Bijlage 1 - Plan van aanpak asbestbrand | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0. Distributielijst Een exemplaar van dit plan van aanpak is aanwezig bij de volgende afdelingen of instanties:
U wordt vriendelijk verzocht wijzigingen ten behoeve van dit plan door te geven aan de afdeling Milieu van de Gemeente Delft, ter attentie van dhr. B. Joon, Postbus 63, 2600 AB te Delft, telefoon 260 2983. Inhoudsopgave 1. Inleiding
1.1 Aanleiding en doelstelling 1.2 Uitgangspunten 1.3 Betrokken organisaties 1.4 Leeswijzer 2. Stappenplan
3. Wettelijke taken en aanvullende afspraken
4. Overige instanties
5. Bijlagen
Inleiding Aanleiding In het Milieubeleidsplan Duurzaam Delft Dichterbij (1995) van de gemeente Delft is het opstellen van een asbestcalamiteitenplan één van de actiepunten. De afdeling Milieu van de Dienst Beheer & Milieu heeft derhalve het initiatief genomen een dergelijk plan op te stellen. Doelstelling Het "Plan van aanpak asbestbrand gemeente Delft" heeft tot doel de besluitvorming rond asbestbranden te verbeteren, zodat efficiënt, effectief, zonder onnodige kosten en zonder onnodige onrust bij het publiek te veroorzaken, kan worden opgetreden. Het onderhavige plan is op het algemene "Plan van aanpak asbestbrand (ministerie van VROM, juni 1996) gebaseerd. Voor achtergronden en details over asbest, asbestproducten en asbestbranden, plus samenvattende informatie over explosies waarbij asbest betrokken is, wordt verwezen naar hoofdstuk 2, 3 en 4 van dat algemene plan van aanpak. Bij het opstellen van het onderhavige asbestcalamiteitenplan voor de gemeente Delft, is tevens gebruik gemaakt van de rapporten Brandweer en asbest (Nederlandse Brandweerfederatie, Den Haag, 1995) en het Plan van aanpak bij asbestbranden in de gemeente Breda en het Stadsgewest Breda (mei 1997).
In het algemene plan van aanpak van het ministerie van VROM worden de volgende twee uitgangspunten gehanteerd:
Ad 1)
Ad 2) In het plan van aanpak asbestbrand van het ministerie van VROM worden asbestbranden in de volgende categorieën ingedeeld: categorie I: een brand zonder primaire emissie van asbest buiten het pand/terrein;
De indeling in een categorie is met name afhankelijk van de bepaling van het verspreidingsgebied van asbestdeeltjes (mede afhankelijk van meteorologische parameters) en de aard van de activiteiten in dit gebied. Tijdens een brand kan het nodig zijn dat opschaling plaatsvindt van een lagere naar een hogere categorie. In dit plan wordt de bovenstaande categorie-indeling genuanceerd op basis van de kwantiteit van het vrijgekomen asbest. De nuancering op basis van kwantiteit leidt tot vijf verschillende niveaus van opschaling (aangeduid met één tot vijf sterren): variërend van het uitsluitend alarmeren van de Officier van Dienst (OVD) (bij kleine branden waarbij geen asbest buiten de terreingrenzen c.q. in de woonomgeving terecht is gekomen) tot het inrichten van een crisisstaf (bij grote branden waarbij grote hoeveelheden asbest in de woonomgeving terecht zijn gekomen). In onderstaande matrix wordt de nuancering verduidelijkt.
Verklaring van de gehanteerde termen en afkortingen:
Afhankelijk van de categorie asbestbrand, zullen meer of mindere organisaties een rol spelen. Bij het opstellen van dit plan van aanpak zijn de volgende organisaties en personen betrokken geweest:
In dit plan van aanpak wordt in hoofdstuk 2 in de vorm van een globaal chronologisch schema aangegeven hoe bij een asbestbrand opgetreden moet worden, welke diensten erbij betrokken zijn en welke taken eenieder heeft. Hoofdstuk 3 geeft een nadere toelichting op dit schema waarin de wettelijke taken worden weergegeven en afspraken worden vastgelegd. In hoofdstuk 4 tenslotte wordt de betrokkenheid van de overige organisaties beschreven. De diverse bijlagen bevatten teksten waarnaar in hoofdstuk 2 wordt verwezen.
Het stappenplan voor het optreden bij asbestbrand wordt in dit hoofdstuk in tabelvorm weergegeven. Per fase is aangegeven welke acties plaatsvinden en welke organisatie voor deze actie eerstverantwoordelijk is.In enkele gevallen treft u bovendien een toelichting of een verwijzing aan. In fase B en C (zie paragraaf 2.2 en 2.3) zijn de acties afhankelijk van de categorie-indeling van de asbestbrand, hetgeen in de tabellen tot uiting komt.
