Stuk
222 I
00/029250 Delft, 5 december 2000.
Onderwerp: vaststelling bestemmingsplan Regeling
vestiging en uitoefening
seksinrichtingen Delft
Aan
de gemeenteraad.
Geachte
dames en heren,
Met
ingang van 1 oktober 2000 is het prostitutieverbod geschrapt uit het Wetboek
van Strafrecht. Daarmee is de exploitatie van vrijwillige prostitutie door
meerderjarigen een toelaatbare activiteit Regulering van seksinrichtingen is
een taak van gemeenten.
Seksinrichtingen
zijn de voor publiek toegankelijke, besloten ruimten waarin bedrijfsmatig
seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische
aard plaatsvinden. Sekswinkels waar alleen goederen van erotisch-pornografische
aard worden verkocht en escortbedrijven vallen niet onder dit begrip.
Binnen
de gemeente Delft is, voor zover uit overleg en onderzoek naar voren is
gekomen, prostitutie zeer beperkt aanwezig. Vermoedelijk zijn in Delft
privé-huizen aanwezig en een homo-prostitutieplek. Raamprostitutie is niet
aanwezig.
De
gemeente Delft heeft gekozen voor integrale aanpak van het prostitutie
vraagstuk. Dit betekent dat de gemeente de diverse beschikbare instrumenten in
een samenhangend geheel in heeft gezet om voor 1 oktober 2000 een sluitende
regeling voorhanden te hebben inzake het prostitutievraagstuk. Parallel aan de
aanpassing van de Algemeen Plaatselijke Verordening, de Bouwverordening en het
vaststellen van nadere regels is de ruimtelijke component van het
prostitutiebeleid in Delft in procedure gebracht.
De
ruimtelijke component heeft de vorm gekregen van een zogenaamd
“paraplubestemmingsplan”. Dit bestemmingsplan geldt voor het gehele grondgebied
van de gemeente Delft. Alle nu geldende bestemmingsplannen krijgen een
aanvulling op hun regeling voor de bestemming bedrijven. Binnen alle
bedrijfsbestemmingen die in de diverse bestemmingsplannen voorkomen, wordt het
vestigen van seksinrichtingen verboden. Van dit verbod kan voor een totaal van
ten hoogste twee seksinrichtingen vrijstelling worden verleend. Vrijstelling
kan niet worden verleend voor bedrijven gelegen op nader genoemde locaties en
aan het verlenen van vrijstelling zijn steeds voorwaarden verbonden.
Uitgangspunt
van het prostitutiebeleid is continuering van de bestaande beperkte omvang van
prostitutie.
Stuk
222 I pag.
2
A. Voorontwerp-bestemmingsplan
In
het kader van artikel 6A WRO en de Inspraakverordening heeft het
voorontwerp-bestemmingsplan vanaf 21 augustus 2000 ter inzage gelegen voor een
periode van vier weken. Tevens is een inspraakbijeenkomst gehouden op 4
september 2000. Van deze bijeenkomst is verslag gemaakt. Er zijn geen
schriftelijke inspraakreacties ingekomen. De inspraak tijdens de bijeenkomst
vormde geen aanleiding tot aanpassing van het plan.
Ingevolge
artikel 10 van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerp
bestemmingsplan op 8 augustus 2000 om overleg toegezonden aan diverse
instanties. Gelet op de geringe omvang van het bestemmingsplan en het belang
gemoeid met een snelle ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan hebben
de overlegpartners slechts vijf weken de tijd gehad om op het plan te reageren.
Alle inhoudelijk reacties zijn na die tijd ingekomen. De reacties zijn niet meegenomen in het ontwerp bestemmingsplan
maar wel in het vastgestelde plan. De Provinciaal Planologische Commissie heeft
bij besluit van 27 september met het bestemmingsplan ingestemd.
Door
de Vrouwen Advies Commissie (VAC), de gemeente Schiedam en de gemeente Rijswijk
is inhoudelijk op het plan gereageerd.
De
VAC heeft voorgesteld de straal van 50 meter die ingevolge het bestemmingsplan
rond ingangen van scholen en gebedshuizen zou moeten worden vrijgehouden van
het vestigen van seksinrichtingen te vergroten tot 100 meter. In het
bestemmingsplan is ervoor gekozen zo min mogelijk beperkingen op te leggen aan
de vrijstelling voor vestiging van de twee seksinrichtingen. De afstand van 50
meter is opgenomen uit maatschappelijke overwegingen. Zo wordt voorkomen dat
bezoekers van scholen en gebedshuizen in de directe omgeving van school of
gebedshuis met seksinrichtingen worden geconfronteerd. Een straal van 50 meter
biedt voldoende waarborgen voor het gestelde doel. Vergroting zou tot een
onnodige beperking leiden.
Voorts
wordt voorgesteld crèches en Blijf-van-mijn-lijf-huizen toe te voegen aan de
scholen en gebedshuizen. Ook deze toevoeging zou tot een onnodige
beperking leiden. Overwogen is dat
kinderen die een crèche bezoeken niet alleen in de directe omgeving van die
crèche verkeren maar steeds onder begeleiding. De Blijf-van-mijn-lijf-huizen
zijn als woonhuizen beschermd door de
beperking dat een afstand van 10 meter tussen seksinrichtingen en woningen moet
worden aangehouden. De voorstellen van de VAC zijn niet overgenomen in het
bestemmingsplan.
De
gemeente Schiedam heeft voorgesteld niet alleen in de toelichting van het
bestemmingsplan maar ook in het voorschrift zelf uitdrukkelijk te bepalen dat
de vrijstelling voor vestiging van twee seksinrichtingen geldt voor het gehele
grondgebied van de gemeente. Dit voorstel is overgenomen in het
bestemmingsplan.
De
gemeente Rijswijk heeft verzocht het maximum vloeroppervlak te beperken. Omdat
die gemeente ervoor gekozen heeft de drie bestaande inrichtingen te
legaliseren, worden problemen verwacht
op het grondgebied van Delft dat grenst aan Rijswijk.
Als
eerder toegelicht wil de gemeente Delft zo min mogelijk beperkingen opleggen
aan de vrijstelling voor de twee inrichtingen. De omvang van de inrichting is
daarom niet gereguleerd. Overigens is op de bedrijvenlocatie grenzend aan de
gemeente Rijswijk, gelet op de overige beperkingen in het bestemmingsplan,
feitelijk geen mogelijkheid een seksinrichting van noemenswaardige omvang te
vestigen.
Stuk
222 I pag.
3
B Ontwerpbestemmingsplan
Het
bestemmingsplan is in ongewijzigde vorm als ontwerp ter inzage gelegd van 29
september 2000 tot 26 oktober 2000 met de mogelijkheid tot het indienen van
schriftelijke zienswijzen.
Van
de mogelijkheid tot indienen van schriftelijke zienswijzen is geen gebruik gemaakt.
C. Vaststelling bestemmingsplan
Thans
wordt, in overeenstemming met het advies van de commissie Duurzaamheid, het
bestemmingsplan Herziening voorschriften van alle onherroepelijk van kracht
zijnde bestemmingsplannen van Delft, ten behoeve van Regeling vestiging en
uitoefening seksinrichtingen Delft, ter vaststelling aan de gemeenteraad van
Delft aangeboden.
Naar
aanleiding van de reactie van de gemeente Schiedam in verzoek om overleg ex
artikel 10 van het Besluit op de
ruimtelijke ordening is het bestemmingsplan op één punt aangepast. Aan artikel
3 lid 2 van de voorschriften is aan de vrijstelling voor vestiging van maximaal
2 seksinrichtingen toegevoegd de zinsnede: “binnen het gehele gemeentelijke
grondgebied”.
Hoogachtend,
Burgemeester
en wethouders van delft,
H.M.C.M.
van Oorschot ,
burgemeester.
N.
Roos ,
secretaris.
Stuk
222 II
00/029250
De
raad van de gemeente Delft,
overwegende
dat
het noodzakelijk is een regeling te treffen
ten behoeve van regulering van het vestigen van seksinrichtingen in Delft;
de ruimtelijke variant de vorm heeft gekregen van
een paraplubestemmingsplan, zodat in één besluit een regeling getroffen kan
worden voor het gehele gemeentelijke grondgebied;
het plan op 12 maart 1998 is verzonden
om overleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening;
reacties op het artikel 10 Bro-overleg
hebben geleid tot één aanpassing van het bestemmingsplan;
het voorontwerpbestemmingsplan ter
inzage is gelegd van 14 augustus tot 11 september 2000 met mededeling tot
indiening van schriftelijke zienswijzen;
op 4 september 2000 de mogelijkheid is
geboden tot inspraak bedoeld in artikel 6A van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening juncto de gemeentelijke Inspraakverordening;
de inspraakbijeenkomst is bezocht door
twee burgers;
van de mogelijkheid tot indienen van zienswijzen
geen gebruik is gemaakt;
de inspraak niet geleid heeft tot aanpassingen van
het plan;
het ontwerpbestemmingsplan van 29
september 2000 tot 26 oktober 2000 ter inzage is gelegd met mededeling van de
mogelijkheid tot indiening van schriftelijke zienswijzen;
naar aanleiding van de ter inzage
legging geen zienswijzen zijn ingediend;
gelezen
het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 december 2000;
gezien het advies van de commissie duurzaamheid;
gelet
op het bepaalde in de Wet op de Ruimtelijke
Ordening:
b
e s l u i t :
Stuk
222 II pag.
2
1.
aan artikel 3 lid 2 van de voorschriften, aan de vrijstelling voor
vestiging van maximaal 2 seksinrichtingen toe te voegen: de zinsnede: “binnen
het gehele gemeentelijke grondgebied”;
2.
vast te stellen het bestemmingsplan Herziening voorschriften van alle
onherroepelijk van kracht zijnde bestemmingsplannen van Delft ten behoeve van
Regeling vestiging en uitoefening Seksinrichtingen Delft.
Aldus
vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2000.
, burgemeester,
, secretaris.