Raadsvoorstel stuk 73 (00/009702) Vbb binnenstad | ||
|
Stuk 73 I 00/009702 Delft, 9 mei 2000. betreft: voorbereidingsbesluit binnenstad.
Aan de gemeenteraad. Geachte dames en heren, Op 22 september 1999 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) het goedkeuringsbesluit van gedeputeerde staten van het bestemmingsplan Technische Herziening Komplan 1996 (THK) vernietigd. De oorzaak was gelegen in een vormverzuim, te weten het niet in de Staatscourant (wel gedaan in de Stadskrant) publiceren in 1995 van het ontwerp van de THK. Het gevolg van de uitspraak van de ABRS is dat bouwaanvragen niet meer kunnen worden getoetst aan de THK maar dat formeel teruggevallen moet worden op het Komplan 76. Op grond van artikel 30, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en artikel 50,lid 4 van de Woningwet geldt vanaf 22 september vorig jaar voor een periode van twee jaar een aanhoudingsplicht voor bouwaanvragen. Alleen bouwaanvragen waarbij geen sprake is van volumeuitbreiding kunnen op basis van artikel 50, lid 2 van de Woningwet direct worden afgehandeld. De periode voor aanhoudingsbescherming heeft tot doel om de nodige reparaties te kunnen verrichten aan het betreffende bestemmingsplan. Door de mogelijkheid van aanhouding van bouwaanvragen in die periode behoeft niet te worden gevreesd voor ontwikkelingen die in stedebouwkundig opzicht ongewenst zouden zijn. In het kader van het u bekende project binnenstadsmanagement hebben wij u destijds reeds aangegeven voornemens te zijn met voortvarendheid te werken aan de totstandkoming van een nieuwe stedebouwkundige regeling voor de binnenstad en in samenhang daarmee aan de totstandkoming van een beleidsnota architectuur in de binnenstad (beeldkwaliteitsplan). Al geruime tijd werd de behoefte gevoeld aan een nieuw bestemmingsplan ter vervanging van de THK. De THK was in belangrijke mate nog gebaseerd op het Komplan 76; vooral een nieuwe plankaart werd node gemist. Wij hebben het daarom zinvol geoordeeld "van de nood een deugd te maken" en het vervaardigen van een nieuw bestemmingsplan direct ter hand te nemen. Daartoe hebben wij in januari jl. de commissies duurzaamheid en cultuur, kennis en economie ter bespreking een Plan van Aanpak voorgelegd. Genoemde commissies hebben daarover een instemmend advies uitgebracht. Zoals aangekondigd in het Plan van Aanpak is inmiddels een concept voor een Startnota opgesteld. Deze wordt separaat aan u ter bekrachtiging voorgelegd. Het hier voorliggende voorstel heeft betrekking op het eveneens aangekondigde voorstel voor het nemen van een voorbereidingsbesluit. Met het voorbereidingsbesluit wordt een duidelijke uitspraak gedaan dat "afstand wordt genomen" van het Komplan 76 en de daarop gebaseerde THK. Uit de Startnota, waarnaar kortheidshalve verwezen wordt, valt op te maken dat het nieuwe bestemmingsplan stringenter en derhalve in stedebouwkundig/architectonisch opzicht meer conserverend van aard wordt. Uit oogpunt van behoorlijk bestuur is het voor de hand liggend dat uw raad dit omslagpunt naar een strenger beleid op heldere wijze markeert. Uiteraard is het niet de bedoeling om in het toekomstig stedebouwkundige beleid passende bouwaanvragen onnodig lang aan te houden. Voor de periode tussen het in werking treden van het voorbereidingsbesluit en het tot stand komen van het voorontwerp bestemmingsplan -als dat t.z.t. van een positief advies van de commissie Duurzaamheid (en CKE) voorzien zal zijn- zullen bouwaanvragen daarom worden getoetst aan het daarvoor opgestelde anticipatiekader. Daaronder verstaan wij voorlopige stedebouwkundige regels die in genoemde periode zullen worden gehanteerd. Dit kader is als hoofdstuk VII opgenomen in de Startnota. Eveneens om reden van behoorlijk bestuur achten wij het van belang - nu er voor het plangebied