Stuk 29 I                                                                                             Delft, 7 februari 2006.

830144

 

Onderwerp:       Gemeenschappelijke regeling Archeologie

Midden-Delfland

 

 

Aan de gemeenteraad.

 

Geachte dames en heren,

 

 

De voormalige gemeente Schipluiden had in november 1999 met de gemeente Delft een gemeenschappelijke regeling afgesloten voor het archeologiebeleid. Op deze wijze was het mogelijk om expertise op het gebied van archeologie in te huren zonder dat de gemeenten hiervoor een eigen archeologische dienst behoefden in te stellen. Op 1 januari 2004 is Schipluiden gefuseerd met Maasland tot Midden-Delfland.Voorgesteld wordt de gemeenschappelijke regeling met de gemeente Midden-Delfland voort te zetten. De tekst van de regeling met de voormalige gemeente Schipluiden kan worden aangehouden waarbij het aantal uren en de kosten veranderen omdat de kengetallen van Maasland en Schipluiden bij elkaar opgeteld worden. De gemeente Midden-Delfland heeft reeds op 8 april 2004 deze gemeenschappelijke regeling vastgesteld.

 

Wij stellen u voor de gemeenschappelijke regeling archeologie Midden-Delfland vast te stellen, onder gelijktijdige intrekking van de gemeenschappelijke regeling archeologie Schipluiden.

 

Hoogachtend,

 

Het college van burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

 

mr. drs. G.A.A. Verkerk             ,burgemeester.

 

 

 

mr. drs. H.G.L.M. Camps                      ,secretaris.


Stuk 29 II

830144

 

 

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Midden-Delfland en Delft, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

 

gelezen het voorstel van het college van 7 februari 2006;

 

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, de Wet gemeenschappelijke regelingen, alsmede de

Monumentenwet 1988;

 

overwegende dat het wenselijk is dat de gemeente Midden-Delfland, gelet op het kunnen verkrijgen van een vergunning voor het verrichten van opgravingen als bedoeld in artikel 39 van de Monumentenwet 1988, samenwerkt met de gemeente Delft op het gebied van archeologisch onderzoek en het hebben van een depot voor het onderbrengen van vondsten uit opgravingen;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende: “Gemeenschappelijke regeling archeologie Midden-Delfland”,  onder gelijktijdige intrekking van de “Gemeenschappelijke regeling archeologie Schipluiden”.

 

Artikel 1. Doel van de regeling.

 

De Gemeenschappelijke regeling heeft tot doel samenwerking tussen de gemeenten Midden-Delfland

en Delft op het punt van archeologie van de gemeente Midden-Delfland.

 

Artikel 2. Taken van de deelnemers.

 

lid 1.

Het gemeentebestuur van Midden-Delfland draagt zorg voor het navolgende:

a.   benoeming van de archeoloog van Delft tot archeoloog van Midden-Delfland;

b.   het voorzien in de mogelijkheid van een depot, waarin de vondsten die voortkomen uit opgravingen kunnen worden ondergebracht.

 

lid 2.

Het gemeentebestuur van Delft draagt zorg voor het navolgende:

a.   de mogelijkheid dat de archeoloog van Delft in voldoende mate archeologische werkzaamheden kan verrichten voor de gemeente Midden-Delfland;

b.   de archeoloog zal voor de duur van gemiddeld 30 dagen per jaar de volgende taken op archeologisch gebied voor de gemeente Midden-Delfland vervullen:

 

Beleidstaken


Stuk 29 II                                                                                pag. 2.

 

 

 

Documentatie

 

Voorlichting, educatie en publiciteit

c.   het kunnen voorzien in depotruimte, indien de gemeente Midden-Delfland daarin zelf niet of onvoldoende blijkt te kunnen voorzien.

 

Artikel 3. Financiën.

 

lid 1.

Het gemeentebestuur van Midden-Delfland betaalt voor de archeoloog aan het gemeentebestuur van Delft een vast bedrag van € 12.306,52 (• 27.120),- excl. B.T.W. per jaar voor de uitvoering van de werkzaamheden die zijn genoemd in Artikel 2, lid 2 sub b. Dit bedrag wordt jaarlijks proportioneel verhoogd aan de hand van de toepasselijke salarisverhoging voor gemeenteambtenaren.

 

lid 2.

Het gemeentebestuur van Midden-Delfland betaalt aan het gemeentebestuur van Delft voor opgravingen projectkosten die gerelateerd zijn aan de aard en de omvang van de te verrichten werkzaamheden.


Stuk 29 II                                                                                pag. 3.

 

 

lid 3.

De in het vorige lid genoemde projectkosten worden per project nader overeengekomen.

 

Artikel 4. Informatie.

 

Vóór 1 mei van elk jaar gedurende de looptijd van deze regeling, wordt het gemeentebestuur

van Midden-Delfland door het gemeentebestuur van Delft geďnformeerd over de uitvoering van

deze regeling.

 

Artikel 5. Wijziging en opheffing

 

lid 1.

Deze regeling kan worden gewijzigd dan wel opgeheven na een daartoe strekkend besluit van de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de deelnemende gemeenten, ieder voor zover het hun eigen verantwoordelijkheid betreft. Een voorstel tot wijziging kan door elk der deelnemende gemeenten afzonderlijk worden gedaan.

 

lid 2.

De wijziging of opheffing treedt in werking op de dag, volgend op die van opname van de betreffende besluiten in het register als bedoeld in artikel 27, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen,

tenzij een later tijdstip is bepaald.

 

lid 3.

Wanneer de deelnemende gemeenten besluiten tot opheffing van de regeling, zal in onderling overleg bezien worden of er sprake is van daaruit voortvloeiende kosten en, zo ja, hoe deze kosten over de deelnemende gemeenten verdeeld moeten worden.

 

Artikel 6. Toezending en publicatie.

 

lid 1.

Het gemeentebestuur van Delft zendt deze regeling en besluiten tot wijziging en

opheffing aan gedeputeerde staten van Zuid-Holland.

 

lid 2.

De besturen van de deelnemende gemeenten dragen op de gebruikelijke wijze, overeen-komstig het bepaalde in artikel 26, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, zorg voor de bekendmaking van de inwerkingtreding van de regeling of van besluiten tot wijziging, opheffing, toetreding en uittreding.


Stuk 29 II                                                                                pag. 4.

 

 

Artikel 7. Slotbepalingen.

 

lid 1.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag, volgend op die van opneming in het register als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke

regelingen en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

 

lid 2.

Deze regeling kan worden aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling archeologie Midden-Delfland.

 

Aldus vastgesteld  in de openbare raadsvergadering van 23 februari 2006.

 

 

                                                                       ,burgemeester.

 

 

                                                                       ,griffier.

 

 

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft op 17 januari 2006.

 

 

,burgemeester.

 

 

                                                                       ,secretaris.

 

 

 

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Delft op17 januari 2006.

 

 

                                                                       ,burgemeester.