werkzaam is.
Als we het aantal arbeidsplaatsen als uitgangspunt nemen, zijn ICT,
Architectuur & Design en Water & Bodem de belangrijkste speerpunten
(zie onderstaande tabel).
Speerpunt |
Arbeidsplaatsen
2003
|
Aandeel totale werkgelegenheid Delft |
|
|
|
Milieutechnologie |
791 |
1.5 % |
ICT |
4850 |
9.5 % |
Water en bodem |
2382 |
4.6 % |
Architectuur en design |
2438 |
4.8 % |
Innovatieve vervoerssystemen |
420 |
0.8 % |
|
|
|
Totaal |
12681 |
24.8 % |
1)
De
gemeente Delft wil de middelen voor stadsmarketing inzetten voor Technopolis
(met zijn eigen speerpunten) en de Kennisalliantie (met zijn eigen speerpunten)
op een wijze die past binnen de prioriteiten van de gemeente en die van de
partners. Echter, wanneer de speerpunten van Technopolis en de Kennisalliantie
worden overgenomen, zou dat leiden tot een ongewenste verbreding van
speerpunten.
2)
We
constateren een relatief beperkt aantal arbeidsplaatsen binnen de speerpunten Innovatieve Vervoerssystemen en Milieutechnologie.
3)
Een
nieuwe interessante invalshoek is het typeren van de economie vanuit de
benadering van de Creatieve Industrie.
Volgens de “Atlas voor gemeenten 2005” is Delft de zesde creatieve stad van
Nederland. Op het gebied van Creatieve
Industrie spelen in Delft de volgende zaken:
a)
In
de bedrijfsverzamelgebouwen voor de creatieve industrie, Bacinol, Mijnbouwplein
en Van Leeuwenhoeksingel, werken ruim 130 architecten, ontwerpers en
kunstenaars gevestigd met nog eens 170 ondersteunende werknemers. Deze
bedrijfsverzamelgebouwen verdwijnen in de komende jaren, waardoor er
alternatieve huisvestingsmogelijkheden moeten komen;
b)
Het
initiatief Lijm & Cultuur op het terrein van de verdwenen Gelatine Delft;
een locatie waar culturele creativiteit en (technische) innovatie elkaar
ontmoeten en mensen worden geïnspireerd Een locatie waar vernieuwingen kunnen
ontstaan en vorm kunnen krijgen. Dat geldt ook voor het vernieuwde evenementenbeleid
en de inrichting van een specifiek evenemententerrein aan de Rotterdamseweg;
c)
De
totstandkoming van het cultuurplein bij theater De Veste (Zuidpoortgebied) met
een megabioscoop, discotheek, bibliotheek en kunstcentrum.
3.3. Opties voor het
focussen op bepaalde Delftse aandachtsgebieden
Mogelijke
aanpak
Zoals gezegd,
levert het aansluiten bij de speerpunten van Technopolis en de
Kennisalliantie een te breed en niet goed werkbaar spectrum aan speerpunten op.
Wel kan aangesloten worden bij de aanpak
stadsmarketing van Delft, die inhoudt dat de gemeente algemene
stadsmarketingmiddelen verschaft (algemene folders en informatiemateriaal over
de stad) voor Delftse bedrijven en instellingen. Die vullen het
basisvoorlichtingsmateriaal aan met relevante informatie, die specifiek van
belang is voor hun doelgroepen.
Iedere
combinatie van speerpunten is arbitrair. Uit het aandeel in de werkgelegenheid
blijkt echter dat ICT, Water & Bodem en Architectuur & Design samen
ongeveer 20 % van het totaal aantal arbeidsplaatsen omvatten en ongeveer de
helft van de Delftse kenniseconomie uitmaken. De ontwikkelingen in deze
speerpuntgebieden wordt in de komende periode goed gevolgd en ook wordt
onderzocht welke activiteiten ondernomen moeten worden om deze reeds sterk
aanwezig gebieden nog verder te versterken.
Specifieke
aandacht voor Innovatieve
Vervoerssystemen is, vanwege de geringe omvang en het geringe
uitbreidingsperspectief niet voor de hand liggend. Het aanstaande vertrek van
TNO Automotive naar Eindhoven, waar deze sector veel sterker aanwezig is,
verzwakt dit cluster verder.