een strengere stedebouwkundige regeling wordt voorbereid - om de toetsingscriteria helder naar buiten te brengen, daartoe vooraf beoordeeld door uw raad als hoogste gemeentelijk bestuursorgaan. Het anticipatiekader is strakker geformuleerd dan de voorschriften deel uitmakend van het Komplan 76 en de THK. Bij de opstelling van het bestemmingsplan Binnenstad kan, na overleg, inventarisatie en inspraak, in voorkomende gevallen overigens gekozen worden voor het toepassen van enige verruiming. In de Startnota wordt dit het "zandlopermodel" genoemd. Ter bescherming van de stedebouwkundige structuur en de cultuurhistorische kwaliteiten van de binnenstad achten wij het echter prudent om voor een beperkte periode (ca. één jaar) een wat strakker regime aan te houden. Overigens hechten wij eraan duidelijk te stellen dat het geenszins onze bedoeling is de afdoening van de normale bouwaanvragen voor woningen te bemoeilijken. Dat geldt ook voor winkels, kantoren en bedrijven. Er is echter sprake van een vrij hoge "bouwdruk" op de binnenstad - met name in verticale richting en ten koste van waardevolle stadstuinen - om welke reden wij aanleiding vinden voor een terughoudende opstelling. Op grond van het voorbereidingsbesluit kunnen ongewenste ontwikkelingen worden voorkomen, doch het geldt tevens als rechtsbasis voor het kunnen anticiperen voor bouwaanvragen. Niet alleen voor bouwaanvragen die zullen passen in het anticipatiekader uit de Startnota, doch ook voor zeer wel aanvaardbare bouwplannen die daar niet rechtstreeks in passen, maar daar - om het zo te zeggen - in positieve zin boven uitstijgen. In deze categorie gevallen moet vooral worden gedacht aan bouwplannen van meer ingrijpend belang voor of in de binnenstad. Momenteel is nog in voorbereiding het bouwplan voor het Doelengebied. Uw commissie duurzaamheid heeft met dit bouwplan ingestemd. Wij sluiten niet uit dat in de komende jaren nog meer vergelijkbare bouwvoornemens kenbaar worden gemaakt die onze medewerking verdienen. Voor dergelijke bouwplannen is het op grond van de per 3 april 2000 in werking getreden gewijzigde bepalingen uit de Wet op de Ruimtelijke Ordening, zonder meer noodzakelijk om een op de locatie gerichte "goede ruimtelijke onderbouwing" te geven. Om voor dergelijke bouwplannen te kunnen anticiperen zal een specifieke verklaring van geen bezwaar aan gedeputeerde staten gevraagd moeten worden. Voor de bouwplannen die passen binnen het nieuwe anticipatiekader zal een algemene verklaring van geen bezwaar ex artikel 19, lid 2 WRO aan gedeputeerde staten worden gevraagd. De eerder genoemde Startnota Bestemmingsplan Binnenstad wordt separaat aan u ter bekrachtiging voorgelegd. Kortheidshalve verwijzen wij naar dat stuk en naar het erin aangeven tijdschema voor het tot stand brengen van het bestemmingsplan Binnenstad. Tevens kunt u in de Startnota lezen op welke wijze wij belanghebbenden en belangstellenden betrekken bij het proces leidende naar de totstandkoming van een nieuwe stedebouwkundige regeling voor de binnenstad. Een belangrijke rol is weggelegd voor het Binnenstadsforum dat twee keer zijn opvatting heeft kenbaar gemaakt omtrent het voorontwerp respectievelijk het ontwerp voor de Startnota. Omdat het Structuurplan uit 1983 voor de binnenstad nog toepasselijk is, heeft uw raad op grond van artikel 21, lid 6 van de WRO de bevoegdheid een voorbereidingsbesluit voor maximaal twee jaar te nemen. Voorgesteld wordt van die mogelijkheid gebruik te maken. Het voorbereidingsbesluit blijft dan geldig tot juni 2002. Dit neemt niet weg dat de planning voor de voorbereiding van het nieuwe bestemmingsplan onverminderd gericht blijft op het ter inzage leggen van een definitief ontwerp-bestemmingsplan op uiterlijk 20 september 2001, zodat het bestemmingsplan nog in de huidige