Toelichting.
Behorende
bij het bestemmingsplan
HEILIGE
LAND-2000
12 april 2000
Inhoud. blz.
I.
Inleiding en voorgeschiedenis
I.1.
Inleiding 3 I.2. Plangebied 3
I.3.
Huidige regelingen 4
II.
Ruimtelijke beschrijving
II.1.
Historische beschrijving 5
II.2.
Wijkomschrijving
II.2.1.
morfologische opbouw
6
II.2.2.
statistische gegevens 7 II.2.3. voorzieningen 7 II.2.4. landschap en groen 8 II.2.5. verkeer 9
III.
Toekomstige ontwikkelingen 10
IV.
Milieu
IV.1.
bodem 13
IV.2.
water 13
IV.3.
bedrijven 14
IV.4.
geluid 16
IV.5.
luchtkwaliteit 17
IV.6.
duurzaam bouwen 18
IV.7.
externe veiligheid 19
V. Verklaring
van de bestemmingen
V.1.
algemeen 20 V.2. woonbestemming 20
V.3.
winkels, bedrijven, kantoren en voorzieningen 21 V.4. groen, verkeer, water 21 V.5. waterkering en kabels &
leidingen 21
VI.
Overleg en inspraak 22
VII.Financiële
uitvoerbaarheid 24
I. Inleiding en voorgeschiedenis.
I.1. Inleiding.
Het bestemmingsplan heeft
betrekking op het gebied, dat grotendeels uit woningen bestaat en dat is
gelegen tussen het zuidoostelijke deel van de binnenstad en de Delftse Hout. Tussen
het plangebied en de Delftse Hout ligt rijksweg 13, die Rotterdam en Den Haag
met elkaar verbindt.
Het plangebied omvat voornamelijk
woningen met de bijbehorende voorzieningen, zoals winkels en sociaal culturele
voorzieningen. Langs de zuidelijke grens, de Oostpoortweg, ligt het terrein van
de Staal, dat in gebruik is bij de dienst Beheer en Milieu van de gemeente.
Onder andere dient dit terrein voor stalling van de reinigingswagens en de
opslag en werkplaats van de afdeling die het onderhoud van wegen, bruggen en
water beheert.
Aanleiding voor het maken van een
nieuw bestemmingsplan is tweeledig.
Enerzijds is het vigerende
bestemmingsplan ruim 15 jaar oud, zodat het up to date maken van de
voorschriften en plankaart wenselijk is.
Anderzijds heeft de algemene
woningbouwvereniging Volkshuisvesting grootscheepse vernieuwingsplannen voor
haar bezit rond Die Delfgauwse Weije. Het vigerende bestemmingsplan maakt de
gewenste vernieuwing slechts gedeeltelijk mogelijk. Omdat de vernieuwingsplannen
zowel door de buurt als door de gemeente worden gedragen, is aanpassing
eveneens vereist.
I.2. Plangebied.
|
Het plangebied wordt aan alle
zijden begrensd door stedelijke structuurlijnen. Langs de oostzijde vormt
rijksweg 13 de grens. Langs de zuidzijde de Oostpoortweg, de toegangsweg vanaf
de rijksweg. Langs de westzijde is het Rijn-Schiekanaal de grens. Langs de
noordzijde vormt de Bieslandsekade, een historische waterlijn, de grens.
1.3. Huidige regelingen.
Voor het gehele plangebied is op
dit moment bestemmingsplan Heilige Land-1980 de vigerende regeling. Binnen
dit bestemmingsplan zijn drie uitwerkingsplannen vastgesteld en goedgekeurd.,
één voor het kantoor nabij het Oostplein en twee voor de kantoorlocatie op de hoek
Staalweg-H.d.Keyserweg.
II. Ruimtelijke beschrijving.
II.1. Historische beschrijving.
Het oudste deel van het plangebied
is de Bieslandsekade. Al in de
middeleeuwen was de kade onderdeel van de polder ten oosten van de stad. In die
tijd liep de kade tot de Krommewatering, het huidige Oosteinde. Het
Rijn-Schiekanaal dateert in de oorspronkelijke vorm uit het begin van de 16e
eeuw.
Tot het eind van de vorige eeuw
was het plangebied onbebouwd en vooral in gebruik als tuinbouwgebied.
De eerste bebouwing werd begin
deze eeuw in de zuidwest hoek opgericht en bestond uit speculatieve volkswoningbouw
langs Oostblok, Dr.Schaepmanstraat en v.d.Madestraat. Ook De Staal werd hier
in zn beginvorm gerealiseerd.
Rond 1920 werden diverse plannen
voor de verdere uitbreiding van de stad opgesteld. Belangrijkste element, dat
uit die tijd dateert, is het tracé van de Stalpaert v.d.Wieleweg. De woningbouw
in het plangebied werd slechts beperkt uitgebreid in noordelijke richting tot
aan de Geertruyt van Oostenstraat.
In de dertiger jaren werden in het
gebied tussen kanaal en het huidige parkje Vondelstraat woningen toegevoegd.
Ook is toen de rijksweg gecreëerd. Vanaf de Delfgauwseweg werden vier rijbanen
in noordelijke richting aangelegd op het huidige tracé.
Na de tweede wereldoorlog werd de
eerste woningbouw gerealiseerd in de Bomenbuurt. Hierna volgde de bouw van de
Fabrieksbuurt direct ten noorden van het plangebied.
In de tweede helft van de
vijftiger jaren werd binnen het plangebied de woningbouw rond Die Delfgauwse
Weije gerealiseerd naar ontwerp van ir. S.J. van Embden.
Tenslotte werd in de zeventiger
jaren de aansluiting op de rijksweg gemaakt en werd De Staal in oostelijke
richting verplaatst. Hierdoor ontstond ruimte voor het woningbouwplan ten
zuiden van het Oostblok, dat begin 80-er jaren met de zogenaamde
Schaefferregeling is gebouwd.
Als laatste toevoeging is het
kantoor van de woningbouwvereniging Vestia (voormalig Centraal Woningbeheer) gebouwd
aan het Oostplein.
|
|
|
|
De groei van het plangebied door de jaren heen, respectievelijk 1892,
1908, 1945, 1967.
II.2. Wijkomschrijving.
II.2.1. Morfologische opbouw.
Binnen het plangebied zijn op
stedelijk niveau de oorspronkelijke waterlijnen, de Bieslandsekade en het
Rijn-Schiekanaal, primaire structuurelementen. Niet alleen binnen de stedebouwkundige
structuur zijn dit hoofdelementen, ook landschappelijk gezien. In de nota
Ruimte voor Natuur (1994) zijn deze waterelementen aangemerkt als onderdeel
van de ecologische hoofdstructuur van de stad.
|
De Bieslandsekade is één van de
belangrijkste verbindingslijnen tussen stad en Delftse Hout, het
recreatiegebied.
Ook de rijksweg langs de oostzijde
van het plangebied is een primaire structuurlijn zowel op stedebouwkundig als
op landschappelijk niveau.
De Oostpoortweg langs de zuidkant
is ook een belangrijke lijn, doch van een lagere orde. Langs deze weg loopt
eveneens een ecologische lijn, die enerzijds de link legt tussen kanaal en
Delfgauwsevaart en anderzijds de ecologische schakel is onder de rijksweg door met
het buitengebied.
Op stadsdeelniveau is de Stalpaert
v.d. Wieleweg een belangrijke verkeersweg, die binnenstad en rijksweg met
elkaar verbindt en tevens onderdeel is van de ring rond de binnenstad.