Milieutechnologie maakt deel uit van alle
kennisbedrijven die het begrip Duurzaamheid hanteren. Naast de sector Water
& Bodem, waar duurzaamheid een grote rol speelt,
zijn er veelbelovende ontwikkelingen op het gebied van duurzame
energievoorziening. Hoewel het aantal werknemers in dit gebied nu (nog) klein
is, is de potentie en toekomstwaarde van dit thema groot. Ook de TU Delft
hanteert duurzame energie als speerpunt. Op dit terrein is binnen de
universiteit thans een grote dynamiek. Er komt een masteropleiding, er is een
samenwerkingsconvenant met de andere TU’s in Nederland er vindt veel onderzoek
plaats. De maatschappelijke opgave, in het licht van toenemende schaarste aan
fossiele brandstoffen, CO2 uitstoot en klimaatverandering, economische
afhankelijkheid van de Europese Unie en politieke instabiliteit bij veel
energieleverende landen, is van dien aard dat hier een uitgesproken groeipotentie
is. De mogelijkheden en het belang voor de stad Delft om met op dit thema een
rol te spelen met pilotprojecten, als launching customer voor nieuwe producten
etc, is groot. Het huidige milieutechnologiefonds kan worden omgebouwd tot
fonds voor innovatieve energieprojecten, waarmee ook een operationele basis
ontstaat voor verdere intensivering van de reeds bestaande samenwerking met de
TUD, woningcorporaties, bedrijven en instellingen op dit gebied. Het
succesvolle Delfts Energie Agentschap (DEA) speelt daarin een belangrijke
creatieve en verbindende rol.
Architectuur en Design zijn prominente onderdelen
van de hiervoor geïntroduceerde Creatieve Industrie, die in Delft zo sterk
aanwezig is. Daarom wordt het cluster Architectuur & Design verbreed tot Creatieve
Industrie, waaronder ook vallen media, webdesign, uitgeverij, beeldende
kunst, podiumkunsten, muziek, fotografie, reclame radio en film. Bacinol is het
fysieke voorbeeld van een verzameling bedrijven in de creatieve industrie.
De
aanwezigheid van een hoge concentratie van kennisinstellingen op het gebied van
Water & Bodem rechtvaardigt specifieke aandacht voor dit gebied. Een op de
twintig Delftse arbeidsplaatsen is gerelateerd aan dit cluster. Er zijn sterke
netwerken rond dit gebied aanwezig en er is veel dynamiek in deze sector. Op
dit moment speelt de vorming van het Delta Instituut en de vestiging van dat
instituut in Delft biedt ook goede kansen om meer instellingen en bedrijven die
actief zijn op het terrein van Water & Bodem over te halen zich in Delft te
vestigen. Een deel van Technopolis, in de omgeving WL DelftHydraulics, kan
onder de naam AquaPolis mogelijk specifiek voor deze sector bestemd worden.
Voorstel:
aandacht richten op één algemeen en vijf inhoudelijke clusters
In aansluiting op de stadsmarketing aanpak kan de
gemeente kiezen voor vijf inhoudelijke aandachtsgebieden die horen bij de
economische identiteit van de stad: ICT, Bio/Medische technologie, Creatieve
Industrie, Water & Bodem en Duurzaamheid. De algemene gemeentelijke
faciliteiten voor stadsmarketing worden hiervoor ingezet, waarna de betrokken
partners hierop aansluitend verder aan de slag kunnen met hun eigen
prioriteiten en middelen.
Met deze benadering vervult de gemeente de rol van
ondersteuner en voorwaardenschepper. De acquisitie en promotie van organisaties
als Technopolis, Harnaschpolder, TNO-Zuidpolder, Spoorzone, Steenworp, WFIA,
Delft Marketing en de andere spelers in de Delftse kenniseconomie kan hier
verder op uitgebouwd worden.
Omdat er ontwikkelingen zijn die niet in een van de
bovengenoemde aandachtgebieden vallen, maar die toch van belang zijn voor de
Delftse economie, wordt Nieuwe Technologie als algemeen aandachtsgebied
toegevoegd. Hieronder valt bijvoorbeeld Nanotechnologie.
4. De werking van Kennis als motor
Een
doelstelling van Kennis als motor is het bevorderen, organiseren en
etaleren van de permanente dynamiek van (innovatie)initiatieven, die leiden tot
nieuwe investeringen in de economie van Delft.
Delft
is een dynamische en creatieve stad van wetenschappers, ingenieurs,
ondernemers, studenten en kunstenaars. Binnen de kennisinstituten, het midden–
en kleinbedrijf, in startende ondernemingen, Delft Design, Technet,
studentenverenigingen, etc. borrelt het van ideeën en initiatieven. De inzet is
om te helpen deze initiatieven op een eenvoudige, gestructureerde en positieve
manier concreet te maken en ondersteuning te geven op basis van een aantal
simpele spelregels en een simpele aanpak.