Fase A, Preventie en voorbereiding
Fase B: Bestrijding van een asbestbrand
Fase C: Opruimen van de asbestresten
Wettelijke taken en aanvullende afspraken
Aan de volgende algemene afspraken zullen de Brandweer, de politie, de sectie Bouw- en Woningtoezicht, de afdeling Milieu en de GGD zich houden:
3.2.1 Wettelijke taken Brandweer gemeente Delft Op grond van de Brandweerwet 1985 en de Organisatieverordening brandweer 1986 zijn burgemeester en wethouders onder meer belast met de zorg voor:
3.2.2 Afgesproken taken Brandweer gemeente Delft Voor de fasen B en C zijn de volgende afspraken gemaakt: Fase B, tijdens brand Alvorens indeling in een categorie kan plaatsvinden, moet vastgesteld worden of er sprake is van asbest. Hierover is het volgende afgesproken:
Afhankelijk van de categorie-indeling en een schatting van de hoeveelheid asbest die vrijkomt, is het volgende afgesproken: Categorie I-brand, 0 m2 < oppervlak asbest < 100 m2
Categorie I-brand, oppervlak asbest > 100 m2
Categorie II-brand, oppervlak asbest < 30 m2
Categorie II-brand, oppervlak asbest < 100 m2
Categorie II-brand, oppervlak asbest > 100 m2
Categorie III-brand, oppervlak asbest < 30 m2
Categorie III-brand, oppervlak asbest < 100 m2
Categorie III-brand, oppervlak asbest > 100 m2
Fase C In principe geen taken tenzij dit noodzakelijk is op basis van de wettelijke taak: het beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt.
Politie Delft-Oost en Politie Delft-West 3.3.1 Wettelijke taken Politie gemeente Delft Voor de politie gelden de volgende wettelijke taken:
Invulling van deze wettelijke taak wordt beschreven in de interne procedure branden met asbest van de Politie Haaglanden (zie bijlage 5.6).
3.3.2 Afgesproken taken Politie gemeente Delft De politie richt zich in principe op de wettelijk uit te voeren taken. Aandachtspunten zijn:
Gemeente Delft, dienst Stadsontwikkeling, sectie Bouw- en Woningtoezicht 3.4.1 Wettelijke taken sectie Bouw- en Woningtoezicht gemeente Delft De wettelijke taken van de sectie Bouw- en Woningtoezicht zijn:
3.4.2 Afgesproken taken sectie Bouw- en Woningtoezicht gemeente Delft Voor fase B en C zijn de volgende afspraken gemaakt: Fase B, tijdens brand Afhankelijk van de categorie-indeling en oppervlak asbest, zijn de volgende afspraken gemaakt: Categorie I-brand, oppervlakte asbest< 100 m2 of categorie II-brand, oppervlakte asbest < 30 m2
Categorie I-brand, oppervlakte asbest > 100 m2, categorie II-brand, oppervlakte asbest > 30 m2, categorie III-brand, oppervlakte asbest > 0 m2
Van het bovengenoemde overleg wordt een verslag gemaakt dat naar de deelnemende organisaties/personen van het asbestcalamiteitenplan zal worden gezonden.
Fase C Categorie I-brand, oppervlak asbest < 100 m2 of categorie II-brand, oppervlak asbest < 30 m2
Categorie I-brand, oppervlak asbest > 100 m2, categorie II-brand, oppervlak asbest > 30 m2, categorie III-brand, oppervlak asbest > 0 m2
Gemeente Delft, dienst Beheer en Milieu, afdeling Milieu De afdeling Milieu heeft de wettelijke taak om de Wet milieubeheer te handhaven. Met betrekking tot calamiteiten met asbest betekent dit het aanschrijven op basis van artikel 17.1 en 17.2 van de Wet milieubeheer (ongewoon voorval in inrichting) en eventuele vergunningsvoorschriften. Naast bovengenoemende wettelijke taak is het volgende afgesproken:
GGD Delfland De wettelijke taken van de GGD zijn vastgelegd in de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) en de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen. Naast bovengenoemde wettelijk geregelde taak draagt de GGD zorg voor:
Onafhankelijk asbestdeskundige In het plan van aanpak wordt gesproken over het (eventueel) inschakelen van een onafhankelijk asbestdeskundige. In principe bestaat daartoe geen enkele wettelijke verplichting. Wel kan zo'n persoon door de Brandweer of het CTPI ingeschakeld worden ter ondersteuning en ter onderbouwing van te nemen beslissingen, zeker bij complexe asbestbranden. Aan een onafhankelijk asbestdeskundige kunnen de volgende taken toebedeeld worden:
De onafhankelijk asbestdeskundige kan een werknemer zijn van een, bij voorkeur gecertificeerd, asbestonderzoeksbureau of -instantie of een functionaris die aantoonbaar beschikt over vergelijkbare deskundigheid. Belangrijk is dat hij, op het moment dat hij gevraagd wordt om advies, een onafhankelijke positie heeft ten opzichte van andere ingezette instanties, zoals asbestlaboratoria, asbestonderzoeksbureaus of asbestverwijderingsbedrijven. De onafhankelijk asbestdeskundige is ten alle tijden verantwoording schuldig aan het CTPI en/of het crisisteam en vormt een ondersteuning voor alle betrokken diensten.
