Stuk 177 I
00/024570 Delft, 14 november 2000.
Onderwerp:
Besluit verzoek om planschade Van Winden
Aan de
gemeenteraad.
Geachte dames
en heren,
Op 10 november 1998 heeft mr
E.T.W.M. van Leeuwen namens de heer A.J. van Winden een verzoek ingediend om
vergoeding van schade die aanvrager zegt te hebben geleden als gevolg van het
onherroepelijk worden van het bestemmingsplan “Schieoevers Zuid” (1985).
Aanvrager exploiteerde tot 1997 een
agrarisch bedrijf aan de Schieweg 142 te Delft. Nabij het bedrijf is een
huisvuiloverslagstation gevestigd. De vestiging en uitbreiding van de
installatie zijn mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan Schieoevers Zuid (1985).
Aanvrager stelt planschade te hebben geleden omdat in het bestemmingsplan dat
gold voor “Schieoevers Zuid”, namelijk het bestemmingsplan “Industrieterrein
Schieweg II” uit 1967, vestiging van een huisvuiloverslagstation niet mogelijk
zou zijn geweest.
Krachtens artikel 49 van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening kent de gemeenteraad een belanghebbende die, ten
gevolge van bepalingen van het bestemmingsplannen dan wel verleende
vrijstellingen als bedoeld in artikel 19 van de WRO schade lijdt of zal lijden
welke niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan een
vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, onteigening of anderszins is
verzekerd, hem op zijn verzoek naar billijkheid te bepalen schadevergoeding
toe.
Het moet gaan om schade ten gevolge
van het rechtmatige en rechtsgeldige planologische besluiten, waardoor een
planologische rechtstoestand wordt gewijzigd.
Bij de beoordeling van
schadeverzoeken ex artikel 49 WRO dient het planologisch regime dat de schade
zou hebben veroorzaakt te worden vergeleken met het planologisch regime zoals
dat daarvoor gold. Hier betreft het de bestemmingsplannen Industrieterrein
Schieweg II uit 1967 en het bestemmingsplan Schieoevers Zuid uit 1985.
Ter plaatse van het
huisvuiloverslagstation gold in het bestemmingsplan “Industrieterrein Schieweg
II” de bestemming Industrieterrein. Aan de aard van de toegelaten bedrijven
zijn in de voorschriften geen beperkingen gesteld. Dat was niet gebruikelijk in die tijd. Elk bedrijf is daarmee in
het bestemmingsplan toestaan. Een huisvuiloverslagstation is een bedrijf en
past binnen het bestemmingsplan “Industrieterrein Schieweg II”.
Stuk 177 I pag.
2.
In het bestemmingsplan “Schieoevers
Zuid” uit 1985 is aan de gronden de bestemming Bedrijven toegekend. Dit
bestemmingsplan is wel voorzien van een Staat van Inrichtingen. Een
huisvuiloverslagstation wordt aangemerkt als een categorie 5 bedrijf. Het bestemmingsplan
bepaalt dat vestiging daarvan op grond van het bepaalde in artikel 5 lid 4 van
de voorschriften vrijstelling kon worden verleend. Deze zogenoemde binnenplanse
vrijstelling maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan en toepassing van die
vrijstelling is geen grondslag voor toekenning van planschade.
Op grond van het bovenstaande moet
geconcludeerd worden dat geen sprake is van wijziging van planologische regimes
en dat derhalve de grondslag voor een vergoeding op planschade ex artikel 49
WRO ontbreekt.
In overeenstemming met het advies
van de commissie Duurzaamheid stellen wij u voor te besluiten het verzoek om
planschade kennelijk ongegrond te verklaren.
Hoogachtend,
Burgemeester en
wethouders van Delft,
H.M.C.M. van
Oorschot ,burgemeester.
N. Roos ,secretaris.
Stuk 177 II
00/024570
De raad der
gemeente Delft;
gelezen het
voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2000;
gelet op
artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en met inachtneming van het
advies van de commissie Duurzaamheid;
b e s l u i t:
het verzoek om
planschade van de heer A.J. van Winden
kennelijk ongegrond te verklaren
Aldus
vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 november 2000
,burgemeester.
,secretaris.
Belanghebbenden
in de zin van de Algemene wet bestuursrecht kunnen binnen 6 weken na
bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de
gemeenteraad van Delft, p/a Postbus 53, 2600 AB Delft.