Onderwerp
Commissievragen Voorontwerp busroute over
de Wateringseweg
Op 12 oktober is in het besloten deel van de
vergadering van de commissie Duurzaamheid de Nota voorontwerp busroute over de
Wateringseweg behandeld.
Aan de
commissieleden is daarbij toegezegd na te
gaan wat er is gebeurd met de varianten die eerder bestonden, maar nu zijn
afgevallen. Daarnaast is toegezegd uit te zoeken in welke verhouding de
rijtijdwinst van 30% voor bussen tussen Delft en Rijswijk staat tot de
kostendekkingsgraad van het openbaar vervoer.
Vooronderzoek varianten
openbaar vervoer verbinding Delft en de Plaspoelpolder
Ten behoeve van een betere
openbaar vervoer verbinding tussen Delft en de Rijswijkse Plaspoelpolder zijn
indertijd (omstreeks 1993) door ZWN een aantal mogelijkheden bekeken.
Tegelijkertijd waren er in de gemeente Rijswijk plannen voor een langzaam
verkeersroute over de Vliet bij Pasgeld.
Door ZWN is toen in
samenspraak met de gemeente Rijswijk een vooronderzoek uitgevoerd naar de
haalbaarheid van een viertal alternatieven. De haalbaarheid van de alternatieven is onderzocht aan de
hand van een vervoerskundige analyse, de samenhang met andere projecten, de
effecten van de maatregel en een vergelijking van de plankosten en het
rendement. Bij het onderzoek zijn de volgende varianten bestudeerd:
A. Busroute via de
Wateringseweg;
B. Openbaar vervoerbrug, in
combinatie met langzaam verkeersbrug over de Vliet bij Pasgeld;
C. Openbaar vervoerbrug, in
combinatie met langzaam verkeersbrug over de Vliet bij de Zuiderweg;
D. Hoge/lage openbaar
vervoerbrug over de Vliet bij de Zuiderweg.
Na de eerste ramingen werd
besloten variant D niet meer in de beschouwingen mee te nemen vanwege de hoge
kosten.
Tegelijk met het onderzoek is
door de gemeente Rijswijk een enquête uitgevoerd onder de bewoners van
Rijswijk-Zuid en de wijk Vrijenban. Het doel van de enquête was het verkrijgen
van inzicht in de wensen van de bewoners omtrent de keuze van één van de
varianten B, C of D. Een meerderheid van de bewoners sprak zich toen uit voor
een brug bij Pasgeld, geschikt voor voetgangers, fietsers en bussen (variant
B). Problematisch bleek het feit dat het pontje uit de vaart zou worden genomen
na de aanleg van een van de variante B, C of D. De commotie omtrent de
eventuele consequentie dat de pontbaas zijn baan zou kunnen verliezen heeft de
discussie over de langzaam verkeersbrug stilgelegd.
Indertijd is ook nog
bestudeerd of de openbaar vervoerrelatie Delft - Rijswijk verbeterd kon worden
door routeverlegging van tramlijn 1 door de Plaspoelpolder met een tunnel onder
de Vliet door. Na vaststelling van het tracé van lijn 17 is besloten lijn 1 op
het huidige tracé te handhaven. De resultaten van het onderzoek naar de
busverbinding werden toen weer actueel.
Op basis van de resultaten
van het vooronderzoek heeft ZWN een voorkeur vastgesteld voor variant A
busroute via de Wateringseweg. Uit oriënterende gesprekken met betrokken
partijen bleek dat deze optie niet uitgesloten was en een nadere studie waard
was.
Een afweging in de
besluitvorming voor de keuze van variant A is het gegeven dat de busroute de
Vliet niet hoeft te kruisen. Het voordeel hiervan is dat de doorstroming van
het busverkeer, maar ook de doorstroming van het scheepvaartverkeer in de
Vliet, niet wordt belemmerd. In alle andere varianten kruist de busroute
namelijk tweemaal de Vliet (o.a. ook bij de Reineveldbrug). Met het drukke
scheepvaartverkeer in de Vliet geeft dit extra oponthoud en wachttijden bij de
bruggen, zeker in het geval er gekozen zou worden voor een lage brug. Ook de
provincie Zuid-Holland ziet een extra brug als een zware belemmering voor de
doorstroming van het scheepvaartverkeer.
Rendement nieuwe
busverbinding
Bij de
vaststelling van het programma EISS-projecten is door stadsgewest Haaglanden en
Rijkswaterstaat een toets verricht op het rendement van de projecten. Hierbij
wordt niet uitsluitend naar afzonderlijke projecten gekeken, maar met name naar
de combinatie van projecten. Eén enkel project leidt vaak niet tot grote
exploitatieve besparingen, maar een aantal projecten op één bus- of tramlijn wèl.
Het
bepalen van het rendement van het project "Busroute Wateringseweg"
afzonderlijk is dus niet reëel. Blijkens het feit dat dit project is
goedgekeurd door Haaglanden en Rijkswaterstaat draagt het project voldoende bij
aan een verhoging van de kostendekkingsgraad van het openbaar vervoer.
Aangenomen mag worden dat deze toetsing op de juiste wijze heeft
plaatsgevonden.