Spelregels
Vanuit
de sleutelbegrippen investeringen,
commercieel en eigen
verantwoordelijkheid voor de uitvoering zijn de volgende spelregels voor
het steunen van initiatieven door de gemeente geformuleerd:
1.
Initiatieven
zijn vernieuwend, duurzaam en innovatief
2.
Initiatieven
moeten resulteren in investeringen
3.
Initiatiefnemers
zijn zelf risicodragend en verantwoordelijk voor de uitvoering en moeten
aannemelijk maken dat het initiatief haalbaar is
4.
Initiatieven
moeten toegevoegde waarde hebben voor Delft
Naast
deze spelregels wordt ook meegewogen in hoeverre een initiatief of actie
toegevoegde waarde heeft voor de lopende programma’s van de Kennisalliantie,
YES!Delft, het Awareness programma van de TUD, Technopolis Delft, Delftech Park
en het imago van Delft en of er gewerkt wordt met een eigen (sponsor)netwerk.
Aanpak
De
beste aanpak is het benutten van de aanwezige expertise en netwerkorganisaties,
zoals de Kennisalliantie, YES!Delft en de Stichting Delft Kennisstad. Deze
organisaties zijn prima in staat projecten of initiatieven te begeleiden of op
te nemen in de eigen programma’s.
Hoewel
de gemeente Delft de eindverantwoordelijkheid draagt voor het honoreren van
aanvragen voor ondersteuning van nieuwe initiatieven, wordt de Stichting Delft
Kennisstad (SDK), die de spin is in het web van de Delftse kenniseconomie, gevraagd
om een afstemmingsrol te vervullen. In
die rol laat de stichting - zonder veel bureaucratie - initiatieven en acties
op een juiste plek landen, waar ze verder kunnen worden uitgewerkt en kunnen
groeien.
Nadat
de gemeente heeft beoordeeld of een initiatief of actie past binnen de
bovengenoemde spelregels, de hier beschreven aanpak en de algemene
subsidievoorwaarden, komt de afstemmingsrol van de SDK in beeld. Dat betekent,
dat de stichting adviseert over het belang en de haalbaarheid van een plan en
dat zij nagaat of de relevante partners bij het initiatief zijn betrokken. Op
basis van het advies van de SDK neemt de gemeente de uiteindelijke beslissing
over het honoreren van een subsidieaanvraag.
Daarnaast
kan de SDK een rol vervullen in het bundelen van de belangen van de
verschillende kennispartijen om daarmee de gezamenlijke strategische agenda te
vormen en te bewaken.
Nieuwe
initiatieven kunnen gebruik maken van de onderstaande netwerkorganisaties:
Stichting Delft Kennisstad
(SDK):
samenwerkingsverband van TUD, TNO, Hogeschool INHOLLAND, Haagse Hogeschool,
gemeente Delft, Kamer van Koophandel, drie bedrijvennetwerken en VNO-NCW West.
Op dit moment richt de stichting zich op het "in de etalage zetten"
van de vele projecten en producten die de stad oplevert en ondersteunt de
stichting bedrijvennetwerken. De, mede vanuit SDK opgezette, sociëteit het
Meisjeshuis aan de Oude Delft speelt daarbij een cruciale rol. In de toekomst
wordt de promotierol van de Stichting Delft Kennisstad overgenomen, waarbij ook
de presentatie via de website zal worden verbeterd.
KennisAlliantie Zuid-Holland: samenwerkingsverband van
Ondernemers, Onderwijs, Onderzoek en Overheid – kortweg de vier O’s - in de
provincie Zuid-Holland, dat beoogt de regio via samenwerking, stimulering en
afstemming van initiatieven ‘koploper’ in kennisintensieve bedrijvigheid en
innovatie te maken. De Kennisalliantie gaat zich in de komende periode
nadrukkelijker richten op het naar de markt brengen van kennis.
ICT Kring Delft: platform voor samenwerking
en kennisuitwisseling van en tussen ict - ondernemingen.
YES!Delft/Technostarters: samenwerkingsproject van
TU Delft en gemeente waarbij via het Innovationlab bestaande
ondersteuningsfaciliteiten voor startende ondernemers toegankelijk worden
gemaakt.
Technet Delft: een kennisnetwerk van
technologisch innovatieve bedrijven, instellingen en aanverwante organisaties
uit Delft en omgeving.
Delft Design: een
vereniging voor ontwerpers en architecten in de regio Delft. De
vereniging stelt zich ten doel het behartigen van de gemeenschappelijke
belangen van de leden binnen hun beroepsuitoefening als ontwerper (werkzaam of
studerend hiervoor).
In deze paragraaf wordt een eerste aanzet gegeven
voor mogelijke projecten en initiatieven passend binnen de uitgangspunten van
paragraaf 3. De daar genoemde vertrekpunten zijn:
-
het
overbruggen van de kloof tussen kennisproductie en daadwerkelijke (commerciële)
toepassing
-
het
stimuleren van ontmoetingen en samenwerking tussen kennisdragers in relevante
netwerken
-
het
focussen op specifieke Delftse clusters
-
een
aanpak, waarbij ontbrekende schakels worden ingevuld en innovatie initiatieven
van onderop alle kansen krijgen zich te manifesteren en te ontwikkelen
-
het
verder versterken van het imago van de Delftse kenniseconomie
-
het
maken van een link tussen de sterke clusters en de ontwikkeling van Technopolis
Omdat
de werkwijze van Kennis als motor gericht is op het bevorderen van
initiatieven van onderop, melden we hier slechts een beperkt aantal mogelijke
projecten. In overleg met andere organisaties wordt een meer definitief
overzicht gepresenteerd.
Mogelijke
nieuwe projecten zijn:
1.
Voortbouwen
en beter benutten van bestaande faciliteiten, netwerken en activiteiten. Via
het agentschap Syntens van Economische Zaken zijn programma’s beschikbaar om
het bedrijfsleven concreet te ondersteunen en te stimuleren meer te doen aan en
meer rendement te halen uit innovatie, export en internationale activiteiten.
2. Reeds gestart is een
veelomvattende economische monitoring en benchmarking, waarvan een eerste
rapportage in mei 2006 volgt. Daarbij wordt speciale aandacht besteed aan de
impact van de Delftse kenniseconomie. Wanneer het nieuwe stadsmarketingbeleid
is vastgesteld, zijn er middelen en capaciteit beschikbaar om meer dan voorheen
de burgers en bedrijfsleven te informeren en daarbij te betrekken.
3. De toegevoegde waarde en de
economische en maatschappelijke betekenis van de kenniseconomie voor de stad in
kaart brengen en alle kennisorganisaties,
kennisinstellingen en kennisbedrijven inventariseren. De uitkomsten van deze
inventarisatie worden gebruikt voor promotie- en acquisitieactiviteiten en voor
het bevorderen van de kruisbestuiving tussen de verschillende partijen.
4. Launching
Customer. Onderzoeken welke mogelijkheden er zijn binnen het gemeentelijk
aanbestedingsbeleid om – voor de gemeente zinvolle - vernieuwende projecten van
Delftse bedrijven op lokale schaal uit te proberen en ook andere Delftse
bedrijven en organisaties toe te stimuleren.
5. Het ondersteunen
van de ontwikkeling van een nieuw bedrijfsverzamelgebouw voor de Creatieve
Industrie.
6. Spraakmakende
initiatieven als Icarus, Nuna en Wasub leveren veel publiciteit op en zetten
Delft als ‘kennisstad’ op de kaart. Deze initiatieven zijn tevens voorbeelden
van multidisciplinaire en innovatieve kennistoepassing. Deze combinatie van
imago en inhoud heeft een meerwaarde die wij beter kunnen faciliteren en
benutten, bijvoorbeeld door het creëren van kennisevenementen en innovatieve
netwerken rondom deze projecten.
5. Uitvoeringsprogramma
2006 – 2009 en financiering
De
financiering van de genoemde projecten komt uit de programmabegroting 2006 –
2009, de CKE begroting en de Reserve Nutsbedrijven. Hieronder is dat
aangegeven. Voorgesteld wordt om de huidige reserve Kennisstad en de reserve
algemene Economische Structuur samen te voegen onder de noemer reserve
Economisch Structuurfonds.
Hoewel
het onderstaande overzicht van reserveringen een horizon heeft tot 2009, wordt
voorgesteld medio 2007 een evaluatie te houden over de effecten van de nieuwe
aanpak. De genoemde reservering moeten via concrete voorstellen, die vervolgens
aan de gemeenteraad worden voorgelegd, worden hard gemaakt.
7. Verdere
procedure en voorstel tot besluitvorming
1. Deze discussienota wordt na vaststelling door het
college van B&W – conform de gemaakte afspraak - toegezonden aan de
deelnemers aan het stadsdebat in de commissie Extern.
2.
Vervolgens wordt de nota besproken in de raadscommissie CKE en vastgesteld door
de gemeenteraad in februari 2006.
Het
voorstel voor de besluitvorming over deze nota luidt als volgt: