30 augustus 2001

Bijlage 1 - Plan van aanpak asbestbrand
 


lijst ingekomen stukken


Plan van aanpak asbestbrand Gemeente Delft

0. Distributielijst

Een exemplaar van dit plan van aanpak is aanwezig bij de volgende afdelingen of instanties:

Afdeling of instantie

contactpersoon

adres

aantal exemplaren

Gemeente Delft

afdeling Brandweer

J.J. Zuidijk

Postbus 63

2600 AB Delft

 

Politie Haaglanden

bureau Delft West

A. van Dijk

Jacoba van Beierenlaan 1

2613 HT Delft

 

Politie Haaglanden

Bureau Delft Oost

H. Poldervaart

Jacoba van Beierenlaan 1

2613 HT Delft

 

Gemeente Delft

sectie Bouw- en Woningtoezicht

C.A. van Mullem

Postbus 53

2600 AB Delft

 

GGD-Delft

 

Crommelinlaan 1

2627 AD Delft

 

Gemeente Delft

Concernafdeling Communicatie en Onderzoek

C. van Wagtendonk

Postbus 78

2600 ME Delft

 

Gemeente Delft

afdeling Milieu

B. Joon

Postbus 63

2600 AB Delft

 

Gemeente Delft

afdeling Reiniging en Werktuigbouw

H. Holtman

Postbus 63

2600 AB Delft

 
       

U wordt vriendelijk verzocht wijzigingen ten behoeve van dit plan door te geven aan de afdeling Milieu van de Gemeente Delft, ter attentie van dhr. B. Joon, Postbus 63, 2600 AB te Delft, telefoon 260 2983.

Inhoudsopgave

1. Inleiding

1.1 Aanleiding en doelstelling

1.2 Uitgangspunten

1.3 Betrokken organisaties

1.4 Leeswijzer

2. Stappenplan

2.1 Fase A, Preventie en voorbereiding

2.2 Fase B: Bestrijding van een asbestbrand

2.3 Fase C: Opruimen van de asbestresten

3. Wettelijke taken en aanvullende afspraken

3.1 Algemeen

3.2 Brandweer gemeente Delft

3.3 Politie Delft-Oost en Politie Delft-West

3.4 Gemeente Delft, dienst Stadsontwikkeling, sectie Bouw- en Woningtoezicht

3.5 Gemeente Delft, dienst Beheer en Milieu, afdeling Milieu

3.6 GGD Delfland

4. Overige instanties

4.1 Onafhankelijk asbestdeskundige

4.2 Arbeidsinspectie

4.3 Waterbeheerder

4.4 Stichting Salvage

5. Bijlagen

5.1 Asbestprocedure brandweer

5.2 Overzicht van asbestonderzoeksbureaus, asbestlaboratoria en asbestverwijderingsbedrijven

5.3 Waarschuwing/alarmering bestuur en andere diensten/instanties

5.4 Taak brandweer bij maatregelen in het verspreidingsgebied

5.5 Voorbeeldbrieven voorlichting aan de bevolking

5.6 Asbestprocedure politie Haaglanden

5.7 Voorbeeldbrief aanschrijving Wet milieubeheer

5.8 Voorbeeldbrieven aanschrijving Woningwet

5.9 Vaststelling van vrijkomen asbest

 

Inleiding

Aanleiding en doelstelling

Aanleiding

In het Milieubeleidsplan Duurzaam Delft Dichterbij (1995) van de gemeente Delft is het opstellen van een asbestcalamiteitenplan één van de actiepunten. De afdeling Milieu van de Dienst Beheer & Milieu heeft derhalve het initiatief genomen een dergelijk plan op te stellen.

Doelstelling

Het "Plan van aanpak asbestbrand gemeente Delft" heeft tot doel de besluitvorming rond asbestbranden te verbeteren, zodat efficiënt, effectief, zonder onnodige kosten en zonder onnodige onrust bij het publiek te veroorzaken, kan worden opgetreden.

Het onderhavige plan is op het algemene "Plan van aanpak asbestbrand (ministerie van VROM, juni 1996) gebaseerd. Voor achtergronden en details over asbest, asbestproducten en asbestbranden, plus samenvattende informatie over explosies waarbij asbest betrokken is, wordt verwezen naar hoofdstuk 2, 3 en 4 van dat algemene plan van aanpak.

Bij het opstellen van het onderhavige asbestcalamiteitenplan voor de gemeente Delft, is tevens gebruik gemaakt van de rapporten ‘Brandweer en asbest’ (Nederlandse Brandweerfederatie, Den Haag, 1995) en het ‘Plan van aanpak bij asbestbranden in de gemeente Breda en het Stadsgewest Breda (mei 1997)’.

 

Uitgangspunten

In het algemene plan van aanpak van het ministerie van VROM worden de volgende twee uitgangspunten gehanteerd:

Een (mogelijke) asbestbrand wordt ingedeeld in drie fasen: A, B en C;

Er zijn drie categorieën asbestbranden: I, II en III.

Ad 1)

  • Fase A: De fase voordat een brand uitbreekt. De acties in deze fase zijn deels gericht op het voorkomen van het vrijkomen van asbest bij brand en deels op het stroomlijnen van de aanpak als een asbestbrand is uitgebroken.
  • Fase B: Er is (een vermoeden dat er) een asbestbrand uitgebroken
  • Fase C: De asbestbrand is onder controle. Het betreft hier de organisatorische acties voor het opruimen van de asbestresten.

Ad 2)

In het plan van aanpak asbestbrand van het ministerie van VROM worden asbestbranden in de volgende categorieën ingedeeld:

categorie I: een brand zonder primaire emissie van asbest buiten het pand/terrein;

  • categorie II: een brand met primaire emissie van asbest buiten het pand/terrein, maar waarin geen woon-, werk-, of recreatiegebied is betrokken;
  • categorie III: een brand met primaire emissie van asbest buiten het pand/terrein in een woon-, werk-, of recreatiegebied (terrein met huizen, kantoren, enz.).

De indeling in een categorie is met name afhankelijk van de bepaling van het verspreidingsgebied van asbestdeeltjes (mede afhankelijk van meteorologische parameters) en de aard van de activiteiten in dit gebied. Tijdens een brand kan het nodig zijn dat opschaling plaatsvindt van een lagere naar een hogere categorie.

In dit plan wordt de bovenstaande categorie-indeling genuanceerd op basis van de ‘kwantiteit’ van het vrijgekomen asbest.

De nuancering op basis van kwantiteit leidt tot vijf verschillende niveaus van opschaling (aangeduid met één tot vijf sterren): variërend van het uitsluitend alarmeren van de Officier van Dienst (OVD) (bij kleine branden waarbij geen asbest buiten de terreingrenzen c.q. in de woonomgeving terecht is gekomen) tot het inrichten van een crisisstaf (bij grote branden waarbij grote hoeveelheden asbest in de woonomgeving terecht zijn gekomen). In onderstaande matrix wordt de nuancering verduidelijkt.

 

Opp. asbest < 30 m2

Opp. asbest <100m2

Opp. asbest > 100m2

categorie 1

alarmeren OVD *

(+ ROGS)

informeren Bowon

alarmeren OVD + ** ROGS

informeren Bowon

alarmeren OVD + *** ROGS (+ CTPI)

alarmeren Bowon

categorie 2

alarmeren OVD + ** ROGS

informeren Bowon

alarmeren OVD + *** ROGS (+ CTPI)

alarmeren Bowon

alarmeren CTPI ****

alarmeren Bowon

categorie 3

alarmeren OVD + *** ROGS (+ CTPI)

alarmeren Bowon

alarmeren CTPI ****

alarmeren Bowon

alarmeren CTPI ***** inrichten crisisstaf

alarmeren Bowon

Verklaring van de gehanteerde termen en afkortingen:

  • informeren = tijdens kantooruren / ‘bij daglicht’ in kennis stellen
  • alarmeren = verzoeken direct ter plaatse te komen
  • instantie tussen haakjes = alarmering nader overwegen
  • OVD = officier van dienst
  • ROGS = Regionaal deskundige Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen
  • CTPI = coördinatie team plaats van incident
  • Bowon = sectie Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente Delft

 

Betrokken organisaties

Afhankelijk van de categorie asbestbrand, zullen meer of mindere organisaties een rol spelen. Bij het opstellen van dit plan van aanpak zijn de volgende organisaties en personen betrokken geweest:

  • Brandweer gemeente Delft;
  • milieucoördinator Politie Delft-West;
  • milieucoördinator Politie Delft-Oost;
  • Sectie Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente Delft;
  • Afdeling Milieu van de gemeente Delft;
  • GGD van de gemeente Delft.

 

Leeswijzer

In dit plan van aanpak wordt in hoofdstuk 2 in de vorm van een globaal chronologisch schema aangegeven hoe bij een asbestbrand opgetreden moet worden, welke diensten erbij betrokken zijn en welke taken eenieder heeft. Hoofdstuk 3 geeft een nadere toelichting op dit schema waarin de wettelijke taken worden weergegeven en afspraken worden vastgelegd. In hoofdstuk 4 tenslotte wordt de betrokkenheid van de overige organisaties beschreven. De diverse bijlagen bevatten teksten waarnaar in hoofdstuk 2 wordt verwezen.

 

Stappenplan

Het stappenplan voor het optreden bij asbestbrand wordt in dit hoofdstuk in tabelvorm weergegeven. Per fase is aangegeven welke acties plaatsvinden en welke organisatie voor deze actie eerstverantwoordelijk is.In enkele gevallen treft u bovendien een toelichting of een verwijzing aan.

In fase B en C (zie paragraaf 2.2 en 2.3) zijn de acties afhankelijk van de categorie-indeling van de asbestbrand, hetgeen in de tabellen tot uiting komt.

 

Fase A, Preventie en voorbereiding

stap

actie

organisatie

toelichting

01

Een inventarisatie van gebouwen en installaties die asbest bevatten

 

wordt door de betrokken partijen wenselijk geacht maar op dit moment niet haalbaar

02

Het preventief laten verwijderen van asbest uit bouwwerken/objecten waar de kans op het uitbreken van een brand groot is.

Bouw- en Woningtoezicht

de afdeling Bouw- en Woningtoezicht kan dit op basis van de Woningwet verlangen

Fase B: Bestrijding van een asbestbrand

 

stap

acties voorafgaand aan categorie-indeling

eerstverantwoordelijke

verwijzing/ opmerking

bijlage

 

algemeen

     

01

Bestrijd de brand

bevelvoerder brandweer

   

02

Stel vast of er (een vermoeden bestaat dat) asbest vrijkomt

bevelvoerder brandweer

VROM, plan van aanpak asbestbrand

bijlage 5.9

03

Breid standaard-uitrukprocedure uit met module asbestbrand

bevelvoerder brandweer, OVD

VROM, plan van aanpak asbestbrand

bijlage 5.1

04

Indien oppervlakte asbest > 30 m2:

waarschuw Regionale deskundige Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen (ROGS)

OVD brandweer

   

05

Indien er twijfel bestaat over de aanwezigheid van asbest: laat gespecialiseerd laboratorium het vrijgekomen materiaal analyseren op asbest

ROGS, brandweer

VROM, plan van aanpak asbestbrand

bijlage 5.2

06

Deel brand in in categorie I, II of III

ROGS, OVD

paragraaf 1.2

 

 

 

stap

acties categorie I-brand

eerstverantwoordelijke

verwijzing/ opmerking

bijlage

 

oppervlakte asbest. < 100m2

     

07

Informeer Bouw- en Woningtoezicht

ROGS, OVD

Brandweer en asbest (NBF)

bijlage 5.3

08

ruim de asbestresten op

 

zie fase C

 
 

oppervlakte asbest > 100m2

     

09

Alarmeer Bouw- en Woningtoezicht

ROGS, OVD

Brandweer en asbest (NBF)

bijlage 5.3

10

ruim de asbestresten op

 

zie fase C

 

 

 

 

stap

acties categorie II-brand

eerstverantwoordelijke

verwijzing/ opmerking

bijlage

 

oppervlakte asbest. <30 m2

     

11

Informeer Bouw- en Woningtoezicht

ROGS, OVD

Brandweer en asbest (NBF)

bijlage 5.3

12

Zet terrein van de brand af

politie

plan van aanpak asbestbrand (VROM)

‘Branden met asbest’ (politie Haaglanden)

bijlage 5.4

bijlage 5.6

13

Houd publiek op afstand en handhaaf de openbare orde

politie

   

14

Waarschuw, indien noodzakelijk, een onafhankelijk asbestdeskundige

OVD

overleg met ROGS

 

15

Waarschuw verzekeraar via Stichting Salvage via RAC

ROGS, OVD

   

16

Ruim de asbestresten op

 

zie fase C

 
 

oppervlakte asbest. <100 m2

     

17

Alarmeer Bouw- en Woningtoezicht

ROGS, OVD

Brandweer en asbest (NBF)

bijlage 5.3

18

Vorm eventueel een CTPI

OVD

   

19

acties gelijk aan stap 11 tot en met 16

     
 

oppervlakte asbest >100 m2

     

20

Alarmeer Bouw- en Woningtoezicht en GGD

ROGS, OVD

Brandweer en asbest (NBF)

bijlage 5.3

21

Vorm een CTPI

OVD

   

22

acties gelijk aan stap 11 tot en met 16

politie/brandweer

   

stap

acties categorie III-brand

eerstverantwoordelijke

verwijzing/ opmerking

bijlage

 

oppervlakte asbest <30 m2

     

23

Alarmeer Bouw- en Woningtoezicht

ROGS, OVD

Brandweer en asbest (NBF)

bijlage 5.3

24

mogelijke vorming van CTPI

OVD

   

25

Zet terrein van de brand en verspreidingsgebied af

politie

Plan van aanpak asbestbrand (VROM)

‘Branden met asbest’ (politie Haaglanden)

bijlage 5.4

Bijlage 5.6

26

Tref maatregelen ter voorkoming van verontreiniging van het oppervlaktewater (waterschermen) en waarschuw, indien noodzakelijk, de waterbeheerder

OVD

overleg ROGS

 

27

Houd publiek op afstand en handhaaf de openbare orde

politie

   

28

Waarschuw, indien noodzakelijk, een onafhankelijk asbestdeskundige

OVD

overleg ROGS

 

29

Waarschuw Stichting Salvage via RAC

ROGS, OVD

   

30

Tref, indien noodzakelijk, verkeersmaatregelen

politie

   

31

Ruim de asbestresten op

 

zie fase C

 

 

 

 

stap

acties categorie III-brand

eerstverantwoordelijke

verwijzing/ opmerking

bijlage

 

oppervlakte asbest <100 m2

     

32

Alarmeer Bouw- en Woningtoezicht en GGD

ROGS, OVD

Brandweer en asbest (NBF)

bijlage 5.3

33

vorm een CTPI

OVD

   

34

Acties 25 tot en met 31

OVD

   
         
 

oppervlakte asbest >100 m2

     

35

Alarmeer Bouw- en Woningtoezicht en GGD

ROGS, OVD

Brandweer en asbest (NBF)

bijlage 5.3

36

Richt een crisisstaf in

OVD

   

37

Acties 25 tot en met 31

OVD

   

 

 

Fase C: Opruimen van de asbestresten

stap

acties

eerstverantwoordelijke

verwijzing/ opmerking

bijlage

categorie I-brand, oppervlakte asbest > 0 m2

categorie II-brand, oppervlakte asbest < 100 m2

categorie III-brand, oppervlakte asbest < 30 m2

38

Geef gedupeerde een lijst met erkende bedrijven

Bouw- en Woningtoezicht

Plan van aanpak asbestbrand (VROM)

bijlage 5.2

39

Wanneer het een ‘inrichting’ betreft:

Aanschrijving op basis van Wet milieubeheer

Milieu

 

bijlage 5.7

40

Wanneer het een ‘niet-inrichting’ betreft:

Aanschrijving op basis van Woningwet en bouw-verordening

Bouw- en Woningtoezicht

Plan van aanpak asbestbrand (VROM)

bijlage 5.8

41

Verstrek sloopvergunning of aanschrijving voor sloop asbest uit restant sloopwerk

Bouw- en Woningtoezicht

   

42

Geef opdracht tot opruimen (en sloop) asbest

gedupeerde

   

43

Indien gedupeerde onbekend is of geen opdracht wil geven:

Geef opdracht tot opruimen (en sloop) asbest

gemeente Delft

ter plaatse, in overleg, te bepalen

44

Voer opruimen (en sloop) asbest uit en voer asbesthoudend afval af

deskundig asbest-verwijderingsbedrijf

   

45

Geef opdracht voor eindcontrole na opruimen en sloop

gedupeerde of gemeente Delft

   

46

Verhaal, indien nodig en mogelijk, kosten

gemeente Delft

   

47

Stel strafrechtelijk onderzoek in

politie

   

 

stap

acties

eerstverantwoordelijke

verwijzing/ opmerking

bijlage

 

categorie II-brand, oppervlakte asbest > 100 m2

categorie III-brand, 30 m2<opp.< 100 m2

     

48

Overleg over vervolgacties (zowel operationeel als beleidsmatig)

CTPI

   

49

Geef voorlichting aan bevolking

Bestuursdienst

voorbeeldbrieven GGD

bijlage 5.5

50

acties stap 38 t/m 47

     
 

categorie III-brand, oppervlakte asbest>100 m2

     

51

Overleg over vervolgacties (zowel operationeel als beleidsmatig

crisisstaf

   

52

Geef voorlichting aan bevolking

Bestuursdienst

voorbeeldbrieven GGD

bijlage 5.5

53

Zorg voor vrijmaken van straten en wegen van asbeststukken

Brandweer

   

54

Beëindig verkeersmaatregelen en het afzetten van het terrein waar de brand heeft plaatsgevonden en het verspreidingsgebied

politie

   

55

acties stap 38 t/m 47

     

Wettelijke taken en aanvullende afspraken

 

Algemeen

Aan de volgende algemene afspraken zullen de Brandweer, de politie, de sectie Bouw- en Woningtoezicht, de afdeling Milieu en de GGD zich houden:

  • wijziging van de contactpersoon voor asbestcalamiteiten wordt aan de afdeling Milieu doorgegeven;
  • in het verspreidingsgebied van asbestdeeltjes heeft elke organisatie aandacht voor arbeidsomstandigheden (bijvoorbeeld het gebruik van afspoelbare laarzen of wegwerpoverschoenen in het verspreidingsgebied);
  • indien op een of andere wijze kennis wordt genomen van een significante hoeveelheid asbest op de bodem (dus niet uitsluitend als gevolg van een brand) van een locatie, dient dit gemeld te worden aan de contactpersoon van de afdeling Milieu;
  • indien op een of andere wijze kennis wordt genomen van een bouwkundig gevaarlijke situatie waarbij asbest betrokken is, dient dit gemeld te worden aan de contactpersoon van de sectie Bouw- en Woningtoezicht.

 

Brandweer gemeente Delft

3.2.1 Wettelijke taken Brandweer gemeente Delft

Op grond van de Brandweerwet 1985 en de ‘Organisatieverordening brandweer 1986’ zijn burgemeester en wethouders onder meer belast met de zorg voor:

  • het beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
  • een goede afstemming met de gemeenschappelijke regeling Hulpverleningsregio Haaglanden.

3.2.2 Afgesproken taken Brandweer gemeente Delft

Voor de fasen B en C zijn de volgende afspraken gemaakt:

Fase B, tijdens brand

Alvorens indeling in een categorie kan plaatsvinden, moet vastgesteld worden of er sprake is van asbest. Hierover is het volgende afgesproken:

  • Vaststelling van de aanwezigheid van asbest door de brandweer vindt plaats m.b.v. bijlage 5.9;
  • Indien er twijfel over de aanwezigheid van asbest bestaat, zorgt ROGS voor de opdrachtverlening aan een gecertificeerd bedrijf om definitief de aanwezigheid van asbest vast te stellen;
  • De brandweer bepaalt in welke categorie de asbestbrand wordt ingeschaald: categorie I, II of III en maakt een inschatting van de hoeveelheid asbest die is vrijgekomen.

Afhankelijk van de categorie-indeling en een schatting van de hoeveelheid asbest die vrijkomt, is het volgende afgesproken:

Categorie I-brand, 0 m2 < oppervlak asbest < 100 m2

  • De contactpersoon bij Bouw- en Woningtoezicht wordt in kennis gesteld. Het in kennis stellen heeft geen directe prioriteit en kan eventueel de volgende dag plaatsvinden.

Categorie I-brand, oppervlak asbest > 100 m2

  • (De contactpersoon bij) Bouw- en Woningtoezicht wordt gealarmeerd. Bouw- en Woningtoezicht wordt verzocht om direct ter plaatse te komen.

Categorie II-brand, oppervlak asbest < 30 m2

  • De contactpersoon bij Bouw- en Woningtoezicht wordt in kennis gesteld. Het in kennis stellen heeft geen directe prioriteit en kan eventueel de volgende dag plaatsvinden.

Categorie II-brand, oppervlak asbest < 100 m2

  • (De contactpersoon bij) Bouw- en Woningtoezicht wordt gealarmeerd. Bouw- en Woningtoezicht wordt verzocht om direct ter plaatse te komen;
  • Beoordelen of de vorming van een CTPI noodzakelijk is;
  • Tijdens de brand coördineren van het optreden van de overige diensten;
  • Beoordelen of het inschakelen van een onafhankelijk asbestdeskundige noodzakelijk is.

Categorie II-brand, oppervlak asbest > 100 m2

  • (De contactpersoon bij) Bouw- en Woningtoezicht en GGD wordt gealarmeerd. Bouw- en Woningtoezicht en GGD worden verzocht om direct ter plaatse te komen;
  • Verantwoordelijk voor de vorming van een CTPI;
  • Tijdens de brand coördineren van het optreden van de overige diensten;
  • Inschakelen van een onafhankelijk asbestdeskundige.

Categorie III-brand, oppervlak asbest < 30 m2

  • (De contactpersoon bij) Bouw- en Woningtoezicht wordt gealarmeerd. Bouw- en Woningtoezicht wordt verzocht om direct ter plaatse te komen;
  • Beoordelen of de vorming van een CTPI noodzakelijk is;
  • Tijdens de brand coördineren van het optreden van de overige diensten;
  • Beoordelen of het inschakelen van een onafhankelijk asbestdeskundige noodzakelijk is;
  • Hoogheemraadschap waarschuwen als oppervlaktewater verontreinigd is of verontreinigd wordt.

Categorie III-brand, oppervlak asbest < 100 m2

  • (De contactpersoon bij) Bouw- en Woningtoezicht en GGD wordt gealarmeerd. Bouw- en Woningtoezicht en GGD worden verzocht om direct ter plaatse te komen;
  • Verantwoordelijk voor de vorming van een CTPI;
  • Tijdens de brand coördineren van het optreden van de overige diensten;
  • Inschakelen van een onafhankelijk asbestdeskundige;
  • Hoogheemraadschap waarschuwen als oppervlaktewater verontreinigd is of verontreinigd wordt.

Categorie III-brand, oppervlak asbest > 100 m2

  • (De contactpersoon bij) Bouw- en Woningtoezicht en GGD wordt gealarmeerd. Bouw- en Woningtoezicht en GGD worden verzocht om direct ter plaatse te komen;
  • Verantwoordelijk voor de vorming van een crisisstaf;
  • Tijdens de brand coördineren van het optreden van de overige diensten;
  • Inschakelen van een onafhankelijk asbestdeskundige;
  • Hoogheemraadschap waarschuwen als oppervlaktewater verontreinigd is of verontreinigd wordt.

Fase C

In principe geen taken tenzij dit noodzakelijk is op basis van de wettelijke taak: ‘het beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt’.

 

Politie Delft-Oost en Politie Delft-West

3.3.1 Wettelijke taken Politie gemeente Delft

Voor de politie gelden de volgende wettelijke taken:

  • Handhaving openbare orde (bijv. publiek op afstand houden);
  • Eventueel instellen van een strafrechtelijk onderzoek.

Invulling van deze wettelijke taak wordt beschreven in de interne procedure ‘branden met asbest’ van de Politie Haaglanden (zie bijlage 5.6).

 

3.3.2 Afgesproken taken Politie gemeente Delft

De politie richt zich in principe op de wettelijk uit te voeren taken. Aandachtspunten zijn:

  • Nemen van eventuele verkeersmaatregelen;
  • Zorg dragen dat overige diensten hun werk zonder belemmeringen kunnen uitvoeren;
  • In overleg met andere diensten bepalen van het af te zetten gebied. Mede zorg dragen voor afzetting en toezicht op afzetting;
  • Deelnemen aan een mogelijk CTPI;
  • Alarmering omgeving in overleg met CTPI.

 

Gemeente Delft, dienst Stadsontwikkeling, sectie Bouw- en Woningtoezicht

3.4.1 Wettelijke taken sectie Bouw- en Woningtoezicht gemeente Delft

De wettelijke taken van de sectie Bouw- en Woningtoezicht zijn:

  • Toezicht op bouwwerken, open erven en terreinen ( Art. 13 WW);
  • Aanschrijven met betrekking tot het treffen van voorzieningen en het aanbrengen van verbeteringen (o.a. wegnemen gevaar in woningen, Art. 14 WW);
  • Aanschrijven met betrekking tot het treffen van voorzieningen en het aanbrengen van verbeteringen. (o.a. wegnemen gevaar in niet tot bewoning bestemde gebouwen, Art. 17 WW);
  • Aanschrijven met betrekking tot het treffen van voorzieningen en het aanbrengen van verbeteringen ( o.a. wegnemen gevaar op open erven en terreinen, Art. 20 WW);
  • Toepassen bestuursdwang in spoedeisende gevallen (Art. 26 WW).

3.4.2 Afgesproken taken sectie Bouw- en Woningtoezicht gemeente Delft

Voor fase B en C zijn de volgende afspraken gemaakt:

Fase B, tijdens brand

Afhankelijk van de categorie-indeling en oppervlak asbest, zijn de volgende afspraken gemaakt:

Categorie I-brand, oppervlakte asbest< 100 m2 of categorie II-brand, oppervlakte asbest < 30 m2

  • Na melding van brandweer, bepalen in hoeverre sloopvergunning noodzakelijk is en beoordelen van bouwkundige, c.q. constructieve staat van gebouwen in verband met instortingsgevaar.

Categorie I-brand, oppervlakte asbest > 100 m2, categorie II-brand, oppervlakte asbest > 30 m2, categorie III-brand, oppervlakte asbest > 0 m2

  • Na alarmering door de brandweer, direct ter plaatse komen;
  • Indien CTPI wordt geformeerd: coördinatie van het CTPI vanaf het moment van stabilisatie van de brand;
  • Beoordelen tot welk moment de onafhankelijk asbestdeskundige (ingeschakeld door de brandweer) nog noodzakelijk is;
  • Op verzoek van de politie zorg dragen voor het afzetten van het terrein;
  • Op verzoek van de politie verkeersmaatregelen laten treffen door de dienst Stadsontwikkeling;
  • Beoordelen bouwkundige, c.q. constructieve staat van gebouwen i.v.m. instortingsgevaar en zo nodig actie (laten) ondernemen;
  • In overleg met het CTPI versneld inschakelen van een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf, indien openbare straten en wegen in het geding zijn en/of de verkeersveiligheid dit vraagt. Kosten komen in principe voor rekening van de veroorzaker;
  • Bij sloop contact opnemen met de Arbeidsinspectie;
  • Opstarten aanschrijvingsprocedure, indien eigenaar, dan wel degene die het in zijn macht heeft, weigert om zelf zaken ter hand te nemen;
  • Zorg dragen voor een goede verslaglegging van alle overleggen en een eindrapportage;
  • In het geval dat er gesproken moet worden met de eigenaar/huurder/exploitant/ veroorzaker of degene die de inrichting drijft, hun adviseurs of assuradeuren, over de aard en omvang van de asbestverontreiniging en het saneringsvoorstel (van het onderzoeksbureau) wordt een overleg georganiseerd waarbij de volgende organisaties en/of personen aanwezig zijn:
  • Brandweer gemeente Delft, Officier van Dienst en ROGS regio Haaglanden;
  • Gemeente Delft, dienst Stadsontwikkeling, sectie Bouw- en Woningtoezicht;
  • Gemeente Delft, dienst Beheer & Milieu, afdeling Milieu;
  • Politie Delft-West of Politie Delft-Oost, inclusief milieucoördinator;
  • GGD Delfland, medische achterwacht;
  • een vertegenwoordiger van de stortplaats van het asbest;
  • jurist van de gemeente.

Van het bovengenoemde overleg wordt een verslag gemaakt dat naar de deelnemende organisaties/personen van het asbestcalamiteitenplan zal worden gezonden.

 

Fase C

Categorie I-brand, oppervlak asbest < 100 m2 of categorie II-brand, oppervlak asbest < 30 m2

  • De eigenaar/exploitant in kennis stellen van de brand en verplichten/aanzetten tot opruimwerkzaamheden;
  • Indien eigenaar/exploitant in gebreke blijft opdracht geven voor het reinigen van het betreffende pand en/of terrein behorende bij de inrichting;
  • Controle op uitvoering van opruimwerkzaamheden.

Categorie I-brand, oppervlak asbest > 100 m2, categorie II-brand, oppervlak asbest > 30 m2, categorie III-brand, oppervlak asbest > 0 m2

  • De eigenaar/exploitant in kennis stellen van de brand en verplichten/aanzetten tot opruimwerkzaamheden;
  • Indien eigenaar/exploitant in gebreke blijft, opdracht geven voor het reinigen van het terrein van het betreffende pand (en erbuiten);
  • Controle op uitvoering van opruimwerkzaamheden;
  • Eventueel voorstellen voor verder bodemonderzoek (nader onderzoek, saneringsonderzoek) en saneringsplan, en de voorstellen voor eindcontrole laten beoordelen door afdeling Milieu.

 

Gemeente Delft, dienst Beheer en Milieu, afdeling Milieu

De afdeling Milieu heeft de wettelijke taak om de Wet milieubeheer te handhaven. Met betrekking tot calamiteiten met asbest betekent dit het aanschrijven op basis van artikel 17.1 en 17.2 van de Wet milieubeheer (ongewoon voorval in inrichting) en eventuele vergunningsvoorschriften.

Naast bovengenoemende wettelijke taak is het volgende afgesproken:

  • De afdeling Milieu beoordeelt eventuele bodemonderzoeken m.b.t. asbestverontreiniging;
  • De afdeling Milieu houdt het asbestcalamiteitenplan actueel (met name wijzigingen m.b.t. contactpersonen en afspraken);
  • Na een grote asbestbrand maakt de afdeling Milieu een evaluatie van het asbestcalamiteitenplan en stelt dit plan na overleg met betrokkenen zonodig bij.

 

GGD Delfland

De wettelijke taken van de GGD zijn vastgelegd in de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) en de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen.

Naast bovengenoemde wettelijk geregelde taak draagt de GGD zorg voor:

  • Een 24-uursbereikbaarheid via de medische achterwacht (arts) voor risico-inschatting en advisering, waarbij zo nodig een beroep gedaan kan worden op ondersteuning van de regionaal werkzame medisch milieukundige;
  • Beantwoording van vragen van personen m.b.t. gezondheidsrisico's als gevolg van de asbestblootstelling;
  • Een adequate voorlichting in overleg met de overige instanties naar de bevolking over het mogelijke risico en over het hoe en waarom van de maatregelen die getroffen worden om deze risico's zoveel mogelijk te beperken (met name cat. III-brand, oppervlak asbest > 100 m2).

 

Overige instanties

Onafhankelijk asbestdeskundige

In het plan van aanpak wordt gesproken over het (eventueel) inschakelen van een onafhankelijk asbestdeskundige. In principe bestaat daartoe geen enkele wettelijke verplichting. Wel kan zo'n persoon door de Brandweer of het CTPI ingeschakeld worden ter ondersteuning en ter onderbouwing van te nemen beslissingen, zeker bij complexe asbestbranden.

Aan een onafhankelijk asbestdeskundige kunnen de volgende taken toebedeeld worden:

  • Adviseren over, betrokken zijn bij de vaststelling dat het om asbest gaat;
  • Adviseren over, betrokken zijn bij het categoriseren van een asbestbrand;
  • Adviseren over, betrokken zijn bij het bepalen van het verspreidingsgebied;
  • Adviseren over de mogelijke risico's van het verspreide asbest;
  • Adviseren over, betrokken zijn bij het bodemonderzoek en het opstellen van een plan voor de sanering;
  • Adviseren over de te treffen maatregelen;
  • Advies over/beoordeling van offertes voor de uitvoering van opruimwerkzaamheden;
  • Eindcontrole en beoordeling van het opruimen;

De onafhankelijk asbestdeskundige kan een werknemer zijn van een, bij voorkeur gecertificeerd, asbestonderzoeksbureau of -instantie of een functionaris die aantoonbaar beschikt over vergelijkbare deskundigheid. Belangrijk is dat hij, op het moment dat hij gevraagd wordt om advies, een onafhankelijke positie heeft ten opzichte van andere ingezette instanties, zoals asbestlaboratoria, asbestonderzoeksbureaus of asbestverwijderingsbedrijven. De onafhankelijk asbestdeskundige is ten alle tijden verantwoording schuldig aan het CTPI en/of het crisisteam en vormt een ondersteuning voor alle betrokken diensten.

 

Arbeidsinspectie

De taak van de Arbeidsinspectie is het toezicht houden op naleving van de Arbeidsomstandighedenwet c.q. het Arbobesluit. In het geval van asbestbranden is dit met name gericht op het voorkomen c.q. beperken van gezondheidsrisico's voor brandweerpersoneel en andere personen die in het verspreidings gebied moeten werken.

De Arbeidsinspectie richt zich op de situatie van de werknemer en niet de bevolking.

Waterbeheerder

De taken van de waterbeheerder (Hoogheemraadschap van Delfland of gemeente) omvatten onder meer het regelen van de kwaliteit van het oppervlaktewater alsmede de zuivering van oppervlakte- en rioolwater. Bij branden waarbij grote hoeveelheden bluswater, of kleine hoeveelheden met chemische stoffen verontreinigd bluswater, in het riool of in het oppervlaktewater terecht komt, dient de waterbeheerder gewaarschuwd te worden en dienen maatregelen getroffen te worden tegen verontreiniging van oppervlaktewater in de omgeving. In dergelijke gevallen, dus ook indien er asbest bij betrokken is, zal de waterbeheerder ter plaatse komen.

 

Stichting Salvage

De Salvage-coördinator, die bij brand opgeroepen kan worden door de brandweer, is een deskundige die gedupeerden hulp verleent en advies geeft namens de gezamenlijke brandverzekeraars.

Tot voor kort waren opruimkosten gedekt door de polis van de gedupeerde, maar de verzekeringsmaatschappijen gaan deze kosten meer en meer uitsluiten.

De opdracht die de Salvage-coördinatoren hebben is om het advies te geven om de zaak nat te houden en het af te dekken met een zeil. Daarnaast dienen zij zo snel mogelijk de verzekeraar van gedupeerde te achterhalen en te waarschuwen.

Met betrekking tot het tegengaan van de verspreiding van asbest ziet Salvage geen taak voor zich weggelegd. Zij staan op het standpunt dat dit een taak is van de gemeente.


Bijlagen

 

Asbestprocedure brandweer

Onderstaande asbestprocedure brandweer is afkomstig uit het ‘Plan van aanpak asbestbrand’ (VROM).

lnzetprocedure

Een inzet van de brandweer dient plaats te vinden conform de standaard-inzetprocedure. Daaraan kan bij een asbestbrand - naar bevind van zaken - het volgende worden toegevoegd:

  • Geen overbodig personeel ter plaatse laten komen;
  • Sloop niet meer dan voor de bestrijding van de brand strikt nodig is;
  • Laat de werkzaamheden in kleine groepjes verrichten (2 of 3 man);
  • Een eet-, drink- en rookverbod in de wijde omgeving totdat decontaminatie heeft plaatsgevonden;
  • Regel een (ruime) afzetting rond het mogelijk verontreinigde gebied;
  • Voorkom zo veel mogelijk verontreiniging van het 'schone' gebied en de voertuigen;
  • Een apart aangewezen bevelvoerder regelt toegang tot, controle, schoonmaken en verlaten van het inzetgebied bij de opstellijn;
  • Betreden van het inzetgebied uitsluitend met duidelijke opdracht, gesloten bluskleding, aangesloten adembeschermingsapparatuur en handschoenen. Om onnodig heen- en weer lopen te beperken moeten alle voor de opdracht benodigde gereedschappen ineens naar de inzetplaats worden gebracht;
  • De gemarkeerde looproute vanaf het incident naar de opstellen kan met een sproeistraal regelmatig worden natgehouden om verspreiding van asbestvezels te voorkomen;
  • Verplaatsingen van personeel dienen zoveel mogelijk via natte routes plaats te vinden; vaste looproutes kunnen zoveel mogelijk nat worden gehouden met een sproeistraal;
  • Niet toegestaan zijn: het af- en weer opzetten van het masker of het afkoppelen en weer aansluiten van de ademautomaat;
  • Vóór het ontkoppelen van de ademautomaat en het afzetten van het masker moet bij de opstellen de omgeving van de ademautomaat, het masker, de huid rondom de maskerranden en de hals en handen worden afgespoeld met water, zo mogelijk met een zeepoplossing. Let vooral op de naden en spleten rond de koppeling van de ademautomaat. Is een zeepoplossing gebruikt, dan naspoelen met leidingwater;
  • Vóór het opnieuw opzetten van het masker of het opnieuw aansluiten van de ademautomaat moeten de maskerranden, de koppelingen en het gelaat worden afgespoeld met water;
  • Verlaten van het inzetgebied uitsluitend via de aangegeven looproute naar de opstellen, reiniging van de kleding op de daar aangegeven wijze en met achterlating van (mogelijk) verontreinigde kleding en adembeschermingsapparatuur/gereedschap; deze luchtdicht verpakt afvoeren;
  • Als wordt vermoed dat zich asbestcementflinters in de rook bevinden, kan aanvankelijk met sproeistralen en vervolgens met oscillerende waterkanonnen ('waterschermen') op 5 tot 10 meter afstand van de knappende platen worden getracht de rook van asbestcementflinters te ‘zuiveren’ om verspreiding van asbestcementflinters in de omgeving tegen te gaan. Het is niet mogelijk om door middel van ‘waterschermen’ verspreiding van asbestvezels naar de omgeving tegen te gaan.

Controle en nazorg van personeel en materieel

Zaken die ter plaatse schoongemaakt moeten worden zijn: verontreinigde kleding van personeel; voertuigen/gereedschappen.

Daarbij kan de volgende procedure worden gevolgd:

Personeel

  • Adembeschermingsapparatuur steeds aangesloten houden; ook de adembeschermingsapparatuur van de reinigingsassistenten. Ook zij dragen gesloten beschermende kleding; personen goed afspoelen met een sproeistraal;
  • Afborstelen met leidingwater (zo mogelijk een zeepoplossing); vooral ook de moeilijk toegankelijke plaatsen zoals naden, kragen, handschoenen, laarzen en adembeschermingsapparatuur. Let vooral op de zakken van de kleding en de afsluiting daarvan. Is een zeepoplossing gebruikt dan naspoelen met leidingwater;
  • Speciale aandacht voor het gelaatstuk en de omgevende huid, de koppeling met de ademautomaat en de omgeving daarvan;
  • Steeds met aangesloten adembeschermingsapparatuur door de reinigingsassistenten de buitenkleding laten uittrekken;
  • Met adembeschermingstoestel en al onder lauwe (vuile) douche en na grondig afspoelen het persluchttoestel afnemen en verder ontkleden;
  • Na het douchen (onder een schone andere douche) moet reservekleding ter beschikking staan;
  • De (mogelijk) besmette buiten- en binnenkleding moet nat en luchtdicht afgesloten worden verpakt. Op de verpakking dient te worden vermeld dat de inhoud asbestvezels bevat;
  • Kleding kan volgens de normale wasprocedures worden gereinigd. Uit onderzoek is gebleken dat de kleding dan geen asbestvezels meer bevat;
  • Wanneer ernstige verontreiniging heeft plaatsgevonden, kan worden overwogen de ontsmettingscontainer in te zetten. Daarin is in ieder geval standaard vervangende kleding aanwezig. De gangbare procedure voor ongevallen met gevaarlijke stoffen dient dan ook te worden gevolgd.
  • Het kan nodig zijn voor waarnemingen ingezette verkenners van meetploegen en door hen gebruikte voertuigen eveneens te ontsmetten.

Materieel en gereedschappen

  • Afspoelen met water (zo mogelijk met een zeepoplossing); naspoelen met leidingwater is bij het verlaten van het inzetgebied altijd noodzakelijk;
  • Verontreinigde uitrustingsstukken en gereedschappen bij de opstellen verzamelen, luchtdicht afgesloten verpakken en later reinigen;
  • Alle in het inzetgebied gebruikte uitrusting moet aan de opstellen worden verzameld; terugplaatsen op de voertuigen is slechts na reiniging en inspectie toegestaan; voorkom verontreiniging in de voertuigen en in de kazerne;
  • Materiaal dat duidelijk zichtbaar is verontreinigd moet luchtdicht afgesloten worden verpakt;reiniging in de kazerne stelt personeel, voertuigen en kazerne mogelijk bloot aan onnodige besmetting. Uitrusting moet luchtdicht verpakt en afgedekt worden achtergelaten voor verdere reiniging, eventueel door specialisten;
  • Voertuigen voor vertrek van de inzetplaats bij de opstellen grondig nat reinigen: bij voorkeur met zeepsop en dweil, zowel binnen- als buitenzijde; denk vooral aan banden, wielkasten, daken en treeplanken.

 

Overzicht van asbestonderzoeksbureaus, asbestlaboratoria en asbestverwijderingsbedrijven

 

Asbestonderzoeksbureaus

Vanaf 1997 moeten asbestonderzoeksbedrijven, op grond van het Asbestverwijderingsbesluit, de Regeling merkteken asbestonderzoek en het Koninklijk besluit inzake asbestonderzoek, beschikken over een KOMO-procescertificaat asbestonderzoek bij het uitvoeren van onderzoek dat voorafgaat aan de sloop van asbest. Voor onderzoek bij een asbestbrand zal deze verplichting niet gelden, met uitzondering van onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in het restant van het afgebrande bouwwerk of object. Het is echter wel aan te bevelen dergelijk onderzoek te laten uitvoeren door een onderzoeksbedrijf dat beschikt over een KOMO-procescertificaat asbestonderzoek.

Het KOMO-procescertificaat asbestonderzoek wordt verstrekt door onafhankelijke certificatie-instellingen aan asbestonderzoeksbedrijven die hebben aangetoond te voldoen aan de beoordelingsrichtlijn asbestonderzoek. In deze beoordelingsrichtlijn staan alle wettelijke eisen terzake, alsmede kwaliteitseisen.

Actuele overzichten van asbestonderzoeksbedrijven die in het bezit zijn van een KOMO-procescertificaat asbestonderzoek kunnen tegen vergoeding per fax worden aangevraagd bij de Stichting Bouwkwaliteit, Treubstraat 1, 2288 EG Rijswijk, telefax 070-3902947.

In het najaar van 1999 zullen deze overzichten op de internetsite van de Stichting Bouwkwaliteit beschikbaar zijn: www.bouwkwaliteit.nl.

Asbestlaboratoria

Laboratoria kunnen zich bij de Raad voor Accreditatie laten accrediteren voor verrichtingen m.b.t. asbest. Er worden voor asbest verschillende accreditaties verleend, bijvoorbeeld voor analyse van materiaalmonsters op asbest, analyse van luchtmonsters op asbest, etc. Asbestonderzoeksbedrijven die beschikken over een KOMO-procescertificaat voor asbestonderzoek zijn verplicht het nemen van luchtmonsters en het analyseren van materiaal en luchtmonsters op asbest uit te besteden aan een laboratorium dat beschikt over een accreditatie voor de desbetreffende verrichting.

Actuele overzichten van laboratoria die over één of meer accreditaties voor asbest beschikken, worden opgesteld door de Raad voor Accreditatie, tel. (030) 2394500. Deze overzichten zijn beschikbaar op de internetsite van de Raad voor Accreditatie: www.rva.nl.

Onder STERLAB moet gezocht worden naar ‘asbest’ waarna het actuele overzicht beschikbaar is.

 

Asbestverwijderingsbedrijven

Sinds 1 maart 1996 moeten asbestverwijderingsbedrijven voor de meeste sloopwerkzaamheden m.b.t. asbest beschikken over een KOMO-procescertificaat algemeen asbestverwijderen. Deze verplichting geldt op grond van het Asbest-verwijderingsbesluit en de Regeling merkteken asbestverwijdering. Voor het opruimen van asbestresten geldt de verplichting weliswaar niet, maar het wordt dringend aanbevolen het opruimen van asbest over te laten aan een asbestverwijderingsbedrijf dat in het bezit is van bovengenoemd KOMO-procescertificaat. Het KOMO-procescertificaat algemeen asbestverwijderen wordt verstrekt door onafhankelijke certificatie-instellingen aan asbestverwijderingsbedrijven die hebben aangetoond te voldoen aan de beoordelingsrichtlijn algemeen asbestverwijderen. In deze beoordelingsrichtlijn staan alle wettelijke eisen terzake, alsmede kwaliteitseisen.

Actuele overzichten van asbestverwijderingsbedrijven die in het bezit zijn van een KOMO-procescertificaat asbestonderzoek kunnen tegen vergoeding per fax worden aangevraagd bij de Stichting Bouwkwaliteit, Treubstraat 1, 2288 EG Rijswijk, telefax 070-3902947.

In het najaar van 1999 zullen deze overzichten op de internetsite van de Stichting Bouwkwaliteit beschikbaar zijn: www.bouwkwaliteit.nl.

 

Waarschuwing/alarmering bestuur en andere diensten/instanties

In ‘Brandweer en asbest’ (NBF), wordt in paragraaf 5.4.1 het volgende vermeld:

Bij branden waarbij asbest is betrokken of een vermoeden bestaat dat asbest betrokken is, en er kans is dat de bevolking aan asbest zal kunnen worden blootgesteld, dienen bestuur en de overige bij de incidentbestrijding betrokken instanties te worden gewaarschuwd.

Ook hier heeft de brandweer het primaat.

Na opdracht kan de regionale alarmcentrale met behulp van een standaard waarschuwings-/alarmeringsprocedure asbest de betrokken personen waarschuwen.

Dit kunnen zijn:

  • de burgemeester;
  • de voorlichter;
  • de officier van dienst politie;
  • de arts van dienst GGD;
  • de afdeling Bouw- en Woningtoezicht;
  • de (regionale) milieudienst;
  • de provinciale milieudienst;
  • de Arbeidsinspectie;
  • het waterschap (Hoogheemraadschap);
  • de Stichting Salvage.

 

Taak brandweer bij maatregelen in het verspreidingsgebied

De taakomschrijving uit deze bijlage is afkomstig uit het ‘Plan van aanpak asbestbrand’ (VROM, Den Haag, juni 1996).

Burgemeester en wethouders hebben de zorg voor het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren anders dan bij brand. Met betrekking tot milieu-incidenten wordt dit als volgt uitgelegd:

De taak van de brandweer bij een incident waarbij een (milieu)gevaarlijke stof zich op een weg of terrein bevindt, beperkt zich tot:

  • Het afzetten van het gebied waarbinnen acuut gevaar dreigt voor mens en dier;
  • Het waarschuwen van mensen die zich binnen bedoeld gebied bevinden;
  • Het verwijderen van mensen binnen bedoeld gebied die niet in staat zijn zelfstandig het gebied te verlaten;
  • Het verwijderen van dieren binnen bedoeld gebied;
  • Het voorkomen van verspreiding van de (milieu)gevaarlijke stof (stabilisatie).

Met betrekking tot asbestbranden moet worden opgemerkt dat:

  • Bepaalde van de bovengenoemde taken, afhankelijk van de op regionaal of plaatselijk niveau gemaakte afspraken, (deels) door de gemeente en de politie zullen worden uitgevoerd;
  • Het verwijderen van mensen en dieren uit het verspreidingsgebied in de regel niet nodig is.

In de praktijk komt het voor dat van de brandweer verlangd wordt dat zij ook zorg draagt voor de verwijdering van de (milieu)gevaarlijke stof. Volgens de Brandweerwet ligt deze taak niet direct bij de brandweer.

Het optreden van de brandweer voor niet-wettelijke taken kan zijn vastgelegd in een retributieverordening inzake het heffen van brandweerrechten. Als dit niet het geval is moet de brandweer terughoudendheid betrachten waar het de uitvoering van deze taak betreft. De verantwoording voor de wijze van uitvoering van deze taak ligt dan in ieder geval niet bij de brandweer maar bij de weg- of terreinbeheerder, waarbij de brandweer na verkregen opdracht of op basis van lokaal gemaakte afspraken op kan treden als facilitair bedrijf voor wat betreft personeel en materieel. Overigens moet ook de brandweer bij het opruimen van vrijgekomen asbest voldoen aan de voorschriften van het Asbestbesluit Arbeidsomstandighedenwet.

 

Voorbeeldbrieven voorlichting aan de bevolking

 

In deze bijlage zijn twee voorbeeldbrieven opgenomen afkomstig uit ‘Plan van aanpak bij asbestbranden in de gemeente Breda en het Stadsgewest Breda’ (Breda, mei 1997), die kunnen worden gebruikt voor het voorlichten van bewoners over de gevolgen van asbestbranden.

Bij het opstellen van voorbeeldbrief 1 is uitgegaan van de situatie dat bij een brand zeker asbest is vrijgekomen. Deze brief dient zo snel mogelijk na het bestrijden van de brand uit te gaan.

Een mogelijke vervolgactie kan een tweede brief zijn. De inhoud van deze brief wordt sterk bepaald door de omstandigheden en de verdere ontwikkelingen. Mogelijk kan in een tweede brief de prioriteit voor opruimen worden aangegeven, zoals eerst de directe omgeving, openbare plaatsen, schoolpleinen etc., en de periode waarin een en ander plaatsvindt.

Omdat niet altijd bekend is wat en hoe zich een en ander zal ontwikkelen, is het niet mogelijk hier al een voorbeeldbrief van te maken.

Voorbeeldbrief 2 kan verstuurd worden ter afsluiting van de opruim werkzaamheden.

Voorbeeldbrief aan bevolking vlak na asbestbrand (fase B)

Aan de bewoners van (bepaalde wijk, straten)

Datum

Kenmerk

Onderwerp : brand in...... locatie...... waarbij asbest is vrijgekomen

 

Geachte bewoner(s),

In (bedrijf, pand, schuur etc.) aan de …….straat in ...... heeft op ……dag (datum) om … (tijd), of in de nacht van ….dag op …..dag) een brand gewoed. In het (bedrijf, pand, schuur) bevond zich asbesthoudend materiaal.

Bij de brand zijn naast asbestvezels ook asbesthoudende stukjes/flinters vrijgekomen. Om u tijdens de brand hiervoor te waarschuwen heeft de politie met geluidswagens rondgereden met de boodschap om binnen te blijven en ramen en deuren te sluiten en eventueel aanwezige mechanische ventilatiesystemen af te zetten.

 

Op dit moment zijn we enige uren verder. Het risico van het inademen van vrijgekomen asbestvezels is inmiddels geweken, waardoor u weer naar buiten kunt en ramen en deuren kunt openen en aanwezige ventilatiesystemen kunt aanzetten. (eventueel kan, afhankelijk van de situatie, hier nog opgemerkt worden dat naast asbest geen andere gevaarlijke stoffen zijn vrijgekomen).

Gebleken is bij nader onderzoek dat er in uw woonomgeving als gevolg van de brand asbesthoudende stukjes/flinters zijn neergekomen, waaruit gemakkelijk bij kapottrappen of bij er overheen rijden asbestvezels kunnen worden vrijgemaakt. Om dit laatste te voorkomen zijn er inmiddels door de politie verkeersmaatregelen genomen in de wijk. (eventueel nadere informatie geven welke straten/ pleinen afgezet zijn etc.). De exacte grenzen van het met asbest besmette gebied, zullen nog nader worden vastgesteld door een gespecialiseerd onderzoeksbureau.

 

Van asbest is bekend dat vrijgekomen losse vezels bij inademing een risico voor de gezondheid kunnen opleveren. Omdat de blootstelling aan deze vezels gedurende de brand voor u zeer gering is geweest en van korte duur, zeker wanneer we dit vergelijken met de hoeveelheid asbestvezels die u dagelijks al inademt, is het risico dat u eventueel hebt gelopen gedurende de brand verwaarloosbaar klein geweest. Afgezien hiervan zijn wij de mening toegedaan dat uit oogpunt van gezondheid in principe elke blootstelling aan asbest zoveel mogelijk voorkomen moet worden.

 

Omdat de neergekomen stukjes asbest in uw omgeving door verpulvering of doordat ze in huis worden gelopen nog gemakkelijk vezels kunnen loslaten en daardoor nog altijd een risico op kunnen leveren voor u, zijn de volgende maatregelen genomen:

1 . De stukjes asbest in uw omgeving zullen zo snel mogelijk door een speciaal daarvoor toegerust bedrijf opgeruimd worden. Allereerst zullen de openbare wegen vrijgemaakt worden. Daarna zullen de...... schoongemaakt worden. (prioriteiten aangeven, zoals belangrijke gebouwen, scholen etc.). Hiermee zullen enige dagen gemoeid zijn. Omdat de werknemers van zo'n gespecialiseerd bedrijf bijna dagelijks met asbest omgaan en direct met het asbest in contact komen, zullen zij speciaal beschermende kleding dragen. Voor u zelf is het risico zo klein dat u geen beschermende kleding nodig heeft.

2. (Eventueel nadere tijdelijke maatregelen aangeven, zoals misschien dat voor een bepaalde tijd scholen gesloten zijn of dat bepaalde objecten niet betreden mogen worden, etc.).

 

3. Wat kunt u zelf (wel en niet) doen?

Als u in uw directe omgeving asbest aantreft, moet u dit rustig laten liggen. Ga er niet doorheen lopen, u neemt het zo mee uw huis in. De schoonmaakploeg zal zo spoedig mogelijk bij u langs komen. Ga niet zelf de omgeving van uw huis schoonmaken, tenzij het in- en uitgaan van uw huis ernstig belemmerd wordt. In dat geval kunt u met een zachte bezem de stukjes opzij schuiven, die later door personeel van het deskundige bedrijf zullen worden opgeruimd. De zachte bezem moet u nadien buiten goed schoonmaken met water bij een afvoerputje. Loop zo min mogelijk over verontreinigde grond of gras om omwoelen en verspreiding zoveel mogelijk te voorkomen. Laat kinderen niet spelen op plaatsen waar stukjes asbest liggen of waar sprake is van verontreiniging.

 

Samengevat zijn wij van mening dat met de genomen maatregelen bij deze asbestbrand het risico voor u zo klein mogelijk is geweest en dat er in feite geen sprake is geweest van een extra risico voor uw gezondheid.

Zodra de bij de brand vrijgekomen asbest is opgeruimd of als er zich eerder ontwikkelingen voordoen, zullen wij u daarvan per brief zo spoedig mogelijk op de hoogte stellen. (de aan u gegeven informatie bevindt zich ook op de kabelkrant, pagina ..).

Mocht u na het lezen van deze brief nog vragen hebben of nadere toelichting willen hebben, dan kunt u tijdens kantooruren altijd contact opnemen met........ (persoon(en), afdeling. tel.nr.). Voor gezondheidsvragen kunt u altijd terecht bij de GGD Delfland, afdeling Algemene Gezondheidszorg (tel.nr.).

 

Hoogachtend,

 

Voorbeeldbrief aan de bevolking na opruimwerkzaamheden (fase C)

 

Aan de bewoners van (bepaalde wijk, straten)

Datum

Kemnerk

Onderwerp : brand in...... locatie...... waarbij asbest is vrijgekomen

 

 

Geachte bewoner(s),

Zoals wij in eerdere brieven van [datum] (of in een eerdere brief van ) hebben laten weten, is bij de brand in (bedrijf, pand, schuur etc.) aan de straat op dag (datum) om (tijd), (of in de nacht van dag op dag) asbest vrijgekomen. Dit asbest is ook bij u in de woonomgeving (werkomgeving) neergekomen. Voor het opruimen van dit asbest is ……(bedrijf) ingeschakeld, dat gespecialiseerd is in dit soort werkzaamheden.

De opruimwerkzaamheden zijn inmiddels afgerond en door een daartoe deskundig onderzoeksbureau gecontroleerd. Uit dit onderzoek is gebleken dat de hele wijk schoon is. Hoewel het schoonmaken met alle zorgvuldigheid is uitgevoerd, kan het zijn dat u nog stukjes asbestcement in uw omgeving aantreft. Mocht dit gebeuren dan kunt u dit melden bij (persoon x, afdeling y van de gemeente z tel.nr.). Laat de stukjes bij voorkeur liggen en voorkom dat kinderen ermee gaan spelen.

 

Op de locatie van het afgebrande pand (of bedrijf) zullen nog enige tijd maatregelen nodig zijn. Er is voor gezorgd dat vanuit het pand (of bedrijf) geen asbest meer in de omgeving terecht komt. Tijdens de sloop zullen extra maatregelen genomen worden om het verdere vrijkomen van asbest te voorkomen.

 

Wij willen u nogmaals hartelijk bedanken voor uw medewerking en hopen dat de overlast voor u zo beperkt mogelijk is gebleven. Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u tijdens kantooruren altijd contact opnemen met (persoon x, afdeling y van de gemeente z tel.nr.).

 

 

Hoogachtend,

 

Asbestprocedure politie Haaglanden

 

Afdeling/

functionaris

Activiteit

Omschrijving

Bijzonderheden

1a

Meldkamer/ Bureau Melding Tijdstip melding

Meldkamer ontvangt melding van brandweer of anderen over brand waarbij asbest vrijkomt

Meldkamer stuurt surveillance ter plaatse

 

 

door naar 2

1b

Bevelvoerder brandweer

Melding ‘asbestbrand’ wordt ter plaatse gegeven

Melding Tijdstip melding

Bevelvoerder brandweer geeft ter plaatse aan surveillanten door dat bij brand asbest vrijkomt

Indien dit door omstandigheden achterwege blijft, informeert surveillant zelf bij bevelvoerder brandweer

 

 

door naar 3

2

Surveillance Indien melding afkomstig van meldkamer Bij meldkamer windrichting opvragen (zoveel mogelijk bovenwinds aanrijden)

In de directe omgeving van de brand het ventilatiesysteem van surveillancevoertuig niet gebruiken

door naar 4

3

Surveillance Melding afkomstig van bevelvoerder brandweer Aan meldkamer doorgeven dat bij brand asbest vrijkomt

Aangeven hoe overige hulpdiensten aan moeten rijden (zoveel mogelijk bovenwinds)

door naar 4

4

Surveillance Plaats Incident Via meldkamer/bureau een kaderlidofficier ter plaatse laten komen

Via meldkamer/bureau de medewerker milieuzaken van het bureau laten waarschuwen

Surveillancevoertuigen in de omgeving van de brand bovenwinds plaatsen en ventilatiesystemen niet gebruiken

Zoveel mogelijk bovenwinds blijven en een zo groot mogelijke afstand tot de brand bewaren.

Niet eten, drinken of roken in het gebied.

 

 

5

Kaderlid

Medewerker milieuzaken

Plaats delict Deelnemen aan CTPI (Coördinatie Team Plaats Incident)

In overleg met CTPI direct gevaarsgebied bepalen

Opdracht geven tot afzetten besmet gebied (ruim bepalen)

In overleg bepalen waar en hoe personeel te plaatsen

Eventueel personeel voorzien van adembescherming e.d.

In overleg met CTPI geluidswagen in gebied laten rondrijden voor waarschuwen van bevolking

In overleg horeca en/of winkels waarschuwen en eventueel sluiten

Eventueel assistentie inroepen medewerker bureau Regionale rechercheondersteuning, ploeg milieu C.J.D.

Via de meldkamer voorlichter van het korps waarschuwen

Afzetmateriaal

Besmet gebied eventueel verdelen in binnen en buitenring

Beschermende kleding/ adembescherming uitreiken aan personeel, alwaar dat nodig is. Dit ivm veiligheid (ARBO)

Na kantooruren via meldkamer bureau Regionale recherche ondersteuning, ploeg milieu C.J.D. waarschuwen

6

Voorlichter korps Plaats incident Geeft eventueel persalarm

Treedt in overleg met brandweer over toelating pers en fotografen

De voorlichting ter plaatse zal worden verzorgd door de brandweer

7

Surveillance Plaats incident In opdracht van kaderlid met geluidswagen in gebied rondrijden, ramen en deuren laten sluiten. Tevens ventilatiesystemen laten uitzetten.

Bij rondrijden geen gebruik maken van ventilatiesysteem in voertuig

 

8

Kaderlid

Medewerker milieuzaken

Plaats incident Alle namen van ingezet personeel noteren ivm mutatie tbv medische dienst

In overleg met brandweer afspraken maken voor het reinigen van materieel (ter plaatse of bij brandweer)

Voorkom zoveel mogelijk het z.g. rampentoerisme

Zorg dat het aantal in te zetten personeelsleden, zo klein mogelijk is

 

 

9

Al het betrokken personeel Verlaten Plaats incident Minimaal het schoeisel met water reinigen

Surveillance voertuig ter plaatse laten reinigen of in opdracht laten reinigen bij kazerne brandweer.

Voorkom extra verspreiding asbest

10

Kaderlid Bureau Zorgt voor mutatie met daarin alle namen van collega’s die bij de calamiteit zijn ingezet Noteer de namen van personeel tbv mutatie medische dienst

 

 

Voorbeeldbrief aanschrijving Wet milieubeheer

 

[naam geadresseerde (= eigenaar terrein)]

[adres]

[postcode en woonplaats]

 

Onderwerp: Wet milieubeheer; toepassen bestuursdwang wegens ongewoon voorval,

 

Geachte mevrouw,

Op is uw bedrijf bezocht door een medewerker van de afdeling Milieu.

Hierbij is gebleken dat zich in de inrichting gelegen aan de op een ongewoon voorval heeft voorgedaan. Tijdens een brand in de inrichting is asbest vrijgekomen.

De artikelen 17.1 en 17.2 van de Wet milieubeheer geven aan hoe door de drijver van de inrichting gehandeld dient te worden als zich een ongewoon voorval voordoet of heeft voorgedaan.
Kort samengevat is de strekking van die artikelen dat in voorkomend geval onmiddellijk de maatregelen moeten worden getroffen die kunnen worden verlangd om de gevolgen van die gebeurtenis voor het milieu te voorkomen, dan wel zo veel mogelijk te beperken en ongedaan te maken en tevens die gebeurtenis zo spoedig mogelijk te melden aan het bevoegd gezag.

Aangezien u het ongewone voorval niet aan ons heeft gemeld, noch de vereiste maatregelen heeft getroffen om de gevolgen van het ongewone voorval te voorkomen, beperken of ongedaan te maken wordt door u gehandeld in strijd met bovengenoemde voorschriften.

Op heeft onze medewerker met u over bovengenoemde gesproken. Hierbij bent u dringend verzocht om:

binnen 24 uur/direct (keuze maken) maatregelen te treffen om de verspreiding van het asbest te voorkomen;

binnen het binnen en buiten de inrichting vrijgekomen asbest te laten opruimen door een KOMO gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf;

binnen ons de gevraagde gegevens omtrent aard, oorzaak, vrijgekomen stoffen en getroffen maatregelen ter beperking van de gevolgen te verstrekken.

Tevens is medegedeeld dat wij gebruik kunnen maken van onze bevoegdheid op grond van artikel 125 Gemeentewet juncto artikel 5:24 van de Algemene wet bestuursrecht tot het toepassen van bestuursdwang indien u niet binnen de gestelde termijn aan het dringende verzoek voldoet.

Zienswijze

Tijdens het gesprek op bent u tevens in de gelegenheid gesteld om op ons voornemen, om ter beëindiging van de overtredingen bestuursdwang toe te passen, te reageren.

U heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. of

Over uw zienswijze het volgende:

 

Op is geconstateerd dat door u nog maatregelen zijn getroffen om de verspreiding van het asbest te voorkomen, het binnen en buiten de inrichting vrijgekomen asbest te laten opruimen door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf en ons de gevraagde gegevens omtrent aard, oorzaak, vrijgekomen stoffen en getroffen maatregelen ter beperking van de gevolgen te verstrekken.

Gezien het bovenstaande stellen wij vast dat u handelt in strijd met artikel 17.1 en 17.2 Wet milieubeheer.

Wij besluiten dan ook om met toepassing van artikel 125 Gemeentewet juncto artikel 5:24 van de Algemene wet bestuursrecht u te bevelen binnen 24 uur/direct (keuze maken) maatregelen te treffen om de verspreiding van het asbest te voorkomen, binnen het binnen en buiten de inrichting vrijgekomen asbest te laten opruimen door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf en binnen ons de gevraagde gegevens omtrent aard, oorzaak, vrijgekomen stoffen en getroffen maatregelen ter beperking van de gevolgen te verstrekken.

Deze beschikking treedt in werking op de dag van de verzenddatum. Wij zullen uitvoering geven aan deze last indien door u binnen 24 uur geen of onvoldoende maatregelen worden getroffen.

Tot die tijd heeft u de gelegenheid de overtredingen ongedaan te maken. De overtredingen worden als beëindigd beschouwd indien:

maatregelen zijn getroffen om de verspreiding van het asbest te voorkomen door de plaats waar het asbest is terechtgekomen te omheinen/nat te houden,

het asbest is verwijderd door een daarvoor gecertificeerd bedrijf en

aan ons gegevens omtrent aard, oorzaak, vrijgekomen stoffen en getroffen maatregelen ter beperking van de gevolgen zijn verstrekt.

Indien mocht blijken dat u binnen de genoemde termijnen aan deze last geen gevolg geeft dan zullen wij van gemeentewege, doch voor uw rekening, overgaan tot het treffen van de vereiste maatregelen. Dit betekent dat wij op uw kosten de plaats waar het asbest is terechtgekomen zullen (laten) omheinen/nat houden, het asbest zullen laten verwijderen door een daartoe gecertificeerd bedrijf en een onderzoek laten instellen om de vereiste gegevens te verkrijgen.

In de bijlage staat vermeld hoe u tegen deze beschikking bezwaar kunt maken.

Nummer : S 9

Datum beschikking :

 

Hoogachtend,

Burgemeester en Wethouders van Delft.

,burgemeester

,secretaris

 

Wettelijke bepalingen: Awb artt. 6:7, 6:8, 7:1, 8:81

 

Afschrift aan:

- Politie Haaglanden (Delft), afdeling bijzondere politietaken

- Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage

 

 

Bijlage, behorend bij de aanzegging tot bestuursdwang d.d. , kenmerk

 

Bezwaar

U, alsmede eventuele andere belanghebbenden in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na de datum van verzending van deze brief een bezwaarschrift indienen bij burgemeester en wethouders, p/a Dienst Beheer & Milieu, afdeling Milieu, postbus 63, 2600 AB Delft. Indien het bezwaarschrift ontvankelijk is, zal een heroverweging van het besluit plaatsvinden.

De bezwaarde wordt in de gelegenheid gesteld één en ander mondeling toe te lichten. Eventuele andere belanghebbenden worden daarbij ook uitgenodigd.

Binnen zes weken na ontvangst zullen wij over het bezwaarschrift beslissen.

Het bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. U kunt echter wel, indien u bezwaar heeft ingediend, verzoeken om een voorlopige voorziening bij de Raad van State.

Hiervoor is een bedrag aan griffierecht verschuldigd. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet in tweevoud worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Kneuterdijk 22, postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Voor nadere informatie kunt u zich telefonisch wenden tot de Raad van State, telefoon 070 - 3624871.

Beroep

Tegen het besluit dat burgemeester en wethouders naar aanleiding van een eventueel bezwaarschrift nemen, staat op grond van de artikelen 20.1 en 20.13 van de Wet milieubeheer beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Voorbeeldbrieven aanschrijving Woningwet

1 . Aanschrijving artikel 20 jo 26 Woningwet jo 5.1.1 Bouwverordening (staat van onderhoud van open erven en terreinen)

2. Mededeling bestuursdwang artikel 125 Gemeentewet

 

naam geadresseerde (= eigenaar perceel)

adres

postcode en woonplaats

 

 

lay out kenmerk, behandeld door, telefoon, datum, etc.

Onderwerp: aanschrijving artikel 20 jo 26 Woningwet jo 5.1.1 Bouwverordening (staat van onderhoud van open erven en terreinen) en mededeling bestuursdwang artikel 125 Gemeentewet.

 

Geachte directie,

Bij een op... (datum) door ons ingesteld onderzoek is gebleken dat het terrein aan de ... (adres), kadastraal bekend gemeente... , sectie .., nrs. ... dat u in eigendom toebehoort, is verontreinigd met asbest.

Op grond van artikel 5.1.1 lid 2 sub c van de gemeentelijke Bouwverordening mogen open erven en terreinen geen gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid, noch nadeel voor de gezondheid van of hinder voor de gebruikers of anderen tengevolge van verontreiniging.

Omdat het betreffende terrein is verontreinigd met asbest wordt door u in onderhavige situatie gehandeld in strijd met artikel 5.1.1 lid 2 sub c van de gemeentelijke Bouwverordening.

Op…(datum) heeft …… met u gesproken over bovengenoemde overtreding. Hij heeft u toen meegedeeld dat het terrein door de aanwezigheid van asbest gevaar oplevert voor de veiligheid en nadeel voor de gezondheid van of hinder voor de gebruikers of anderen. Tevens heeft hij u dringend verzocht om <binnen 24 uur maatregelen te treffen om verdere verspreiding van het asbest te voorkomen door het asbest af te (laten) dekken en te omheinen en om> binnen... (termijn) het op bovengenoemd terrein aanwezige asbesthoudende afval te laten verwijderen door een asbestverwijderingsbedrijf dat in het bezit is van een KOMO-procescertificaat algemeen asbestverwijderen.

Ook heeft hij u meegedeeld dat wij gebruik kunnen maken van onze bevoegdheid op grond van artikel 125 Gemeentewet om bestuursdwang toe te passen indien u niet aan het dringende verzoek voldoet.

Het bovenstaande is aan u bevestigd in onze brief d.d ...

Tijdens bovengenoemd gesprek op .. (datum) heeft u tegenover onze medewerker het volgende naar voren gebracht:

< a. aan het gestelde in artikel 5.1.1 lid 2 sub c van de gemeentelijke Bouwverordening zal

door u worden voldaan na een aanschrijving van gemeentewege>

< b. aan het gestelde in artikel 5. 1.1 lid 2 sub c van de gemeentelijke Bouwverordening zal

door u binnen ... (termijn) worden voldaan omdat ... >

Met betrekking tot uw zienswijze merken wij het volgende op:

... (samenvatting opmerkingen)

Op... (datum) is tijdens een controlebezoek door onze medewerker geconstateerd dat u niet heeft voldaan aan ons dringende verzoek. Omdat hier, gezien het dreigende gevaar voor omwonenden, sprake is van een spoedeisend geval, zoals genoemd in artikel 26 lid 1 van de Woningwet, hebben wij het volgende besloten:

1 . Wij schrijven u hierbij aan op grond van artikel 20 lid 1 Woningwet om <binnen 24 uur maatregelen te treffen om verdere verspreiding van het asbest te voorkomen door het asbest af te dekken en te omheinen en om> binnen... (termijn) na dagtekening van deze brief het op bovengenoemd terrein aanwezige asbesthoudende afval te laten verwijderen door een asbestverwijderingsbedrijf dat in het bezit is van een KOMO-procescertificaat algemeen asbestverwijderen.

2. Wij delen u mee dat wij gebruik zullen maken van onze bevoegdheid op grond van artikel 125 Gemeentewet bestuursdwang toe te passen, indien door u aan het eerste besluit niet wordt voldaan. Dit betekent dat wij van gemeentewege onmiddellijk na afloop van de gestelde termijnen zullen overgaan tot het treffen van bovengenoemde maatregelen, indien u aan de aanschrijving binnen de gestelde termijnen geen gevolg heeft gegeven.

 

De kosten die zijn verbonden aan het uitvoeren van de aanschrijving met toepassing van

bestuursdwang zullen voor uw rekening komen.

