30 augustus 2001

naar agenda

• Adviesdienst Verkeer en Vervoer, Fiets en andere vervoerwijzen; 1995 vergeleken met 1986 en 1990, Rotterdam, 1997.
• Adviesdienst Verkeer en Vervoer/afdeling Basisgegevens, Verkeers Ongevallen Registratie (VOR) 1995-1997, 1998.
• Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Onderzoek Verplaatsings Gedrag 1995, Heerlen, 1996
• CROW, Ontwerpwijzer Tekenen voor de Fiets, Ede, 1993
• CROW, Plaatsmaken voor de fiets; leidraad voor parkeren en stallen, Ede, 1996.
• Fietsersbond enfb, Knelpuntennota, Delft 1996
• Gemeente Delft, Analyse knelpunten fietsroutenetwerk, 1998
• Gemeente Delft, Beleidsvisie van het Verkeers- en Vervoerplan Delft, 1998
• Gemeente Delft, Collegeprogramma 1998-2002, Delft, 1998
• Gemeente Delft, Kwaliteitsverbetering binnenstad, Delft, 1998
• Gemeente Delft, Stadspanel Delft 1990, Delft, 1990
• Gemeente Delft, Stadspanel Delft 1995, Delft, 1995
• Groen Licht, Fietsparkeeronderzoek binnenstad Delft, Tilburg, 1993
• Grontmij, Analyse verkeersveiligheid Delft 1994-1996, Waddinxveen, 1997
• Stadsgewest Haaglanden, Tweede Regionale Verkeers- en Vervoerplan, Den Haag, 1996
• Verkeersadviesburo Diepens en Okkema, Evaluatie fietsroutenetwerk Delft, Delft, 1994
• Vervoerregio Haaglanden, Op fietsbanden door Haaglanden: Het regionaal fietsplan, Den Haag, 1995

De beleidsvisie van het Verkeers- en Vervoerplan van de GemeenteDelft (april 1998) concentreert zich op de aspecten bereikbaarheid, veiligheid en milieu. Daarbij komen alle vervoerwijzen aan de orde. De centrale doelstelling luidt:

De ambitie is om de lokale verplaatsingen zo veel mogelijk op de fiets te laten plaatsvinden. Voor wat betreft de regionale verplaatsingen geldt deze ambitie met name het woon-werkverkeer. Om dat te bereiken is de volgende doelstelling geformuleerd:

Fietsnetwerk

• Realisatie van een fietsroute van Schipluiden via Tanthof naar Schie-oevers en TU-zuid.
• Realisatie van een fietsverbinding met de Vinex-locatie Delfgauw door middel van een tunnel onder de A13 (combinatie met OV-tunnel) met doortrekking van de fietsroute naar Pijnacker.
• Prioritering van overige knelpunten (en ontbrekende schakels) en opstellen van een uitvoeringsprogramma.
• Beheer en onderhoud van het fietsnet.

Stallingen

Zoeken en/of uitwerken van stallingsmogelijkheden op de volgende locaties:

• nabij het station
• op/rond de Markt
• in de omgeving Choorstraat/Vrouwjuttenland
• op de kop van de Brabantse Turfmarkt
• in de Paradijspoort
• in de Bastiaanpoort

Haalbaarheidsonderzoek naar bewaakte stallingsplaatsen, nabij de Markt en het Zuidpoortgebied, mogelijk in combinatie met gebouwde parkeervoorzieningen.

Haalbaarheidsonderzoek naar buurtstallingen voor dichtbebouwde woonbuurten.

Zoeken naar stallingsmogelijkheden bij belangrijke haltes van openbaar vervoer.

Bromfiets

In het kader van het Startprogramma Duurzaam Veilig zal door de Gemeente de invoering worden voorbereid van "Bromfiets op de rijbaan". met uitzondering van de wegen met meer dan één rijstrook per richting en/of een toegestane snelheid van meer dan 50 km/uur.

In het collegeprogramma 1998-2002 op het gebied van verkeer en vervoer o.a. aangegeven dat de doelstellingen van het Verkeers- en Vervoerplan herijkt zullen worden en dat tevens een actieplan voor fietsers zal worden opgesteld. De ambitie voor het fietsverkeer is als volgt geformuleerd: "Delft streeft ernaar om in de loop van deze periode weer het predikaat ‘beste fietsstad van Nederland’ te krijgen. Specifiek worden in het collegeprogramma de volgende elementen aangestipt:

• aanpak belangrijkste knelpunten in het fietsroutenetwerk, uitgaande van de inventarisatie van de ENFB.
• meer voorrang voor fietsers bij relevante verkeerslichten;
• uitbreiden van stallingsmogelijkheden;
• mogelijkheid van hogesnelheidsfietspaden onderzoeken;

Het tweede RVVP (Stadsgewest Haaglanden, november 1996) beschrijft het regionale verkeers- en vervoerbeleid. Het is een strategisch plan voor de lange termijn (tot 2010). Ten aanzien van het fietsbeleid wordt aangesloten op de in 1995 vastgestelde nota ‘Op fietsbanden door Haaglanden’. In deze nota is een regionaal fietsnetwerk vastgelegd. Dit netwerk geeft verbindingen aan tussen veel gebruikte voorzieningen en attractiepunten als stadscentra, grotere stadsdeelcentra, grote onderwijsinstellingen, werkgelegenheidsconcentraties, NS-stations en regionale voorzieningen op het gebied van recreatie, cultuur en medische zorg. Het plan is erop gericht dusdanige fietsvoorzieningen aan te leggen dat de fiets (op kortere afstanden) een goede concurrent van de auto kan worden. Ten aanzien van de regionale fietsroutes is een driedeling gemaakt:

A Voorbeeldroutes

B VINEX-routes

C overige routes.

De volgende routes zijn met name voor Delft van belang:

A2 (Rotterdam Noord-Delftsche Schie-Rotterdamseweg-Phoenixstraat- Delftweg-Rijswijk-Den Haag)

A4 (De Lier-Den Hoorn-Westlandse weg-Zuidwal-Delftse straatweg- Pijnacker-Zoetermeer)

B1 (Rotterdam Noord-Parallelweg A13-Brasserskade-Nootdorp-Voorburg Leidschendam)

B4 (De lier-Zweth-Haantje-Brasserskade-Ypenburg-Stompwijk)

B6 (Schipluiden-Den Hoorn-Wateringen-Kijkduin)

C4 (Schiedam-Abtswoude-provinciale weg-Prinses Beatrixlaan-Rijswijk-Den Haag)

C8 (Schipluiden-Den Hoorn-Rijswijk (via de nieuwe A4)-Voorburg- Leidschendam).

In het kader van de Wet Infrastructuurfonds heeft het stadsgewest Haaglanden de beschikking gekregen over de Gebundelde Doeluitkering verkeer en vervoer (GDU). Een groot deel van deze middelen zal worden gebruikt om deze regionale fietsroutes te realiseren. Gemeenten in het stadsgewest dienen hiervoor subsidie aan te vragen.

Op 16 en 18 november 1998 is voor bewoners en belangenorganisaties een binnenstadsconferentie georganiseerd waarin de genodigden hun ideeën, plannen, problemen en oplossingen in de binnenstad van Delft naar voren kunnen brengen. Voor deze conferentie zijn een viertal werkgroepen samengesteld, namelijk: Noordelijke binnenstad, de markt, beeldkwaliteit en bereikbaarheid. De fiets in de binnenstad werd met name behandeld in de werkgroep bereikbaarheid. De volgende knelpunten werden in deze werkgroep gemeld:

• routes naar binnenstad; Barbarasteeg, Oostpoort, oversteek Irenetunnel en Schoolstraat
• kwaliteit en kwantiteit van fietsparkeervoorzieningen in de binnenstad
• aandacht voor de fiets in de binnenstad, gezien haar belangrijk aandeel in verplaatsingen naar de binnenstad (ca. 45%)
• fietsers in het winkelgebied.

Als mogelijke oplossingsrichtingen werden genoemd:

• fietsroutes van en naar de binnenstad verbeteren
• het (maatschappelijk) nut van de fiets benadrukken
• de fiets in de binnenstad vertroetelen
• fietsparkeergarage op de markt
• invoering ‘veilige’ snelheid van ca. 18 km/uur
• rekening houden met andere vervoerwijzen (voetganger, auto, OV).

Het college van Burgemeester en Wethouders heeft toegezegd deze aspecten mee te nemen in de uitwerking van de visie op de binnenstad.

Voor het fietsactieplan zijn een aantal interviews gehouden met zes sleutelfiguren. De gesprekken waren erop gericht uit te vinden aan wat voor soort fietsplan behoefte is. Aan wat voor soort maatregelen en aan welke gebieden moet bij de uitvoering van het fietsactieplan prioriteit worden gegeven? De gesprekspartners is gevraagd welke richting het plan volgens hen uit zou moeten gaan.

Aanpak

Belangrijk voor de aanpak is goed rekening te houden met recente / toekomstige ontwikkelingen in Delft:

• technopark TU-zuid,
• zuidpoort,
• stationsomgeving,

Knelpunten herkomst

In het Westerkwartier is een probleem met het stallen van fietsen bij de woning. Een oplossing voor dit probleem is wel mogelijk met een fietstrommelproject, maar de situatie zal nooit optimaal worden.

Knelpunten onderweg

• toegangen tot de binnenstad;
• in plan Ypenburg weinig aandacht besteed aan de fiets;
• relatie TU-station en TU-binnenstad;
• oversteekbaarheid Phoenixstraat;
• regionale route naar Rijswijk - In de Boogaard;
• autovrij in binnenstad mag niet (te veel) ook fietsvrij worden;
• sociale veiligheid Buitenhofdreef / Voorhofdreef, route langs spoort valt wel mee door intensieve gebruik van deze route;
• subjectieve onveiligheid in Tanthof;
• bruggen in Delft vaak te steil voor fietsers.

Knelpunten bestemming

• parkeren van fietsen in binnenstad (bewaakte stalling?) en bij station

Prioriteiten

• stallingen binnenstad (mag best ten kosten gaan van parkeerplaatsen);
• relatie TU-station (met name oversteek Irenetunnel);
• route Zuidpoort;
• Phoenixstraat
• kruising Westlandseweg - Provinciale weg: meer prioriteit aan fietsers geven in Verkeers Regel Installaties;
• verbinding Tanthof - TU.

Aanpak

Bij de aanpak van het fietsactieplan moet het collegeprogramma het uitgangspunt zijn. De ambitie die hierin is geformuleerd is het vertrekpunt voor het fietsactieplan. Het is wenselijk dat de hoofdfietsroutes als herkenbare routes zoveel mogelijk los van het autoverkeer gerealiseerd worden.

Knelpunten herkomst

Bekeken moet worden of de stallingsvoorzieningen in herkomstgebieden verbeterd kunnen worden. Wijken die hiervoor in aanmerking komen zijn Westerkwartier, Wippolder, Olofsbuurt en binnenstad. Hierbij selectief te werk gaan.

Knelpunten onderweg

• route station - centrum - Emerald;
• route Hoornse Hof - centrum (als route slecht herkenbaar);
• tunneltjes provinciale weg onvindbaar;
• kruispunt Provinciale weg - Westlandseweg;
• kruispunt Westlandseweg - Papsouwselaan;
• grenzen van de binnenstad;
• oversteek Schoolstraat (keuze maken);
• oost-west route door de binnenstad (o.a. Oude Langedijk en Markt);
• relatie Ypenburg en relatie Den Hoorn bekijken;
• hoe omgaan met rood asfalt?

Knelpunten bestemming

In het algemeen zijn de stallingsfaciliteiten in de binnenstad een knelpunt. De kwantiteit en kwaliteit is mager. De bestaande fietsklemmen voldoen niet, het zijn er te weinig en staan soms op de verkeerde plaats. Zowel betaalde- als onbetaalde voorzieningen zijn nodig.

Aanpak

De FOB richt zich in haar reactie vooral op de bereikbaarheid en toegankelijkheid in de binnenstad van Delft. Daarnaast geeft zij aandacht aan het ontbreken van routes van grote woningbouwlocaties naar de Delftse binnenstad. Maatregelen voor de fiets moeten passen in de visie ten aanzien van het functioneren van de binnenstad. De historische binnenstad moet goed bereikbaar zijn voor alle modaliteiten (voetganger, fietser, automobilist, openbaar vervoerreizigers).

Knelpunten herkomst

• bewoners uit de binnenstad kunnen veelal niet goed hun fietsen parkeren.

Knelpunten onderweg

• buiten de binnenstad beschikt de fietser veelal over goede routes, in de binnenstad zijn deze routes slecht;
• de verboden en geboden voor fietsers zijn onduidelijk en niet altijd logisch (bijvoorbeeld eenrichtingswegen);
• de fiets heeft te weinig toegangen in de binnenstad en het centrum (de markt) is slecht bereikbaar;
• bewegwijzering op (hoofd)fietsroutes is onvoldoende;
• de Buitenwatersloot is een belangrijke toegangsroute naar de binnenstad; drempels maken deze route echter niet aantrekkelijk. De aansluiting van de Oostsingel is eveneens onvoldoende;
• de oversteekmogelijkheden over de Phoenixstraat zijn onrustig.

Knelpunten bestemming

• onvoldoende fietsparkeergelegenheid en veel fietswrakken bij het station;
• parkeren van de fiets bij winkels is moeilijk; er zijn niet of nauwelijks voorzieningen;
• conflict tussen fietsers en voetgangers in het winkel(voetgangers)gebied;
• slechte kwaliteit fietsparkeervoorzieningen;
• te gering aantal fietsparkeervoorzieningen in de binnenstad. Er bestaat geen negatieve houding ten aanzien van het her en der opheffen van autoparkeerplaatsen ten gunste van fietsparkeervoorzieningen.

Prioriteit

• (vraagvolgend)fietsparkeren in voeren in de binnenstad met ruime en kwalitatief goede voorzieningen (belangrijker en beter haalbaar dan bewaakt stallen);
• betere routes naar en in de binnenstad, vooral vanaf de nieuwe woningbouwlocaties;
• onderzoek naar mobiele bewaakte stalling in centrum;
• betere bewegwijzering op hoofdfietsroutes;
• uniforme bebording voor de fiets in de binnenstad, in combinatie met een goed handhavingsbeleid.

Aanpak

De Fietsersbond enfb heeft als uitgangspunt in haar reactie: ‘Delft Fietsstad’. De enfb-Delft is van mening dat het niveau van de fietsvoorzieningen in Delft een flinke achterstand heeft opgelopen t.o.v. een aantal vergelijkbare steden. Na realisatie van het netwerk in de jaren ‘80 is het fietsbeleid in Delft minder belangrijk geworden waardoor het credo: ‘Delft Fietsstad’ in de huidige situatie niet meer van toepassing is.

De voorgestelde aanpak middels het bepalen en aanpakken van fietsroutes onderschrijft de fietsersbond. De fietsersbond verwacht dan ook dat de concurrentiepositie van de fiets ten opzichte van de auto het best kan worden verbeterd middels de aanpak van stedelijke verbindingen. Tevens hecht de fietsersbond een grote waarde aan een complete aanpak van de gehele verplaatsingsketen.

Knelpunten herkomst

In het Westerkwartier is er een probleem met het stallen van fietsen bij de woning. Dit probleem speelt tevens in de binnenstad. Het probleem van het Westerkwartier kan deels ondervangen worden door het plaatsen van afsluitbare fietstrommels in de wijk. Voor de binnenstad kan gedacht worden aan de mogelijkheden voor inpandige stallingen.

Knelpunten onderweg

De Fietsersbond enfb heeft voormalig wethouder Boelens in november 1996 een knelpuntennota aangeboden. Naast de, in het gesprek genoemde, knelpunten is deze nota als leidraad aangehouden voor de weergave van de knelpunten onderweg. Een totaaloverzicht van de knelpuntenlijst in de aangeboden knelpuntennota is opgenomen in bijlage 2.

• het fietspad langs de Kruithuisweg houdt op ten hoogte van de woningbouw nabij de Kerkpolderweg. Fietsers dienen door de woonwijk hun weg te vervolgen;
• fietsverbinding richting Wateringen is van onvoldoende kwaliteit;
• routes voor nieuwe woongebieden (Schipluiden, Ypenburg, Emerald, TU-Zuid en Berkel en Rodenrijs) dienen van voldoende niveau te zijn;
• de snelheid van het gemotoriseerd verkeer in de binnenstad is te hoog (zie Binnenstadsconferentie);
• Röntgenweg-Abtswoudseweg en brug Westlandseweg-Locomotiefpad zijn een knelpunt wat betreft sociale veiligheid;
• de verbindingen door de binnenstad zijn moeizaam wat betreft 1- en 2-richtingsverkeer en het aantal routes door de binnenstad (Zuidpoortnota);
• de ruimte voor fietsers in de Barbarasteeg laat te wensen over;
• station Delft-TU wijk als route (met name oversteek Leeuwenhoeksingel -Hooikade);
• route Emerald-binnenstad als geheel is niet van voldoende kwaliteit. Het Oostplein biedt weinig ruimte voor de fietser en het is wenselijk de Oostpoortbrug alleen voor de fiets open te stellen;
• de verbindingen uit Delft in de richting van Wateringse Veld en Den Hoorn zijn moeilijk vindbaar;
• de wachttijden voor fietsers bij de verkeerslichten op de kruising Westlandseweg - provinciale weg zijn (te) lang.

Knelpunten bestemming:

• op het NS-station Delft zijn te weinig onbewaakte stallingsplaatsen gerealiseerd;
• nabij het NS-station Delft Zuid zijn niet voldoende fietsparkeervoorzieningen. In samenspraak met de TU kan de Gemeente een oplossing voor dit probleem aandragen;
• de binnenstadstalling moet in tegenstelling tot de wensen van de Gemeenteniet nabij de Zuidpoort gerealiseerd worden maar centraal in de binnenstad onder de Markt. Een goede uitstraling van de te realiseren fietsparkeergarage met voorzieningen zoals toiletten, kluisjes etc. is van groot belang.

Prioriteiten

• NS-station Delft -> stallingsprobleem
• oversteek van Leeuwenhoeksingel-Hooikade
• wachttijd verkeerslichten provinciale weg - Westlandseweg
• realisatie bewaakte stalling binnenstad
• kwaliteit gehele route Kruithuispad (Schipluiden-Emerald)
• buurtstallingen Westerkwartier (trommels etc.)
• veiligheid en ruimte voor fietsers Oostplein en Oostpoort (Emerald-binnenstad)

Aanpak

De aanpak, waarbij de prioriteiten worden bepaald aan de hand van wenslijnen van (potentiële) fietsers, wordt onderschreven. Dit is de belangrijkste aanvulling die nodig is op de netwerkaanpak die Delft in het verleden heeft gehanteerd. Het fietsgebruik in Delft is hoog, verbeteren zal daarom moeilijk zijn. Het plan moet zich vooral richten op het optimaliseren van fietsroutes en op het oplossen van knelpunten bij herkomst en bestemming.

Knelpunten Herkomst

• Midi-stallingen kunnen in Delft een goede oplossing bieden voor de knelpunten in het stallen bij de woning.

Knelpunten Onderweg

• In Delft kun je bijna overal fietsen, ook het tweerichtingsverkeer voor fietsers in eenrichtingstraten is redelijk goed geregeld. In de binnenstad zijn er enkele uitzonderingen. Eén van de weinige probleempunten die Delft kent ‘onderweg’ is het ontbreken van bewegwijzering.

Knelpunten Bestemming

• Het fietsparkeren in Delft heeft in het verleden veel te weinig aandacht gekregen. Op dit gebied doen zich dan ook de grootste problemen voor. Bij belangrijke bestemmingen moet de fiets een duidelijke plek gegeven worden, waarbij een droog zadel (kwaliteit) en framehekken (anti-diefstal) aandachtspunten zijn. Op de schaal van Delft zijn kleinschalige voorzieningen van maximaal 10 à 20 fietsen de beste oplossing.

Route Station-TU

Op de route van station naar TU zijn de volgende knelpunten te noemen:

• het stallen van fietsen bij het station: het gebruik van de bewaakte stallingen zou gestimuleerd moeten worden door met gemeentelijke subsidie het tarief te verlagen; alleen dan kan het aantal ‘smijtfietsen’ op het stationsplein worden teruggebracht;
• de inrichting van het stationsplein: de ruimte voor de fiets is niet herkenbaar (geen eigen kleur) en er doen zich gevaarlijke situaties voor;
• de bereikbaarheid van de bewaakte fietsenstalling die niet van de NS is;
• de oversteek bij de Irenetunnel (keuze maken tussen òf beter onmogelijk maken gelijkvloerse oversteek, òf beter mogelijk maken;
• gevaarlijke situatie bij oversteek Schieweg bij Abtswoudsepad;
• fietsparkeren bij een aantal faculteiten (o.a. Bouwkunde) op de verkeerde plek, omrijden/omlopen moet voorkomen worden.

Prioriteiten

• stationsomgeving
• fietsparkeren bij bestemmingen

Aanpak

Voor fietsende kinderen is het van groot belang dat het huidige snelheidsverschil tussen automobilisten en fietsers gereduceerd wordt. Een belangrijk middel hiertoe is een vergaande vorm van de implementatie van Duurzaam Veilig. Voor kinderen is het van groot belang dat de snelheid van het gemotoriseerd verkeer binnen de bebouwde kom 30 km/uur wordt. Vervolgens is het van groot belang dat alleen die wegen tot 50 km/uur worden aangewezen waar dit strikt noodzakelijk is. Een weg met een hoge intensiteit aan gemotoriseerd verkeer maar waar geen ruimte is voor vrijliggende fietspaden moet in de ogen van Kinderen Voorrang een maximale snelheid gelden van 30 km/uur.

Knelpunten Onderweg

• geparkeerde auto’s van ‘wegbrengers en ophalers’ in schoolomgevingen;
• maximum snelheid schoolomgevingen;
• snelheid gemotoriseerd verkeer in binnenstad is te hoog;
• oversteek voor de Vrije Akademie;
• Krakeelpolderweg;
• Nassaulaan;
• afslag/oversteek van Minervaweg maar J. van Lenneppad;
• Stalpaert vd Wieleweg;
• oversteek Lipkensstraat/Botaniestraat op de Julianalaan;
• kruispunt Westlandseweg met Papsouwselaan/Krakeelpolderweg. Voor (nog) niet zo bedreven fietsers zoals kinderen is het erg moeilijk dat voorsorterend autoverkeer, vaak met flinke snelheid, de fietsstrook kruist.

Knelpunten Bestemming

• fietsparkeervoorzieningen bij scholen;

Om de kosten te bepalen van de diverse maatregelen is uitgegaan van de volgende indicatieve basiskosten:

Bij een aantal maatregelen, zoals de reconstructie van kruispunten en de aanleg van verblijfsgebieden zullen er meerdere kostendragers zijn. De raming van deze kosten in het kader van het fietsactieplan betreft daarom alleen het gedeelte dat betrekking heeft op kosten die voor de fiets gemaakt worden. Dus: goede fietsvoorzieningen op het te reconstrueren kruispunt en de meerkosten van fietsvriendelijke snelheidsremmers in verblijfsgebieden. In de bijlage 5 zijn de bovenstaande basiskosten per maatregel en per route bepaald.

bron: CROW - Tekenen voor de fiets (publicatie 74)