De taak van de Arbeidsinspectie is het toezicht houden op naleving van de Arbeidsomstandighedenwet c.q. het Arbobesluit. In het geval van asbestbranden is dit met name gericht op het voorkomen c.q. beperken van gezondheidsrisico's voor brandweerpersoneel en andere personen die in het verspreidings gebied moeten werken. De Arbeidsinspectie richt zich op de situatie van de werknemer en niet de bevolking. De taken van de waterbeheerder (Hoogheemraadschap van Delfland of gemeente) omvatten onder meer het regelen van de kwaliteit van het oppervlaktewater alsmede de zuivering van oppervlakte- en rioolwater. Bij branden waarbij grote hoeveelheden bluswater, of kleine hoeveelheden met chemische stoffen verontreinigd bluswater, in het riool of in het oppervlaktewater terecht komt, dient de waterbeheerder gewaarschuwd te worden en dienen maatregelen getroffen te worden tegen verontreiniging van oppervlaktewater in de omgeving. In dergelijke gevallen, dus ook indien er asbest bij betrokken is, zal de waterbeheerder ter plaatse komen.
De Salvage-coördinator, die bij brand opgeroepen kan worden door de brandweer, is een deskundige die gedupeerden hulp verleent en advies geeft namens de gezamenlijke brandverzekeraars. Tot voor kort waren opruimkosten gedekt door de polis van de gedupeerde, maar de verzekeringsmaatschappijen gaan deze kosten meer en meer uitsluiten. De opdracht die de Salvage-coördinatoren hebben is om het advies te geven om de zaak nat te houden en het af te dekken met een zeil. Daarnaast dienen zij zo snel mogelijk de verzekeraar van gedupeerde te achterhalen en te waarschuwen. Met betrekking tot het tegengaan van de
verspreiding van asbest ziet Salvage geen taak voor zich weggelegd. Zij
staan op het standpunt dat dit een taak is van de gemeente.
Onderstaande asbestprocedure brandweer is afkomstig uit het Plan van aanpak asbestbrand (VROM). lnzetprocedure Een inzet van de brandweer dient plaats te vinden conform de standaard-inzetprocedure. Daaraan kan bij een asbestbrand - naar bevind van zaken - het volgende worden toegevoegd:
Controle en nazorg van personeel en materieel Zaken die ter plaatse schoongemaakt moeten worden zijn: verontreinigde kleding van personeel; voertuigen/gereedschappen. Daarbij kan de volgende procedure worden gevolgd: Personeel
Materieel en gereedschappen
Overzicht van asbestonderzoeksbureaus, asbestlaboratoria en asbestverwijderingsbedrijven
Asbestonderzoeksbureaus Vanaf 1997 moeten asbestonderzoeksbedrijven, op grond van het Asbestverwijderingsbesluit, de Regeling merkteken asbestonderzoek en het Koninklijk besluit inzake asbestonderzoek, beschikken over een KOMO-procescertificaat asbestonderzoek bij het uitvoeren van onderzoek dat voorafgaat aan de sloop van asbest. Voor onderzoek bij een asbestbrand zal deze verplichting niet gelden, met uitzondering van onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in het restant van het afgebrande bouwwerk of object. Het is echter wel aan te bevelen dergelijk onderzoek te laten uitvoeren door een onderzoeksbedrijf dat beschikt over een KOMO-procescertificaat asbestonderzoek. Het KOMO-procescertificaat asbestonderzoek wordt verstrekt door onafhankelijke certificatie-instellingen aan asbestonderzoeksbedrijven die hebben aangetoond te voldoen aan de beoordelingsrichtlijn asbestonderzoek. In deze beoordelingsrichtlijn staan alle wettelijke eisen terzake, alsmede kwaliteitseisen. Actuele overzichten van asbestonderzoeksbedrijven die in het bezit zijn van een KOMO-procescertificaat asbestonderzoek kunnen tegen vergoeding per fax worden aangevraagd bij de Stichting Bouwkwaliteit, Treubstraat 1, 2288 EG Rijswijk, telefax 070-3902947. In het najaar van 1999 zullen deze overzichten op de internetsite van de Stichting Bouwkwaliteit beschikbaar zijn: www.bouwkwaliteit.nl. Asbestlaboratoria Laboratoria kunnen zich bij de Raad voor Accreditatie laten accrediteren voor verrichtingen m.b.t. asbest. Er worden voor asbest verschillende accreditaties verleend, bijvoorbeeld voor analyse van materiaalmonsters op asbest, analyse van luchtmonsters op asbest, etc. Asbestonderzoeksbedrijven die beschikken over een KOMO-procescertificaat voor asbestonderzoek zijn verplicht het nemen van luchtmonsters en het analyseren van materiaal en luchtmonsters op asbest uit te besteden aan een laboratorium dat beschikt over een accreditatie voor de desbetreffende verrichting. Actuele overzichten van laboratoria die over één of meer accreditaties voor asbest beschikken, worden opgesteld door de Raad voor Accreditatie, tel. (030) 2394500. Deze overzichten zijn beschikbaar op de internetsite van de Raad voor Accreditatie: www.rva.nl. Onder STERLAB moet gezocht worden naar asbest waarna het actuele overzicht beschikbaar is.
Asbestverwijderingsbedrijven Sinds 1 maart 1996 moeten asbestverwijderingsbedrijven voor de meeste sloopwerkzaamheden m.b.t. asbest beschikken over een KOMO-procescertificaat algemeen asbestverwijderen. Deze verplichting geldt op grond van het Asbest-verwijderingsbesluit en de Regeling merkteken asbestverwijdering. Voor het opruimen van asbestresten geldt de verplichting weliswaar niet, maar het wordt dringend aanbevolen het opruimen van asbest over te laten aan een asbestverwijderingsbedrijf dat in het bezit is van bovengenoemd KOMO-procescertificaat. Het KOMO-procescertificaat algemeen asbestverwijderen wordt verstrekt door onafhankelijke certificatie-instellingen aan asbestverwijderingsbedrijven die hebben aangetoond te voldoen aan de beoordelingsrichtlijn algemeen asbestverwijderen. In deze beoordelingsrichtlijn staan alle wettelijke eisen terzake, alsmede kwaliteitseisen. Actuele overzichten van asbestverwijderingsbedrijven die in het bezit zijn van een KOMO-procescertificaat asbestonderzoek kunnen tegen vergoeding per fax worden aangevraagd bij de Stichting Bouwkwaliteit, Treubstraat 1, 2288 EG Rijswijk, telefax 070-3902947. In het najaar van 1999 zullen deze overzichten op de internetsite van de Stichting Bouwkwaliteit beschikbaar zijn: www.bouwkwaliteit.nl.
Waarschuwing/alarmering bestuur en andere diensten/instanties In Brandweer en asbest (NBF), wordt in paragraaf 5.4.1 het volgende vermeld: Bij branden waarbij asbest is betrokken of een vermoeden bestaat dat asbest betrokken is, en er kans is dat de bevolking aan asbest zal kunnen worden blootgesteld, dienen bestuur en de overige bij de incidentbestrijding betrokken instanties te worden gewaarschuwd. Ook hier heeft de brandweer het primaat. Na opdracht kan de regionale alarmcentrale met behulp van een standaard waarschuwings-/alarmeringsprocedure asbest de betrokken personen waarschuwen. Dit kunnen zijn:
Taak brandweer bij maatregelen in het verspreidingsgebied De taakomschrijving uit deze bijlage is afkomstig uit het Plan van aanpak asbestbrand (VROM, Den Haag, juni 1996). Burgemeester en wethouders hebben de zorg voor het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren anders dan bij brand. Met betrekking tot milieu-incidenten wordt dit als volgt uitgelegd: De taak van de brandweer bij een incident waarbij een (milieu)gevaarlijke stof zich op een weg of terrein bevindt, beperkt zich tot:
Met betrekking tot asbestbranden moet worden opgemerkt dat:
In de praktijk komt het voor dat van de brandweer verlangd wordt dat zij ook zorg draagt voor de verwijdering van de (milieu)gevaarlijke stof. Volgens de Brandweerwet ligt deze taak niet direct bij de brandweer. Het optreden van de brandweer voor niet-wettelijke taken kan zijn vastgelegd in een retributieverordening inzake het heffen van brandweerrechten. Als dit niet het geval is moet de brandweer terughoudendheid betrachten waar het de uitvoering van deze taak betreft. De verantwoording voor de wijze van uitvoering van deze taak ligt dan in ieder geval niet bij de brandweer maar bij de weg- of terreinbeheerder, waarbij de brandweer na verkregen opdracht of op basis van lokaal gemaakte afspraken op kan treden als facilitair bedrijf voor wat betreft personeel en materieel. Overigens moet ook de brandweer bij het opruimen van vrijgekomen asbest voldoen aan de voorschriften van het Asbestbesluit Arbeidsomstandighedenwet.
Voorbeeldbrieven voorlichting aan de bevolking
In deze bijlage zijn twee voorbeeldbrieven opgenomen afkomstig uit Plan van aanpak bij asbestbranden in de gemeente Breda en het Stadsgewest Breda (Breda, mei 1997), die kunnen worden gebruikt voor het voorlichten van bewoners over de gevolgen van asbestbranden. Bij het opstellen van voorbeeldbrief 1 is uitgegaan van de situatie dat bij een brand zeker asbest is vrijgekomen. Deze brief dient zo snel mogelijk na het bestrijden van de brand uit te gaan. Een mogelijke vervolgactie kan een tweede brief zijn. De inhoud van deze brief wordt sterk bepaald door de omstandigheden en de verdere ontwikkelingen. Mogelijk kan in een tweede brief de prioriteit voor opruimen worden aangegeven, zoals eerst de directe omgeving, openbare plaatsen, schoolpleinen etc., en de periode waarin een en ander plaatsvindt. Omdat niet altijd bekend is wat en hoe zich een en ander zal ontwikkelen, is het niet mogelijk hier al een voorbeeldbrief van te maken. Voorbeeldbrief 2 kan verstuurd worden ter
afsluiting van de opruim werkzaamheden. Voorbeeldbrief aan bevolking vlak na
asbestbrand (fase B) Aan de bewoners van (bepaalde wijk, straten) Datum Kenmerk Onderwerp : brand in...... locatie...... waarbij asbest is vrijgekomen
Geachte bewoner(s), In (bedrijf, pand, schuur etc.) aan de .straat in ...... heeft op dag (datum) om (tijd), of in de nacht van .dag op ..dag) een brand gewoed. In het (bedrijf, pand, schuur) bevond zich asbesthoudend materiaal. Bij de brand zijn naast asbestvezels ook asbesthoudende stukjes/flinters vrijgekomen. Om u tijdens de brand hiervoor te waarschuwen heeft de politie met geluidswagens rondgereden met de boodschap om binnen te blijven en ramen en deuren te sluiten en eventueel aanwezige mechanische ventilatiesystemen af te zetten.
Op dit moment zijn we enige uren verder. Het risico van het inademen van vrijgekomen asbestvezels is inmiddels geweken, waardoor u weer naar buiten kunt en ramen en deuren kunt openen en aanwezige ventilatiesystemen kunt aanzetten. (eventueel kan, afhankelijk van de situatie, hier nog opgemerkt worden dat naast asbest geen andere gevaarlijke stoffen zijn vrijgekomen). Gebleken is bij nader onderzoek dat er in uw woonomgeving als gevolg van de brand asbesthoudende stukjes/flinters zijn neergekomen, waaruit gemakkelijk bij kapottrappen of bij er overheen rijden asbestvezels kunnen worden vrijgemaakt. Om dit laatste te voorkomen zijn er inmiddels door de politie verkeersmaatregelen genomen in de wijk. (eventueel nadere informatie geven welke straten/ pleinen afgezet zijn etc.). De exacte grenzen van het met asbest besmette gebied, zullen nog nader worden vastgesteld door een gespecialiseerd onderzoeksbureau.
Van asbest is bekend dat vrijgekomen losse vezels bij inademing een risico voor de gezondheid kunnen opleveren. Omdat de blootstelling aan deze vezels gedurende de brand voor u zeer gering is geweest en van korte duur, zeker wanneer we dit vergelijken met de hoeveelheid asbestvezels die u dagelijks al inademt, is het risico dat u eventueel hebt gelopen gedurende de brand verwaarloosbaar klein geweest. Afgezien hiervan zijn wij de mening toegedaan dat uit oogpunt van gezondheid in principe elke blootstelling aan asbest zoveel mogelijk voorkomen moet worden.
Omdat de neergekomen stukjes asbest in uw omgeving door verpulvering of doordat ze in huis worden gelopen nog gemakkelijk vezels kunnen loslaten en daardoor nog altijd een risico op kunnen leveren voor u, zijn de volgende maatregelen genomen:
Samengevat zijn wij van mening dat met de genomen maatregelen bij deze asbestbrand het risico voor u zo klein mogelijk is geweest en dat er in feite geen sprake is geweest van een extra risico voor uw gezondheid. Zodra de bij de brand vrijgekomen asbest is opgeruimd of als er zich eerder ontwikkelingen voordoen, zullen wij u daarvan per brief zo spoedig mogelijk op de hoogte stellen. (de aan u gegeven informatie bevindt zich ook op de kabelkrant, pagina ..). Mocht u na het lezen van deze brief nog vragen hebben of nadere toelichting willen hebben, dan kunt u tijdens kantooruren altijd contact opnemen met........ (persoon(en), afdeling. tel.nr.). Voor gezondheidsvragen kunt u altijd terecht bij de GGD Delfland, afdeling Algemene Gezondheidszorg (tel.nr.).
Hoogachtend,
Voorbeeldbrief aan de bevolking na opruimwerkzaamheden (fase C)
Aan de bewoners van (bepaalde wijk, straten) Datum Kemnerk Onderwerp : brand in...... locatie...... waarbij asbest is vrijgekomen
Geachte bewoner(s), Zoals wij in eerdere brieven van [datum] (of in een eerdere brief van ) hebben laten weten, is bij de brand in (bedrijf, pand, schuur etc.) aan de straat op dag (datum) om (tijd), (of in de nacht van dag op dag) asbest vrijgekomen. Dit asbest is ook bij u in de woonomgeving (werkomgeving) neergekomen. Voor het opruimen van dit asbest is (bedrijf) ingeschakeld, dat gespecialiseerd is in dit soort werkzaamheden. De opruimwerkzaamheden zijn inmiddels afgerond en door een daartoe deskundig onderzoeksbureau gecontroleerd. Uit dit onderzoek is gebleken dat de hele wijk schoon is. Hoewel het schoonmaken met alle zorgvuldigheid is uitgevoerd, kan het zijn dat u nog stukjes asbestcement in uw omgeving aantreft. Mocht dit gebeuren dan kunt u dit melden bij (persoon x, afdeling y van de gemeente z tel.nr.). Laat de stukjes bij voorkeur liggen en voorkom dat kinderen ermee gaan spelen.
Op de locatie van het afgebrande pand (of bedrijf) zullen nog enige tijd maatregelen nodig zijn. Er is voor gezorgd dat vanuit het pand (of bedrijf) geen asbest meer in de omgeving terecht komt. Tijdens de sloop zullen extra maatregelen genomen worden om het verdere vrijkomen van asbest te voorkomen.
Wij willen u nogmaals hartelijk bedanken voor uw medewerking en hopen dat de overlast voor u zo beperkt mogelijk is gebleven. Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u tijdens kantooruren altijd contact opnemen met (persoon x, afdeling y van de gemeente z tel.nr.).
Hoogachtend,
Asbestprocedure politie Haaglanden
Voorbeeldbrief aanschrijving Wet milieubeheer [naam geadresseerde (= eigenaar terrein)] [adres] [postcode en woonplaats]
Onderwerp: Wet milieubeheer; toepassen bestuursdwang wegens ongewoon voorval,
Op is uw bedrijf bezocht door een medewerker van de afdeling Milieu. Hierbij is gebleken dat zich in de inrichting gelegen aan de op een ongewoon voorval heeft voorgedaan. Tijdens een brand in de inrichting is asbest vrijgekomen. De artikelen 17.1 en 17.2 van de Wet
milieubeheer geven aan hoe door de drijver van de inrichting gehandeld
dient te worden als zich een ongewoon voorval voordoet of heeft
voorgedaan. Aangezien u het ongewone voorval niet aan ons heeft gemeld, noch de vereiste maatregelen heeft getroffen om de gevolgen van het ongewone voorval te voorkomen, beperken of ongedaan te maken wordt door u gehandeld in strijd met bovengenoemde voorschriften. Op heeft onze medewerker met u over bovengenoemde gesproken. Hierbij bent u dringend verzocht om:
Tevens is medegedeeld dat wij gebruik kunnen maken van onze bevoegdheid op grond van artikel 125 Gemeentewet juncto artikel 5:24 van de Algemene wet bestuursrecht tot het toepassen van bestuursdwang indien u niet binnen de gestelde termijn aan het dringende verzoek voldoet. Zienswijze Tijdens het gesprek op bent u tevens in de gelegenheid gesteld om op ons voornemen, om ter beëindiging van de overtredingen bestuursdwang toe te passen, te reageren. U heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. of Over uw zienswijze het volgende:
Op is geconstateerd dat door u nog maatregelen zijn getroffen om de verspreiding van het asbest te voorkomen, het binnen en buiten de inrichting vrijgekomen asbest te laten opruimen door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf en ons de gevraagde gegevens omtrent aard, oorzaak, vrijgekomen stoffen en getroffen maatregelen ter beperking van de gevolgen te verstrekken. Gezien het bovenstaande stellen wij vast dat u handelt in strijd met artikel 17.1 en 17.2 Wet milieubeheer. Wij besluiten dan ook om met toepassing van artikel 125 Gemeentewet juncto artikel 5:24 van de Algemene wet bestuursrecht u te bevelen binnen 24 uur/direct (keuze maken) maatregelen te treffen om de verspreiding van het asbest te voorkomen, binnen het binnen en buiten de inrichting vrijgekomen asbest te laten opruimen door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf en binnen ons de gevraagde gegevens omtrent aard, oorzaak, vrijgekomen stoffen en getroffen maatregelen ter beperking van de gevolgen te verstrekken. Deze beschikking treedt in werking op de dag van de verzenddatum. Wij zullen uitvoering geven aan deze last indien door u binnen 24 uur geen of onvoldoende maatregelen worden getroffen. Tot die tijd heeft u de gelegenheid de overtredingen ongedaan te maken. De overtredingen worden als beëindigd beschouwd indien:
Indien mocht blijken dat u binnen de genoemde termijnen aan deze last geen gevolg geeft dan zullen wij van gemeentewege, doch voor uw rekening, overgaan tot het treffen van de vereiste maatregelen. Dit betekent dat wij op uw kosten de plaats waar het asbest is terechtgekomen zullen (laten) omheinen/nat houden, het asbest zullen laten verwijderen door een daartoe gecertificeerd bedrijf en een onderzoek laten instellen om de vereiste gegevens te verkrijgen. In de bijlage staat vermeld hoe u tegen deze beschikking bezwaar kunt maken. Datum beschikking : Hoogachtend, Burgemeester en Wethouders van Delft.
Wettelijke bepalingen: Awb artt. 6:7, 6:8, 7:1, 8:81
Afschrift aan:
- Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage
Bijlage, behorend bij de aanzegging tot bestuursdwang d.d. , kenmerk
Bezwaar U, alsmede eventuele andere belanghebbenden in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na de datum van verzending van deze brief een bezwaarschrift indienen bij burgemeester en wethouders, p/a Dienst Beheer & Milieu, afdeling Milieu, postbus 63, 2600 AB Delft. Indien het bezwaarschrift ontvankelijk is, zal een heroverweging van het besluit plaatsvinden. De bezwaarde wordt in de gelegenheid gesteld één en ander mondeling toe te lichten. Eventuele andere belanghebbenden worden daarbij ook uitgenodigd. Binnen zes weken na ontvangst zullen wij over het bezwaarschrift beslissen. Het bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. U kunt echter wel, indien u bezwaar heeft ingediend, verzoeken om een voorlopige voorziening bij de Raad van State. Hiervoor is een bedrag aan griffierecht verschuldigd. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet in tweevoud worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Kneuterdijk 22, postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Voor nadere informatie kunt u zich telefonisch wenden tot de Raad van State, telefoon 070 - 3624871. Beroep Tegen het besluit dat burgemeester en wethouders naar aanleiding van een eventueel bezwaarschrift nemen, staat op grond van de artikelen 20.1 en 20.13 van de Wet milieubeheer beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Voorbeeldbrieven aanschrijving Woningwet 1 . Aanschrijving artikel 20 jo 26 Woningwet jo 5.1.1 Bouwverordening (staat van onderhoud van open erven en terreinen) 2. Mededeling bestuursdwang artikel 125 Gemeentewet naam geadresseerde (= eigenaar perceel) adres postcode en woonplaats
lay out kenmerk, behandeld door, telefoon, datum, etc. : aanschrijving artikel 20 jo 26 Woningwet jo 5.1.1 Bouwverordening (staat van onderhoud van open erven en terreinen) en mededeling bestuursdwang artikel 125 Gemeentewet.
Geachte directie, Bij een op... (datum) door ons ingesteld onderzoek is gebleken dat het terrein aan de ... (adres), kadastraal bekend gemeente... , sectie .., nrs. ... dat u in eigendom toebehoort, is verontreinigd met asbest. Op grond van artikel 5.1.1 lid 2 sub c van de gemeentelijke Bouwverordening mogen open erven en terreinen geen gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid, noch nadeel voor de gezondheid van of hinder voor de gebruikers of anderen tengevolge van verontreiniging. Omdat het betreffende terrein is verontreinigd met asbest wordt door u in onderhavige situatie gehandeld in strijd met artikel 5.1.1 lid 2 sub c van de gemeentelijke Bouwverordening. Op (datum) heeft met u gesproken over bovengenoemde overtreding. Hij heeft u toen meegedeeld dat het terrein door de aanwezigheid van asbest gevaar oplevert voor de veiligheid en nadeel voor de gezondheid van of hinder voor de gebruikers of anderen. Tevens heeft hij u dringend verzocht om <binnen 24 uur maatregelen te treffen om verdere verspreiding van het asbest te voorkomen door het asbest af te (laten) dekken en te omheinen en om> binnen... (termijn) het op bovengenoemd terrein aanwezige asbesthoudende afval te laten verwijderen door een asbestverwijderingsbedrijf dat in het bezit is van een KOMO-procescertificaat algemeen asbestverwijderen. Ook heeft hij u meegedeeld dat wij gebruik kunnen maken van onze bevoegdheid op grond van artikel 125 Gemeentewet om bestuursdwang toe te passen indien u niet aan het dringende verzoek voldoet. Het bovenstaande is aan u bevestigd in onze brief d.d ... Tijdens bovengenoemd gesprek op .. (datum) heeft u tegenover onze medewerker het volgende naar voren gebracht: < a. aan het gestelde in artikel 5.1.1 lid 2 sub c van de gemeentelijke Bouwverordening zal door u worden voldaan na een aanschrijving van gemeentewege> < b. aan het gestelde in artikel 5. 1.1 lid 2 sub c van de gemeentelijke Bouwverordening zal door u binnen ... (termijn) worden voldaan omdat ... > Met betrekking tot uw zienswijze merken wij het volgende op: ... (samenvatting opmerkingen) Op... (datum) is tijdens een controlebezoek door onze medewerker geconstateerd dat u niet heeft voldaan aan ons dringende verzoek. Omdat hier, gezien het dreigende gevaar voor omwonenden, sprake is van een spoedeisend geval, zoals genoemd in artikel 26 lid 1 van de Woningwet, hebben wij het volgende besloten:
De kosten die zijn verbonden aan het uitvoeren van de aanschrijving met toepassing van bestuursdwang zullen voor uw rekening komen. Tegen deze besluiten kan bij ons bezwaar worden aangetekend binnen zes weken met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekend gemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan Burgemeester en wethouders (adres). Voor nadere informatie verwijzen wij u naar bijgevoegd inlichtingenformulier.
Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van ..(gemeente)
Bijlagen: lnlichtingenformulier bezwaar en beroep
1 . Aanschrijving artikel 14 en 20 jo 26 Woningwet jo 7.3.2 Bouwverordening
naam geadresseerde (= eigenaar bouwwerk en terrein) adres postcode en woonplaats lay out kenmerk, behandeld door, telefoon, datum, etc.
Geachte directie, Bij een op... (datum) door ons ingesteld onderzoek is gebleken dat het bouwwerk en het terrein aan de... (adres), kadastraal bekend gemeente..., sectie .., nrs. ... dat u in eigendom toebehoort, verontreinigd is met asbest waardoor, op voor de omgeving schadelijke wijze, stof wordt verspreid. Op grond van artikel 7.3.2 onder b van de gemeentelijke Bouwverordening is het verboden om in, op of aan een bouwwerk, of op een open erf of terrein, voorwerpen of stoffen te plaatsen, te werpen of te hebben, handelingen te verrichten of na te laten, of werktuigen te gebruiken waardoor op voor de omgeving hinderlijke of schadelijke wijze stank, rook, roet, walm, stof of vocht wordt verspreid of overlast wordt veroorzaakt door: geluid van trilling, elektrische trilling daaronder begrepen, of door schadelijk of hinderlijk gedierte, dan wel door verontreiniging van het bouwwerk, open erf of terrein. Omdat het betreffende bouwwerk en terrein is verontreinigd met asbest en er hierdoor op voor de omgeving schadelijke wijze stof wordt verspreid, wordt door u in onderhavige situatie gehandeld in strijd met artikel 7.3.2 onder b van de gemeentelijke Bouwverordening. Op... (datum) heeft met u gesproken over bovengenoemde overtreding. Hij heeft u toen meegedeeld dat vanwege de verontreiniging op voor de omgeving schadelijke wijze stof wordt verspreid. Tevens heeft hij u dringend verzocht om <binnen 24 uur maatregelen te treffen om verdere verspreiding van het asbest te voorkomen door het asbest af te (laten) dekken en te (laten) omheinen en om> binnen... (termijn) het op bovengenoemd terrein aanwezige asbesthoudende afval te laten verwijderen door een asbestverwijderingsbedrijf dat in het bezit is van een KOMO-procescertificaat algemeen asbestverwijderen. Ook heeft hij u meegedeeld dat wij gebruik kunnen maken van onze bevoegdheid op grond van artikel 125 Gemeentewet om bestuursdwang toe te passen, indien u niet aan het dringende verzoek voldoet. Het bovenstaande is aan u bevestigd in onze brief d.d ... U heeft tijdens bovengenoemd gesprek op .. (datum) tegenover onze medewerker het volgende naar voren gebracht:
Met betrekking tot uw zienswijze merken wij het volgende op: ... (samenvatting opmerkingen) Op... (datum) is tijdens een controlebezoek door onze medewerker geconstateerd dat u niet heeft voldaan aan ons dringende verzoek. Omdat hier, gezien het dreigende gevaar voor omwonenden, sprake is van een spoedeisend geval, zoals genoemd in artikel 26 lid 1 van de Woningwet, hebben wij het volgende besloten:
De kosten die zijn verbonden aan het uitvoeren van de aanschrijving met toepassing van bestuursdwang zullen voor uw rekening komen. Tegen deze besluiten kan bij ons bezwaar worden aangetekend binnen zes weken met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekend gemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan Burgemeester en wethouders... (adres). Voor nadere informatie verwijzen wij u naar bijgevoegd inlichtingenformulier. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van ..(gemeente) ,de burgemeester
Verslag gesprek en zienswijze d.d. ... Controlerapport d.d. ...
Vaststelling van vrijkomen asbest Onderstaande voorlopige en definitieve vaststelling van asbest is afkomstig uit Plan van aanpak asbestbrand (VROM)
Voorlopige vaststelling aanwezigheid asbest Een voorlopige vaststelling van asbest kan zijn gebaseerd op:
Op basis van deze criteria kan de brandweer in de eerste uren van de brand een voorlopige vaststelling van het mogelijk vrijkomen van asbest baseren. Het is van belang dat de brandweer bij het mogelijk vrijkomen van asbest meteen een speciale 'asbestprocedure' hanteert. Voorts dient de regionaal deskundige ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen (ROGS) (en/of de WVD-officier) te worden ingeschakeld. De ROGS (en/of de WVD-officier) zal in elk geval een onafhankelijk asbestdeskundige inschakelen wanneer hij aanwijzingen heeft dat asbest buiten het terrein van de brandhaard verspreid is of zal worden. Definitieve vaststelling aanwezigheid en determinatie De voorlopige vaststelling van het vrijkomen van asbest moet, indien er nog twijfel bestaat, zo snel mogelijk worden geverifieerd via materiaalanalyse door een gespecialiseerd laboratorium met behulp van polarisatiemicroscopie, waarmee ook de soort(en) asbest en het type(n) materiaal worden bepaald, hetgeen van belang is voor de berekening van het verspreidingsgebied. Wanneer er spuitasbest is vrijgekomen kan het zin hebben van verharde oppervlakken veegmonsters te nemen, omdat spuitasbest veel moeilijker met het blote oog te herkennen is (met behulp van lichtmicroscopie, eventueel aanvullend met elektronenmicroscopie). Wanneer er als gevolg van de brand roet in de omgeving is neergeslagen, is het aan te bevelen ook dat te onderzoeken op de aanwezigheid van asbest. De onafhankelijk asbestdeskundige kan zo nodig advies geven. Een op de lokatie aanwezige asbestdeskundige kan besluiten dat analyses aan het materiaal overbodig zijn, omdat op grond van ter beschikking staande gegevens (eigen waarnemingen, historische gegevens) met zekerheid vaststaat dat inderdaad asbesthoudend materiaal is verspreid. Wanneer er geen analyses plaatsvinden betekent dat wel dat berekening van het verspreidingsgebied minder gedetailleerd kan plaatsvinden. Voorts dient de asbestdeskundige te beseffen dat een verkeerde conclusie van hem over het al dan niet aanwezig zijn van asbest, terwijl er geen analyses hebben plaatsgevonden, ertoe kan leiden dat hij wordt aangesproken voor de kosten die het gevolg zijn van zijn verkeerde waarneming. Het heeft geen zin buiten het directe brandgebied buitenluchtmetingen te verrichten, die de primaire of secundaire emissie zouden moeten bepalen. De piek in de vezelconcentraties is zo snel voorbij dat de gevonden waarden absoluut niet representatief zijn. Buitenluchtmetingen met lichtmicroscopie zijn zelfs totaal ongeschikt om de asbestvezelconcentratie in de buitenlucht te bepalen, omdat alle vezelvormige bestanddelen worden meegeteld. Ook al omdat er bij een brand vaak veel andere vezelvormige deeltjes vrijkomen of worden gevormd leiden de resultaten eerder tot verwarring dan tot inzicht. Houd er bovendien rekening mee dat verzekeraars kosten van buitenluchtmetingen in de regel niet zullen betalen. Analyses dienen plaats te vinden door een gespecialiseerd laboratorium. Opdrachtverlening vindt bijvoorbeeld plaats door de ROGS en/of de WVD-officier of de onafhankelijk asbestdeskundige, onder verantwoordelijkheid van het CTPI. Er dient voor opdrachtverlening mandaat te zijn van de beleidsverantwoordelijke (meestal de brandweercommandant of de burgemeester).
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |