Nota - Duurzaam Veilig, 30 km-gebieden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geacht College, Onder de noemer "Startprogramma Duurzaam Veilig" wordt door de gezamenlijke wegbeheerders een impuls gegeven aan het beleid gericht op de verkeersveiligheid. Taakstellingen daarbij zijn 25% minder verkeersslachtoffers in 2000 t.o.v. het gemiddelde over de periode 1984-1986 en 40% minder gewonden en 50% minder doden in 2010 ten opzichte van 1986. In dit verband worden een aantal verkeersregels gewijzigd en zal de weginrichting meer worden afgestemd op het daar gewenste gedrag. Voor Delft is dit startprogramma mede aanleiding voor de uitwerking van een stapsgewijze aanpak van de diverse acties in hun onderlinge samenhang die de gemeente in het kader van Duurzaam Veilig zal uitvoeren. Eén van de onderdelen is het aanwijzen en inrichten van verblijfsgebieden als 30 km-gebied. In het VVP is reeds vastgelegd welke gebieden in Delft binnen de bebouwde kom als verblijfsgebied gelden en die dan ook als zodanig zijn of moeten worden ingericht. Door het Ministerie van Verkeer & Waterstaat, het IPO en de VNG een convenant gesloten waarin is vastgelegd dat iedere gemeente voor 31 december 2001 50% van de verblijfsgebieden als 30 km-gebied moet hebben ingericht. Door het Rijk wordt subsidie beschikbaar gesteld voor de uitvoering van maatregelen. Voor het verkrijgen van deze rijkssubsidie dient de realisatie van 30 km-gebieden in een uitvoeringsplan te worden vastgelegd. In december 1998 is in het kader van deze regeling een subsidie-aanvraag ingediend conform het convenant Duurzaam Veilig. Voorwaarde voor het verkrijgen van de Rijkssubsidie is dat nog in 1999 een door de raad geaccordeerd uitvoeringsplan aan het Rijk wordt toegezonden.
DUURZAAM VEILIG IN DELFT Op dit moment bestaan er formeel gezien nog geen 30 km-gebieden in Delft. Op meer dan 25% van het wegennet in verblijfsgebieden zijn echter wel snelheidsremmende maatregelen aanwezig (o.a. woonerf), waardoor invoering van 30 km-gebieden daar snel is te realiseren (zie bijlage 1). In deze gebieden zijn slechts geringe infrastructurele maatregelen nodig voor de invoering van een 30 km-gebied (o.a. Tanthof Oost, Tanthof West, Hof van Delft). Daarnaast zijn er gebieden waar nog geen of weinig snelheidsremmende maatregelen aanwezig zijn (o.a. Voorhof, Buitenhof). In deze gebieden is een forse investering nodig om een 30 km-gebied te kunnen realiseren. Bij de verdeling van het budget over de verschillende wijken is rekening gehouden met het aantal kilometers weglengte waarop nog geen maatregelen aanwezig zijn. Op deze wijze wordt het budget zodanig verdeeld dat in gebieden waar geen/weinig snelheidsremmende maatregelen aanwezig zijn, meer middelen worden aangewend dan in gebieden waar nog weinig extra maatregelen nodig zijn. Gezien de ambitie van het college van B&W en de huidige inrichting in Delft is bij de subsidie-aanvraag ervan uitgegaan dat een hoger percentage dan de 50% te realiseren 30 km-gebieden haalbaar is voor 31 december 2001.
PRIORITEITSTELLING en FASERING Voor de prioriteitstelling is Delft verdeeld in een aantal gebieden, zodanig dat deze gebieden een logisch geheel vormen om 30 km-gebieden gebiedsgewijs in te kunnen voeren. Gezien het doel van Duurzaam Veilig is het aantal verkeersslachtoffers over de periode 94-96 als basis gebruikt voor de prioriteitstelling (bijlage 2). Aan gebieden waar veel verkeersongevallen gebeuren, is hierbij hogere prioriteit gegeven dan aan gebieden waar weinig ongevallen gebeuren. Aangezien een forse gemeentelijke bijdrage noodzakelijk is voor de uitvoering van de maatregelen wordt in de prioriteitstelling zoveel mogelijk aangesloten op geplande onderhoudswerkzaamheden in de wijken. Naast het oogpunt van efficiëncy hebben de bewoners op deze wijze ook zo min mogelijk overlast van invoering ervan. Op bijlage 3 staat het onderhoudsprogramma voor 1999 weergegeven. Het derde aspect bij de fasering is de wens vanuit de wijken tot instelling van een 30 km-gebied. De wensen van bewoners zijn via brieven of via de wijkcoördinatoren bij de gemeente bekend (zie bijlage 4). Ook is deze informatie verkregen uit de enquête over subjectieve verkeersveiligheid in Delft. Op het moment dat er geen wensen bekend zijn, houdt dit niet vanzelfsprekend in dat de behoefte niet aanwezig is. Combinatie van bovenstaande informatie heeft geleid tot een meerjarenplanning 30 km-gebieden, zoals is opgenomen in bijlage 5. Volgens de meerjarenplanning is per 31 december 2001 170 km weglengte (=75%) ingericht als 30 km-gebied. Deze planning is eind 1998 gehanteerd bij het aanvragen van de rijkssubsidie. Gezien de ontwikkelingen rond wijkgericht
werken en het nog ontbreken van de meerjarenplanning onderhoud bestaat de
mogelijkheid dat wijken onderling worden uitgewisseld.
FINANCIËLE MIDDELEN Voor de inrichting van deze verblijfsgebieden wordt door het Rijk een subsidie verleend van maximaal 40% van de gemaakte kosten per kilometer weglengte met een maximum van fl. 10.000,--. Tevens is door Haaglanden toegezegd dat de gemeenten kunnen rekenen op een subsidie van hun kant van 50% van de resterende kosten op basis van de GDU. Het overige bedrag dient gefinancierd te worden door de gemeente. Voor de subsidie-aanvraag eind 1998 is een raming gemaakt van het budget dat nodig is om per 31 december 2001 170 kilometer weglengte (=75%) ingericht te hebben als 30 km-gebied. Hierbij is uitgegaan van een maximale Rijksbijdrage van fl.10.000,-- per kilometer weglengte. Voor het benutten van deze maximale bijdrage moet per kilometer weglengte een bedrag van fl. 25.000,-- geïnvesteerd worden. Dit is te beschouwen als een lage investering voor een effectieve inrichting.
Inmiddels is aan de gemeente Delft een Rijkssubsidie toegezegd van fl.367.741,--. Dit bedrag is fors lager dan de conform de regeling aangevraagde fl.1.700.000,--. Oorzaak hiervan is dat bij het Rijk meer subsidie-aanvragen zijn ingediend, dan vooraf was ingeschat. Hierdoor is op het totaal te verstrekken subsidiebedrag een verdeelsleutel toegepast, zodat iedere gemeente een evenredig bedrag ontvangt. Gezien het ambitieniveau van het college en de wens om maximaal gebruik te maken van de bijdrage van Haaglanden, wordt voorgesteld de gemeentelijke bijdrage niet aan te passen.
Uitgaande van een investeringsbedrag van gemiddeld fl.25.000,-- per kilometer weglengte kan hiervoor 116 km weglengte als 30 km-gebied worden ingericht. Deze lengte komt globaal overeen met 50% van de totaal in te richten weglengte, zodat de doelstellingen van Duurzaam Veilig alsnog behaald worden. Uitgangspunt hierbij is wel dat de gemeente Delft kwaliteit verkiest boven kwantiteit van de maatregelen. Verspreid over Delft worden op diverse plaatsen maatregelen uitgevoerd voor 30-km gebieden. Echter het 30 km-gebied wordt pas formeel bekrachtigd met een verkeersbesluit op het moment dat de maatregelen in het totale gebied voldoen aan de richtlijnen voor 30 km-gebieden. Tot en met 2001 wordt in het grootste gedeelte van Delft begonnen met de voorbereiding voor de invoering van 30 km-gebieden. Gezien het beschikbare budget en de weglengte die ingericht dient te worden als 30 km-gebied zal echter niet voor alle gebieden al een verkeersbesluit zijn genomen aan het eind van 2001. GEMEENTELIJKE BIJDRAGE Voor de inrichting van de 30 km-gebieden is tot en met 31 december 2001 is een gemeentelijke bijdrage van fl. 1.200.000,-- nodig. Van dit bedrag wordt zowel de uitvoering als een percentage voorbereiding gefinancierd. Een deel van dit bedrag is in het verleden reeds uitgegeven in het kader van onderhoudswerkzaamheden of nieuwbouw (in-/uitritconstructies aan de van Miereveltlaan, verkeersdrempels in de Mijnbouwstraat, gebied Hooikade-Zuideinde, Delftse Zoom). Voor deze werkzaamheden is met terugwerkende kracht wel subsidie te verkrijgen bij het Rijk en Haaglanden Voor de het overige bedrag van fl. 900.000,-- dient dekking gevonden te worden. Voorgesteld wordt hiervoor jaarlijks fl. 100.000,-- t.l.v. uitvoering VVPen voor de jaren 2000 en 2001 een bedrag van fl. 300.000,-- t.l.v. MRSA. Het totaal te voteren krediet komt hiermee op fl 2.467.741,--. (fl. 2.767.741,-- - fl.300.000,--)
Medio 2001 wordt een voortgangsrapportage opgesteld met een voorstel voor de uitvoering van de resterende gebieden. AANPAK INVOERING 30 km-gebieden verdeling financiële middelen Het benodigde budget voor de invoering van 30 km-gebieden is onderverdeeld in budgetten per wijk. Voor een verdeling van het budget is per gebied een globale schatting gemaakt van het aantal gewenste maatregelen. Uitgangspunt hierbij is de ontwerprichtlijn Duurzaam Veilig. Per soort maatregel is een raming gemaakt van de kosten. Combinatie van de maatregelen met de kosten heeft geleid tot een verdeling per gebied, zoals opgenomen is in bijlage 6. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het hierbij gaat om een indicatieve verdeling. Op het moment dat blijkt dat voor een bepaald gebied minder geld nodig is bij de uitvoering van maatregelen, wordt het overgebleven budget doorgeschoven naar gebieden waar nog weinig maatregelen zijn of gebieden waar door de aard van het gebied maatregelen duurder uitvallen (denk aan binnenstad of bedrijfsgebieden). De verdeling van het budget is wel zodanig dat in alle gebieden voldoende maatregelen getroffen kunnen worden om een 30 km-gebied in te kunnen stellen. planvorming Gebieden worden volgens de opgestelde meerjarenplanning aangepakt. Hierbij wordt per gebied zoveel mogelijk aangesloten op overige plannen en werkzaamheden in de wijk zoals wijkplannen en onderhouds- en rioleringswerkzaamheden. Bij de planvorming wordt allereerst geïnventariseerd op welke plaatsen snelheidsremmende maatregelen aanwezig zijn. Na communicatie met bewoners en op basis van de richtlijnen voor de inrichting van 30 km-gebieden wordt aangegeven welke aanvullende maatregelen getroffen moeten worden om een 30 km-gebied in te kunnen stellen. Deze maatregelen worden opgenomen in een inrichtingsplan en een bebordingsplan per gebied. In de richtlijnen staat omschreven welk soort maatregelen kunnen worden toegepast voor de invoering van een 30 km-gebied. Veelal houdt dit in dat bij de in-/uitgangen van de wijken tenminste visuele maatregelen getroffen worden, zoals het plaatsen van bebording, eventueel ondersteund met een in-/uitritconstructie. In het 30 km-gebied zelf zijn snelheidsremmende maatregelen gewenst bij conflictpunten, zoals kruispunten en oversteekplaatsen. Hierbij moet onder andere gedacht worden aan drempels, plateaus, sluizen en versmallingen. Afhankelijk van de situatie ter plekke en het beschikbare budget wordt per gebied bekeken waar welke maatregelen getroffen worden. Na afronding van het inrichtings- en bebordingsplan wordt een verkeersbesluit aangevraagd om het 30 km-gebied formeel te bekrachtigen. Op het moment dat de procedure voor het verkeersbesluit is afgerond, kunnen de maatregelen in de wijken worden uitgevoerd. woonerven in 30 km-gebieden Op een aantal plaatsen in Delft zijn in het verleden woonerven aangelegd. In een woonerf zijn geen hoogteverschillen aanwezig in het wegprofiel. Voor de voetgangers zijn er dan ook geen aparte trottoirs, maar door middel van kleur en afwijkende bestratingssoorten worden plekken voor de verschillende verkeersdeelnemers gemarkeerd. Parkeren is slechts toegestaan op daartoe aangegeven plaatsen. De maximale snelheid in een woonerf bedraagt 15 km/u. De inrichting van een woonerf breng echter relatief hoge kosten met zich mee. Daardoor worden nog maar op beperkte schaal nieuwe woonerven aangelegd (in nieuwbouwgebieden) en worden bestaande straten niet meer als woonerf ingericht . In een 30 km-gebied zijn er aparte verkeersruimtes voor de verschillende verkeersdeelnemers. Het 30 km-gebied kent trottoirs voor de voetgangers. Parkeren is toegestaan langs de rijbaan. Bestaande straten zijn dan ook relatief eenvoudig aan te wijzen en in te richten tot 30 km gebied. Bij de realisatie van 30 km-gebieden blijven bestaande woonerven gehandhaafd. Slechts op die plaatsen waar het woonerf niet voldoet aan de inrichtingseisen van een woonerf vindt in uitzonderlijke gevallen omzetting plaats naar een 30 km-gebied dit in nauwe samenspraak met bewoners. Uit oogpunt van eenheid in het beleid wordt ernaar gestreefd zo groot mogelijke 30 km-gebieden in te richten (daarbinnen kunnen dus woonerven (15 km/u) voorkomen). COMMUNICATIE Met de vaststelling van het Verkeers- en Vervoerplan zijn de verblijfsgebieden voor Delft bepaald. Dit plan is destijds breed gecommuniceerd. Op het moment dat in een gebied plannen worden gemaakt voor de invoering van een 30 km-gebied vindt communicatie met de bewoners plaats. Tevens wordt ieder verkeersbesluit ter inzage gelegd. Gezien bovengenoemde inspraakmogelijkheden wordt op dit moment afgezien van een formele inspraakprocedure voor dit uitvoeringsplan, zodat op zo kort mogelijke termijn gestart kan worden met de invoering van 30 km-gebieden in diverse wijken. BESLUIT U wordt voorgesteld in te stemmen met:
Kraaikamp sector Inra/ sectie Vervoersbeleid
Paraaf sectorhoofd d.d. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |