30 augustus 2001

Besluitenlijst commissie Duurzaamheid d.d. 4 april 2000
 


agenda
4 april 2000


agenda
18 april 2000

 

Aanwezig:

M. Tienstra, W. Den Boef, mw. C. Heuvelman, J. Oosterhuis, mw. C. Lourens, C. Mooiweer (vanaf agendapunt 6), M. Mahler, D. V.d. Goot, A. Meuleman, J. de Jong, M. Bouman, J. van Koppen, J. de Wit (vanaf agendapunt 6), R. Grashoff (vz.), E. Nas (secr.)

Ambtelijk:

J. v.d. Aa, E. Pippel, J. Koetsenruijter, C. Veen, Dhr. Van Willigenburg (BME), T. Eekhout, H. V. Dongen

Afwezig:

J. van den Doel, S. Reuvers, mw. M. Roorda van Eijsinga, J. Weertman,

mw. W. Wijnmaalen-van Leenen, C. Baljé, mw. W. Steffen-Hoogendoorn,

mw. M. Koop, mw. L. de Jongh Swemer, R. Kroon, R. Dingler

 

1.

Opening en vaststelling agenda

De voorzitter opent de vergadering en stelt de agenda vast.

2.

Mededelingen

De commissie van 2 mei gaat niet door. Als de vergadering van 17 mei te vol wordt, wordt een extra commissievergadering overwogen.

3.

Inventarisatie wensen publieke tribune om in te spreken bij een agendapunt

Dhr. Houdijk, bij agendapunt 6.

Dhr. De Vries, bij agendapunt 6.

4.

Vaststelling wijze van afdoening ingekomen stukken

De commissie stemt in met de voorgestelde wijze van afdoening.

5.

Vaststelling besluitenlijst commissie Duurzaamheid

d.d. 14 maart 2000

De besluitenlijst wordt vastgesteld.

Naar aanleiding van:

Agendapunt 7: M.b.t. de afzonderlijke notitie over het omgaan met ontwikkelingsplannen (voorheen randvoorwaarden en uitgangspunten) licht de voorzitter toe dat hij deze liefst voor de zomer in de commissie wil hebben. Op dit moment wordt er (juridisch) e.e.a. uitgezocht. De zorgvuldigheid vergt extra tijd.

6.

Voorontwerp realisatie busroute over de Wateringseweg (00/005071)

De voorzitter heeft kort voor de vergadering telefonisch contact gehad met de portefeuillehouder van Rijswijk over dit onderwerp. Er zal een nader bestuurlijk overleg plaatsvinden over m.n. de selectieve toegang van de Wateringseweg. Daarom zal dit onderwerp niet worden doorgeleid naar de raad, maar terugkomen in de commissie. De commissie wordt gevraagd hun mening te geven over het voorstel, hetgeen betrokken kan worden in het overleg met de gemeente Rijswijk.

Insprekers:

Dhr. Houdijk, voorzitter contactgroep Rijswijk-Zuid

De heer Houdijk geeft aan dat de late reactie van de zijde van het college van Rijswijk het gevolg is van het laat ontvangen van het voorstel door de gemeente Rijswijk, namelijk op 24 maart. Inhoudelijk vindt hij dat er voorbij is gegaan van de bewoners van Rijswijk-Zuid en de ondernemers van Delft. Hij stelt dat de conclusie op de bewonersavond in januari begrijpelijk voor de selectieve afsluiting is getrokken, aangezien 90% van de aanwezigen uit Delft kwam en een beperkt aantal uit Rijswijk-Zuid. Hij vindt dat de berekeningen die voorliggen niet goed na te gaan zijn. Hij vindt het argument dat het openbaar vervoer de concurrentie moet aangaan door het weghalen van de auto’s van de route niet sterk. De vertraging van 3,5 minuten voor de bus vanwege het wachten voor de nieuwe brug zou in te halen zijn op de rest van de route. Hij vraagt zich af waarom de 4 minuten rijtijdwinst dan nu niet in te halen zou zijn op andere momenten van de dag. Het huidige verkeer op de Wateringseweg zal dus elders moeten gaan rijden en komen dus op de nu al overvolle wegen terecht. De mensen die uit Rijswijk-Zuid komen gaan extra kilometers maken om richting Delft te komen. Het voorstel geeft aan dat de toekomst van de buslijnen 48 en 130 onzeker zijn. Daarom vindt hij het zonde om er 7,8 miljoen gulden in te steken. Vrachtverkeer kan op andere manieren worden geweerd dan afsluiting. Over de vergunningen merkt dhr. Houdijk op dat als het voorstel doorgaat, hij wil dat de bewoners van Rijswijk-Zuid hun leven lang gratis van de route gebruik kunnen maken, inclusief toekomstige bewoners. Dat moet ook gratis zijn voor bezoekers. Tenslotte merkt hij op dat de berichtgeving in de media overkomt alsof alles al rond is. Hij vraagt daarom of de gemeente voortaan in de richting van de media in acht wil nemen dat zaken die nog niet beslist zijn niet als definitief overkomen.

Dhr. De Vries:

Voor autoverkeer dat over ´t Haantje gaat rijden, spreekt het voor zich dat ze over de Ruys de Beerenbrouckstraat gaat rijden. Hij vindt het nu al gevaarlijk op de weg en ondervindt ook geluidsoverlast. Hij verzoekt daarom om geen maatregelen te nemen en dat als de bus over de nieuwe brug gaat, ook het huidige verkeer wordt afgewikkeld zoals het nu gaat.