zittingsperiode door de raad kan worden vastgesteld. Gezien de bijzondere opgave van een bestemmingsplan voor de complexe binnenstad zal gebruik gemaakt moeten worden van deskundige externe ondersteuning. Een voorstel voor het voteren van een krediet voor dit project wordt separaat aan u voorgelegd. Momenteel zijn binnen het gebied van de binnenstad nog twee voorbereidingsbesluiten van kracht. Het vbb Doelengebied voor de ontwikkelingsfasen 2a en 2b en het vbb Voorstraat/Drie Akerstraat. Het eerstgenoemde besluit expireert op 7 juni a.s. Het andere wordt door het nieuwe voorbereidingsbesluit " ingehaald". Voor het Doelengebied zal dit voorliggende voorbereidingsbesluit dienen. De procedure voor het bouwplan Voorstraat/Drie Akerstraat houdt zn normale beloop. Hierboven zijn (meestal meer ingrijpende en) van het anticipatiekader afwijkende bouwplannen genoemd waarvoor in het geval van positieve waardering een specifieke verklaring van geen bezwaar aan gedeputeerde staten zal worden gevraagd. Beide genoemde bouwplannen zijn goede voorbeelden in bedoelde categorie. Het valt momenteel niet goed in te schatten welke locaties dit in de geldigheidsperiode van het voorbereidingsbesluit nog meer kan betreffen. Te denken valt aan de locaties voormalige Paulusmavo, Vermeerschool Voldersgracht en de Van der Woudenstichting. In deze en andere gevallen zal de procedure uiteraard niet voorbijgaan aan de in ander verband onlangs gemaakte bestuurlijke afspraken over het vooraf overleggen met de buurt en het inwinnen van advies van de betreffende raadscommissies. Onder voorbeboud van gunstig advies van de commissies duurzaamheid en cultuur, kennis en economie stellen wij u voor met toepassing van artikel 21, lid 6 van de WRO een voorbereidingsbesluit te nemen voor het gebied dat op de bij dit besluit, voor u ter inzage gelegde, behorende kaart nr. S.11.22.12 als zodanig met een zwarte balletjesgrens is aangeduid en daartoe het bijgaande concept-besluit te bekrachtigen.
Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Delft, H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester
N. Roos ,secretaris.
Stuk 73 II 00/009702 De raad der gemeente Delft; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 mei 2000; gezien het advies van de commissies duurzaamheid en cultuur, kennis en economie; gelet op artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; overwegende, dat hij het wenselijk acht dat voor het gebied dat begrepen is in de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht een nieuw bestemmingsplan van kracht wordt ter vervanging van het bestemmingsplan Komplan 76 en het bestemmingsplan Technische Herziening Komplan 1976; dat de totstandkoming van een dergelijk plan als urgent moet worden gezien gelet op de bescherming van de grote cultuurhistorische waarden van de binnenstad; dat ter voorbereiding van een nieuw bestemmingsplan een Startnota Bestemmingsplan Binnenstad ter bekrachtiging aan zijn raad is voorgelegd waarmee hij zijn instemming betuigd en op basis waarvan de werkzaamheden aan het nieuwe bestemmingsplan inhoudelijk en procedureel worden gestructureerd; dat een onderdeel van deze Startnota wordt gevormd door het zogeheten anticipatiekader op basis waarvan door burgemeester en wethouders besloten wordt om al dan niet medewerking te geven aan bouwplannen; dat voor de binnenstad nog van kracht is het Structuurplan waarin aanwijzingen voorkomen voor de te geven bestemmingen zodat op grond daarvan toepassing kan worden gegeven aan het bepaalde in artikel 21, lid 6 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en een voorbereidingsbesluit met een werkingsduur van maximaal 2 jaar genomen kan worden;
b e s l u i t :
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 mei 2000.
,burgemeester.
,secretaris. |
|
![]() |
![]() |