
naar agenda
|
|
W&E Herstructurering watersysteem
Voorhof, Buitenhof en Tanthof |
Sjaak Clarisse |
regulier en
investeringsgeld zomernota (9 ton) |
2000 |
eind 2002 |
eind 2015 |
W&E Ecologische hoofdstructuur
Delft |
Christiaan Beekhuis |
regulier en investeringsgeld zomernota |
2000 |
najaar 2000 (planontwik-
keling) |
na enkele jaren |
W&E Onderzoek effecten verminderen
grondwateronttrek-kingen in Delft |
Jaap Tuit |
nog nader te begroten; subsidie mogelijk van provincie en
hoogheemraad-
schap |
najaar 1999 |
eind 2000 |
eind 2004 |
W&E Recreatiewater in en om Delft |
Hans Kluver |
Rijk, reguliere budgetten |
najaar 1999 |
najaar 1999 |
eind 2001 |
Proefproject Waterstad 2000 |
Cees van Laren/ Bianca Engelberts |
Derden, reguliere budgetten, milieutechnolo -
giefonds |
maart 1999 |
september 2000 |
na enkele jaren |
Afval Tariefsdifferentiatie |
Ælse Ruiter |
regulier budget en afvalstoffen-
heffing |
begin 2000 |
eind 2000: inventarisatie afgerond |
na enkele jaren |
Afval Uitbreiding Retourettes |
Agnes van der Linden |
regulier budget en afvalstoffen-
heffing |
September 1999 |
begin 2000: haalbaarheids -
onderzoek
afgerond |
eind 2001 |
Afval. Milieuzorg en educatie in
onderwijs |
Ria van Oostveen |
mogelijke bijdrage uit milieutechnolo -
giefonds |
september 1999 |
februari 2000: werkplan gereed |
half 2002 |
Afval. Voorlichting op maat |
Rinkje Molenaar |
regulier budget en afvalstoffen-
heffing |
september 1999 |
voorjaar 2001 |
voorjaar 2002 |
Duurzaamheidsmonitor |
Martijn Iping |
regulier en beleidsgeld 3D |
najaar 1999 |
zomer 2000 |
permanent |
Duurzaamheidstoets |
Gert Jan Ravensbergen |
regulier budget |
najaar 1999 |
zomer 2000 |
permanent |
Gemeentelijke interne milieuzorg |
Agnes van der Linden |
regulier budget, reserve Delft Kennisstad |
najaar 1999 |
zomer 1999 |
permanent |
9 Communicatie
9.1 Inleiding
Het 3D-plan is gerealiseerd via de weg van de interactieve
beleidsvorming. Ook voor de uitvoering in de komende periode geldt de
werkwijze van coproductie: de verschillende partijen binnen de gemeente
geven in samenwerking met de externe doelgroepen invulling en uitvoering
aan de 3D-visie en de 3D-projecten.
9.2 Communicatiedoelen
Communicatiedoelen voor de periode van de planuitvoering (2000-2003)
zijn:
De medewerkers van de gemeente Delft (vooral de betrokken afdelingen)
en het gemeentebestuur zijn bekend met de hoofdlijnen en uitgangspunten
van 3D en passen 3D toe als toetsingskader voor ander beleid. Zij weten
bovendien dat er naast het 3D-plan een milieujaarprogramma voor de
wettelijk verplichte milieutaken is (de wettelijk verplichte milieutaken
zijn ook terug te vinden in het handboek Milieu) en dat er een aantal
projecten/activiteiten uit Duurzaam Delft dichterbij (het
milieubeleidsplan 1995-1998) zijn die doorlopen gedurende de planperiode
van 3D;
Het bij interne en externe doelgroepen behouden en vergroten van het
draagvlak voor en van de betrokkenheid bij het milieu- en
duurzaamheidsbeleid van de gemeente Delft;
Het gezamenlijk (gemeente samen met externe doelgroepen) nader
uitwerken en uitvoeren van een aantal projecten voor een duurzaam Delft.
Hierbij wordt rekening gehouden met de wettelijk verplichte milieutaken en
de doorlopende projecten/activiteiten uit Duurzaam Delft dichterbij.
Het gezamenlijk (gemeente samen met externe partijen) invulling geven
aan de visie voor een duurzaam Delft.
9.3 Doelgroepen
Externe doelgroepen zijn:
- De direct bij de ontwikkeling van 3D betrokken personen en
instanties (zie de projectbeschrijvingen). Zij vertegenwoordigen de
volgende doelgroepen: bewoners, bedrijven, natuur- en
milieu-organisaties, overige maatschappelijke organisaties,
(kennis)instellingen, overheden (provincie Zuid Holland en het
Hoogheemraadschap van Delfland);
- Alle Delftse inwoners, maatschappelijke organisaties,
(kennis)instellingen en bedrijven;
- Pers;
- Andere overheden (o.a. VNG-BIDOC, andere gemeenten, ministerie van
VROM).
Interne doelgroepen zijn:
- College van B&W en de raadsleden.
- De programmagroep 3D, de stuurgroep 3D en het projectleidersoverleg
- De direct bij 3D betrokken afdelingen (Bowon, PSO, EZ, Stedenbouw,
Wijkbeheer, OOR, Infra, AOG, NME, Bouwkunde, Civiel, Belastingen,
Onderwijs, Milieu, OWW, Reiniging, en Werktuigbouw en de afdelingen
die bij de overige milieutaken/-projecten/-activiteiten zijn
betrokken, zoals communicatie-adviseurs en GZ;
- Alle medewerkers gemeente Delft;
9.4 Middelen
De belangrijkste interne communicatiemiddelen zijn:
- mondeling: bijeenkomsten, overleg, presentaties;
- schriftelijk: Nu en Dan, Delft Direct, rapportages, notities,
plantekst 3D, nieuwsbrief;
- digitaal: Intranet/Internet.
- duurzaamheidsmonitor
- voortgangsberichten en presentaties van resultaten van projecten
De belangrijkste externe communicatiemiddelen zijn:
- mondeling: bijeenkomsten, overleg, presentaties;
- schriftelijk: rapportages, notities, plantekst 3D, nieuwsbrief;
- digitaal: Internet.
- duurzaamheidsmonitor (o.a. ten behoeve van toetsing door de
gemeenteraad)
- voortgangsberichten en presentaties van resultaten van projecten
9.5 Organisatie
Centrale vraag is welke activiteiten op welk moment door welke personen
de komende periode uitgevoerd moeten worden om bovenstaande
communicatiedoelen te realiseren? Dit is uitgewerkt in een apart
communicatie-uitvoeringsprogramma (zie bijlage II). Dit programma wordt
gedurende de looptijd van 3D regelmatig geactualiseerd.
Organisatie van de communicatie voor 3D
De communicatie-adviseur B&M en SO en de procesondersteuner van de
afdeling Milieu zijn samen met de projectleider 3D (het hoofd van de
afdeling Milieu) verantwoordelijk voor de procescommunicatie. Ook zijn zij
verantwoordelijk voor de afstemming van de communicatie tussen het
3D-project als geheel en de verschillende 3D-projecten;
De projectleiders van de verschillende projecten zijn verantwoordelijk
voor de communicatie van het eigen project (opstellen communicatieplan en
uitvoeren van communicatie-activiteiten). De communicatie-adviseur van de
eigen dienst kan hierbij ondersteuning geven;
Bij projectgroep- en stuurgroepvergaderingen en het
projectleidersoverleg is communicatie een vast agendapunt. De
projectleider(s) dienen hier zorg voor te dragen;
De communicatie-adviseurs van de diensten en de projectleiders van
relevante projecten (d.w.z. projecten die raakvlakken hebben met 3D, zoals
Binnenstadsmanagement, Delft Kennisstad) zijn verantwoordelijk voor de
afstemming tussen deze projecten. Bijvoorbeeld wat betreft de uitvoering
van activiteiten en het toepassen van beleidskaders en uitgangspunten. Een
overzicht hiervan is te vinden in bijlage III.
Financiën
De kosten voor de communicatie voor 3D als geheel komen ten laste van
het budget van de afdeling Milieu;
De kosten voor de communicatie van de afzonderlijke projecten worden
bekostigd uit de projectbudgetten.
Bijlagen
Bijlage
I Relaties tussen gebiedsgerichte en themagerichte 3D-projecten
Bijlage
II Communicatie-uitvoeringsprogramma 3D
Bijlage
III Stand actiepunten uit Duurzaam Delft 2
Bijlage IV
Relatie tussen 3D en andere beleidsprojecten
Bijlage
V Criteria voor financiering uit het Energiefonds en het
Milieutechnologiefonds
Bijlage VI Overzicht kredieten
Milieutechnologiereserve per 4-10-1999
Bijlage I Relaties tussen gebiedsgerichte en
themagerichte 3D-projecten
In onderstaande tabel is de relatie tussen gebiedsgerichte en
themagerichte projecten zichtbaar gemaakt. De tabel geeft een indruk van
de wijze waarop projecten elkaar beïnvloeden en aanvullen.
Gebiedsgerichte projecten
Themagerichte projecten |
Kansenkaart van Delft |
Duurzame herstructu
-rering Schie-oevers |
Duurzame ontwikkeling TU-Zuid gebied |
Duurzaamheid in wijkplannen |
Duurzame herstructu
-rering Poptahof |
Duurzame ontwikkeling Zuidpoort-
gebied |
Water in Ecodus |
Afkoppelen van regenwater in Wippolder |
Herstructu-
rering watersysteem Voorhof, Buitenhof en Tanthof |
Duurzaam bouwen |
XXX |
XXX |
XXX |
XXX |
XXX |
XXX |
XXX |
XXX |
|
Klein Kyoto in Delft |
XXX |
XXX |
XXX |
XXX |
XXX |
XXX |
|
|
|
Eenheid Premiere Delft |
XXX |
XXX |
|
XXX |
|
|
|
|
|
Auto(matisch)weg |
XXX |
|
|
XXX |
|
|
|
|
|
Openbaar vervoer |
XXX |
|
XXX |
XXX |
XXX |
XXX |
|
|
|
Ruimte voor voetganger en fietser |
XXX |
|
XXX |
XXX |
XXX |
XXX |
|
|
|
Ecologische hoofdstructuur Delft |
XXX |
|
XXX |
XXX |
XXX |
XXX |
|
|
XXX |
Onderzoek naar de effecten verminderen grondwater -
onttrekkingen
in Delft |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Recreatiewater in en om Delft |
XXX |
|
|
XXX |
XXX |
|
|
|
XXX |
Waterstad 2000 |
XXX |
|
XXX |
|
|
|
XXX |
XXX |
XXX |
Tariefsdifferentiatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Uitbreiding Retourettes |
XXX |
|
|
XXX |
|
|
|
|
|
Milieuzorg en educatie in het onderwijs |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voorlichting op maat |
|
|
|
XXX |
|
|
|
|
|
Duurzaamheids -
monitor |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Duurzaamheids -
toets |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gemeentelijke interne milieuzorg |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bijlage II Communicatie-uitvoeringsprogramma 3D
Centrale
vraag
Centrale vraag is welke activiteiten op welk moment door welke personen
de komende periode uitgevoerd moeten worden om de communicatiedoelen voor
3D te realiseren. Dit is uitgewerkt in het onderstaande
communicatie-uitvoeringsprogramma.
Activiteiten
I Evaluatie 3D periode tot en met juni 1999 (intern en extern) +
afronden conceptplan 3D
laatste wk. juli99: Projectgroepleden 3D schriftelijk informeren
over vervolgstappen (besluitvorming conceptplan 3D + evaluatie 3D). Tevens
aankondiging datum bijeenkomst projectgroep 3D op 18 augustus.
2 aug.: Verzending evaluatie 3D.
12 aug.: Bespreking met wethouder Duurzaamheid van tekst concept- plan
+ communicatieplan/-activiteiten + inhoud projectgroep- bijeenkomst van 18
augustus.
18 augustus: Bijeenkomst projectgroep 3D (met wethouder Duurzaamheid)
om inhoud conceptplan te bespreken + eventueel de evaluatieresultaten.
Als dit laatste niet kan, dan een aparte evaluatiebijeenkomst op later
tijdstip.
4e wk aug.: Tekst aanleveren voor DD en/of Nu en Dan over
stand van zaken en procedure 3D.
half/eind sept. Terugkoppeling resultaten evaluatie 3D op hoofdlijnen
naar
alle medewerkers (DD of Nu & Dan) en naar direct bij 3D betrokken
personen (intern en extern) door middel van nieuwsbrief 3D. Hierin ook
uitleg over besluitvormingstraject (zie ook bij II. hieronder).
Eventueel evaluatieresultaten ook via de pers verspreiden.
II Besluitvorming 3D
31 aug.: Behandeling concept-tekst in B&W. Persbericht +
persconferentie. Conceptplan + persbericht uiterlijk 23 augustus bij
SBO.
Verspreiding teksten conceptplan naar de verspreidpunten + tevens
plaatsing van conceptplan op Internet (+ link op Intranet) met duidelijke
vermelding van de status en het besluitvormingstraject.
- persbericht: inhoud van het plan per thema op hoofdlijnen en toelichting
op procedure, o.a. inspraakperiode van 6 september tot en met 4 oktober).
- speciale publicatieteksten rondom inspraakprocedure in aantal dagbladen.
9 sept: Vier paginas 3D-special in de Stadskrant. Extra exemplaren
laten drukken als achtergrondinformatie om toe te sturen aan deelnemers 3D
+ voor latere verspreiding onder belangstellenden.
14 sept.: Bespreking conceptplan in Cie. Duurzaamheid in combinatie met
mondelinge inspraakbijeenkomst voor belangstellenden. Week voorafgaand aan
behandeling persbericht met aankondiging behandeling 3D-plan in Cie.
Duurzaamheid en wijzen op mogelijkheid van mondelinge inspraak.
15 sept.: Projectgroep en stuurgroep informeren over reactie Cie.
Duurzaamheid en vervolgstappen. Eventueel artikel in DD.
5 of 6 okt.: Opstellen nota van beantwoording c.q. eindverslag
inspraakprocedure (weergave zienswijzen en reactie op zienswijzen).
7 of 12 okt.: Besluitvorming college van B&W over nota van
beantwoording c.q. eindverslag inspraak.
12 okt.: Conceptplan + nota van beantwoording in Cie. Duurzaamheid van
26 oktober, gevolgd door behandeling in de gemeenteraad van 28 oktober.
eind sept.: Nieuwsbrief 3D naar betrokkenen met als inhoud: reactie
Cie. Duurzaamheid 12 sept. (zie ook bij I. hierboven).
28 okt.: 3D conceptplan voor besluitvorming ter behandeling in de
gemeenteraad.
III Na besluitvorming: start uitvoering projecten
a. externe communicatie
3D-projectgroepen
afzonderlijk: Uitgangspunt is een voortzetting van de coproductie. Dat wil
zeggen dat de 3D-projectgroepen die verschillende 3D-projecten hebben
bedacht gezamenlijk de projectplannen verder uitwerken en uitvoeren. Voor
de externe deelnemers is hierbij in principe een actieve rol weggelegd.
Niet alleen meedenken over hoe een project zou kunnen worden uitgevoerd,
maar in de uitvoering ook daadwerkelijk een aantal taken/acties voor eigen
rekening nemen. Per 3D-projectgroep dient te worden bepaald welke (on)mogelijkheden
daartoe zijn. Tevens dient per 3D-project een communicatieplan met
doelstellingen, doelgroepen, middelen, planning en taak- +
verantwoordelijkheidsverdeling te worden opgesteld.
Wat betreft de doelgroepen is een belangrijk aandachtspunt hoe de
wijkbewoners bij de 3D-projecten kunnen worden betrokken.
Voor het interactieve traject voor de uitvoeringsfase van 3D wordt
in september 1999 een plan van aanpak opgesteld.
sub-projectgroepen
(gezamenlijk en/of
per thema): Om de voortgang te bespreken rondom een of meer 3D- themas
of van 3D als geheel worden 2x per jaar gezamenlijke bijeenkomsten
georganiseerd voor direct bij 3D-betrokken personen, andere
belangstellende medewerkers en de politiek. Ook externe partijen zouden
aan deze bijeenkomsten kunnen deelnemen. De mogelijkheid om hierbij
Internet als middel in te zetten (discussiegroepen) wordt nader bepaald.
Alle Delftenaren: De doelgroep alle Delftenaren wordt regelmatig
geïnformeerd over de voortgang van 3D en onderdelen daarvan. Dit gebeurt
o.a. via:
- persberichten bij mijlpalen/successen
- Stadskrantartikelen
- nieuwsbrief aan maatschappelijke organisaties en via verspreidpunten in
de stad
- artikel in Delft Magazine (eind 1999 begin 2000).
andere overheden: - notas + nieuwsbrieven e.d. sturen naar VNG-BIDOC
- artikelen in vakbladen over highlights.
b. interne communicatie:
politiek: Regelmatig informeren over voortgang project(en). Bijv. door
presentaties in Cie. en speciale bijeenkomsten met betrokken ambtenaren
(en eventueel externe partijen).
stuurgroep,
programmagroep +
projectleidersovl.: Bijeenkomsten, notities, Intranet/Internet,
nieuwsbrief 3D. Inhoud: voortgang 3D + invulling interactief proces.
Aandacht voor verband met ander(e) beleid(sontwikkelingen). De personen
uit deze groepen zorgen voor terugkoppeling naar de achterban.
alle medewerkers: DD, Nu en Dan, Intranet. Inhoud: voortgang 3D per
project. Aandacht voor verband met ander(e) beleid(sontwikkelingen).
IV Overige aandachtspunten voor de communicatie
Onderstaande punten verdienen tijdens de planperiode de nodige aandacht
van de stuurgroep 3D, de programmagroep 3D en het projectleidersoverleg
3D.
evaluatie + uitvoeringsprogramma:
Elk jaar wordt de uitvoering van 3D geëvalueerd. Ook wordt elk jaar een
geactualiseerd uitvoeringsprogramma opgesteld.
inbreng nieuwe projecten:
Tijdens de planperiode moet er ruimte zijn voor de inbreng van nieuwe
projecten. Vragen zijn bijvoorbeeld: hoe moeten de nieuwe ideeën worden
ingebracht en op welk moment? Op welke wijze moeten de externe partijen
daarbij een rol krijgen? Oftewel: hoe maken we 3D tot een continu proces,
waarin ruimte is voor vernieuwing c.q. actualisering? In de tweede helft
van 1999 wordt hier een plan voor opgesteld. De programmagroep 3D doet
hier een voorstel toe.
actualisering van het handboek Milieu
Het huidige handboek Milieu op Intranet zal geactualiseerd worden tot
een handboek Duurzaamheid. Ook de wettelijk verplichte milieutaken en de
doorlopende projecten/actiepunten uit DD2 krijgen een plaats hierin. Het
handboek bevat tevens algemene informatie over 3D en een handreiking om
het 3D-toetsingskader (de Duurzaamheidstoets) toe te kunnen passen. Voor
een goed gebruik van het handboek door de medewerkers wordt een
implementatieplan opgesteld.
implementatie Duurzaamheidstoets.
Voor de implementatie van de Duurzaamheidstoets wordt een plan van aanpak
opgesteld.
afstemming met andere beleidsterreinen
Voortdurend is aandacht nodig voor een goede afstemming tussen 3D en
ander(e) beleid(sontwikkelingen), zoals:
- Binnenstadsmanagement
- Stadsvisie/Ontwikkelingsplan
- de wijkplannen
- VVP+
- actieplan Delft Kennisstad 2000
- etc.
samenhang binnen 3D
Behalve de samenhang tussen 3D en andere beleidsterreinen moet ook de
samenhang tussen de vier themas van 3D worden bewaakt, evenals het
verband tussen 3D, het Milieujaarprogramma en de doorlopende
projecten/actiepunten uit DD2.
Duurzaamheid in de nieuwe organisatie
De komende maanden na de besluitvorming moeten voorbereidingen worden
getroffen voor een goede inbedding van Duurzaamheid c.q. uitvoering 3D in
de nieuwe organisatie.
Bijlage III Stand
actiepunten uit Duurzaam Delft 2
In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de actiepunten,
zoals deze in Duurzaam Delft 2 zijn opgenomen.
Er is een volgende onderverdeling gemaakt:
In 3D-plan : Het gaat hier om projecten die op zich lopen, maar die
door ontwikkelingen, gewijzigde inzichten, gemeentelijke reorganisatie
etc. extra aandacht of een extra impuls behoeven. Veelal is er in het 3D
plan een projectvoorstel voor gemaakt.
Loopt : Gestarte activiteiten, die in uitvoering zijn en voor een groot
deel ook tot het structurele werkpakket behoren.
In ontwikkeling : Projecten worden nog uitgewerkt
Afgerond : Projectopdracht is afgerond.
Niet gestart : Er is een duidelijk motief, waarom een project niet
gestart is.
Thema |
Fase |
MILIEUBELEID ALGEMEEN |
1. |
Milieutoets ontwikkelen. |
In 3D-plan |
2. |
Ontwikkeling milieumonitor Delft en jaarlijkse rapportage. (incl.
milieukwaliteitskaarten) |
In 3D-plan |
3. |
Jaarlijks uitreiken van de duurzaam delft prijs, lopende DD2. |
Loopt |
MILIEUZORG BEDRIJVEN |
1. |
MIS uitwisselbaar maken met andere gemeentelijke databases, zoals
het nieuwe bedrijveninformatiepunt. |
In ontwikkeling |
2. |
Gemeentelijke Interne Milieuzorg afstemmen met Arbozorg. |
Loopt |
3. |
Stimuleren van (partiële) Bedrijfsinterne Milieuzorg (BIM). |
Loopt |
4. |
Koppelen BIM aan milieuvergunning bij grote bedrijven in Delft. |
Loopt |
5. |
Gemeentelijke Interne Milieuzorg implementeren en in stand
houden, o.a. door
a. opzetten GIM-systemen bij elke dienst
b. meten en registreren
c. papieractie
d. energiebesparing (GEA-project)
e. vervoersmanagementplan |
In 3D-plan |
6. |
Asbest calamiteitenplan opstellen. |
Loopt |
7. |
GEA-projecten: horecaproject; aanpak bedrijventerreinen
Schie-oevers Zuid en Noord; Feedbackproject |
Loopt |
8. |
Uitwerken van de verruimde reikwijdte van de Wet milieubeheer |
Loopt |
9. |
Plan van aanpak opstellen voor vergunningverlening en handhaving
na VOGM |
Afgerond |
10. |
Discussie opstarten tussen Milieu, R&G, EZ en
GZ over lokale vertaling van regionaal locatiebeleid. |
Afgerond |
BURGERS |
1. |
Inzet E-team voor huishoudens in laagste inkomenscategorie. |
Loopt |
2. |
Project milieubewust inkopen i.s.m. detailhandel. |
Loopt |
3. |
Nadere uitwerking vastleggen van stimuleren duurzaam bouwen bij
particulieren |
In 3D-plan |
4. |
Communicatieprojecten:
a. natuur in de wijk
b. doe-het-zelf
c. huishouden |
Afgerond
Loopt
Afgerond |
RUIMTELIJKE ORDENING |
1. |
Proefproject uitvoeren i.h.k.v. VROM-project 'Stad en Milieu'
Zuidpoort. |
Loopt |
2. |
Onderzoek naar mogelijkheden tot optimaliseren milieuparagraaf in
(nieuwe en te herziene) bestemmingsplannen. |
Loopt |
3. |
Integreren milieu-aspecten in Verkeers- en vervoerplan |
Loopt |
4. |
Uitvoering gemeentelijk vervoersmanagementplan |
In 3D-plan |
5. |
Mogelijkheden voor inzet van stille & schone voertuigen van
gemeente en intermediairen. |
Niet gestart |
6. |
Voorlichting over ecologisch groenbeheer aan andere (semi-)
openbaar groenbeheerders (corporaties, TU e d.) |
Loopt |
DUURZAAM BOUWEN |
1. |
Evaluatie gebruik duurzaam bouwenlijst. |
Afgerond |
2. |
Proefproject duurzaam renoveren. |
Loopt |
3. |
lnformatiefolder/checklist duurzaam bouwen voor bedrijven. |
Niet gestart |
4. |
Ontwikkelen van een handleiding met materiaal-voorstellen voor de
verschillende afdelingen |
Niet gestart |
5. |
GEA-project gemeentelijke gebouwen. |
Loopt |
6. |
Onderzoek milieuconsequenties bouwstoffenbesluit 1998. |
Afgerond |
|
BODEM |
|
|
Preventiemogelijkheden onderzoeken en ten uitvoer brengen. |
Loopt |
|
Afronden vervolg "Actie Tankslag. |
Loopt |
|
Meewerken opzetten regionaal grondgebruiksdepot t.b.v. hergebruik
licht verontreinigde grond. |
Loopt |
|
WATER |
|
|
Opstellen waternota.
(inclusief: preventieve maatregelen grondwater; inventariseren
arseengehalte in het grondwater; opstellen
grondwaterkwaliteitskaart; ontwikkelen waterbodembeleid; opzetten
waterbodemkwaliteitskaart) |
In 3D-plan |
|
Starten proefproject baggerslibverwerking klasse 3 en 4. |
Niet gestart |
|
Overleg en samenwerking met het Hoogheemraadschap intensiveren. |
In 3D-plan |
|
AFVAL |
|
|
Nota gebruik secundaire grondstoffen opstellen. |
Afgerond |
|
Evaluatie ondergrondse inzamelproeven. Definitief
beleid GFT-inzameling binnenstad opstellen. |
Afgerond |
|
Nota wit- en bruingoed opstellen. |
Afgerond |
|
Afvalpreventievoorschriften in vergunningen voor evenementen
formuleren. |
In ontwikkeling |
|
Uitvoering afvalpreventieprojecten uit plan van aanpak
afvalpreventie Haaglanden:
'Koop groen, natuurlijk doen'
Luieren in katoen
Cursus afvalpreventie
|
Loopt
Niet gestart
Afgerond |
|
Nieuw overlaadstation t.b.v. huishoudelijk afval realiseren. |
Loopt |
|
GELUID |
|
|
Nota Geluid opstellen. |
Niet gestart. |
Bijlage IV Relatie 3D en andere
beleidsplannen
Beleidsplan |
Aard relatie met Duurzaamheidsplan |
Binnenstadsbeleid |
Bij het ontwikkelen van leefbaarheidsaspecten en het vormgeven
van de economische ontwikkeling in het kader van het
Binnenstadsmanagement dienen ook voor de langere termijn de
duurzaamheidprincipes gehanteerd te worden. |
Wijkplannen |
Bij het opstellen van de wijkplannen, dienen de
duurzaamheidsprincipes geïntegreerd te worden meegenomen. Bij de
opstelling zijn medewerkers van de sectie vervoerbeleid, de sectie
aanleg en onderhoud groen en de afdeling Milieu betrokken. Daarnaast
is een projectvoorstel opgenomen in het 3D-plan. |
Actieplan Delft Kennisstad |
De ontwikkelingskansen die het Delft kennisstad concept biedt
kunnen aansluiten op de duurzaamheidsprincipes. De vernieuwende
elementen en de koppeling daarvan aan het Milieutechnologiefonds
zijn van belang en bieden kansen. De duurzaamheidsprincipes dienen
in criteria te worden vertaald, zodat projecten, die worden
voorgesteld hieraan (mede) getoetst kunnen worden. |
Fietsactieplan |
Richt zich op een concrete uitwerking op de lange termijn van een
duurzaam vervoersprincipe. |
Ontwikkelingsvisie |
Het Duurzaamheidsplan legt de nadruk op de milieueffecten. Voor
een duurzame samenleving zijn meer elementen van belang. In de
ontwikkelingsvisie zullen naast de milieueffecten, met name de
sociale cohesie en de verantwoorde economische ontwikkeling verder
uitgewerkt moeten worden. |
Bijlage V Criteria voor financiering
uit het Energiefonds en het Milieutechnologiefonds
Tabel V.1 Criteria voor financiering uit het Energiefonds
Bij de vraag of een project voor financiering uit het
Energiefonds in aanmerking komt, spelen de volgende vragen een rol:
Draagt het project bij aan een structurele vermindering van
gebruik van fossiele brandstoffen in Delft?
|
Draagt het project bij aan het beperken van de energievraag?
|
Draagt het project bij aan het verhogen van het aandeel
duurzame energiebronnen in de energievoorziening van gebouwen
en/of wijken?
|
Draagt het project bij aan de vermindering van CO2-uitstoot?
|
Heeft het project relatie met het thema energie?
|
Draagt het project bij aan het vergroten van het draagvlak voor
het lokale energiebeleid?
|
|
Voorts geldt het volgende:
De uitvoering van een project/voorstel moet een aanwijsbaar
milieurendement hebben. Dit moet uit de onderbouwing blijken. Het
kan dan gaan om verbetering van het Delftse milieu (direct en/of
indirect) of om uitstralingseffecten (b.v. gedragsveranderingen op
langere termijn);
|
Vanuit de gemeentelijke optiek dient het voorstel een bepaalde
urgentie te hebben. Bijvoorbeeld als uitvoering van het voorstel
andere urgente plannen mogelijk maakt. Het kan ook gaan om
projecten die een vernieuwend karakter hebben en/of hoofdpunten
van het duurzaamheidsbeleid in het Collegeprogramma 1998-2002
benadrukken;
|
Een pré is als bij de uitvoering van het project zoveel
mogelijk wordt aangesloten bij de werkwijze van het college in
termen van wijkgericht werken, Delft Kennisstad en duurzaamheid;
|
De gemeente hecht waarde aan de voorbeeldfunctie op
energiegebied. Hierbij wordt gedacht aan (de onrendabele top van)
investeringen in duurzame energie of energiebesparingsmaatregelen
in gebouwen, diensten of instellingen (waaronder bedrijven),
machines en materieel van de gemeente;
|
Het moet in principe gaan om éénmalige projecten;
|
Doelgroepen
van het milieubeleid kunnen ook projecten indienen. Het gaat dan
om bedrijven, instellingen, scholen, milieu-organisaties, e.d.;
|
Projecten die de doelgroepen ondersteunen kunnen ook vanuit de
gemeentelijke organisatie ingediend worden;
|
Voor alle projecten geldt dat niet op een andere wijze moet
kunnen worden voorzien in de financiering. Dat betekent niet dat
naast het Energiefonds andere subsidies niet mogelijk zijn;
|
Een aangemeld project mag nog niet in uitvoering zijn genomen.
Projecten die al in een vergevorderd stadium van voorbereiding
zijn, komen evenmin in aanmerking;
|
Projecten die voortkomen uit achterstallig onderhoud komen niet
in aanmerking voor financiering;
|
Projecten die in aanmerking komen voor een bijdrage dienen
binnen een jaar in uitvoering te worden genomen;
|
De uitvoering van de projecten dient te worden afgesloten met
een evaluatieverslag.
Een pré is een relatie met subsidie voor de planontwikkeling
in het kader van het Delfts Energie Agentschap.
|
Tabel V.2 Criteria voor financiering van projecten uit het
Milieutechnologiefonds
Met extra impulsen op het gebied van milieutechnologie probeert
de gemeente samen met de partners in het veld te bereiken dat: |
het kenniscluster milieutechnologie versterkt wordt en er meer
gebruik van gemaakt wordt in - voor burgers, bedrijven en
instellingen goed zichtbare - praktische toepassingen in de stad
Delft;
|
het milieubeleid verder ontwikkeld wordt door gebruik te maken
van technologische ontwikkelingen en mogelijkheden;
|
initiatieven in technologische sfeer gesteund en ontwikkeld
worden ter versterking van het Delftse technologische imago.
|
Inzet van het mtf is een belangrijk middel om deze doelen te
bereiken. Zeker zo belangrijk is het versterken van het netwerk op
het gebied van milieutechnologie.
|
|
Om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit het mtf kunnen de
volgende criteria geformuleerd worden: |
Prioriteit wordt gegeven aan innovatief lokaal toepasbare
milieutechnologie-projecten in de brede zin des woords. Een grote
uitstraling en/of spin-off is daarbij een pré. Het (verwachte)
rendement van deze projecten (direct, indirect of op langere
termijn) moet daarbij aantoonbaar zijn;
|
Vervolgens kunnen gehonoreerd worden projecten die het
milieubeleidsplan van de gemeente Delft verder ontwikkelen of
technologische projecten die het Delftse technologische imago
versterken. Het onder A. Gestelde ten aanzien van uitstraling,
spin-off en rendement is ook hier van toepassing.
|
Voor beide categorieën geldt dat projecten die in samenwerking
met externe partners worden uitgevoerd een grotere kans op een
bijdrage maken. |
|
Nadere randvoorwaarden in meer instrumentele zin zijn: |
Er dient niet op een andere wijze te kunnen worden voorzien in
financiering van de projecten. Het dient duidelijk te zijn dat
zonder financiering vanuit het mtf het project moeilijk of niet
uitgevoerd kan worden. Daarbij zijn andere subsidiebronnen op zich
natuurlijk mogelijk. Projecten die in (een vergevorderd stadium
van) uitvoering zijn, komen niet voor financiering in aanmerking.
|
Projecten die voortkomen uit achterstallig onderhoud komen niet
in aanmerking voor financiering.
|
Projecten die in aanmerking komen voor een bijdrage dienen
binnen de jaarschijf in uitvoering te worden genomen. Indien dat
niet het geval is, wordt de bijdrage aan het project bij de
aanvang van de volgende jaarschijf weer in het fonds teruggestort
en dient het project indien nog opportuun - opnieuw te worden
meegewogen.
|
Een bijdrage uit het mtf heeft in principe een eenmalig
karakter, waarbij het project wel een meerjarig karakter mag
hebben. Indien tijdens de uitvoering van het project blijkt dat
aanmerkelijk meer rendement te verkrijgen is door uitvoering van
een vervolgproject is dat in principe eenmalig mogelijk. Dat
vervolgproject dient wel door de aanvrager opnieuw te worden
aangemeld.
|
De uitvoering van de projecten dient te worden afgesloten met
een evaluatieverslag. Hierbij dient een financiële paragraaf
gevoegd te zijn. In het kader van het project gemaakt rapportages
kunnen onderdeel uitmaken van het evaluatieverslag. De toegekende
bijdrage vanuit het mtf wordt achteraf betaalbaar gesteld na
ontvangst van het evaluatieverslag.
|
|
Tenslotte dient nog vermeld te worden dat in te dienen projecten
zowel inhoudelijk als financieel goed onderbouwd moeten zijn, zowel
financieel als technisch haalbaar moeten worden geacht, waarbij de
bijdrage uit het fonds in relatie tot het totaal benodigde bedrag
wordt meegewogen. |
|
Aanmelding van projecten staat in principe open voor alle
doelgroepen van het gemeentelijk beleid, maar niet voor individuele
personen. |
Bijlage VI Overzicht kredieten
Milieutechnologiereserve per 4-10-1999
Project- |
Krediet- |
omschrijving |
Geautoris. |
Uitgaven |
begroting 1999 |
Rekening 1999 |
Obligo´s |
restant nog |
nummers |
nummers |
|
kredieten |
t/m 1998 |
|
|
|
beschikbare |
OUD |
NIEUW |
|
|
|
|
t/m 01-10-1999 |
|
kredieten |
16.001 |
7.001.471 |
Retourneren en informeren 1996 |
250.000,00 |
165.807,16 |
84.192,84 |
2.820,00 |
|
81.372,84 |
16.002 |
7.001.472 |
Toekomst in de bodem zien 1996 + 1997 + 1998 |
430.000,00 |
165.736,00 |
264.264,00 |
51.000,00 |
|
213.264,00 |
16.003 |
7.001.473 |
Batig 1996 |
120.000,00 |
37.267,60 |
82.732,40 |
69.221,03 |
|
13.511,37 |
16.004 |
7.001.474 |
Restproject |
30.000,00 |
0,00 |
30.000,00 |
0,00 |
|
30.000,00 |
16.006 |
7.001.475 |
Energie omlaag 1996 + 1997 |
70.000,00 |
30.793,13 |
39.206,87 |
0,00 |
|
39.206,87 |
16.007 |
7.001.476 |
Electrische rondvaartboot 1997 |
100.000,00 |
90.000,00 |
10.000,00 |
0,00 |
|
10.000,00 |
16.009 |
7.001.477 |
Prijsvraag technologische uitbeelding 1997 |
125.000,00 |
0,00 |
125.000,00 |
0,00 |
|
125.000,00 |
16.010 |
7.001.478 |
Technologie langs de snelweg 1997 |
300.000,00 |
5.901,00 |
294.099,00 |
0,00 |
|
294.099,00 |
16.011 |
7.001.479 |
Milieu Technilogie prijsvraag 1997 |
125.000,00 |
0,00 |
125.000,00 |
0,00 |
|
125.000,00 |
16.012 |
7.001.480 |
Technoclusters 1997 |
30.000,00 |
0,00 |
30.000,00 |
0,00 |
|
30.000,00 |
16.020 |
7.001.481 |
Quick-scan MilieuTechnologie 1998 + 1999 |
225.000,00 |
41.130,99 |
183.869,01 |
25.586,75 |
|
158.282,26 |
16.021 |
7.001.482 |
Delfts blauwe daken 1998 |
60.000,00 |
13.225,84 |
46.774,16 |
34.608,81 |
|
12.165,35 |
16.024 |
7.001.483 |
Integraal waterbeheer 1998 |
25.000,00 |
21.440,00 |
3.560,00 |
0,00 |
|
3.560,00 |
|
7.001.484 |
Projectleiding Milieutechnologie 1999 |
75.000,00 |
0,00 |
75.000,00 |
0,00 |
|
75.000,00 |
|
7.001.485 |
Leerstoel afval management 1999 |
150.000,00 |
0,00 |
150.000,00 |
0,00 |
|
150.000,00 |
|
7.001.486 |
Ondergronds mechanisch parkeren 1999 |
50.000,00 |
0,00 |
50.000,00 |
25.000,00 |
|
25.000,00 |
|
7.001.487 |
Sustainable City 1999 |
50.000,00 |
0,00 |
50.000,00 |
44.386,80 |
|
5.613,20 |
|
7.001.488 |
Nul Energie Flat 1999 (Poptahof) |
50.000,00 |
0,00 |
50.000,00 |
0,00 |
|
50.000,00 |
|
7.001.489 |
Waterspeeltuin 1999 |
50.000,00 |
0,00 |
50.000,00 |
30.000,00 |
|
20.000,00 |
16.008 |
7.001.491 |
Milieu Intranet 1996 + 1997 |
100.000,00 |
93.810,45 |
6.189,55 |
5.922,00 |
|
267,55 |
|
7.001.492 |
Infozuil Stationsplein 1999 |
|
|
53.000,00 |
0,00 |
|
53.000,00 |
|
7.001.493 |
Oprichting Energie Agentschap |
|
|
310.000,00 |
0,00 |
|
310.000,00 |
|
7.001.494 |
BioMedTechprogramma Prov. Zuid Holland |
|
|
45.000,00 |
0,00 |
|
45.000,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal uitgaven |
|
2.415.000,00 |
665.112,17 |
2.157.887,83 |
288.545,39 |
0,00 |
1.869.342,44 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7.910.400.027 |
Reserve MilieuTechnologie Projecten |
|
|
|
|
|
|
|
|
saldo per 01-01-1999 |
|
|
|
2.524.869,59 |
|
|
|
|
prijscompensatie |
|
|
|
50.497,39 |
|
|
|
|
uitgaven |
|
|
|
288.545,39 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
saldo per 31-12 |
|
|
|
2.286.821,59 |
|
|
|
|
|
obligo´s |
|
|
0,00 |
|
|
|
|
|
restant kredieten |
|
|
1.869.342,44 |
|
|
|
|
|
virtueel saldo |
|
|
417.479,15 |
|
|
Colofon
Uitgave: Gemeente Delft
Dienst Beheer & Milieu, afdeling Milieu
Staalweg 1
Postbus 63
2600 AB Delft
Inlichtingen: Martijn Iping, telefoon (015) 2602997.
Procesbegeleiding: NovioConsult, Nijmegen.
Gemeente Delft, oktober 1999.
|