In reactie op de insprekers licht de voorzitter toe dat er een systeem wordt voorgesteld met vergunningen voor de omwonenden in Rijswijk-Zuid. Het gebied zal ruim worden vastgesteld. Iedereen daarbinnen zal (als dat aan de orde is) een vergunning krijgen, waarvoor geen kosten in rekening worden gebracht, behalve een soort statiegeld voor de vergunning. Vooralsnog wordt overigens gestreefd naar een camerasysteem, waarbij een vergunning geen rol speelt. In het aan te wijzen gebied zal dan ontheffing op basis van kenteken plaatsvinden.

Naar aanleiding van discussie in de commissie geeft de voorzitter aan dat er moet worden overwogen hoe moet worden omgegaan met TNO-Kleiweg in het kader van dit voorstel. Oplossingen zijn eventueel te regelen via het bedrijf. Onevenredige afstandsverschillen om er te komen door de selectieve afsluiting moet worden voorkomen, maar hiervoor zal nog een criterium moeten worden bepaald.

Afspraken over de openingstijden van de door DSM/Gist bediende brug moeten nog worden vastgelegd.

Met betrekking tot de handhaving door de politie d.m.v. het camerasysteem is het verstandig om naar voorbeelden te kijken waarbij de politie de handhavingsfunctie aan de gemeente overdraagt (zoals bijvoorbeeld in de regio Rijnmond).

Naar aanleiding van discussie in de commissie concludeert de voorzitter dat er enkele vraagtekens zijn gezet bij de benodigde investering, maar dat er wel in meerderheid het gevoelen bestaat dat het voorstel moet worden uitgevoerd. In het algemeen bestaat de voorkeur van de commissie voor variant 1b, met als toevoeging dat afsluiting alléén in de spitstijden moet worden overwogen. De voorzitter zegt hierover het volgende toe:

  • de spitsvariant wordt meegenomen in de afweging. De afsluiting dient uiteindelijk duidelijk en praktisch te worden opgelost;
  • er zal ruimhartig met de ontheffingenverstrekking worden omgegaan, willekeur hierin dient te worden voorkomen;
  • er zal een kaartje van het aan te wijzen gebied voor ontheffing worden gemaakt en objectieve criteria zullen worden opgesteld;
  • er is overeenstemming over de oplossing voor de huidige brug. De voorzitter zegt toe een actieve benadering te willen hanteren voor herbestemming van de brug. De bestemming dient wel zinvol te zijn en in verhouding te staan met de kosten;
  • van het stadsgewest Haaglanden een duidelijk signaal te vragen hoe om te gaan met de datum 31-12-2001 en het eventueel overschrijden ervan. Vóór deze datum moet het project klaar zijn om voor de subsidie in aanmerking te komen. Door de gecompliceerde voorbereidingsprocedure komt deze datum echter steeds dichterbij.
  • op dit onderwerp in de commissie van 17 mei terug te komen.

7.

Nota aanpak asbest in het stadhuis (00/005329)

De voorzitter licht toe dat in aanvulling op de aanpak van fase 1 alle randen en plinten boven de 2 m. door een gespecialiseerd bedrijf zijn schoongemaakt.

Op 5 april zijn de eerstvolgende actieve metingen. De resultaten daarvan zijn bepalend voor het verdere gebruik van het stadhuis. Na de vervolgfase wordt de tijd genomen om te onderzoeken of de asbest geďsoleerd kan worden, of volledig verwijderd dient te worden. In het laatste geval moeten de vloeren opengebroken worden en bestaat de kans dat het stadhuis langere tijd dicht moet.

De voorzitter zegt toe dat een GGD-deskundige in het bouwteam wordt opgenomen. Daarnaast zegt de voorzitter toe dat er een quick-scan wordt gemaakt van de gemeentelijke gebouwen om een indruk te krijgen waar mogelijk asbest zit.

Het bouwteam maakt een plan van aanpak. Dit komt terug in de commissie.

Op het moment dat er nieuwe resultaten zijn (in ieder geval die van 5 april a.s.), wordt de commissie ingelicht.

De commissie stemt in met het voorstel.

8.

Rondvraag

Dhr. Tienstra vraagt of de behandeling van het voorstel herstructurering Nieuwstraat e.a. gecombineerd kan worden behandeld met de commissies CKE en Duurzaamheid. De voorzitter geeft aan dat dit voorstel in het kader van het binnenstadsmanagement wordt besproken en dus in de commissie CKE (in mei of juni). Het voorstel is niet bepalend voor het parkeerbeleid. De nota parkeerbeleid wordt wel gecombineerd met CKE besproken. Pas daarna zal over de herinrichting worden gesproken. De kredietaanvraag voor de (interne) projectfinanciering zal wel snel worden voorgelegd aan de commissie CKE (op verzoek als bespreekpunt).

Dhr. Tienstra vraagt wanneer het voorstel van de centrale gemeentelijke huisvesting in de commissie behandeld gaat worden. De voorzitter geeft aan dat dit in het derde kwartaal zal worden besproken.

Dhr. Oosterhuis meldt dat er bomen op de Oude Delft zijn gekapt. Sommige waren beschadigd, andere zijn weggehaald om een "evenwichtig grachtenbeeld" te verkrijgen. De voorzitter zal zich hierover laten informeren. De gezondheidssituatie van de bomen is bepalend. Beheertechnisch is het verstandig om ook de bomen weg te halen die binnen een paar jaar dood zouden gaan.

Dhr. Mooiweer vraagt of de onderwerpen roeien op de Schie en het plakbeleid in de planning kunnen worden opgenomen. De voorzitter zegt toe dat deze onderwerpen aan de planning worden toegevoegd

Dhr. Bouman vraagt duidelijkheid over de datum van behandeling van het voorstel herstructurering Nieuwstraat e.a. De voorzitter heeft aangegeven dat dit in mei of juni het geval zal zijn, volgend op de behandeling van de parkeernota.

9.

Sluiting

De voorzitter sluit de vergadering.

 

terug naar boven