30 augustus 2001

Bijlage1  Duurzaamheidsplan Delft 2000 - 2003   (deel 2 uit 3)
 


naar agenda

 

5. Projectstappen en (tussen)resultaten

Activiteiten/ stappen

Resultaat

Oriëntatie belangstelling en draagvlak betrokkenen (m.n. TU). Inventariseren actuele stand van zaken planontwikkeling in (deel)gebieden en afstemmen van de wensen en doelen van alle belanghebbenden in gebied

Vaststellen intenties betrokken partijen (TU, gemeente, derden). Opstellen intentieverklaring tot gezamenlijke verkenning mogelijkheden voor duurzame ontwikkeling gebied (aansluiten bij convenant). Samenstellen projectgroep

Inventariseren relevante thema’s en vaststellen ambitieniveau per thema

Vaststellen relevante thema’s en ambitieniveaus

Samenstellen werkgroepen voor uitwerking perspectiefrijke thema’s

Oprichten werkgroepen bestaande uit deelnemende partijen (TU, gemeente, energiebedrijven, waterbeheerder, etc.)

Organisatie brede thematische workshops om mogelijkheden gebied te verkennen.

Per thema een overzicht van mogelijkheden voor duurzame ontwikkeling

Door de werkgroepen uitwerken van thema’s tot concrete projectvoorstellen

Projectvoorstellen voor concrete invulling van duurzame ontwikkeling TU-gebied (per thema). Zicht op wijze waarop ambitieniveau (stap 2) gehaald kan worden

Presentatie projectvoorstellen en (in overleg met betrokkenen) selecteren of prioriteren van meest zinvolle projecten (korte termijn / lange termijn).

Breed gedragen projecten gereed om uit te voeren

Uitvoering projecten, monitoring projecten, uitwerken nieuwe projecten, etc.

(Deze stap valt eigenlijk buiten het 3D project en is de verantwoordelijkheid van de betrokken partijen)

Continuïteit in organisatie als waarborg voor duurzame karakter activiteiten

 

6. Organisatie: deelnemers en doelgroepen

Activiteiten/ stappen

Deelnemers

Doelgroepen

Oriëntatie belangstelling en draagvlak betrokkenen (m.n. TU). Inventariseren actuele stand van zaken planontwikkeling in (deel)gebieden en afstemmen van de wensen en doelen van alle belanghebbenden in gebied TU

Gemeente

Haaglanden

provincie Zuid-Holland

TU

gemeente

bedrijven/instituten in TU-Zuid gebied

energie- en waterbedrijven

Inventariseren relevante thema’s en vaststellen ambitieniveau per thema

 

TU

Gemeente

andere partijen betrokken bij intentieverklaring

(externe ondersteuning)

TU

gemeente

bedrijven/instituten in TU-Zuid gebied

energie- en waterbedrijven

(milieu- of belangenorganisaties)

Samenstellen werkgroepen voor uitwerking perspectiefrijke thema’s TU

Gemeente

bedrijven/instituten in TU-Zuid gebied

energie- en waterbedrijven

milieu of belangen organisaties

TU

gemeente

bedrijven/instituten in TU-Zuid gebied

energie- en waterbedrijven

milieu of belangen organisaties

Organisatie brede thematische workshops om mogelijkheden gebied te verkennen Werkgroepen betrokken partijen

andere deskundigen en/of belangstellenden

Door de werkgroepen uitwerken van thema’s tot concrete projectvoorstellen Werkgroepen

(externe ondersteuning)

TU

Gemeente

bedrijven/instituten in TU-Zuid gebied

energie- en waterbedrijven

milieu of belangen organisaties

Presentatie projectvoorstellen en (in overleg met betrokkenen) selecteren of prioriteren van meest zinvolle projecten (korte termijn / lange termijn) Werkgroepen alle betrokkenen
Uitvoering projecten, monitoring projecten, uitwerken nieuwe projecten, etc.

(Deze stap valt eigenlijk buiten het 3D project en is de verantwoordelijkheid van de betrokken partijen)

alle betrokkenen alle betrokkenen

Algemeen:

projectleider: Edith Bijleveld van der Hoeven(SO)

Ankie van der Sande (Stedenbouw), Margreet de Wit (Milieu), Gert-Jan Ravensbergen (Milieu), Jan Boumans (EZ)

7. Communicatie

Wat wordt gecommuniceerd?

 

Op welke doelgroep(en) heeft de communicatie betrekking?

De verankering van duurzame ontwikkeling in het TU-zuid gebied vormt de essentie van dit project. Intensieve en o[pen communicatie met de belangrijkste partner in het gebied (de TU) is daarom cruciaal voor slagen van project. Daarnaast zal ook met andere betrokken bedrijven en instituten gecommuniceerd worden.

Op welke wijze wordt gecommuniceerd?

Bilateraal overleg over intenties en ambities

Samenwerking in werkgroepen (per thema)

Workshops

Wie communiceert?

In eerste fase communicatie via bestaande contacten TU- gemeente

Vervolgens communiceren vanuit op te richten gezamenlijke projectgroep

Projectleider vervult spilfunctie in communicatie naar TU, bedrijven en gemeente

 

 

 

8. Planning

Activiteiten/ stappen

Planning

Oriëntatie belangstelling en draagvlak betrokkenen (m.n. TU). Inventariseren actuele stand van zaken planontwikkeling in (deel)gebieden en afstemmen van de wensen en doelen van alle belanghebbenden in gebied

vanaf september 1999: enkele maanden

Inventariseren relevante thema’s en vaststellen ambitieniveau per thema

fase 2 tot en met 5: vanaf november 1999: zes maanden

Samenstellen werkgroepen voor uitwerking perspectiefrijke thema’s

Organisatie brede thematische workshops om mogelijkheden gebied te verkennen.

 

Door de werkgroepen uitwerken van thema’s tot concrete projectvoorstellen

 

Presentatie projectvoorstellen en (in overleg met betrokkenen) selecteren of prioriteren van meest zinvolle projecten (korte termijn / lange termijn)

afhankelijk van besluitvorming

Uitvoering projecten, monitoring projecten, uitwerken nieuwe projecten, etc.

(Deze stap valt eigenlijk buiten het 3D project en is de verantwoordelijkheid van de betrokken partijen)

 

9. Inzet en benodigde middelen (personeel in uren/jaar en kosten)

 

Met name de eerste fase zal speciale inzet vragen. In deze fase moet het gezamenlijke draagvlak worden gecreëerd voor verdere duurzame ontwikkeling van het gebied.

Voor het hele project zal een projectleider moeten worden vrijgemaakt (halve dag in de week) De werkgroepen zullen worden getrokken door inhoudelijke deelprojectleiders bij voorkeur vanuit de gemeente en de TU. Organisatie workshop en uitwerking projectvoorstellen per thema naar schatting 20 dagen (exclusief inzet (interne en externe) specialisten).

De ambtelijke voorbereiding wordt bekostigd uit de reguliere budgetten van de betrokken afdelingen. Subsidiemogelijkheden bij ministerie EZ en mogelijkheden voor financiering uit het Energiefonds.

10. Monitoring

 

In dit stadium kan alleen in algemene termen worden beschreven wat het resultaat van het project zal zijn. Samenwerking tussen TU, overige bedrijven en gemeente (subdoel 2,3) is essentieel voor welslagen project. Halfjaarlijkse evaluaties zijn kunnen uitwijzen of aan deze voorwaarde wordt voldaan.

 

 

 

1.Thema: Ruimte, bouwen en energie

2.Projectnummer: RBE5

3.Projecttitel: Duurzaamheid in wijkplannen

4.Project-omschrijving:

Doel:

Het doel betreft het verbeteren van de woon-, werk en verblijfssituatie gecombineerd met het leveren van een substantiële bijdrage aan het streven naar duurzame ontwikkeling. Herstructurering of verbetering van voor- en naoorlogse woongebieden tot duurzame, leefbare wijken, in nauwe samenwerking met eigenaren, bewoners, ondernemers en maatschappelijke groeperingen in de wijk zelf.

Belangrijk subdoelen zijn

1. Het opzetten van een duurzaam wijkplan als onderdeel van het traject van wijkplannen dat door de gemeente reeds in gang is gezet.

met daarin de uitwerking van beleid op stedelijk niveau: mobiliteit van bewoners (= verhuisbewegingen), verkeer en vervoersbeleid, sociaal-cultureel beleid, duurzaam bouwen, duurzaam renoveren, duurzaam waterketenbeheer, duurzame energievoorziening;

met daarin de wensen en visie van betrokkenen in de wijk (maar ook een traject naar toekomstige bewoners) op o.a. bovenstaande beleidsterreinen;

met daarin een "plan de campagne" voor herstructurering van de wijk, waarbij er met name aandacht is voor de samenhangende aanpak van particulier en corporatiebezit;

2. Het opzetten en/of aanpassen van een beheersorganisatie gekoppeld aan de gemeentelijke

wijkaanpak;

Vertalen resultaten herstructurering Poptahof , Delfgaauwse Weye en Wippolder naar andere wijken.

De herstructurering van met name de Poptahof wordt financieel en inhoudelijk groots aangepakt. Evaluatie van ideeën en ervaringen kan leiden tot zinvolle spin-off voor andere gebieden in de stad waar minder middelen beschikbaar zijn.

Resultaten:

1. een korte inventarisatie van kansen en mogelijkheden voor duurzaamheid in geschikte wijken, in eerste instantie voor Tanthof en Voorhof

2. een duurzaam wijkplan en daarbij aansluitende beheersorganisatie voor de wijk Voorhof.

3. Checklisten Duurzaamheid die als input kunnen dienen bij wijkactieplannen (korte termijn), wijkbeheerplannen of wijkontwikkelingsplannen (langere termijn).

5. Projectstappen en (tussen)resultaten

Activiteiten/ stappen

Resultaat

1. Inventariseren relevante kenmerken van wijken m.b.t. Duurzaamheid. In aanvulling op de huidige wijkbeschrijvingen zou vanuit Duur-zaamheid de volgende info van belang kunnen zijn:

Spreiding in woonvoorraad

Werkloosheidspercentage

Woontechnische situatie

Hoeveelheid openbare ruimte en groen

Mate van verontreiniging

Gemiddeld inkomen

Leefbaarheidsaspecten

Milieukwaliteit

Volkhuisvestingsaspecten

Mate van urgentie doorvoeren van stedelijk beleid (waterketen, mobiliteit, duurzaam bouwen, energie, etc)

Kansenkaarten per thema

Financiële middelen die beschikbaar kunnen komen

Risicokaart van Delft (welke gebieden zijn voor bovenstaande items het meest risicovol)

Levenscyclusanalyse op basis van duurzame technologische ontwikkeling

Beknopte beschrijving van de Delftse wijken in de genoemde kenmerken (inclusief kansen en mogelijkheden duurzame herstructurering) als aanvulling op de wijkbeschrijvingen

 

2. Prioriteitstelling

Opstellen van criteria voor de urgentie van duurzame herstructurering, alsmede de mogelijkheden voor duurzame ontwikkeling (pas de DTO-doelstelling toe: een factor 20 reductie van milieubelastingen over 50 jaar)

Vergelijken van de wijken Tanthof, Voorhof en Delft Oost (Indische buurt tot Wippolder).

Opstellen speerpunten per wijk

NB: duurzaamheid en leefbaarheid moeten samengaan

Keuze speerpunten voor wijk(en) Tanthof en Voorhof

.

3. Evalueren resultaten Poptahof e.a. wijken

Evalueren resultaten duurzame herstructurering Poptahof e.a. en vertaling naar perspectieven voor andere wijken

Overzicht reële kansen en mogelijkheden duurzame herstructurering

Eerste aanzet voor checklisten die gebruikt kunnen worden bij de verschillende soort wijkplannen

4. Nagaan noodzaak tot aanpassen huidige wijkorganisatie mbt herstructurering

Inventariseren van belanghebbenden in de wijk bij herstructurering en duurzaamheid

Informeren en benaderen van deze mensen en organisaties

Overzicht van alle partijen en welke rol zij kunnen spelen in het project. Een overzicht van organisaties en adressen

5. Terugkoppeling van de Duurzaamheidsaspecten met actoren in de wijk door voorleggen van projectplan aan alle partijen middels een schriftelijke enquête plus workshop.

Hierbij worden ook de mensen betrokken die tijdens het 3D-traject hebben meegedacht.

Overzicht van alle wensen en visies, een wijk-werkgroep en een voorstel voor het opstellen van een wijkplan en het instellen van een beheersorganisatie (incl. wijkaanpak)

[De beheersorganisatie moet structureel zijn en moet worden gekoppeld aan de geldpotten van investeerders (met de potentie van financiering van plannen)]. Deelnemers kunnen bijv. ook zijn Energie Delfland, Hoogheemraadschap etc.

6. Opstellen duurzaam wijkplan en aanpassen wijk- en/of beheerorganisatie

Bij een goed wijkplan hoort een bestemmingsplan dat mogelijkheden biedt en investeerders zekerheid geeft (niet vastleggen van de status quo)

Een wijkplan voor herstructurering en een beheersorganisatie

 

6. Organisatie: deelnemers en doelgroepen

Activiteiten/ stappen

Deelnemers

Doelgroepen

1. Inventariseren van wijken in Delft op basis van kansen en bedreigingen

Gemeentelijke afdelingen

Energiebedrijf

Hoogheemraadschap

Woningbouwverenigingen

Besluitvormers

2. Prioriteitstelling gemeentebreed (of beperkt tot 3 wijken)

Gemeente

Besluitvormers

3. Evaluatie resultaten Poptahof e.d.

Betrokkenen

Besluitvormers

4. Aanpassen wijkorganisatie

Wijkcoördinator gemeente

Alle georganiseerde betrokkenen in de wijk

Alle georganiseerde betrokkenen in de wijk

5. terugkoppeling ideeen

idem

idem

6. Opstellen duurzaam wijkplan

Wijk-werkgroep

Alle betrokken in/bij wijk

Algemeen:

projectleider is eindverantwoordelijk om duurzaamheidsaspecten op te nemen in wijkplannen: Jaap de Zwet (SO)

Betrokken ambtenaren (m.n. Milieu) zijn verantwoordelijk voor het aanleveren van inhoudelijke input m.b.t. de wijkplannen.

Voor Tanthof: Agnes van der Linden (Milieu), Lidwine van Houten (OOR), Robbert Jan Blom (Stedenbouw)

Voor Voorhof: Gert Jan Ravensbergen (Milieu), Pia Kolfschoten (OOR), Robbert jan Blom (Stedenbouw)

7. Communicatie

Wat wordt gecommuniceerd?

Zie definitie activiteiten

 

 

Op welke doelgroep(en) heeft de communicatie betrekking?

Verschilt per fase in het project

 

 

Op welke wijze wordt gecommuniceerd?

Verschilt per fase en doelgroep.

Veel in de vorm van georganiseerd overleg.

Resultaten breed verspreiden onder alle betrokkenen ter reactie.

 

 

 

8. Planning

Activiteiten/ stappen

Planning

1. Inventariseren van wijken in Delft op verschillende kenmerken

september 1999

2. Prioriteitstelling

 

3. Evalueren resultaten Poptahof e.a. wijken

 

4. Aanpassen wijkorganisatie

 

5. Terugkoppeling duurzaamheidsaspecten

 

6. Opstellen duurzaam wijkplan

januari 2000

 

9. Inzet benodigde middelen (personeel in uren/jaar en kosten)

Stappen/activiteiten

Inzet

Inventarisatie wijken

 

Ambtelijk en verspreid over diverse gemeentelijke diensten en andere actoren

Prioriteitstelling

Ambtelijk en bestuurlijk; kan binnen gemeente

Evaluatie Poptahof e.a.

 

Ambtelijk

Aanpassen wijkorganisatie

Ambtelijk

bestuurlijk

Terugkoppeling speerpunten

Beperkt

Vooral wijkcoördinator

Opstellen duurzaam wijkplan

 

Ambtelijk

bestuurlijk

Algemeen: Beleidsadvisering komt ten laste van de betrokken afdeling. De ambtelijke voorbereiding en uitvoering wordt bekostigd uit de bij PSO gereserveerde budgetten.

Aandachtspunten:

Betrokkenheid bewoners: Zelforganisatie van bewoners ontwikkelen

In kaart brengen van verhuisbewegingen in de stad en welk type bewoner vertrekt uit de stad.

Streefbeeld ontwikkelen om het aantrekkelijk te maken om als bewoner in de wijk te blijven wonen

Beelden om bijvoorbeeld 5-10% te slopen en daardoor 20 tot 30% van de wooncategorie te veranderen.

Per gebied verschillende duurzaamheidsspeerpunten kiezen:

Bijvoorbeeld Voorhof Energie en Tanthof Waterbeheer

Niet alle actoren in een wijk pakken op hetzelfde moment iets aan, hoe breng je daar structuur en afstemming in aan.

Let er bij de ontwikkeling van wijkplannen op dat je ze in een zodanig tempo ontwikkeld, dat er geen onherstelbare schade ontstaat.

Bij de ontwikkeling van een herstructureringsplan nadrukkelijk ook kijken naar de structuur van de wijk in relatie tot particulier en corporatie bezit.

Pas indien mogelijk een financiële hefboom toe: creëer enkele aantrekkelijke (goede locatie), dure, duurzame woningen, waarvan de opbrengst ten goede komt aan het betaalbaar houden van verbeterde en verduurzaamde goedkopere woningen in een wijk.

 

10. Monitoring

Stappen/activiteiten

Prestaties

Resultaten

Effecten

Inventarisatie wijken

 

Gegevens verzamelen, weergeven en analyseren

Beknopte beschrijving

Gedeelde kennis en inzicht

Prioriteitstelling

Kiezen

Keuze

Start

Evaluatie Poptahof e.a.

 

Ervaringen evalueren

Rapportage

Gedeelde kennis en inzicht

Aanpassen wijkorganisatie

 

Communiceren

Netwerk bouwen

Netwerk

Betrokkenheid en zo mogelijk commitment

Terugkoppeling ideeen

Communiceren

Onderhandelen

Projectplan

Gedragen beeld van het proces

Opstellen duurzaam wijkplan

 

Communiceren

Onderhandelen

Wijkplan

Gedragen beeld van de toekomst van de wijk

 

 

 

1. Thema: Ruimte, bouwen en energie

2. Projectnummer: RBE7

3. Projecttitel: Klein Kyoto in Delft

4.Project-omschrijving:

Doel:

In 2020 10% van de vraag naar energie in Delft met duurzame energie(bronnen) dekken (zoveel mogelijk door middel van lokale opwekking).

Belangrijk subdoelen zijn:

energiebeeld per gebied opstellen;

link leggen met TU en Delft Kennisstad;

werken aan de uitstraling van Delft;

aansluiten op actuele planontwikkeling voor een gebied;

verbeteren van het milieurendement van Delft.

Resultaten:

bijdrage aan de vermindering van de CO2-uitstoot in Nederland;

vermindering van het gebruik van fossiele brandstof;

een beeld van de mogelijkheden met betrekking tot het toepassen van duurzame energiebronnen (per gebied) in Delft.

 

5. Projectstappen en (tussen)resultaten

Stappen 1 t/m 4 leiden tot een kansenkaart per soort gebied voor geheel Delft. Deze kansenkaart kan dienen als startdocument voor de overige projecten van 3D, zoals "Poptahof", "duurzame bedrijventerreinen", etc.

Stappen 4 t/m 9 leiden tot een energiebeeld per gebied in Delft. Alle gebieden bij elkaar leiden tot een energiebeeld voor heel Delft.

Activiteiten/ stappen

Resultaat

1. Inventarisatie nulsituatie

energiebronnen

energieverbruik

plaatsen met overschot en tekort

..............

Overzicht van nulsituatie in Delft (eventueel in de vorm van een kaart)

2. Inventarisatie voorwaarden en doelstellingen energietechnisch

voorwaarden:

beperk de energievraag op gebouwniveau / lokatieniveau

beperk het electriciteitsverbruik ten gunste van primaire energiebronnen

inpassing in het net

doelstelling

10% van de vraag naar energie dekken met duurzame energie(bronnen)

Document waarin voorwaarden en doelstellingen zijn geformuleerd voor geheel Delft

3. Selectie opties duurzame energiebronnen

actieve zonne-energie (thermisch / fotovoltaïsch)

windenergie

benutting omgevingswarmte (warmtepomp)

biomassa en biogas

aardwarmte

restwarmte (transport en distributie)

waterkracht

Pakket met opties voor de energievoorziening
(technische mogelijkheden)

Ontwikkeling varianten per soort gebied rekening houdend met fysieke ruimtelijke kenmerken

industrieterrein, kantorenterrein, dienstenterrein, woonwijk (éénsgezins-woningen, hoogbouw, bestaand, nieuw)

Varianten per soort gebied rekening houdend met de voorwaarden en de fysieke ruimtelijke kenmerken

Kansenkaart per soort gebied voor geheel Delft

Ontwikkeling varianten per specifiek gebied in Delft

rekening houdend met fysieke ruimtelijke kenmerken

combinaties van opties die elkaar versterken b.v. warmtelevering gecombineerd met lage-temperatuurverwarming

referentiesituatie bepalen

inventarisatie reeds uitgevoerde onderzoeken

Varianten toegespitst op een gebied rekening houdend met de voorwaarden en de fysieke ruimtelijke kenmerken

6. Vergelijken varianten

energie-effect per variant (prestatienorm)

energieverbruik

capaciteit

overig effect per variant

emissie CO2 en Nox

investeringslasten

exploitatiekosten

zichtbaarheid

geluidoverlast

................

Bovenstaande stappen koppelen met project "Nieuwe kaart Delft"

Beeld van het effect per variant

Inventarisatie voorwaarden en toetsing variant op niet energietechnische voorwaarden

sociaal en economische belangen

belangen van partners en derden (breed draagvlak)

………………….

Voorkeursvarianten

Energiebeeld

beeld van energievoorziening

consequenties varianten voor partners en derden

Uiteindelijke energievoorziening voor een gebied

Eisen/randvoorwaarden die de energievisie stelt aan het te ontwikkelen gebied

b.v. plan van eisen/architektenwijzer

Lijst met eisen/randvoorwaarden

6. Organisatie: deelnemers en doelgroepen

Activiteiten/ stappen

Deelnemers

Doelgroepen

1. Inventarisatie

planologen, stedebouwkundigen, bouwfysica, architect, energiedeskundige

gemeentelijke organisatie

deelnemers

projectleiders overige projecten 3D

2. Selectie opties

kennisorganisaties: b.v. TNO, TU, Energie Delfland

gemeentelijke organisatie

deelnemers

projectleiders overige projecten 3D

Ontwikkeling varianten

per soort gebied

naast de deelnemers aan "inventarisatie" en "selectie opties"

overkoepelende organen van

gebruikers gebied

belanghebbenden

gemeentelijke organisatie

deelnemers

projectleiders overige projecten 3D

overkoepelende organen van:

gebruikers gebied

belanghebbenden

Ontwikkeling varianten

per specifiek gebied in Delft

vergelijken varianten

naast de deelnemers aan "inventarisatie" en "selectie opties"

individuele

gebruikers gebied

belanghebbenden

gemeentelijke organisatie

deelnemers

projectleider overige projecten 3D

individuele

gebruikers gebied

belanghebbenden

5. Toetsing variant

alle betrokkenen

alle betrokkenen

6. Energievisie

alle betrokkenen

alle betrokkenen

7. Eisen/randvoorwaarden

alle betrokkenen

alle betrokkenen

Algemeen:

projectleider: Margreet de Wit (Milieu)

Cees van der Vlies (Stedenbouw)

7. Communicatie

Wat wordt gecommuniceerd?

na iedere stap wordt het resultaat gecommuniceerd

Op welke doelgroep(en) heeft de communicatie betrekking?

de resultaten van "inventarisaties" en "selectie opties" wordt in ieder geval intern gecommuniceerd naar de gemeentelijke organisatie, de deelnemers en de projectleiders van andere projecten in het kader van 3D. Deze resultaten worden tevens aan de gebruikers van de stad bekend gemaakt zodat bekend is dat dit project is gestart;

de resultaten van "ontwikkeling varianten per soort gebied" en "per specifiek gebied in Delft" moeten naast de interne communicatie tevens actief gecommuniceerd worden naar de gebruikers van het desbetreffende (soort) gebied;

de resultaten van "vergelijken varianten" moet naast de interne communicatie en de actieve communicatie naar de gebruikers van het desbetreffende (soort) gebied, tevens in een inspraakronde openstaan voor bedenkingen;

de resultaten van "toetsing variant" en "energievisie" moet naast de interne communicatie en de gebruikers in ieder geval naar het College van burgemeester en wethouders worden gecommuniceerd;

de resultaten van de volgende stappen moeten naar alle betrokkenen worden gecommuniceerd.

Op welke wijze wordt gecommuniceerd?

de interne communicatie over "inventarisatie" en "selectie opties" kan plaatsvinden door middel van het rondsturen van het resultaat en het verwerken van commentaar;

het bekendmaken van de start van het project kan door middel van publicaties in huis- aan huisbladen;

de communicatie naar derden over "ontwikkeling varianten" en "vergelijken varianten" dient te geschieden door gerichte communicatie (mede uitgezet door de communicatie-medewerker);

de communicatie voor de overige stappen moet te zijner tijd worden uitgewerkt.

 

 

8. Planning en kosten

Activiteiten/ stappen

Planning

1. Inventarisatie

Doorlooptijd: 1 jaar met volledige bezetting (= 1 Fte) waarvan de eerste vier stappen die leiden tot de algemene kansenkaart van Delft ca. 6 maanden in beslag nemen. Een deel van het werk zal worden uitbesteed.

2. Selectie opties

Start: begin 2000

Kansenkaart gereed: eind 2000

Ontwikkeling varianten

per soort gebied

 

Ontwikkeling varianten

per specifiek gebied in Delft

vergelijken varianten

 

5. Toetsing variant

 

6. Energievisie

 

7. Eisen/randvoorwaarden

 

 

 

9. Inzet en benodigde middelen (personeel in uren/jaar en kosten)

 

De kosten worden geschat op ¦ 80.000,--, waarvan een deel wellicht kan worden gedekt door middel van subsidie van Novem. Mogelijkheden voor financiering uit het Energiefonds en het Delfts Energie Agentschap.

Aangezien dit (algemene) project als uitgangspunt dient voor de specifiekere projecten per gebied, dient met het project zo vroeg mogelijk te worden gestart. De uitwerking per gebied dient zo snel mogelijk hierop te volgen doch in ieder geval te worden gestart zodra ontwikkelingsplannen voor een bepaald gebied een serieus karakter aannemen.

 

10. Monitoring

Stappen/activiteiten

Resultaten

Uitvoering

Inventarisatie en selectie opties

document

monitoringsgroep belanghebbenden uit zowel gemeentelijke organisatie als extern

Ontwikkeling en vergelijken varianten

document

monitoringsgroep

gebruikers gebied

Toetsing variant en energievisie

document

monitoringsgroep

gebruikers gebied

College van B & W

 

 

1. Thema: Mobiliteit

2. Projectnummer: MOB1

3. Projecttitel: Openbaar vervoer

4.Project-omschrijving:

Doel:

Ht beperken van (de groei van) het autogebruik door bewoners en bezoekers van Delft door het gebruik van het openbaar vervoer aantrekkelijker of eenvoudiger te maken door middel van het wegnemen/verlagen van de kosten voor de gebruiker en/of door middel van een meer op de behoefte van gebruikers afgestemde kwaliteit.

Belangrijke subdoelen zijn:

het waarborgen van de bereikbaarheid van, met name, de binnenstad en het bezoek aan de binnenstad m.a.w. compenseren van mogelijk negatieve gevolgen van het in te voeren parkeerbeleid;

het beperken van de toename van het autobezoek aan de binnenstad (geen substitutie-effect);

beter afstemmen van de openbaar vervoerdienst op het reispatroon van diverse doelgroepen (herkomsten, frequentie, groepsgrootte, tarieven);

het realiseren van een structurele oplossing (mogelijk wel met een proefperiode);

het in gang zetten van acties voor de korte termijn in relatie tot de diverse ervaringen met de tariefactie in december 1998 en positieve reacties daarop van ondernemers en vervoerder.

Resultaten:

een afweging en voorstel ten aanzien van gratis/goedkoper openbaar vervoer en een meer op de behoefte van de doelgroepen afgestemde dienstuitvoering (pendelbus, frequentie, deur tot deur of vaste route);

een voorstel naar aanleiding van voorgaande afweging voor de inwoners van Delft;

een voorstel naar aanleiding van voorgaande afweging voor de bezoekers van Delft met een onderscheid naar bezoekers vanuit de direct omliggende kernen en bezoekers/toeristen;

een voorstel voor een fasering in de uitvoering van de uit te werken deelprojecten i.s.m.:

de effectuering van maatregelen uit het parkeerbeleid;

de bouwwerkzaamheden en realisatie van ZuPo;

de realisatie van andere parkeerlocaties;

mogelijke inzet van alternatieve vervoertechnieken;

mogelijke acties op korte termijn.

 

5. Projectstappen en (tussen)resultaten

Activiteiten/ stappen

Resultaat

Afweging tussen tarief/gratis en afstemming dient op doelgroep beeld van doelgroepen en kwaliteitsaspecten,

ervaringscijfers t.a.v. gebruik

procedures/verantwoordelijkheden

kosten/haalbaarheid

Afweging en voorstel voor inwoners Delft alternatieven in hoofdlijnen;

verplaatsingspatronen, herkomst/bestemming

huidig gebruik en verwachting t.a.v. alternatieven

kosten exploitatie, opbrengsten, dekking tekorten

procedurele aspecten/(on)mogelijkheden

Afweging en voorstel voor bezoekers Delft alternatieven in hoofdlijnen;

verplaatsingspatronen, herkomst/bestemming

huidig gebruik en verwachting t.a.v. alternatieven

kosten exploitatie, opbrengsten, dekking tekorten

procedurele aspecten/(on)mogelijkheden

Fasering uitvoering voorstellen oerzicht momenten voor invoering/acties

oderscheid korte en langere termijn acties

btrokken partijen

pocedure t.a.v. besluitvorming

cmmunicatie-momenten

Tariefacties kort termijn vorstel voor opzet actie

pocedure voor deelname/besluitvorming

cmmunicatie

gobaal kostenoverzicht + mogelijke dekking

6. Organisatie: deelnemers en doelgroepen

Activiteiten/ stappen

Deelnemers

Doelgroepen

Afweging tussen tarief/gratis en afstemming dienst op doelgroep gemeente

vervoerders

belangenverenigingen

Haaglanden

auto-gebruikers vanuit en van/naar Delft en directe omgeving

huidige openbaar vervoer-gebruikers

2/3 Afweging en voorstel voor inwoners en bezoekers Delft gemeente

vervoerders

belangenverenigingen

auto-gebruikers vanuit Delft

huidige openbaar vervoergebruikers

Fasering gemeente

vervoerders

Haaglanden

betrokkenen bij plan- en besluitvorming
Tariefacties kort termijn ondernemers (verenigingen)

vervoerders

gemeente

bezoekers binnenstad vanuit Delft en directe omgeving

 

Algemeen:

projectleider: Jeroen Hutten (Infra)

Elwin Pippel (VB), VO, Gert-Jan Ravensbergen (Milieu), SB

 

7. Communicatie

Wat wordt gecommuniceerd?

Het streven naar aantrekkelijker en/of goedkoper openbaar vervoer als alternatief voor de auto, als onderdeel van en het integrale beleid gericht op het beperken van de groei van het autoverkeer in Delft en in samenhang met de diverse plannen, met name in en rond de binnenstad (parkeren reguleren, autoluw, ZuidPoort).

Op welke doelgroep(en) heeft de communicatie betrekking?

de auto-gebruiker binnen Delft

de auto-bezoeker van buiten Delft

de huidige openbaar vervoer gebruikers

de beslissers in Delft

de vervoerders

de ondernemers- en belangenverenigingen (OFD, ROVER, Milieudefensie, ...)

Op welke wijze wordt gecommuniceerd?

Naar de uiteindelijke doelgroep: schriftelijk (folders e.d) via media (Stadskrant) , ,

Naar de beslissers, vervoerders en belangenverenigingen: via overleg (regulier, projectgericht), beslis-/projectdocumenten

Wie communiceert?

Communicatie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, vervoerders en ondernemers-/belangen(verenigingen)

 

8. Planning

Activiteiten/ stappen

Planning

Afweging tussen tarief/gratis en afstemming dient op doelgroep

studie: oktober 1999 - november 1999

Afweging en voorstel voor inwoners Delft

studie: november 1999 - januari 2000

besluitvorming: maart 2000

uitvoering: medio 2000 (afhankelijk van voorstel)

Afweging en voorstel voor bezoekers Delft

studie: november 1999 - januari 2000

besluitvorming: maart 2000

uitvoering: medio 2000 (afhankelijk van voorstel)

Fasering uitvoering voorstellen

uitwerking: februari 2000

besluitvorming: maart 2000

Tariefacties kort termijn

uitwerking: juli 1999 - oktober 1999

uitvoering: november 1999

eventueel structureel

 

 

9. Inzet en benodigde middelen (personeel in uren/jaar en kosten)

Stappen/activiteiten

Inzet

Afweging tussen tarief/gratis en afstemming dienst op doelgroep

Uitwerking:

50 uur SO

Afweging en voorstel voor bezoekers Delft

Uitwerking:

50 uur SO,

Uitvoering: PM

Afweging en voorstel voor bezoekers Delft

Uitwerking:

50 uur SO

Uitvoering: PM

Fasering uitvoering voorstellen

Uitwerking:

20 uur SO

Tariefacties korte termijn

Voorbereiding:

100 uur SO

Uitvoering: PM (sterk afhankelijk van aard actie)

Algemeen: de ambtelijke voorbereiding wordt bekostigd uit de reguliere budgetten van de betrokken afdelingen. Daarnaast zijn middelen gereserveerd in de Zomernota (Mobiliteitsbeleid).

10. Monitoring

Stappen/activiteiten

Prestaties

Resultaten

Effecten

Afweging tussen tarief/gratis en afstemming dienst op doelgroep

inbreng vanuit relevante invalshoeken en belangen

Kader voor verdere uitwerking en besluitvorming

 
Afweging en voorstel voor bezoekers Delft

Afweging, nadere uitwerking per richting, aangeven stappen voor implementatie

Uitgewerkte oplossingsrichting en plan van aanpak (eventuele nadere uitwerking, besluitvorming)

Verschuiving van gebruik auto naar openbaar vervoer

Afweging en voorstel voor bezoekers Delft

Afweging, nadere uitwerking per richting, aangeven stappen voor implementatie

Uitgewerkte oplossingsrichting en plan van aanpak (eventuele nadere uitwerking, besluitvorming)

Verschuiving van gebruik auto naar openbaar vervoer

Fasering uitvoering voorstellen

Oplossingsrichtingen bezien in relatie tot relevante plannen/ontwikkelingen

Overall-plan van aanpak (besluitvorming en implementatie)

Integrale besluitvorming en invoering van maatregelen

Tariefacties korte termijn

Evaluatie vorige actie, inventariseren wensen/kansen/mogelijkheden/kosten, uitwerken

Concreet voorstel voor besluit door direct betrokkenen

Meer gebruik en aandacht voor openbaar vervoer, benadrukken integrale benadering

 

 

1. Thema: Mobiliteit

2. Projectnummer: MOB2

Projecttitel: Voldoende ruimte voor voetganger en fietser

4. Project-omschrijving:

Doel:

Voldoende ruimte voor voetganger en fietser betreft:

nieuwe fiets/wandelroutes (realisatie ontbrekende schakels in de netwerken);

verbetering bestaande fiets/wandelroutes;

vermijding van conflictsituaties het langzaam verkeer en snelverkeer;

vermijding van conflictsituaties tussen het langzaam verkeer onderling;

voorbeelden conflictsituaties: Binnenstad (Barbarasteeg), fiets- en wandelpaden in het Delftse Hout;

Een herverdeling van de (verkeers)ruimte ten gunste van de voetganger en fietser en minder voor de auto kan mogelijkheden bieden om knelpunten op te lossen. Een goed voorbeeld van een dergelijke situatie is de fietsoversteek over de Zuidwal ter hoogte van de Irenetunnel. Hier is een rijstrook voor het autoverkeer ingeleverd om een fietsoversteek te realiseren.