Op wijkniveau is de lijn Van
Lodensteynstraat-Staalweg het belangrijkste verkeerselement. Het parkje
Vondelstraat is niet alleen voor de buurt een belangrijk groen element. Ook
voor de Fabrieksbuurt ten noorden van de Bieslandsekade is het een
speelvoorziening.
Morfologisch gezien kan de wijk in
drieën worden gedeeld.
Het westelijk deel, dat dateert
van voor de oorlog, wordt vooral gekenmerkt door bebouwing in 2 lagen. Langs
het kanaal, de Bieslandsekade en de Stalpaert v.d.Wieleweg is de bebouwing iets
hoger. De bouwblokken zijn grotendeels gesloten. De groene hofjes langs de
v.d.Madestraat en Odulphusstraat zijn bijzondere plekken in deze stedebouwkundige
omgeving.. De woningen hebben geen voortuin, met uitzondering van de
woonblokken langs de noordzijde van G.v.Oostenstraat en A.Buserstraat.
Het (noord)oostelijke deel, dat
dateert van eind 50-er jaren, is ontworpen door Van Embden. De flat van bijna
30 m hoog is een zeer markant gebouw, niet alleen vanwege de hoogte, maar ook
vanwege de positie in de open ruimte. Ook de invulling van de flat was bijzonder.
Oorspronkelijk was deze met allerlei functies het centrum van de buurt, wonen
gecombineerd met detailhandel en sociaal culturele voorzieningen, kortom een
stad in een stad.
Dit plan bestaat uit drie
verschillende delen. Langs de rijksweg staan portiekwoningen met hun rug naar
de weg en de voorkant gericht op de woonwijk. De blokken vormen vrijwel een
gesloten wand met woningen in drie of vier lagen op een souterrain. In het
middendeel is de verkaveling meer open. Belangrijkste element is de flat nabij
de Bieslandeskade. Haaks daarop stonden drie blokjes met bejaardenwoningen in
twee lagen. In het zuidelijk deel staan twee noord-zuid gerichte portiekflats,
die in hoogte overeenkomen met de blokken langs de rijksweg. Ten westen van de
Van Lodensteynstraat ligt het derde onderdeel van het plan van Van Embden. Hier
is een schil rond de oude woningen gebouwd, die aan de noordzijde laag is en
aan de zuidzijde hoger. Daarmee wordt gerefereerd aan de woningblokken in de
omgeving. In het parkje waren een viertal blokjes gesitueerd, in vorm gelijk
aan de bejaardenwoningen aan de andere zijde van de Van Lodensteynstraat. De
richting was echter evenwijdig aan de Bieslandsekade en de overige straten in
deze buurt.
Tenslotte zijn langs de zuidzijde
van het bestemmingsplangebied gestapelde woningblokken in vier tot vijf bouwlagen
gesitueerd, die dateren van begin 80-er jaren. De blokken meanderen en zijn
over het water gebouwd. Ook is hier De Staal gelegen, het enige
bedrijfsterrein in de buurt.
Belangrijkste hoogte-element is de
flat, die gelegen is op de kruising van een stedelijke- en een
wijkstructuurlijn.
II.2.2 Statistische gegevens.
De volgende statistische gegevens
zijn ontleend aan het statistisch jaarboek van 1998.
In het plangebied woonden op 1
januari 1999 1839 inwoners, ruim 200 minder dan het jaar daarvoor. Vergeleken
met de bevolkingsopbouw in de stad wonen in de wijk relatief gezien veel
ouderen. Bijna een derde van de bevolking in de wijk is 55-plusser. In de hele
stad is een vijfde van de bevolking zo oud.
Binnen het bestemmingsplangebied
zijn nu 1030 woningen. In heel Delft zijn er bijna 47000. Vrijwel alle woningen in de wijk zijn
huurwoningen (in de hele stad 60 %). Alleen in het westelijke deel van het blok
tussen Oostblok en Dr.Schaepmanstraat zijn de bewoners ook eigenaar van de
woning.
II.2.3. Voorzieningen.
De detailhandelsvoorzieningen
liggen aan de v.Lodensteynstraat en aan de zuidzijde van de Vondelstraat. Het betreft
vrijwel uitsluitend detailhandel in de dagelijkse levensbehoefte. In totaal
bedraagt het vloeroppervlak van de tien detailhandelsvestigingen ongeveer 600
m².
Naast deze voorzieningen zijn op
de hoek Stalpaert v.d.Wieleweg-Oostblok en aan de Bieslandsekade snackbars
gelegen.
Het buurthuis De Bieslander is
in de flat opgenomen. De Italiaans-Spaans-Latijns Amerikaanse-vereniging is gevestigd
in het gebouwtje in het parkje.
Vroeger was in het parkje een
school. Nu moeten de kinderen elders buiten de buurt naar school.
De groenvoorzierningen worden
behandeld in de volgende paragraaf.
De joodse begraafplaats in het
parkje wordt niet meer gebruikt voor begrafenissen.
Door de wijk lopen een tweetal
buslijnen over de Staalweg-v.Lodensteynstraat. Over de Oostpoortweg loopt nog
een derde buslijn.
Werkgelegenheid is te vinden in
het kantoor van de woningbouwvereniging Vestia en De Staal. De dienst Beheer en
Milieu van de gemeente is daarin gevestigd aan de Staalweg. Aan het realiseren
van een kantoor op de hoek Staalweg-H.deKeyserweg wordt gewerkt.
II.2.4. Landschap en groen.
De belangrijkste landschappelijke
elementen zijn het kanaal en het water langs de Bieslandsekade en de ecologische
zones langs rijksweg en Oostpoortweg. Deze elementen zijn opgenomen in de nota
Ruimte voor natuur.
In de wijk zelf zijn het parkje en
het groen tussen de woonblokken rond de flat zeer belangrijke elementen in de
stedebouwkundige opzet. Zij vergroten natuurlijk ook de leefbaarheid in de
wijk. De groene driehoek tussen Oostsingel en Stalpaert v.d.Wieleweg draagt bij
aan de leefbaarheid van die omgeving.
Het beleid voor de
groenontwikkeling in de stad is in de eerder genoemde nota aangegeven en in de
notas Het juiste groen op de juiste plaats (1991) en Bomen op dreef (1993). In de eerstgenoemde
nota worden richtlijnen gegeven voor de beplanting langs hoofdwegen en ook voor
de inrichting van de openbare ruimte, straten, en groen- en speelplekken. In
het plangebied zijn de speelplekken op een drietal plaatsen gelegen. In het
parkje bij de Vondelstraat is een trapveld voor de gehele buurt gelegen en een
speelplekje voor de directe omgeving. Daarnaast zijn speelplekken gelegen
tussen de twee blokken met portiekwoningen tussen de Van Lodensteynstraat en
H.de Keyserweg en in het woningbouwplan ten zuiden van het Oostblok.
In de laatstgenoemde nota wordt de
bomenstructuur voor de belangrijkste lijnen in de stad aangegeven. In het
plangebied gaat het om de oever van het kanaal, de Bieslandsekade en de
laanbeplanting langs de Stalpaert v.d.Wieleweg.
II.2.5. Verkeer.
De wijk wordt goed bedient door
drie buslijnen, die door en langs de wijk lopen.
Door en langs de wijk lopen enkele
stedelijke autoverbindingen. De Oostpoortweg is de verbinding tussen de (binnen)stad
en de rijksweg. De Stalpaert v.d.Wieleweg is onderdeel van de ring rond de binnenstad.
De Oostsingel wordt veel gebruikt door verkeer dat vanaf de binnenstad naar het
zuiden gaat. Onlangs is de ruimte langs het kanaal geheel vernieuw en ingericht
als woonstraat met groen langs het water.
De Van Lodensteynstraat is de
centrale weg in de wijk. Van de weg maken naast de bus en het buurtverkeer ook
de autos van en naar De Staal gebruik. Samen met de Bieslandsekade is de weg
de toegang voor autos naar het zuidelijk deel van de Delftse Hout.
Voor fietsers zijn de
Bieslandsekade en Oostpoortweg belangrijke oost-west lijnen omdat deze onder de
rijksweg de verbinding geven tussen stad en Delftse Hout. In noord-zuid richting
zijn de Oostsingel, de Stalpaert v.d.Wieleweg en v.Lodensteynstraat de
belangrijkste routes.
De parkeerdruk in de wijk is goed
op straat op te vangen, want het autobezit is laag, ± 0,65 per woning. Het
westelijke en zuidelijke deel kent een hogere parkeerdruk, waarbij rond het
Oostblok sprake is van een overbezetting in de nachturen.
Met het veranderen van de woningen
rond Die Delfgauwse Weije zullen extra parkeerplaatsen moeten worden toegevoegd.
Daarbij worden de volgende normen aangehouden: voor een seniorenwoning 0,8
pp/wo, een groot onderhoudwoning 0,5 pp/wo, een hoog-niveau-renovatie-woning
1,25 pp/wo en een normale nieuwbouwwoning eveneens 1,25 pp/wo. Bij de
koopwoningen wordt rekening gehouden met 1,3 pp/wo.
III. Toekomstige ontwikkelingen.
De grootste verandering binnen de
planperiode is de herstructurering van de 50-er jaren woningen in de buurt. In
nauw overleg met de buurt is begin 1997 een plan van aanpak opgesteld voor deze
woningen. Daarbij zal in drie fases het woningbezit worden aangepakt, hetzij in
de vorm van groot onderhoud, hetzij met hoog-niveau-renovatie, hetzij door
sloop en nieuwbouw. Discussie over de exacte vorm van de toekomstige bebouwing
is slechts ten dele afgerond in de vorm van defintieve bouwplannen.
Wel is overeenstemming over de
basisopzet van de stedebouwkundige verkaveling. De huidige verkaveling wijkt op
enkele punten af van hetgeen in het plan van aanpak als verkaveling is
gepresenteerd. De huidige verkaveling is wel doorgesproken met
vertegenwoordigers van de buurt en gaat uit van een concentratie van bebouwing
en groen.
In deze variant zijn de geplande
seniorenwoningen rond een atrium gegroepeerd in 3½ bouwlaag met enkele penthouses
op de zuidvleugel. Ten zuiden van dit bouwblok worden een 9-tal
eengezinswoningen gesitueerd. Elders zijn woningblokjes vervallen, zodat daar
het groen kan worden uitgebreid. De nieuwbouw rond de flat wordt niet hoger dan
3½ bouwlaag, zodat wordt aangesloten op de huidige structuur van dit gebouw.
Een buurtvoorziening wordt ook in de flat (weer) opgenomen. Op de vier koppen
van de twee op te knappen blokken ten zuiden van het nieuw parkje zullen ook woningen
worden toegevoegd.
Fase 1 van de herstructurering
omvat het gebied ten westen van de v.Lodensteynstraat.
Fase 2 het gebied tussen
v.Lodensteynstraat en H.de Keyserweg en fase 3 het gebied tussen H.de Keyserweg
en Rijksweg.
In fase 1 worden de woningen aan
het Oostblok opgeknapt en zijn de vier blokjes met 40 bejaardenwoningen in het
parkje gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Conform de afspraak met de buurt
worden hier ruim 50 seniorenwoningen gebouwd. Deze woningen zijn gesitueerd
rond een atrium. De bouwhoogte is drie lagen op een plint, zodat wordt aangesloten
op de bebouwingswijze die oorspronkelijk door v.Embden is gemaakt. Enkele woningen
komen als penthouses op de zuidwest vleugel te liggen. Eengezinswoningen worden
aan de G.v.Oostenstraat gemaakt. Deze woningen bestaan uit twee bouwlagen plus
een dakopbouw. De muur en de joodse begraafplaats zijn een afronding van dat
bouwblok. Parkeren voor deze woningblokken wordt op eigen erf
(eengezinswoningen) en langs de straten opgelost. De waardevolle bomen die nu
her en der staan, worden waar mogelijk gehandhaafd.
Fase 2 omvat het gebied tussen
v.Lodensteynstraat en H.d.Keyserweg. Hier zijn ook de bejaardenwoningen gesloopt.
Ze worden vervangen door een parkje. Het zorgcentrum in de flat komt te vervallen.
De daarbij horende kamers op de begane grond en eerste bouwlagen worden
vervangen door levensloopbestendige woningen. Langs de Bieslandsekade wordt een
nieuwe vleugel gebouwd in drie lagen op een plint. De hoofdentree van het
complex wordt gericht op een plein aan de v.Lodensteynstraat. Zo mogelijk
worden op het dak ook woningen toegevoegd. In de onderbouw van de flat komen
ook ruimtes te liggen voor maatschappelijke en zorgvoorzieningen, zoals bijvoorbeeld
een ruimte voor fysiotherapie. Ook een nieuwe buurtvoorziening komt weer in de
onderbouw. Parkeren zal worden opgelost langs de straten en ten dele onder de
bebouwing.
De portiekwoningen in deze fase
krijgen deels een groot onderhoud-beurt en deels een hoog-niveau-renovatie. Aan
de zuidelijke koppen worden woningblokjes met nieuwe appartementen toegevoegd.
Deze nieuwe woningen worden meer gericht op een nieuw te maken (groen) plein
bij de ingang van de woonwijk. Aan de noordzijde worden 4 woningen toegevoegd.
Het gaat hier om woon/werkwoningen. Parkeren wordt opgelost door langs de straten
extra parkeerhavens te maken.
Fase 3 omvat de strook langs de
rijksweg. Hier worden de blokjes aan noord- en zuidzijde gesloopt en vervangen
door nieuwe koopwoningen/-appartementen. De overige portiekwoningen krijgen een
hoog-niveau-renovatie en een extra laag erop. Parkeren wordt deels opgelost
door extra parkeerplaatsen langs de straat te maken en deels door onder de
koopwoningen een gebouwde parkeervoorziening te maken.
Tegelijk met fase 3 zal de
groenzone langs de rijksweg opnieuw worden ingericht, zodat de ecologische
waarde verhoogd wordt.
Naast bovengenoemde
woningbouwplannen is ook een kantoor in aanbouw langs de rijksweg. Door
aanpassingen in het rioleringssysteem kan het kantoorblok aansluiten op de nieuwe
woningen. Parkeren voor het kantoor wordt grotendeels in een kelder opgelost.
Een derde wijziging van de
situatie was voorzien voor de welzijnsvoorzieningen in de buurt. Samenvoeging
van de diverse welzijnsvoorzieningen werd voorgesteld. Voorlopig zal hiervan
echter nog geen sprake zijn. Wel is alvast een wijzigingsbevoegdheid ter
plaatse van het gebouwtje van de Latinos opgenomen.
Tenslotte zullen naast
bovengenoemde bouwkundige wijzigingen ook het groen en het water in de buurt
veranderen. Rond de zorgflat wordt meer open ruimte gecreëerd. Ten westen komt
een groot plein. Ten zuiden wordt het groen uitgebreid en wordt tevens de
vijver vergroot. Daarbij wordt de gebruikswaarde van het water beter en wordt
tevens de inrichting van het groen en de overgang van water naar land op een
duurzame en zo natuurlijk mogelijke wijze opgelost.
IV. Milieu.
In deze
paragraaf komen de volgende onderwerpen aan bod:
· Bodem
· Water
· Bedrijven
· Geluid
· Luchtkwaliteit
· Duurzaam
bouwen
· Externe
veiligheid
In het oostelijk deel van het plangebied (tussen de Bieslandsekade, Van
Lodensteijnstraat en rijksweg 13) is de grond (van 0 tot 1m. onder het
maaiveld) licht verontreinigd met zware metalen en PAK, een verontreiniging die
waarschijnlijk samenhangt met het daar aangetroffen puin. In de diepere
ondergrond zijn geen verontreinigingen aangetroffen. Het grondwater is licht verontreinigd
met vluchtige aromaten, plaatselijk met chroom en zink. Op één plaats is een
matige arseen-verontreiniging in het grondwater aangetroffen. De aangetroffen
verontreinigingen in grond en grondwater vormen geen belemmering voor sloop,
nieuwbouw en/of renovatie van woningen in dit gebied. Eventueel vrijkomende
grond kent daardoor wel een beperkt hergebruik. Het verdient daarom de aanbeveling
te streven naar een gesloten grondbalans.
Op het terrein van de Dienst Beheer en Milieu zijn diverse kleine
bodemonderzoeken verricht. Het algemene beeld laat een lichte tot sterke
verontreiniging met zware metalen in de grond zien. Voor een bedrijfsbestemming
vormen deze verontreinigingen geen belemmering.
In de
zuidoostelijke hoek van het plangebied is
een ophooglaag aanwezig tot ca 2 m onder het maaiveld die sterk is
verontreinigd met koper, lood en zink. De provincie Zuid-Holland heeft in een beschikking
aangegeven dat hier sprake is van een ernstig, maar niet urgent geval van
verontreiniging. Bij wijziging van de bestemming of het gebruik is
sanering echter nodig.
Op het
terrein ten zuiden van het Oostblok zijn in een onderzoek uit 1991 in de grond
licht tot matige verontreinigingen met zware metalen en PAK aangetroffen. Ter
plaatse van de Stille Putten is de diepere bodemlaag ernstig verontreinigd met
lood. Het grondwater is licht verontreinigd met zware metalen. Deze
verontreinigingen hebben geen invloed op het huidige gebruik.
De
watergangen in het gebied hebben hoofdzakelijk een ontwaterende functie en in
mindere mate een bergende en recreatieve functie. De vijver (aan de Van
Lodensteijnstraat) dient nu nog als overstort van het rioolstelsel. Het
Rijn-Schiekanaal, de Pijnackersevaart en de Bieslandsemolensloot zijn
boezemwateren met als beheerder het Hoogheemraadschap van Delfland. Het
kwaliteitsbeheer van alle water berust bij het Hoogheemraadschap.
In het gebied is sprake van een
gemengd rioolstelsel. Rijksweg 13 watert af op de bermsloten, waardoor de waterkwaliteit
aldaar (waarschijnlijk) van matige kwaliteit is. Het slib in de vijver aan de Van Lodensteynstraat is sterk verontreinigd
(klasse 4); sanering is noodzakelijk.
De gemeente Delft is momenteel
vorm aan het geven aan integraal waterbeheer. In samenwerking met het Hoogheemraadschap
van Delfland zal in de periode 1998 -
najaar 1999 een integraal waterplan worden opgesteld. Delft streeft samen met
het Hoogheemraadschap van Delfland naar schoon en mooi oppervlaktewater in de
stad en voldoende berging voor regenwater. Diffuse verontreiniging van het
oppervlaktewater en het riool moet worden voorkomen. Dit wordt onder meer
bereikt met duurzaam bouwen.
Voorts wil Delft regenwater
afkoppelen bij renovatie en stadsvernieuwing om riooloverstort en
verontreiniging van het oppervlaktewater te verminderen (volgens het principe
'werk met werk maken'). Afkoppeling draagt tevens bij aan verbetering van het
zuiveringsrendement van de rioolwaterzuivering. Maatregelen in dit kader vinden
binnen het plangebied vooral plaats in het groen ten zuiden van de zorgflat.
Het water wordt uitgebreid zodat er meer berging komt, en tevens wordt de bodem
gesaneerd. De bestaande overstort zal met het vernieuwen van het riool in de
v.Lodensteynstraat verwijderd worden. Daarnaast wordt de groenstrook langs de
rijksweg opnieuw ingericht. Uitbreiding van het oppervlaktewater is daarbij één
van de opties.
In het plangebied bevindt zich
een zeer klein aantal kleinschalige bedrijven. Het plangebied is een rustig
woongebied - de functie wonen is in het plangebied het belangrijkst. De
bedrijvigheid bestaat met name uit detailhandel en een enkel horecabedrijf. Het
meest milieurelevant zijn een kantoor met werkplaats van een
woningbouwvereniging en de locatie van de Dienst Beheer en Milieu van de
gemeente Delft. Deze locatie omvat een kantoorgebouw, een aantal magazijnen,
een werkplaats, een KCA-depot en een open ruimte waar allerlei weg- en waterbouwkundige
materialen zijn opgeslagen.
Bedrijven
in het plangebied - algemeen
Op grond van de Lijst van
Bedrijfsactiviteiten Delft (LvB) zijn bedrijven ingedeeld in categorieën die
aangeven welke afstand tot gevoelige bestemmingen (waaronder woningen) gehanteerd
moet worden voor desbetreffend(e) bedrijf(stak). Op die manier wordt
bedrijvigheid in een bepaald gebied gezoneerd ten opzichte van gevoelige
bestemmingen.
In onderstaande tabel staat
aangegeven welke minimale afstand tot gevoelige bestemmingen gelden voor een
bepaalde LvB-categorie.
tabel minimale afstanden tot
gevoelige bestemmingen
LvB-categorie |
afstand tot woningen |
1 |
-- |
2 |
niet onder woningen |
3 |
> 25 m |
4 |
> 50 m |
5 |
> 80 m |
Detailhandel hoort meestal in
de categorie-1, horeca is overwegend categorie 2. Deze typen bedrijvigheid
komen het meeste voor in het plangebied. Voor horecabedrijven (cat.2) geldt
dat ze niet zonder meer onder woningen gelegen mogen zijn. Voor bestaande
horecabedrijven (cat.2) geldt daarom dat in het bestemmingsplan een
maatbestemming horeca dient te worden opgenomen, wanneer boven de bedrijven de
functie wonen mogelijk is.
In het plangebied zijn 2
horecabedrijven aanwezig die in categorie 2 zijn ingeschaald (Oostblok 2a en
Bieslandsekade 5). Hierbij is boven Oostblok 2a wonen mogelijk en is een
maatbestemming opgenomen.
Bedrijven
categorie 3 LvB in het
plangebied
Er zijn in het plangebied twee bedrijven
aanwezig waarvoor geldt dat ze op grond van de LvB in een hogere categorie zijn
ingedeeld dan in het plan op die locatie is toegestaan. Voor deze twee
bedrijven (cat. 3 LvB) dient een maatbestemming te worden opgenomen.
Staalweg 1, Dienst Beheer en Milieu
Het bedrijf op dit adres bestaat uit een
kantoorgebouw met daarnaast een bedrijfsterrein waarop zijn gelegen: een werkplaats,
een KCA-depot, een garage voor het stallen van vrachtwagens en kleinere
transportmiddelen, een afleverpunt voor brandstof voor motorvoertuigen en een
opslagterrein voor weg- en waterbouwkundige materialen en parkeerplaats voor
medewerkers.
Op grond van deze activiteiten valt het
bedrijf in de LvB-categorie 3, hetgeen inhoudt dat een minimale afstand van 25
meter tot gevoelige bestemmingen aangehouden moet worden. Voor de meeste
bedrijfsonderdelen geldt deze afstand. Alleen de minst milieubelastende
activiteiten (kantoor, bedrijfsrestaurant, fietsenstalling en magazijn)
bevinden zich dichter dan 25 meter bij woningen. De bedrijfsonderdelen die de
meeste hinder naar de omgeving kunnen veroorzaken zijn een kadavercontainer en
slibontwateringstank (geurhinder) en de werkplaatsen.
In 1991 is door de Provincie Zuid-Holland
(bevoegd gezag i.v.m. aanwezigheid KCA depot) voor het bedrijf een
revisievergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend en in 1993 en 1995
zijn twee meldingen gedaan in verband met het respectievelijk plaatsen van een
aardgasvulstation en het vervangen van een brandstofafleverstation voor
voertuigen. Voor wat betreft deze en de overige activiteiten geldt dat de
milieuvergunning uit 1991 voldoende mogelijkheden biedt om ontoelaatbare
hinder naar de omgeving te voorkomen. Daarnaast is in 1999 is een nieuwe
vergunningsaanvraag ingediend die voorgaande vergunning in het kader van de Wm
en Wca zal gaan vervangen.
Omwonenden hebben nooit
geklaagd over de activiteiten die plaatsvinden. Voorzover thans te overzien
zijn er geen wijzigingsplannen voor deze locatie. Er is daarom een
maatbestemming in het bestemmingsplan opgenomen.
Oostblok 1, Vestia
Dit kantoorgebouw met werkplaats behoort op
grond van de aanwezigheid van de werkplaats tot de LvB-categorie 3, hetgeen
inhoudt dat het op minimaal 25 m afstand van woningen of gevoelige bestemmingen
gevestigd mag zijn. Het aspect geluidshinder is voor die categorie-indeling het
meest bepalend. De werkplaats bevindt zich aan de Poortweg-zijde van het pand.
Het feit dat er een werkplaats aanwezig is, is ook de reden dat het
kantoorgebouw onder de vergunningsplicht van de Wet milieubeheer valt. Het bedrijf
heeft een milieuvergunning van 15 december 1994.
De milieuvergunning (onder andere specifieke
voorschriften betreffende houtbewerking) biedt bij de huidige werkzaamheden en
bedrijfsindeling voldoende mogelijkheden om (geluid)hinder naar derden te
voorkomen. Bovendien is in de vergunningsaanvraag aangegeven dat de werkplaats
in de toekomst eerder zal inkrimpen dan uitbreiden. Over het bedrijf zijn
geen klachten bekend. Er is daarom een maatbestemming in het bestemmingsplan
opgenomen.
Samenvattend:
Het plangebied omvat een
rustige woonwijk, waarin bedrijvigheid categorie 1 en 2 toelaatbaar is. De
bedrijven aan Staalweg 1, Oostblok 1 en Oostblok 2a/b/c hebben een
maatbestemming.
De Wet geluidhinder kent drie
geluidsbronnen: wegverkeerslawaai, railverkeerslawaai en industrielawaai.
Binnen het plangebied is het wegverkeerslawaai de enige geluidsbron.
Wegverkeerslawaai
In het kader van de Wet
geluidhinder bevinden zich langs alle wegen geluidszones, met uitzondering van
woonerven, 30 km/uur gebieden en wegen waarvan op grond van een door de
gemeenteraad vastgestelde geluidsniveaukaart vast staat dat de geluidsbelasting
op de gevels van aanliggende woningen op 10 meter uit de as van de meest nabij
gelegen rijstrook 50 dB(A) of minder bedraagt. De breedte van een geluidszone
is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van de weg (binnen- of
buitenstedelijk).
Zones langs
wegen in stedelijk en buitenstedelijk gebied
Aantal
rijstroken |
Zone-breedte
(m) |
stedelijk
gebied |
|
1 of 2 |
200 |
3 of
meer |
350 |
buitenstedelijk
gebied |
|
1 of 2 |
250 |
3 of 4 |
400 |
5 of
meer |
600 |
Binnen deze geluidszones moet
aandacht worden besteed aan de geluidsbelasting op de gevel van de geluidsgevoelige
bestemmingen. De geluidsgevoelige bestemming in dit bestemmingsplan is enkel:
Wonen.
Een akoestisch onderzoek moet alle
nieuwe situaties omvatten waarbij sprake is van (mogelijkheid tot) realisatie
van geluidsgevoelige bestemmingen binnen de geluidszone van een (geplande) weg
of (mogelijkheid tot) aanleg van een zoneplichtige weg langs de (te realiseren)
geluidsgevoelige bestemmingen.
Renovatie
Een renovatie die past binnen de
mogelijkheden van het bestaande bestemmingsplan wordt in de Wet geluidhinder
beschouwd als het handhaven van een bestaande situatie. Bij (de meeste)
bouwkundige ingrepen is echter wel een bouwvergunning nodig. De ingreep wordt
dan door de gemeente getoetst aan het Bouwbesluit.
Nieuwbouw
In de Wet geluidhinder is er
sprake van een nieuwe situatie als realisatie van nieuwe geluidsgevoelige
bestemmingen mogelijk is door het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan.
Deze nieuwe situatie is getoetst en voldoet aan de bepalingen van de Wet
geluidhinder.
Om te voorkomen dat geluidwerende
maatregelen, die aan de hand van de resultaten van een akoestisch onderzoek
worden genomen, na enkele jaren onvoldoende effectief blijken te zijn dan
aanvankelijk was geschat, is de geluidsbelasting bepaald voor de toekomstige
situatie. Hiervoor wordt momenteel (landelijk) uitgaan van het jaar 2010.
Die Delfgaauwse Weije
In het kader van dit
bestemmingsplan is slechts binnen het plangebied Die Delfgaauwse Weije sprake
van een nieuwe situatie in de zin van de Wet geluidhinder. Het gehele
(ver)bouwproces zal in drie fasen worden uitgevoerd. De woningen in dit
plangebied vallen binnen de geluidszones (200 m) van een aantal stedelijke
wegen. Dit is in het kader van de Wet geluidhinder het binnenstedelijk gebied.
De maximaal toegestane waarden voor nieuwe woningen ter vervanging van
bestaande woningen mogen in een binnenstedelijk gebied de 70 dB(A) niet
overschrijden. Verder vallen de woningen binnen de geluidszone (600m) van de
rijksweg 13. De ten hoogst toelaatbare waarde voor nieuwe woningen ter
vervanging van bestaande woningen binnen de bebouwde kom die zich binnen de
geluidszone van een autosnelweg bevinden, bedraagt 65 dB(A).
De voorkeursgrenswaarde voor de
geluidsbelasting vanwege stedelijke en buitenstedelijke wegen bedraagt 50
dB(A). Indien de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden en de geluidsbelasting
beperkt blijft tot de maximaal toegestane waarde, kan Gedeputeerde Staten een
hogere grenswaarde toestaan.
Voor het plangebied is een
geluidsonderzoek, Akoestisch onderzoek ten behoeve van bestemmingsplan Heilige
Land: Die Delfgaauwse Weije, fase 1 en 2a opgesteld door Cauberg-Huygen,
rap.nr. 971225-1, d.d. 29 april 1998, verricht naar de geluidsbelasting vanwege
het wegverkeerslawaai. De bij het geluidsonderzoek gehanteerde verkeersprognoses
voor het jaar 2010 zijn afkomstig van de VerkeersMilieuKaart van de gemeente
Delft.
Uit het genoemde onderzoek blijkt
dat op een aantal lokaties de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wordt overschreden.
Voor deze lokaties zijn door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland middels vier
besluiten hogere grenswaarden wegverkeerslawaai vastgesteld. Deze besluiten
maken onderdeel uit van de voorschriften.
Voor diverse luchtvervuilende stoffen zijn grenswaarden vastgesteld die
een wettelijke basis hebben gekregen in de AMvB's Besluiten Luchtkwaliteit. De
gemeente Delft heeft de taak om na te gaan of de normen voor de stoffen stikstofdioxide,
benzeen en koolmonoxyde niet worden overschreden.
Binnenstedelijke
wegen
De lokale luchtkwaliteit in het
plangebied is berekend met behulp van de meest recente versie van het daarvoor
beschikbare CAR-model van het RIVM en conform de systematiek zoneren op basis
van luchtkwaliteit. Hieruit komt de Stalpaert van de Wieleweg naar voren als
meest kritische punt in het plangebied berekend. Uit de berekeningen voor het
jaar 2010 voor deze weg blijkt de benzeenconcentratie 2 mg/m3 te zijn, de concentratie stikstofdioxide is
89 mg/m3. De grenswaarden
voor deze stoffen zijn respectievelijk 10 en 135 mg/m3,
de streefwaarden 5 en 80 mg/m3.
Het RIVM stelt, voor wat betreft koolmonoxyde, dat landelijk vanwege wegverkeer
de richtwaarde in 2010 nergens zal worden overschreden. Derhalve wordt de
concentratie van koolmonoxide in 2010 niet meer meegnomen in het CAR-model.
De conclusie is dat de
luchtkwaliteit voldoet aan de grenswaarden uit de AMvBs Besluiten Luchtkwaliteit.
Rijksweg
13
Luchtkwaliteit en gezondheid Een
slechte luchtkwaliteit heeft ongewenste effecten op de gezondheid. Hoe groot
en wat die effecten precies zijn is moeilijk aan te geven. Eerste
onderzoeksresultaten laten zien dat met name bij jonge kinderen die nabij
rijkswegen wonen een verminderde longfunctie kan optreden van ongeveer 5%. Op
dit moment wordt door de Landbouwuniversiteit Wageningen in opdracht van het
Ministerie van VROM verder onderzoek uitgevoerd. |
De luchtkwaliteit nabij rijksweg
13 is een ingewikkelder onderwerp. Uit onderzoek van de provincie Zuid-Holland
blijkt dat de luchtkwaliteit in het plangebied binnen een zone van 20 tot 50
meter vanaf de rijksweg niet voldoet aan de luchtkwaliteitsnormen. Een deel van
de nieuwbouw bevindt zich in deze strook. Op deze plaats zou de luchtkwaliteit
onvoldoende zijn. Eigen onderzoek van de gemeente Delft laat echter een zone
zien van hooguit enkele meters; volgens dit onderzoek voldoet de luchtkwaliteit
wèl aan de normen.
In overleg tussen de provincie
Zuid-Holland en de gemeente Delft is geconstateerd dat het vrij lastig is om de
luchtkwaliteit precies vast te stellen. Bestudering van de onderzoeksresultaten
laat zien dat er niet met voldoende zekerheid uitspraken gedaan kunnen worden
over de luchtkwaliteit direct naast de rijksweg. Het is echter wel mogelijk
dat de luchtkwaliteitsnormen worden overschreden. De vraag is of de plannen
kunnen worden opgesteld om de negatieve gevolgen van deze mogelijke overschrijding op te heffen:
·
Aanpassing
woningontwerp. Het is
niet mogelijk om de gebouwen zo te ontwerpen dat het luchtkwaliteitsprobleem
geheel wordt ondervangen. Het is namelijk niet mogelijk aan te geven hoe de
luchtstromen precies lopen. Een buitenruimtes (balkon) moet echter aan de
westzijde komen. Het verdient aanbeveling om bij de ventilatiewijze van de
woningen rekening te houden met de matige luchtkwaliteit (bijv. mechanische
ventilatie, luchtbehandelingsinstallaties).
·
Woningbouw
op grotere afstand van rijksweg 13. Verplaatsing van het bouwblok is
fysiek onmogelijk.
·
Afzien van
bebouwing. Omdat het
in het plangebied om vervangende nieuwbouw gaat is het (om diverse redenen) ongewenst
van bebouwing af te zien.
·
Functiewijziging
van de gebouwen. Er is in dit gebied behoefte aan woningen.
Bedrijven passen bovendien niet in het plangebied en grootschalige
kantoorbebouwing is in strijd met het locatiebeleid.
De conclusie is dat luchtkwaliteit
weliswaar een aandachtspunt is maar dat er in dit bestaande stedelijk gebied
geen mogelijkheden om het probleem op te lossen.
Delft
blijft actief duurzaam bouwen nastreven. Duurzaam bouwen is daarmee
randvoorwaarde voor bouwen in Delft; vanaf het begin van het planproces tot en
met de beheersfase. Dit betekent dat tijdens de bouw, bij het gebruik (onderhoud)
en bij de sloop de schade voor het milieu tot een minimum beperkt moet blijven.
Daarbij wordt uitgegaan van de Delftse duurzaam bouwenlijst, waarin naast een
verplicht basisniveau ook extra maatregelen vereist zijn. De invulling van de
maatregelen is aan de initiatiefnemer van de (ver)bouw. Vanuit het oogpunt van
duurzaam bouwen is het zoveel mogelijk handhaven van bestaande bebouwing
wenselijk, de voorkeur gaat dan ook uit naar renovatie van de bestaande
bebouwing.
Regels
voor duurzaam bouwen zijn opgenomen in de Duurzaam Bouwen-verordening, die
sinds 1 januari 2000 binnen de gemeente Delft van kracht is.
IV.7. Externe veiligheid
Bij het onderwerp externe
veiligheid gaat het om de kans dat er calamiteiten optreden ten gevolge van
ongevallen bij het vervoer met gevaarlijke stoffen of bij bedrijven.
Uitgezonderd rijksweg 13 zijn in het plangebied zijn geen transportroutes voor
gevaarlijke stoffen of risicovolle bedrijven.
Rijksweg 13 is aangewezen als
transportroute voor gevaarlijke stoffen. Hiervoor dient een risico-inschatting
te worden gemaakt voor zowel het individueel risico als het groepsrisico. Voor
beide soorten risico zijn aparte normen. In overleg met de provincie
Zuid-Holland is de risico-inschatting bezien. Hierbij is gebruik gemaakt van
het rapport Risicos transport gevaarlijke
stoffen over de weg in de provincie Zuid-Holland uit 1997. Deze risicos
zijn berekend op basis van gegevens uit 1994.
Uit dit rapport blijkt dat de
grens van het individueel risico samenvalt met de grens van de weg. Dit levert
geen beperkingen op voor de planvorming.
De zone voor het groepsrisico
bevindt zich op 20 meter (de bebouwing staat op ca. 40 meter van de wegas). De
verwachting is dat deze zone sinds 1994 (uit dat jaar zijn gegevens gebruikt)
ruimer geworden is. Dit kan betekenen dat de normen voor het groepsrisico overschreden
worden door de plannen. Omdat het
aantal blootgestelde woningen parallel aan de rijksweg echter niet
noemenswaardig toeneemt kunnen de plannen beschouwd worden als bestaande
situatie. Dat betekent dat de plannen ook voor het aspect groepsrisico passen
binnen het huidige beleid.
De conclusie is dat vanuit externe
veiligheid geen belemmeringen worden opgelegd aan de plannen.
V. Verklaring van de bestemmingen.
V.1. Algemeen.
Het bestemmingsplan betreft een
gebied waarin binnen het grootste deel de nadruk ligt op beheer. Alleen in het
deel rond Die Delfgauwse Weije zullen veranderingen optreden. Deze
veranderingen zijn zodanig met de buurt besproken, dat ze vrij gedetailleerd
omschreven kunnen worden. De vorm van het bestemmingsplan is dan ook daarop
afgestemd. Gekozen is voor een regeling die qua methodiek aansluit bij de
bestemmingsplannen voor vergelijkbare gebieden in de stad. Gestreefd is naar
zoveel mogelijk duidelijkheid teneinde rechtszekerheid voor de betrokken
bewoners en gebruikers zoveel mogelijk te bevorderen.
V.2. Woonbestemming.
Het bestemmingsplan heeft
voornamelijk betrekking op bestaande woningen en de vernieuwingsplannen rond
Die Delfgauwse Weije. Deze zijn op de gebruikelijke wijze in de bestemming
Woondoeleinden geregeld met een ruime omschrijving waarin ook
niet-woonfuncties passen, zoals aan huis gebonden beroepen en beperkte
uitoefening van bedrijf of kantoor aan huis. Het spreekt vanzelf, dat geen
hinder voor de omgeving veroorzaakt mag worden. Het bestemmingsplan spreekt
zich niet uit over de indeling van de woongebouwen. Binnen de regels van de
Bouwverordening en het Bouwbesluit is het mogelijk woningen te splitsen, samen
te voegen of te verbouwen. Hetzelfde geldt voor toevoeging van dakkapellen,
dakopbouwen, aanbouwen e.d. In het kader van renovatie en algemene wensen tot
woningvergroting worden aanbouwen gerealiseerd. In een aantal gevallen zal dat
ook kunnen neerkomen op het vergroten van woningen via aanbouwen aan de
achtergevel. Het plan biedt daarvoor de gebruikelijke ruimte binnen de
bestemming Tuin. De hoogte van de aanbouw mag aansluiten op de bestaande
bouwhoogte van de begane grond.
Ter plaatse van de flat kan de
woonbestemming worden gecombineerd met andere voorzieningen, die vanwege de
omvang niet binnen de woonbestemming mogelijk zijn. Het betreft een
welzijnsvoorziening ter grootte van ± 1250 m² vloeroppervlak en een
(para)medisch centrum.
V.3. Winkels, bedrijven, kantoren
en voorzieningen.
Alle bestaande winkels en
aanverwante voorzieningen zoals kleine horecagelegenheden en kappers zijn opgenomen
binnen de bestemming detailhandel, tenzij sprake is van een dergelijke
voorziening onder een woning. In dat geval is de bestemming gemengde doeleinden
opgenomen.
Het bestaande kantoor van de
woningbouwvereniging Vestia aan het Oostblok is als kantoor bestemd. Het nieuw
te bouwen kantoor langs de rijksweg is ook als zodanig opgenomen.
Het kantoor van de dienst Beheer
en Milieu is apart aangeduid binnen de bestemming Bedrijfsdoeleinden, die is
opgenomen voor het hele terrein van De Staal. Op dit moment wordt onderzocht
of alle gemeentelijke diensten in één kantoor kunnen worden gehuisvest. Indien
hiertoe wordt overgegaan, kan het bestaande kantoor aan de Staalweg als apart
kantoor worden aangewend.
Sociaal culturele voorzieningen
worden op een tweetal plaatsen in het plangebied mogelijk gemaakt. Onderin de
flat is een dergelijke voorziening mogelijk gemaakt binnen de bestemming
Woondoeleinden. Een tweede locatie is op de hoek van Bieslandsekade en Vondelstraat.
Indien van deze laatstgenoemde locatie geen gebruik gemaakt zal worden, kan de
locatie met een wijzigingsplan worden bestemd voor Openbaar groen.
De joodse begraafplaats aan de
Odulphusstraat is specifiek bestemd.
V.4. Groen, verkeer en water.
De ecologische zones langs
Rijn-Schiekanaal, Rijksweg, Bieslandsekade en Oostpoortweg zijn bestemd tot
Openbaar groen en Water. Deze laatstgenoemde bestemming geldt voor de
kanalen en sloten die van essentiële betekenis zijn voor de waterhuishouding
van het (boven)stedelijke gebied.
Naast bovengenoemde locaties is de
bestemming Openbaar groen opgenomen voor de groen- en speelplekken die van
belang zijn in de stedebouwkundige opzet van de wijk. Binnen de bestemming zijn
beperkte bouwmogelijkheden voor recreatieve voorzieningen, speeltoes-tellen en
daarmee gelijk te stellen bouwwerken. De waterpartij langs de Van Lodensteynstraat
en Odulphusstraat is specifiek aangeduid binnen de bestemming.
De verkeersstructuur van de wijk
zal de komende jaren niet wezenlijk veranderen. Waar sprake is van een pure
vervoersfunctie (Rijksweg 13) is de bestemming Verkeersdoeleinden III
opgenomen.
De doorgaande wegen op stads- en
wijkniveau hebben de bestemming Verkeersdoeleinden II gekregen en de
woonstraten/-erven de bestemming Verkeersdoeleinden 1.
De inrichting van een
straatprofiel is op de plankaart niet vastgelegd. Herinrichting van een straat
zal volgens de voorschriften in overleg met omwonenden en belanghebbenden
plaats vinden.
V.5. Waterkering en kabels &
leidingen.
De gronden die vereist zijn om
water te keren hebben naast de gebruiksbestemming ook de bestemming Waterkering.
Inrichting en gebruik moet daarmee in overeenstemming zijn.
Enkele belangrijke kabel- en
leidingenstroken hebben ook een dubbelbestemming. Het betreft de strook, waarin
de 150 kv-kabels van de EZH liggen en een zware kabelstrook van Delfland in
de Stalpaert v.d.Wieleweg.
VI. Overleg en inspraak.
VI. 1 Overleg ex artikel 10 Bro
Ingevolge artikel 10 van het
Besluit Ruimtelijke Ordening is het voorontwerp bestemmingsplan om overleg toegezonden
aan de volgende instanties:
1.
Provinciaal Planologische Commissie
2.
Hoogheemraadschap van Delfland
3.
Zuid-West-Nederland N.V. Accountteam Haaglanden
4.
Inspecteur voor de Ruimtelijke Ordening in de provincie
Zuid-Holland
5.
Vrouwen advies Commissie
6.
Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland
7.
Kamer van Koophandel en Fabrieken
8.
