Voorontwerp realisatie busroute over de
Wateringseweg (00/005071)
De voorzitter heeft kort voor de
vergadering telefonisch contact gehad met de portefeuillehouder van
Rijswijk over dit onderwerp. Er zal een nader bestuurlijk overleg
plaatsvinden over m.n. de selectieve toegang van de Wateringseweg.
Daarom zal dit onderwerp niet worden doorgeleid naar de raad, maar
terugkomen in de commissie. De commissie wordt gevraagd hun mening te
geven over het voorstel, hetgeen betrokken kan worden in het overleg
met de gemeente Rijswijk.
Insprekers:
Dhr. Houdijk, voorzitter contactgroep
Rijswijk-Zuid
De heer Houdijk geeft aan dat de late
reactie van de zijde van het college van Rijswijk het gevolg is van
het laat ontvangen van het voorstel door de gemeente Rijswijk,
namelijk op 24 maart. Inhoudelijk vindt hij dat er voorbij is gegaan
van de bewoners van Rijswijk-Zuid en de ondernemers van Delft. Hij
stelt dat de conclusie op de bewonersavond in januari begrijpelijk
voor de selectieve afsluiting is getrokken, aangezien 90% van de
aanwezigen uit Delft kwam en een beperkt aantal uit Rijswijk-Zuid. Hij
vindt dat de berekeningen die voorliggen niet goed na te gaan zijn.
Hij vindt het argument dat het openbaar vervoer de concurrentie moet
aangaan door het weghalen van de autos van de route niet sterk. De
vertraging van 3,5 minuten voor de bus vanwege het wachten voor de
nieuwe brug zou in te halen zijn op de rest van de route. Hij vraagt
zich af waarom de 4 minuten rijtijdwinst dan nu niet in te halen zou
zijn op andere momenten van de dag. Het huidige verkeer op de
Wateringseweg zal dus elders moeten gaan rijden en komen dus op de nu
al overvolle wegen terecht. De mensen die uit Rijswijk-Zuid komen gaan
extra kilometers maken om richting Delft te komen. Het voorstel geeft
aan dat de toekomst van de buslijnen 48 en 130 onzeker zijn. Daarom
vindt hij het zonde om er 7,8 miljoen gulden in te steken.
Vrachtverkeer kan op andere manieren worden geweerd dan afsluiting.
Over de vergunningen merkt dhr. Houdijk op dat als het voorstel
doorgaat, hij wil dat de bewoners van Rijswijk-Zuid hun leven lang
gratis van de route gebruik kunnen maken, inclusief toekomstige
bewoners. Dat moet ook gratis zijn voor bezoekers. Tenslotte merkt hij
op dat de berichtgeving in de media overkomt alsof alles al rond is.
Hij vraagt daarom of de gemeente voortaan in de richting van de media
in acht wil nemen dat zaken die nog niet beslist zijn niet als
definitief overkomen.
Dhr. De Vries:
Voor autoverkeer dat over ´t Haantje
gaat rijden, spreekt het voor zich dat ze over de Ruys de
Beerenbrouckstraat gaat rijden. Hij vindt het nu al gevaarlijk op de
weg en ondervindt ook geluidsoverlast. Hij verzoekt daarom om geen
maatregelen te nemen en dat als de bus over de nieuwe brug gaat, ook
het huidige verkeer wordt afgewikkeld zoals het nu gaat.
In reactie op de insprekers licht de
voorzitter toe dat er een systeem wordt voorgesteld met vergunningen
voor de omwonenden in Rijswijk-Zuid. Het gebied zal ruim worden
vastgesteld. Iedereen daarbinnen zal (als dat aan de orde is) een
vergunning krijgen, waarvoor geen kosten in rekening worden gebracht,
behalve een soort statiegeld voor de vergunning. Vooralsnog wordt
overigens gestreefd naar een camerasysteem, waarbij een vergunning
geen rol speelt. In het aan te wijzen gebied zal dan ontheffing op
basis van kenteken plaatsvinden.
Naar aanleiding van discussie in de
commissie geeft de voorzitter aan dat er moet worden overwogen hoe
moet worden omgegaan met TNO-Kleiweg in het kader van dit voorstel.
Oplossingen zijn eventueel te regelen via het bedrijf. Onevenredige
afstandsverschillen om er te komen door de selectieve afsluiting moet
worden voorkomen, maar hiervoor zal nog een criterium moeten worden
bepaald.
Afspraken over de openingstijden van de
door DSM/Gist bediende brug moeten nog worden vastgelegd.
Met betrekking tot de handhaving door
de politie d.m.v. het camerasysteem is het verstandig om naar
voorbeelden te kijken waarbij de politie de handhavingsfunctie aan de
gemeente overdraagt (zoals bijvoorbeeld in de regio Rijnmond).
Naar aanleiding van discussie in de
commissie concludeert de voorzitter dat er enkele vraagtekens zijn
gezet bij de benodigde investering, maar dat er wel in meerderheid het
gevoelen bestaat dat het voorstel moet worden uitgevoerd. In het
algemeen bestaat de voorkeur van de commissie voor variant 1b, met als
toevoeging dat afsluiting alléén in de spitstijden moet worden
overwogen. De voorzitter zegt hierover het volgende toe:
- de spitsvariant wordt meegenomen in
de afweging. De afsluiting dient uiteindelijk duidelijk en praktisch
te worden opgelost;
- er zal ruimhartig met de
ontheffingenverstrekking worden omgegaan, willekeur hierin dient te
worden voorkomen;
- er zal een kaartje van het aan te
wijzen gebied voor ontheffing worden gemaakt en objectieve criteria
zullen worden opgesteld;
- er is overeenstemming over de
oplossing voor de huidige brug. De voorzitter zegt toe een actieve
benadering te willen hanteren voor herbestemming van de brug. De
bestemming dient wel zinvol te zijn en in verhouding te staan met de
kosten;
- van het stadsgewest Haaglanden een
duidelijk signaal te vragen hoe om te gaan met de datum 31-12-2001
en het eventueel overschrijden ervan. Vóór deze datum moet het
project klaar zijn om voor de subsidie in aanmerking te komen. Door
de gecompliceerde voorbereidingsprocedure komt deze datum echter
steeds dichterbij.
- op dit onderwerp in de commissie van
17 mei terug te komen.
|