Stuk 30 I                                                                                             Delft, 7 februari 2006.

830194

 

Onderwerp:       Gemeenschappelijke regeling Archeologie

                        Pijnacker-Nootdorp.

 

 

Aan de gemeenteraad.

 

Geachte dames en heren,

 

Het gemeentebestuur van Pijnacker-Nootdorp heeft te kennen gegeven dat zij op het gebied van archeologie samen willen werken. Hiertoe is in goed overleg een lichte gemeenschappelijke regeling ontworpen, analoog aan de regeling die Delft eerder is aangegaan met voormalige gemeenten De Lier (2000) en Schipluiden (1999). De gemeente Pijnacker-Nootdorp betaalt de gemeente Delft voor gemiddeld 15 dagen per jaar voor de werkzaamheden van de archeoloog. Daarnaast zal voor opgravingen projectkosten worden voldaan.  Een en ander wordt voorlopig in de begroting verwerkt door verhoging van de baten op project 30198 (werken derden) en lasten op project 20376 (werken derden); later in 2006 volgt een herinrichting van de begroting in verband met de clustering van Gemeentearchief, Musea en Archologie tot Cultureel Erfgoed Delft.

 

Wij stellen u voor de Gemeenschappelijke regeling archeologie Pijnacker-Nootdorp vast te stellen.

 

Hoogachtend,

 

Het college van burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

 

mr. drs. G.A.A. Verkerk             ,burgemeester.

 

 

 

mr. drs. H.G.L.M. Camps                      ,secretaris.


Stuk 30 I

830194

 

 

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Midden-Delfland en Delft, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

 

gelezen het voorstel van het college van 7 februar 2006;

 

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, de Wet gemeenschappelijke regelingen, alsmede de

Monumentenwet 1988;

 

overwegende dat het wenselijk is dat de gemeente Pijnacker-Nootdorp, gelet op het kunnen verkrijgen van een vergunning voor het verrichten van opgravingen als bedoeld in artikel 39 van de Monumentenwet 1988, samenwerkt met de gemeente Delft op het gebied van archeologisch onderzoek en het hebben van een depot voor het onderbrengen van vondsten uit opgravingen;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende: “gemeenschappelijke regeling archeologie Pijnacker-Nootdorp”:

 

Artikel 1.  Doel van de regeling

 

De Gemeenschappelijke regeling heeft tot doel samenwerking tussen de gemeenten Pijnacker-Nootdorp en Delft op het punt van archeologie van de gemeente Pijnacker-Nootdorp.

 

Artikel 2. Taken van de deelnemers

 

lid 1.

Het gemeentebestuur van Pijnacker-Nootdorp draagt zorg voor het navolgende:

a.   benoeming van de archeoloog van Delft tot archeoloog van Pijnacker-Nootdorp.

b.   het voorzien in de mogelijkheid van een depot, waarin de vondsten die voortkomen uit opgravingen kunnen worden ondergebracht.

 

Lid 2.

Het gemeentebestuur van Delft draagt zorg voor het navolgende:

a.   de mogelijkheid dat de archeoloog van Delft in voldoende mate archeologische werkzaamheden kan verrichten voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp.

b.   de archeoloog zal voor de duur van gemiddeld 15 dagen per jaar de volgende taken op  archeologisch gebied voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp vervullen.

 

Beleidstaken


Stuk 30 II                                                                                pag. 2.

 

 

 

Documentatie

 

Voorlichting, educatie en publiciteit

c.   Het kunnen voorzien in depotruimte, indien de gemeente Pijnacker-Nootdorp daarin zelf niet of onvoldoende blijkt te kunnen voorzien.

 

Artikel 3. Financiën

 

Lid 1.

Het gemeentebestuur van Pijnacker-Nootdorp betaalt voor de archeoloog aan het gemeentebestuur van Delft een vast bedrag van € 10.400,-, excl. B.T.W. per jaar voor de uitvoering van de werkzaamheden die zijn genoemd in Artikel 2, lid 2 sub b. Dit bedrag wordt jaarlijks proportioneel verhoogd aan de hand van de toepasselijke salarisverhoging voor gemeenteambtenaren.

 

Lid 2.

Het gemeentebestuur van Pijnacker-Nootdorp betaalt aan het gemeentebestuur van Delft voor

opgravingen projectkosten die gerelateerd zijn aan de aard en de omvang van de te verrichten

werkzaamheden.

 

Lid 3.

De in het vorige lid genoemde projectkosten worden per project nader overeengekomen.


Stuk 30 II                                                                                pag. 3.

 

 

Artikel 4. Informatie

 

Vóór 1 mei van elk jaar gedurende de looptijd van deze regeling, wordt het gemeentebestuur

van Pijnacker-Nootdorp door het gemeentebestuur van Delft geďnformeerd over de uitvoering

van deze regeling.

 

Artikel 5. Wijziging en opheffing

 

Lid 1.

Deze regeling kan worden gewijzigd dan wel opgeheven na een daartoe strekkend besluit van de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de deelnemende gemeenten, ieder voor zover het hun eigen verantwoordelijkheid betreft. Een voorstel tot wijziging kan door elk der deelnemende gemeenten afzonderlijk worden gedaan.

 

Lid 2.

De wijziging of opheffing treedt in werking op de dag, volgend op die van opname van de betreffende besluiten in het register als bedoeld in artikel 27, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, tenzij een later tijdstip is bepaald.

 

Lid 3.

Wanneer de deelnemende gemeenten besluiten tot opheffing van de regeling, zal in onderling overleg bezien worden of er sprake is van daaruit voortvloeiende kosten en, zo ja, hoe deze kosten over de deelnemende gemeenten verdeeld moeten worden.

 

Artikel 6. Toezending en publicatie

 

Lid 1

Het gemeentebestuur van Delft zendt deze regeling en besluiten tot wijziging en opheffing aan

gedeputeerde staten van Zuid-Holland.

 

Lid 2.

De besturen van de deelnemende gemeenten dragen op de gebruikelijke wijze, overeenkomstig het bepaalde in artikel 26, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, zorg voor de

bekendmaking van de inwerkingtreding van de regeling of van besluiten tot wijziging, opheffing,

toetreding en uittreding.

 

Artikel 7. Slotbepalingen

 

Lid 1.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag, volgend op die van opneming in het register als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.


Stuk 30 II                                                                                pag. 4.

 

 

Lid 2.

Deze regeling kan worden aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling archeologie Pijnacker-

Nootdorp.

 

Aldus vastgesteld  in de openbare raadsvergadering van 23 februari 2006.

 

 

                                                                       ,burgemeester.

 

 

                                                                       ,griffier.

 

 

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft op 17 januari 2006.

 

 

,burgemeester.

 

 

                                                                       ,secretaris.

 

 

 

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Delft op17 januari 2006.

 

 

                                                                       ,burgemeester.