Electriciteitsbedrijf Zuid-Holland
9.
PTT Telecom Netwerkdiensten
10. Stadsgewest
Haaglanden
11. COW
12. Brandweer,
regio Delft
Op het verzoek om overleg is
inhoudelijk gereageerd door de PPC, de n.v. Elektriciteitsbedrijf Zuid-Holland,
de minister van Verkeer en Waterstaat en de Vrouwen advies Commissie voor de
woningbouw Delft.
De PPC
De provinciaal planologische
commissie merkt op dat aan de Staalweg en de Hendrik de Keijzerweg een mogelijkheid
voor kantoordoeleinden is opgenomen met een maximum vloeroppervlak van 3000 mý. Dit is in strijd met het
ABC-beleid. Onduidelijk is of binnen het plangebied na herstructurering per
saldo meer woningen worden gerealiseerd. Indien dit het geval is moet het
passen binnen de bouwscenario regio Haaglanden. Tot slot wordt in het plan een
opgave gemist van de gebruikte rekenmethode ten behoeve van het meten van de
luchtkwaliteit. Nader overleg wordt gevraagd over de toekomstige strengere
normen.
VROM
Ook het ministerie van
Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer maakt bezwaar tegen het
opnemen van de kantorenlocatie aan de Hendrik de Keijzerweg. Ook acht VROM het
onwenselijk dat bestaande kantoren ruime mogelijkheid krijgen tot uitbreiding
na calamiteit. Zij verzoekt tot het schrappen van artikel 6 lid 4.
Hoogheemraadschap van Delfland
Het Hoogheemraadschap attendeert
erop dat de beheerders van het in het plangebied voorkomende water niet correct
zijn benoemd. Zij verzoekt in artikel 17 lid 1 water aan de doeleinden toe te
voegen. Eenzelfde toevoeging geldt artikel 21 lid 2 . Aanpassing wordt voorgesteld van artikel 18, het
voorschrift over water .
Zij verzoeken bij dubbelbestemming
consequent het primaat aan de bestemming waterkering toe te kennen.
De plankaart behoeft aanpassing op
enkel nader aangegeven punten.
De Vrouwen advies Commissie voor
de woningbouw Delft
Deze adviescommissie brengt naar
voren dat slechts het aantal speellocaties wordt genoemd en niet het aantal
speelplekken. De commissie heeft enkele aanbevelingen betreffende de inrichting
van de speelplaatsen. Voorts pleit zij voor het opnemen van meer parkeerplaatsen
in het plangebied omdat zij op grond van een aantal maatschappelijke ontwikkelingen
een toename van autogebruik verwachten. Ook vraagt zij zich af of het geplande
buurthuis een goed alternatief is voor bewoners van de Bieslandhof.
Directoraat Generaal Waterstaat
Het directoraat merkt op dat de
kantorenlocatie aan de Hendrik de Keijzerweg niet past binnen het ABC-beleid.
N.v. Eletriciteitsbedrijf
Zuid-Holland
Dit bedrijf voorziet de gemeente
in detailtekeningen met de ligging van kabels en leidingen. Zij verzoeken de
plankaart waar nodig aan te passen aan de tekeningen. Zij verzoeken aan het
voorschrift Kabel- en leidingentrace een aanlegvergunningenstelsel te
koppelen. Voorts vragen zij in de toelichting aandacht te besteden aan de in
het plangebied voorkomende kabels- en leidingentracés.
In antwoord op voormelde
opmerkingen meldt de gemeente het volgende:
In het vigerende bestemmingsplan
Heilige Land 1980 is voor de locatie Staalweg- Hendrik de Keijzerweg langs de
rijksweg A13 een uitwerkingsplicht opgenomen. Inmiddels vigeert sinds januari
1999 het uitwerkingsplan Heilige Land
III, dat aan de locatie de bestemming kantoordoeleinden toekent met een
maximaal vloeroppervlak van 3000 mý. De grond
is verkocht aan een projectontwikkelaar die ter plaatse kleinschalige kantoren
gaat realiseren met een totaal vloeroppervlak van 3000 mý.
Per saldo zal het aantal woningen
in het plangebied na de herstructurering in geringe mate toenemen, waarbij
vermeld moet worden dat in plaats van kamers in het verzorgingstehuis straks
levensloopbestendige woningen worden gebouwd. Opgaaf van de gebruikte rekenmethode
voor het meten van de luchtkwaliteit is opgenomen in de milieuparagraaf. Voor
het overige is overleg tussen provincie en gemeente gaande.
De voorgestelde opmerkingen over
aanpassingen van plankaart en voorschriften zijn overgenomen in het
ontwerp-bestemmingsplan.
Met betrekking tot de reacties van
de vrouwen advies commissie voor de woningbouw delft merken wij op dat het bestemmingsplan
niet toeziet op de inrichting van openbare ruimte en de parkeerplaatsen. De
opmerkingen zullen overgebracht worden naar betreffende vakafdelingen binnen de
gemeente Delft en zo mogelijk worden verwerkt in de uitwerking van het
inrichtingsplan voor de openbare ruimte.
Inspraak gebruikers plangebied.
Het bestemmingsplan Heilige Land
2000 behelst grotendeels een continuering van bestaande regelgeving voor het
plangebied zoals neergelegd in het bestemmingsplan Heilige Land 1980. Alleen
voor die locaties waar herstructurering van de bestaande woningbouw plaatsvindt,
gaat een ander regime gelden. Het bestemmingsplan biedt een planologische basis
voor uitvoering van die plannen.
De herstructureringsplannen zijn uitvoerig met de gebruikers
van het plangebied besproken en werden met groot enthousiasme en instemming
ontvangen.
Het voorontwerp-bestemmingsplan
heeft ter inzage gelegen van 15 oktober 1999 tot 12 november 1999. Voor omwonenenden
is op 1 november 1999 een informatiebijeenkomst over het voorontwerp
georganiseerd. Er is door omwonenden mondeling noch schriftelijk gereageerd op
het voorontwerp.
II. Financiële uitvoerbaarheid.
De belangrijkste ontwikkelingen
vinden plaats in het oostelijke deel van het plangebied.
Dit betreft de herstructureringsplannen
voor de woningen rond Die Delfgauwse Weije en de ontwikkeling van een kantoor
nabij de Staalweg.
De herstructurering van Die
Delfgauwse Weije is een ontwikkeling die voornamelijk in handen is van de
betreffende woningbouwvereniging. Het tot op heden ontwikkelde plan zal een
aanzienlijk beroep doen op de financiële reserves van deze
woningbouwvereniging.
De gemeente zal financieel in het
plan bijdragen, door de veranderingen in de openbare ruimte voor haar rekening
te nemen. Deze gemeentelijke bijdrage
wordt gedekt uit het stadsvernieuwingsfonds.
Naast de bovengenoemde financiële
middelen zal uit diverse subsidiepotten, zoals het Besluit Woninggebonden
Subsidies, subsidie voor liften en subsidie voor isolatie huurwoningen, het
woningbouwplan mede worden gefinancierd. Een bijdrage uit het landelijke herstructureringsfonds
is ook verkregen.
De bouw van het kantoor is reeds
in het huidige bestemmingsplan voorzien. Op basis van dit oude vigerende bestemmingsplan
is een uitwerkingsplan gemaakt, dat in het nieuwe bestemmingsplan is verwerkt.
De exploitatie van deze locatie is ten laste van het grondbedrijf en is
budgettair neutraal opgelost.