Raadsvoorstel stuk 37 (00/003259) | ||
|
Stuk 37 I nr. 00/003259 Delft, 14 maart 2000. Onderwerp: Vaststelling van de gemeenschappelijke regeling archeologie De Lier
Aan de gemeenteraad.
Op 25 november 1999 heeft u de "Gemeenschappelijke regeling archeologie Schipluiden" vastgesteld. Hiermee werd een overeenkomst aangegaan met de gemeente Schipluiden voor het leveren van archeologische zorg vanuit de gemeente Delft. Vanuit de gemeente De Lier is nu eenzelfde vraag gekomen. Het gemeentebestuur van De Lier heeft reeds te kennen gegeven onder dezelfde voorwaarden als Schipluiden een dergelijke overeenkomst aan te gaan. Omdat de te leveren zorg minder zal zijn dan in Schipluiden wordt er in de overeenkomst uitgegaan van 7 dagen structurele zorg per jaar voor een vast bedrag van 6.520,-- per jaar en dat verdergaande hulp op projectbasis zal worden geregeld. Net als bij de regeling met Schipluiden zal nu ook de gemeente De Lier na het nemen van de besluiten een verzoek tot graafbevoegdheid indienen bij het Ministerie van OCW. Na de Raad voor Cultuur geraadpleegd te hebben neemt de Minister vervolgens een besluit. De gemeenschappelijke regeling dient tevens te worden gemeld bij de provincie Zuid-Holland. Wij stellen u voor, onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie duurzaamheid, het bijgaande ontwerpbesluit vast te stellen.
Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Delft, H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
N. Roos ,secretaris. Stuk 37 II Nr. 00/003259 De gemeenteraad, het College van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Delft; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 maart 2000; gelet op het advies van de commissie Duurzaamheid; gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, de Wet gemeenschappelijke regelingen, alsmede de Monumentenwet 1988; overwegende dat het wenselijk is dat de gemeente De Lier, gelet op het kunnen verkrijgen van een vergunning voor het verrichten van opgravingen als bedoeld in artikel 39 van de Monumentenwet 1988, samenwerkt met de gemeente Delft op het gebied van archeologisch onderzoek en het hebben van een depot voor het onderbrengen van vondsten uit opgravingen;
b e s l u i t e n : vast te stellen de navolgende: Gemeenschappelijke regeling archeologie De Lier. Artikel 1. Doel van de regeling. De Gemeenschappelijke regeling heeft tot doel samenwerking tussen de gemeenten De Lier en Delft op het punt van archeologie van de gemeente De Lier. Artikel 2. Taken van de deelnemers. lid 1. Het gemeentebestuur van De Lier draagt zorg voor het navolgende:
lid 2. Het gemeentebestuur van Delft draagt zorg voor het navolgende:
Beleidstaken
Documentatie
Voorlichting, educatie en publiciteit
c. het kunnen voorzien in depotruimte, indien de gemeente De Lier daarin zelf niet of onvoldoende blijkt te kunnen voorzien.
lid 1. Het gemeentebestuur van De Lier betaalt voor de archeoloog aan het gemeentebestuur van Delft een vast bedrag van 6.520,--, exclusief B.T.W. per jaar voor de uitvoering van de werkzaamheden, die zijn genoemd in artikel 2, lid 2 sub b. Dit bedrag wordt jaarlijks proportioneel verhoogd aan de hand van de toepasselijke salarisverhoging voor gemeente-ambtenaren. lid 2. Het gemeentebestuur van De Lier betaalt aan het gemeentebestuur van Delft voor opgravingen projectkosten, die gerelateerd zijn aan de aard en de omvang van de te verrichten werkzaamheden. lid 3. De in het vorige lid genoemde projectkosten worden per project nader overeengekomen.
Vóór 1 mei van elk jaar gedurende de looptijd van deze regeling wordt het gemeentebestuur van De Lier door het gemeentebestuur van Delft geïnformeerd over de uitvoering van deze regeling. Artikel 5. Wijziging en opheffing lid 1. Deze regeling kan worden gewijzigd, dan wel worden opgeheven na een daartoe strekkend besluit van de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de deelnemende gemeenten, ieder voor zover het hun eigen verantwoordelijkheid betreft. Een voorstel tot wijziging kan door elk der deelnemende gemeenten afzonderlijk worden gedaan. lid 2. De wijziging of opheffing treedt in werking op de dag, volgend op die van opname van de betreffende besluiten in het register, als bedoeld in artikel 27, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, tenzij een later tijdstip is bepaald. lid 3. Wanneer de deelnemende gemeenten besluiten tot opheffing van de regeling zal in onderling overleg bezien worden of er sprake is van daaruit voortvloeiende kosten en zo ja, hoe deze kosten over de deelnemende gemeenten verdeeld moeten worden. Artikel 6. Toezending en publicatie. lid 1. Het gemeentebestuur van Delft zendt deze regeling, alsmede besluiten tot wijziging en opheffing aan gedeputeerde staten van Zuid-Holland. lid 2. De besturen van de deelnemende gemeenten dragen op de gebruikelijke wijze, overeenkomstig het bepaalde in artikel 26, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, zorg voor de bekendmaking van de inwerkingtreding van de regeling of van besluiten tot wijziging, opheffing, toetreding en uittreding. Artikel 7. Slotbepalingen. lid 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van opneming in het register, als bedoeld in artikel 27, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. lid 2. Deze regeling kan worden
aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling archeologie Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 maart 2000.
,burgemeester.
,secretaris. Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft op 29 februari 2000.
,burgemeester.
,secretaris. Aldus vastgesteld door de burgemeester van Delft op 29 februari 2000.
|
|
![]() |
![]() |