30 augustus 2001

naar agenda

Per 1 januari 1996 is de eerste fase van het Bouwstoffenbesluit (BSB) in werking getreden. Per 1 januari 1999 is de tweede fase van kracht geworden en is in werking getreden op 1 juli 1999. De gemeente - gehouden tot medebewind - wordt bevoegd gezag. Bouwstoffen worden ingedeeld in verschillende categorieën op basis van uitloging en samenstelling. Voor de verschillende categorieën worden toepassingsvoorschriften gegeven.

De uitvoering van het bouwstoffenbesluit wordt geïntegreerd in het werkproces van de dienst Stadsontwikkeling en de dienst Beheer en Milieu. Uitvoerende taken komen terecht bij de secties van de sector Infra en van de afdeling OWW, opgevoerd in de diverse projecten. Bij de sector Ruimte komen uitvoerende taken in het werk van de ontwerpers van OOR en van de opzichters bij AOG. Bij BWT en Milieu komen extra toetsende en handhavingstaken in de procedure voor de behandeling van bouwvergunningen en -meldingen, grondwerkzaamheden (bodem) en werkzaamheden in de grond-, weg- en waterbouw. Daarnaast is er sprake van analysekosten bij handhavend optreden voor het nemen van monsters en het analyseren daarvan door een deskundig laboratorium.

Ten behoeve van de besluitvorming van de zomernota zijn ook reeds ramingen gemaakt voor de uitvoeringskosten van het BSB. De ramingen die bij de behandeling van de Zomernota zijn gemaakt zijn bijgesteld op basis van betere inzichten. Daarnaast zijn nu behalve de kosten van de dienst Stadsontwikkeling ook de werkzaamheden van de dienst Beheer & Milieu opgenomen.

Bij de behandeling van de Zomernota is besloten om de kosten voor de uitvoering van het BSB voor 1999 tot een bedrag van ƒ 100.000,00 ten laste van het algemeen te brengen. Tevens is toen besloten eventuele meerkosten voor de uitvoering in 2000 en verder in de tariefstelling van de bouwleges te verwerken.

Voor de financiering van de uitvoering van het BSB heeft de VNG overeenstemming bereikt met het ministerie van VROM. De bijdrage van het Rijk wordt in het Gemeentefonds gestort. Op basis van de Meicirculaire 1999 zijn de bedragen die Delft hiervoor ontvangt inmiddels ook bekend:
in 1999 ƒ 117.000,00 en in 2000 (en verder): ƒ 212.000,00.

In de bijlage treft u een overzicht aan van de geraamde uitvoeringskosten en de voorgestelde dekking, die hieronder nader wordt toegelicht. Tevens ziet u in de tabel voor 1999 de eenmalige opstartkosten vermeld.

Na verrekening met de dekking door het genomen besluit bij de Zomernota, en de uitkering uit het gemeentefonds is in 1999 nog ƒ 125.000,00 (inclusief eenmalige opstartkosten) en in 2000 (en verder) nog ƒ 90.000,00 te dekken.

Voorgesteld wordt de meerkosten in 1999 ad. ƒ 125.000,00 te dekken uit een verhoging van de raming van de bouwleges. Dit is mogelijk omdat de werkelijke opbrengsten bouwleges nu al ƒ 1,5 miljoen hoger zijn dan was begroot voor 1999.

Bij de behandeling van de Zomernota is door uw College besloten, dat de meerkosten voor 2000 en volgende jaren moeten worden gedekt uit een verhoging van het tarief van de bouwleges.

U wordt voorgesteld akkoord te gaan met de volgende punten:

• In te stemmen met de uitvoering van het Bouwstoffenbesluit;
  
• De meerkosten over 1999 (ƒ 125.000,00) te dekken via een verhoging van de raming van de opbrengsten bouwleges;
  
• De meerkosten voor 2000 en verder (ƒ 90.000,00) te dekken uit een verhoging van de tarieven van de bouwleges;
  
• De (budgettair neutrale) begrotingstechnische gevolgen van 2 en 3 mee te nemen bij de 2^e ATW van 1999 respectievelijk de 1^e ATW van 2000.

G.J. van Leeuwen, sectiechef BWT.

paraaf hoofd, d.d.

(a) Analysekosten komen voort uit onderzoek van monsters door laboratoria. Monsters dienen te worden genomen bij het handhaven van het BSB;

(b) Loonkosten worden in de projectadministratie meegenomen en worden rechtstreeks zichtbaar in de projectvoorstellen. De projectkosten voor infrastructurele werken zullen als gevolg van de uitvoering van het BSB derhalve evenredig toenemen.

De loonkosten voor het jaar 2000 en verder zijn conform de aanschrijvings-brief bij de begroting 2000 met 4,35 % verhoogd ten opzichte van 1999.

De analysekosten zijn opgenomen onder de betreffende sectoren/afdelingen, respectievelijk BoWon en Milieu.

De periodiek terugkerende kosten voor opleiding en automatisering zijn in de volgende tabel "BSB 2000" structureel opgenomen onder het hoofdje "bureaukosten". De bureaukosten zijn voor SO en B&M gelijk begroot.