Tegen deze besluiten kan bij ons bezwaar worden aangetekend binnen zes weken met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekend gemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan Burgemeester en wethouders (adres). Voor nadere informatie verwijzen wij u naar bijgevoegd inlichtingenformulier.

 

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van ..(gemeente)

,de burgemeester

,de secretaris

Bijlagen: lnlichtingenformulier bezwaar en beroep

Onderzoeksrapport d.d.

Verslag gesprek en zienswijze d.d.

Controlerapport d.d. ...

1 . Aanschrijving artikel 14 en 20 jo 26 Woningwet jo 7.3.2 Bouwverordening

2. Mededeling bestuursdwang artikel 125 Gemeentewet

 

 

naam geadresseerde (= eigenaar bouwwerk en terrein)

adres

postcode en woonplaats

lay out kenmerk, behandeld door, telefoon, datum, etc.

Onderwerp: aanschrijving artikel 14 en 20 jo 26 Woningwet jo 7.3.2 Bouwverordening; mededeling bestuursdwang artikel 125 Gemeentewet.

 

Geachte directie,

Bij een op... (datum) door ons ingesteld onderzoek is gebleken dat het bouwwerk en het terrein aan de... (adres), kadastraal bekend gemeente..., sectie .., nrs. ... dat u in eigendom toebehoort, verontreinigd is met asbest waardoor, op voor de omgeving schadelijke wijze, stof wordt verspreid.

Op grond van artikel 7.3.2 onder b van de gemeentelijke Bouwverordening is het verboden om in, op of aan een bouwwerk, of op een open erf of terrein, voorwerpen of stoffen te plaatsen, te werpen of te hebben, handelingen te verrichten of na te laten, of werktuigen te gebruiken waardoor op voor de omgeving hinderlijke of schadelijke wijze stank, rook, roet, walm, stof of vocht wordt verspreid of overlast wordt veroorzaakt door: geluid van trilling, elektrische trilling daaronder begrepen, of door schadelijk of hinderlijk gedierte, dan wel door verontreiniging van het bouwwerk, open erf of terrein.

Omdat het betreffende bouwwerk en terrein is verontreinigd met asbest en er hierdoor op voor de omgeving schadelijke wijze stof wordt verspreid, wordt door u in onderhavige situatie gehandeld in strijd met artikel 7.3.2 onder b van de gemeentelijke Bouwverordening.

Op... (datum) heeft …… met u gesproken over bovengenoemde overtreding. Hij heeft u toen meegedeeld dat vanwege de verontreiniging op voor de omgeving schadelijke wijze stof wordt verspreid. Tevens heeft hij u dringend verzocht om <binnen 24 uur maatregelen te treffen om verdere verspreiding van het asbest te voorkomen door het asbest af te (laten) dekken en te (laten) omheinen en om> binnen... (termijn) het op bovengenoemd terrein aanwezige asbesthoudende afval te laten verwijderen door een asbestverwijderingsbedrijf dat in het bezit is van een KOMO-procescertificaat algemeen asbestverwijderen.

Ook heeft hij u meegedeeld dat wij gebruik kunnen maken van onze bevoegdheid op grond van artikel 125 Gemeentewet om bestuursdwang toe te passen, indien u niet aan het dringende verzoek voldoet.

Het bovenstaande is aan u bevestigd in onze brief d.d ...

U heeft tijdens bovengenoemd gesprek op .. (datum) tegenover onze medewerker het volgende naar voren gebracht:

< a. aan het gestelde in artikel 7.3.2 onder b van de gemeentelijke Bouwverordening zal door u worden voldaan na een aanschrijving van gemeentewege>

< b. aan het gestelde in artikel 7.3.2 onder b van de gemeentelijke Bouwverordening zal door u binnen ... (termijn) worden voldaan omdat ... >

Met betrekking tot uw zienswijze merken wij het volgende op:

... (samenvatting opmerkingen)

Op... (datum) is tijdens een controlebezoek door onze medewerker geconstateerd dat u niet heeft voldaan aan ons dringende verzoek. Omdat hier, gezien het dreigende gevaar voor omwonenden, sprake is van een spoedeisend geval, zoals genoemd in artikel 26 lid 1 van de Woningwet, hebben wij het volgende besloten:

1 . Wij schrijven u hierbij aan op grond van artikel 14 en 20 Woningwet om <binnen 24 uur maatregelen te treffen om verdere verspreiding van het asbest te voorkomen door het asbest af te (laten) dekken en te omheinen en om> binnen... (termijn) na dagtekening van deze brief het op bovengenoemd terrein aanwezige asbesthoudende afval te laten verwijderen door een asbestverwijderingsbedrijf dat in het bezit is van een KOMO-procescertificaat algemeen asbestverwijderen.

 

2. Wij delen u mee dat wij gebruik zullen maken van onze bevoegdheid op grond van artikel 125 Gemeentewet om bestuursdwang toe te passen, indien door u aan het eerste besluit niet wordt voldaan. Dit betekent dat wij van gemeentewege onmiddellijk na afloop van de gestelde termijnen zullen overgaan tot het treffen van bovengenoemde maatregelen, indien u aan de aanschrijving binnen de gestelde termijnen geen gevolg heeft gegeven.

 

De kosten die zijn verbonden aan het uitvoeren van de aanschrijving met toepassing van

bestuursdwang zullen voor uw rekening komen.

Tegen deze besluiten kan bij ons bezwaar worden aangetekend binnen zes weken met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekend gemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan Burgemeester en wethouders... (adres). Voor nadere informatie verwijzen wij u naar bijgevoegd inlichtingenformulier.

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van ..(gemeente)

,de burgemeester

,de secretaris

 

Bijlagen: lnlichtingenformulier bezwaar en beroep

Onderzoeksrapport d.d. ...

Verslag gesprek en zienswijze d.d. ...

Controlerapport d.d. ...

 

Vaststelling van vrijkomen asbest

Onderstaande voorlopige en definitieve vaststelling van asbest is afkomstig uit ‘Plan van aanpak asbestbrand’ (VROM)

 

Voorlopige vaststelling aanwezigheid asbest

Een voorlopige vaststelling van asbest kan zijn gebaseerd op:

  • Een veronderstelling op basis van soort en leeftijd gebouw (in vrijwel ieder gebouw van voor 1980 is asbest aanwezig. Grote hoeveelheden asbest worden vaak aangetroffen in oudere fabrieksgebouwen, opslagplaatsen, scholen, openbare gebouwen).
  • Gegevens uit een gemeentelijke preventieve inventarisatie.
  • Een mededeling door de eigenaar/beheerder (de Wet milieubeheer kent een meldingsplicht aan het bevoegd gezag bij incidenten binnen Wm-inrichtingen).
  • Het waarnemen van reeksen harde, korte knallen (als van een mitrailleur) tijdens de brand). Dit effect kan duiden op de aanwezigheid van asbestcement. Asbestvrije cementplaten barsten wel, maar delamineren niet of in veel mindere mate. Er zijn echter meer oorzaken van knallen tijdens een brand denkbaar.
  • Het aantreffen van asbestcementflinters in de omgeving van de brandhaard.

Op basis van deze criteria kan de brandweer in de eerste uren van de brand een voorlopige vaststelling van het mogelijk vrijkomen van asbest baseren. Het is van belang dat de brandweer bij het mogelijk vrijkomen van asbest meteen een speciale 'asbestprocedure' hanteert. Voorts dient de regionaal deskundige ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen (ROGS) (en/of de WVD-officier) te worden ingeschakeld. De ROGS (en/of de WVD-officier) zal in elk geval een onafhankelijk asbestdeskundige inschakelen wanneer hij aanwijzingen heeft dat asbest buiten het terrein van de brandhaard verspreid is of zal worden.

Definitieve vaststelling aanwezigheid en determinatie

De voorlopige vaststelling van het vrijkomen van asbest moet, indien er nog twijfel bestaat, zo snel mogelijk worden geverifieerd via materiaalanalyse door een gespecialiseerd laboratorium met behulp van polarisatiemicroscopie, waarmee ook de soort(en) asbest en het type(n) materiaal worden bepaald, hetgeen van belang is voor de berekening van het verspreidingsgebied. Wanneer er spuitasbest is vrijgekomen kan het zin hebben van verharde oppervlakken veegmonsters te nemen, omdat spuitasbest veel moeilijker met het blote oog te herkennen is (met behulp van lichtmicroscopie, eventueel aanvullend met elektronenmicroscopie). Wanneer er als gevolg van de brand roet in de omgeving is neergeslagen, is het aan te bevelen ook dat te onderzoeken op de aanwezigheid van asbest. De onafhankelijk asbestdeskundige kan zo nodig advies geven.

Een op de lokatie aanwezige asbestdeskundige kan besluiten dat analyses aan het materiaal overbodig zijn, omdat op grond van ter beschikking staande gegevens (eigen waarnemingen, historische gegevens) met zekerheid vaststaat dat inderdaad asbesthoudend materiaal is verspreid. Wanneer er geen analyses plaatsvinden betekent dat wel dat berekening van het verspreidingsgebied minder gedetailleerd kan plaatsvinden. Voorts dient de asbestdeskundige te beseffen dat een verkeerde conclusie van hem over het al dan niet aanwezig zijn van asbest, terwijl er geen analyses hebben plaatsgevonden, ertoe kan leiden dat hij wordt aangesproken voor de kosten die het gevolg zijn van zijn verkeerde waarneming.

Het heeft geen zin buiten het directe brandgebied buitenluchtmetingen te verrichten, die de primaire of secundaire emissie zouden moeten bepalen. De piek in de vezelconcentraties is zo snel voorbij dat de gevonden waarden absoluut niet representatief zijn. Buitenluchtmetingen met lichtmicroscopie zijn zelfs totaal ongeschikt om de asbestvezelconcentratie in de buitenlucht te bepalen, omdat alle vezelvormige bestanddelen worden meegeteld. Ook al omdat er bij een brand vaak veel andere vezelvormige deeltjes vrijkomen of worden gevormd leiden de resultaten eerder tot verwarring dan tot inzicht. Houd er bovendien rekening mee dat verzekeraars kosten van buitenluchtmetingen in de regel niet zullen betalen.

Analyses dienen plaats te vinden door een gespecialiseerd laboratorium. Opdrachtverlening vindt bijvoorbeeld plaats door de ROGS en/of de WVD-officier of de onafhankelijk asbestdeskundige, onder verantwoordelijkheid van het CTPI. Er dient voor opdrachtverlening mandaat te zijn van de beleidsverantwoordelijke (meestal de brandweercommandant of de burgemeester).

 

terug naar boven