Stuk 39 I
Nr. 00/004140
Delft, 14 maart 2000.
Onderwerp: wijziging van de Wet Ruimtelijke Ordening.
Aan de gemeenteraad,
Geachte dames en heren,
Eén van de taken van een gemeente is het formuleren en uitvoeren van ruimtelijk beleid. Die bevoegdheid ontleent de gemeente aan de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO). Met ingang van 3 april 2000 wordt een wijziging van de WRO van kracht.
Deze verandering (voor zover hier van belang) betreft artikel 19. Dit artikel betreft de mogelijkheden voor het gemeentebestuur om in afwijking van het geldende bestemmingsplan vrijstellingen te verlenen. Nieuw is hierbij de zelfstandige projectprocedure, waarbij -zonder dat er sprake is van urgentie en van een in voorbereiding zijnd nieuw bestemmingsplan- vrijstelling kan worden verleend. Deze zelfstandige projectprocedure wordt bepaald in het nieuwe artikel 19, eerste lid. Voor situaties waarin sprake is van oude bestemmingsplannen (ouder dan 10 jaar) blijft een anticipatieprocedure bestaan in artikel 19 (nieuw).
In het kader van dit raadsvoorstel is de inspraak met betrekking tot de uitvoering van artikel 19 eerste en vierde lid van de WRO aan de orde.
In artikel 6a van de WRO wordt bepaald, dat het gemeentebestuur de ingezetenen van de gemeente betrekt bij de voorbereiding van ruimtelijke plannen. Dat moet, zo staat in dat artikel, op de wijze zoals dat in de gemeentelijke inspraakverordening is geregeld. De wijziging van de WRO betreft ook dit artikel 6a, waardoor uitdrukkelijk wettelijk wordt bepaald, dat ook voor de zelfstandige projectprocedure in inspraak moet worden voorzien.
De huidige gemeentelijke inspraakverordening voorziet niet in inspraak ter zake van artikel 19 lid 1en lid 4. Om hierin wel te voorzien wordt voorgesteld de Inspraakverordening zodanig aan te passen, dat ook de inspraakvoorziening geldt voor de voorbereiding van de toepassing van artikel 19 lid 1 en lid 4 WRO.
Wij stellen u voor, onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie duurzaamheid, het in concept bijgaande besluit vast te stellen.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Delft,
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
N. Roos ,secretaris.
Stuk 39 II
Nr. 00/004140
De raad der gemeente Delft;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 maart 2000,
gelet op de wijziging van artikel 6a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (Staatsblad 1999, 302),
b e s l u i t :
-
De inspraak op grond van de Inspraakverordening uit te breiden met inspraak op de voorbereiding van de toepassing van art 19 lid 1 en lid 4 van de WRO;
-
de Inspraakverordening aan te passen door toe te voegen aan artikel 2, tweede lid onder a (achter het woord "ordening" en na weglating van de punt-komma): "en de voorbereiding van zelfstandige projectprocedures en anticipatieprocedures op grond van artikel 19, eerste lid en vierde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening".
-
dat bovenstaande aanpassing van de Inspraakverordening in werking treedt per 3 april 2000
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 maart 2000.
,burgemeester.
,secretaris.