Belangrijke subdoelen zijn:

bevordering langzaam verkeer in de vervoerswijze keuze (modal split), zowel in het woonwerk verkeer als het recreatieve verkeer;

verbetering verkeersveiligheid door vermindering conflictsituaties voor het langzaam verkeer, (ook door bromfietser op de rijbaan);

verbetering comfort voor voetganger en fietser.

Resultaten:

aantrekkelijkere voetganger- en fietsroutes;

bevordering voetganger- en fietsverkeer;

vermindering aantal ongevallen ook tussen voetgangers en fietsers onderling.

 

 

5. Projectstappen en (tussen)resultaten

Activiteiten/ stappen

Resultaat

1. Inventarisatie fase:

ontbrekende schakels in de netwerken

knelpunten in bestaande routes

knelpunten tussen fietser en voetganger

onderling o.a. in Delftse Hout en de Binnenstad

inventarisatie knelpunten langzaam verkeer en snelverkeer

inventarisatie goede oplossingen (leren uit verleden b.v. Plantagebrug)

Overzichtskaart van nieuwe routes en knelpunten in bestaande routes

2. Probleemanalyse en Prioriteringsfase:

per (gekozen) route analyseren van de problemen (eventueel enquête onder de gebruikers van de routes voor onderzoek van mogelijk alternatieve routes)

ranking van de gedefinieerde routes en knelpunten op basis van verwacht gebruik

‘Kansen-kaart’ met een overzicht van kansrijke routes. Keuze van uit te voeren routes

3. Uitwerking uitvoeringsvoorstellen: uitwerken van concrete uitvoeringsvoorstellen

Uitvoeringsvoorstellen + begroting per variant

4. Besluitvorming: uitvoeringsvoorstel naar de gemeenteraad

Goedkeuring uitvoeringsvoorstellen en beschikbaarstelling van de benodigde financiën

5. Uitvoering: realisatie van de voorstellen

Vergroting aandeel langzaam verkeer in vervoerswijze keuze

6. Organisatie: deelnemers en doelgroepen

Activiteiten/ stappen

Deelnemers

Doelgroepen

1. Inventarisatie

Voetgangersvereniging, ENFB, OGD, scholen,wijkagenten, wijkcoördinatoren,ontwerpers

(potentiële) voetganger en fietser

2. Probleemanalyse en Prioriteringsfase

Projectgroep: gemeente en vertegenwoordigers van belangengroeperingen

(potentiële) voetganger en fietser

3. Uitwerking

Projectgroep: gemeente en vertegenwoordigers van belangengroeperingen

(potentiële) voetganger en fietser

4. Besluitvorming

College, Commissie Duurzaamheid, gemeenteraad

(potentiële) voetganger en fietser

5. Uitvoering

Gemeente, aannemers

(potentiële) voetganger en fietser

Algemeen:

- projectleider: Ton van Grinsven (VO)

- wijkcoördinatoren, Pia Kolfschoten (OOR), Pauline Dirks (Stedenbouw)

7. Communicatie

Wat wordt gecommuniceerd?

- Voorgang van het proces.

Op welke doelgroep(en) heeft de communicatie betrekking?

- (potentiële) fietsers en voetgangers

Op welke wijze wordt gecommuniceerd?

  • Stadskant
  • Schoolkranten
  • verenigingsbladen (ENFB, Voetgangersvereniging)

wijkbladen

Wie communiceert?

- Projectgroep na goedkeuring verantwoordelijke wethouder

 

8. Planning

Activiteiten/ stappen

Planning

1. Inventarisatie fase:

ontbrekende schakels in de netwerken

knelpunten in bestaande routes

knelpunten tussen fietser en voetganger

onderling o.a. in Delftse Hout en de Binnenstad

inventarisatie knelpunten langzaam verkeer en snelverkeer

inventarisatie goede oplossingen (leren uit verleden b.v. Plantagebrug)

4e kwartaal 1999 en 1e kwartaal 2000

2. Probleemanalyse en Prioriteringsfase:

per (gekozen) route analyseren van de problemen (eventueel enquête onder de gebruikers van de routes voor onderzoek van mogelijk alternatieve routes)

ranking van de gedefinieerde routes en knelpunten op basis van verwacht gebruik

april / mei 2000

3. Uitwerking uitvoeringsvoorstellen: uitwerken van concrete uitvoeringsvoorstellen

2e kwartaal 2000

4. Besluitvorming: uitvoeringsvoorstel naar de gemeenteraad

3e kwartaal 2000

5. Uitvoering: realisatie van de voorstellen

vanaf 4e kwartaal 2000 (ook meeliften met b.v. onderhoudsprojecten)

9. Inzet en benodigde middelen (personeel in uren/jaar en kosten)

 

De ambtelijke voorbereiding wordt bekostigd uit de reguliere bugetten van de betrokken afdelingen. De (voorbereiding van de) uitvoering wordt gefinacierd uit reguliere onderhoudsbudgetten. Daarnaast zijn middelen gereserveerd in de Zomernota (Mobiliteitsbeleid).

 

10. Monitoring

Stappen/activiteiten

Prestaties

Resultaten

Effecten

Inventarisatiefase

 

Overzichtskaart

 
2. Probleemanalyse en Prioritering  

Kansen-kaart

 
3. Uitwerking uitvoerings-voorstellen  

Uitvoerings-voorstellen

 

4. Besluitvorming

   

Start uitvoering

5. Uitvoering

   

Delft Fietsstad 1 van Nederland

terug naar boven


naar deel 3