30 augustus 2001

Raadsvoorstel stuk 47   (00/005071) 
 


naar agenda

 

Stuk 47

00/005071

Delft, 11 april 2000.

Onderwerp: Voorontwerp busroute over de Wateringseweg / beschikbaar stellen van een aanvullend krediet van f 8.100.000,-- voor het uitwerken en daadwerkelijke realiseren van een busroute over de Wateringseweg.

 

Aan de gemeenteraad,

Geachte dames en heren,

Het stadsgewest Haaglanden heeft in haar brief van 10 december 1997 een overdrachtsdokument aangeboden betreffende het project 61a van de lijst van EISS-projecten (Extra Investeringsimpuls Stads- en Streekvervoer) binnen het stadsgewest. Het stadsgewest verzoekt de gemeente Delft daarin het doorstromingsproject Calvé-verbinding ten behoeve van openbaar vervoer verder uit te werken.

Op 25 juni 1998 heeft de raad ingestemd met bovengenoemd verzoek en besloten een rendabel krediet van f 150.000,-- beschikbaar te stellen ten behoeve van het opstellen van een programma van eisen voor het project "openbaar vervoerverbinding Wateringseweg" , zoals het doorstromingsproject nu wordt genoemd, en opdracht te verlenen aan de sector Infrastructuur dit project verder voor te bereiden en te realiseren.In het kader van de EISS-regeling is door het stadsgewest Haaglanden een budget gereserveerd voor het onderhavige project van 7,5 miljoen incl. BTW, waarvan 5,5 miljoen exclusief BTW voor de realisatie en ca. 0,9 miljoen exclusief BTW (16%) voor de VAT. De uiteindelijke kosten mogen niet meer dan 10% afwijken van de oorspronkelijke raming.

Het stadsgewest Haaglanden subsidieert dit project voor 100% (mits voldaan wordt aan de EISS-regeling). In de EISS-regeling is de uiterste startdatum van projecten bepaald op 31 december 2000. Over de einddatum zegt de regeling dat de Minister deze nader kan vaststellen. Uit zekerheidsoverwegingen hanteert Haaglanden de uiterlijke einddatum van 31 december 2001 voor zowel de technische als financiële afronding van de projecten.

De ambitie van stadsgewest Haaglanden, ondersteund door de gemeente Delft, is de concurrentiepositie van het openbaar vervoer ten opzichte van de auto te verbeteren.

Momenteel is de busverbinding tussen station Delft-centrum en de Rijswijkse Plaspoelpolder verre van ideaal. Het wordt noodzakelijk geacht deze verbinding te verbeteren, waarbij de Wateringseweg wordt gezien als de meest realistische optie voor de interlokale openbaar vervoerverbinding.

Bij realisatie van een busverbinding over de Wateringseweg zal er een snelle verbinding (ca 4 minuten, of tewel 30%, vermindering van de reistijd ten opzichte van de huidige situatie) gecreëerd worden tussen station Delft en Rijswijk (Plaspoelpolder).

Op de geplande route zijn in de huidige situatie een aantal duidelijke knelpunten te onderscheiden.

  • De Wateringseweg wordt gebruikt als sluipverkeerroute.

  • Het is nu voor een lijnbus onmogelijk om vanaf de Nieuwe Plantage op de vrije bus-/ trambaan van de Wateringse vest te komen.

  • Het brugdek van de Lepelbrug is te smal en de aansluitende bocht te krap om een bus en een personenauto elkaar te laten passeren. Gevolg is wachttijden en dus rijtijdverlies.

  • Op de kade bij de DSM-Gist wordt vaak fout geparkeerd wat de verkeersdoorstroming belemmert.

  • De huidige Kolenhavenbrug is niet geschikt (of geschikt te maken) voor busverkeer.

  • De Wateringsebrug over de Kerstanje (bij ‘t Haantje) is te smal voor autoverkeer in twee richtingen. Als gevolg van de beperkte ruimte op de brug is de veiligheid van fietsers regelmatig in het geding.

In de voorbereidende fase is, op basis van het bij het overdrachtsdocument behorende rapport en op basis van gesprekken met medewerkers van de provincie Zuid-Holland, het Hoogheemraadschap van Delfland, gemeente Rijswijk, Calvé, DSM-Gist en Connexxion en op basis van intern overleg binnen de gemeente, een programma van eisen en wensen vastgesteld.

De verschillende varianten zijn besproken met, c.q. tot stand gekomen na overleg met medewerkers van de provincie Zuid-Holland, het Hoogheemraadschap van Delfland, gemeente Rijswijk, Calvé, DSM-Gist en Connexxion.

De provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap van Delfland hebben, op verschillende gronden, een duidelijke voorkeur voor variant 1a/b en 3.

Connexxion heeft een duidelijke voorkeur voor variant 1a/b maar kan met alle andere varianten ook instemmen indien de rijtijdwinst van ca. 4 minuten maar wordt gehaald.

Calvé en DSM-Gist zien het liefst dat de bereikbaarheid voor personenauto’s vanuit Rijswijk gehandhaafd blijft zoals in de huidige situatie en variant 3. Beide bedrijven hebben echter geen bezwaren tegen het aanleggen van een autostop of selectief toelatingssysteem volgens variant 1a/b en zien daarbij ook veel voordelen in een verkeersluwe Wateringseweg. Variant 2 is niet gewenst omdat dit minder parkeerruimte op de kade oplevert en omdat de wachtstrook voor de bezoekende vrachtauto’s van Calvé vervalt.

Op 12 oktober 1999 is in een besloten deel van de vergadering de mening gepeild van de leden van de commissie Duurzaamheid over het eventueel volledig afsluiten van de Wateringseweg voor doorgaand autoverkeer. Ook op bestuurlijk niveau heeft er overleg plaatsgevonden tussen de gemeente Delft en de gemeente Rijswijk over het eventueel volledig afsluiten van de Wateringseweg voor doorgaand autoverkeer.

De gemengde reacties uit de commissie Duurzaamheid over de noodzaak van de autostop en de afwijzende reactie van de gemeente Rijswijk op het voorstel geven aan dat er op dit moment onvoldoende draagvlak is voor variant 1a, het volledig afsluiten van de Wateringseweg voor doorgaand autoverkeer. Er worden veel problemen voorzien met de Rijswijkse bewoners van het Jaagpad e.o. die sterk zijn georiënteerd op de stad Delft. Deze bewoners maken nu veel gebruik van de Wateringseweg om per auto richting de Delftse binnenstad te rijden.

Op 12 januari 2000 is er een informatieavond gehouden voor alle bewoners en bedrijven gelegen aan de Wateringseweg en omgeving en rondom de kruising Lange Kleiweg en ’t Haantje. Hierbij zijn de plannen van de gemeente Delft betreffende de busroute toegelicht en zijn twee mogelijke oplossingen ter discussie aangedragen te weten variant 1b het aanbrengen van een selectief toegangssysteem en variant 3 de huidige situatie zoveel mogelijk handhaven en extra fietsvoorzieningen aanbrengen rondom de Wateringsebrug.

Aan het eind van de avond werd vastgesteld dat:

  • er twijfel bestaat aan het nut van de voorgestelde openbaar vervoersverbinding;

  • dat er nog onderzocht moet worden of het busverkeer extra trillingen veroorzaakt aan de woningen langs de Nieuwe Plantage;

  • de aanwezige bewoners liever een route met selectieve afsluiting zien (variant 1b) dan een route zonder afsluiting (variant 3);

  • er gekeken moet worden naar het conflict tussen het scheepvaart verkeer en het busverkeer bij de Kolenhaven;

  • de verkeersintensiteit op ‘t Haantje na aanleg van de route nog een vraagpunt is;

  • ten tijde van de bouw er een voorziening moet komen voor langzaam verkeer.

De punten 2, 4 en 5 zijn nader onderzocht en de resultaten zijn in de voor u ter inzage gelegde nota "Voorontwerp busroute over de Wateringseweg" verwerkt.

Een onderbouwing van punt 1 en de resultaten van de onderzochte punten 2, 4 en 5 zijn ook verwerkt in een brief aan de aanwezigen op de informatieavond. Tevens is daarbij aangegeven hoe de verdere besluitvorming zal gaan plaatsvinden. (zie de voor u ter inzage gelegde bijlagen verslag informatieavond en brief met resultaten van de onderzoeken)

Voor het aanbrengen van tijdelijke voorzieningen tijdens de bouw zijn extra kosten opgenomen in de ramingen.

Afwegende de voor- en nadelen van de varianten en de reacties van de direct belanghebbenden en na toetsing van varianten aan het programma van eisen en wensen, wordt in de nota "Voorontwerp busroute over de Wateringseweg" voorgesteld om variant 1b uit te werken tot een definitief ontwerp.

De belangrijkste kenmerken van variant 1b zijn naast het maken van een nieuwe brug op de plaats van de huidige Kolenhavenbrug en diverse andere aanpassingen aan de route, het weren van sluipverkeer d.m.v. een selectief toegangssysteem nabij de Wateringsebrug.

De kosten van variant 1b zijn geraamd op f 8.250.000,-- en vallen binnen het voor dit project beschikbare budget bij stadsgewest Haaglanden (f 7.500.000,-- met een maximale afwijking van 10%: f 8.250.000,--).

De kosten voor preventief onderhoud van het systeem en de kosten voor het onderhouden van bestanden en registreren van (tijdelijke) ontheffingen bedragen jaarlijks ca. f 50.000,-- incl. BTW.

De onderhoudskosten voor een periode van twee jaar zijn in de raming opgenomen. Dit in afwachting van de mogelijke installatie van meerdere camera-systemen in Delft (Midden-Delfland).

In overeenstemming met het advies van de commissie duurzaamheid stellen wij u voor in te stemmen met:

  • Het beschikbaar stellen van een aanvullend volledig rendabel krediet van f 8.100.000,--, als aanvulling op het in 1998 ter beschikking gestelde voorbereidingskrediet van f 150.000,--, dat benut mag worden na ontvangst van de subsidiebeschikking voor het uit laten werken van het voorontwerp tot een definitief ontwerp en de daadwerkelijk realisatie van het project volgens variant 1b, waarbij sluipverkeer wordt geweerd d.m.v. een selectief toegangssysteem nabij de Wateringsebrug, en hiertoe vast te stellen de 17 wijziging van de gemeente begroting voor het jaar 2000.


Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Delft,

H.M.C.M. van Oorschot, burgemeester.

 

N. Roos, secretaris.

terug naar boven