VOORSCHRIFTEN
DEEL UITMAKENDE
VAN HET
BESTEMMINGSPLAN
HEILIGE LAND 2000
PLANKAART
S-12-21-01-C
VASTGESTELD DOOR DE RAAD
d.d.
GOEDGEKEURD DOOR G.S.
d.d.
ONHERROEPELIJK
d.d.
12 april 2000 gemeente Delft
INHOUD
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsbepalingen blz. 3
Artikel 2 Wijze van meten 5
HOOFDSTUK II BESTEMMINGSBEPALINGEN
Artikel 3 Woondoeleinden 6
Artikel 4 Gemengde doeleinden 7
Artikel 5 Kantoren 8
Artikel 6 Detailhandel 9
Artikel 7 Bedrijfsdoeleinden 10
Artikel 8 Maatschappelijke doeleinden 11
Artikel 9 Nutsvoorzieningen 12
Artikel 10 Garages 13
Artikel 11 Tuin 14
Artikel 12 Voortuin 15
Artikel 13 Openbaar groen 16
Artikel 14 Verkeersdoeleinden I 17
Artikel 15 Verkeersdoeleinden II 18
Artikel 16 Verkeersdoeleinden III 19
Artikel 17 Water 20
Artikel 18 Begraafplaats 21
Artikel 19 Waterkering 22
Artikel 20 Kabel- en leidingentracé 23
HOOFDSTUK III OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 21 Algemene vrijstellingsbevoegdheid 24
Artikel 22 Gebruiksbepalingen 25
Artikel 23 Overgangsbepalingen 26
Artikel 24 Strafbepalingen 27
Artikel 25 Titel 28
HOOFDSTUK I ALGEMENE
BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsbepalingen
1. Bebouwingsgrenzen:
De op de kaart
blijkens een daarop voorkomende verklaring als zodanig aangegeven lijnen, die
niet mogen worden overschreden door bebouwing.
2. Bebouwingspercentage:
De verhouding tussen de grondoppervlakte
van de bebouwing in een bebouwingsvlak en de
totale oppervlakte van dat bebouwingsvlak of -strook uitgedrukt in procenten.
3.
Bestemmingsvlak:
Alle aaneengesloten terreinen met
eenzelfde bestemming.
4.
Bebouwingsvlak of - strook:
Een door bebouwingsgrenzen op de kaart
aangegeven strook grond, waarbinnen ingevolge
het in deze voorschriften bepaalde gebouwen mogen worden gebouwd.
5.
Bouwen:
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk
oprichten, het vernieuwen of veranderen en het vergroten
van een bouwwerk.
6.
Bouwwerk:
Elke constructie van enige omvang van
hout, steen, metaal of een ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij
direct of indirect steun vindt in of
op de grond.
7.
Detailhandel:
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden,
hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen
en/of leveren van goederen aan diegenen die de goederen kopen voor gebruik verbruik of aanwending anders dan in de
uitoefening voor een beroeps- of bedrijfs- activiteit.
8. Peil:
a.
Voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan de
openbare weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang van
het bouwwerk.
b. Voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang niet
direct aan de openbare weg grenst: de hoogte van de dichtstbij gelegen openbare
weg ter plaatse van de hoofdtoegang van het bouwwerk.
9.
Gebouw:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen
toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
10. Hoogtescheidingslijn:
De op de kaart, blijkens een daarop
voorkomende verklaring als zodanig aangegeven lijn die gedeelten van een bestemmingsvlak of bebouwingsvlak scheidt,
waarbinnen tot verschillende
maximale hoogten gebouwd mag worden.
11. Praktijk-/kantoorruimte:
Een (gedeelte van een) gebouw, dat dient
voor het uitoefenen van een doorgaans aan
een woning verbonden beroep.
12 Kap:
Een gesloten en voornamelijk hellende
bovenbeëindiging (dakvlak) van een bouwwerk, bestaande
uit tenminste twee niet-horizontale vlakken met een helling tussen de 30° en 60°.
13 Terreineenheid:
Een aaneengesloten stuk grond, dat wordt
gebruikt ten behoeve van en/of behoort bij een bedrijf,
instelling of wooneenheid.
14. Vloeroppervlakte:
De totale begaanbare oppervlakte van alle
ruimten binnen een gebouw, met inbegrip van de
door binnenwanden ingenomen oppervlakte en met uitzondering van oppervlakten waarboven niet een vrije hoogte van
tenminste 1,50 m aanwezig is; dit alles gemeten tussen de binnenwerkse gevelvlakken.
15. Bordeel:
Een gebouw of een gedeelte daarvan waarin
bedrijfsmatig prostitutie wordt bedreven of bedrijfsmatig
andere diensten van erotische aard worden verleend.
Artikel 2 Wijze van meten
1.
Bouwhoogte:
a.
De afstand van peil tot de snijlijn van gevelvlak en dakvlak.
b.
Kapvormige bouwdelen of dakopbouwen, hoger dan de in sub a.
toegelaten bouwhoogte, maar vallend binnen het profiel van een denkbeeldige kap
van 5 meter hoog en dakhellingen van 60° worden niet meegerekend, tenzij met
een aanduiding is aangegeven dat geen kap is toegestaan.
2.
Grondoppervlakte:
De oppervlakte van de grond die in beslag
wordt genomen door de verticale projectie van een
bouwwerk, gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of hartlijn(en) van de
scheidsmuur (scheidsmuren).
HOOFDSTUK II BESTEMMINGSBEPALINGEN
Artikel 3 Woondoeleinden
1. Doeleindenomschrijving:
a.
Gronden op de kaart aangeduid als WOONDOELEINDEN zijn
bestemd voor woningen en de daarbij behorende nevenruimten zoals bergingen en
garages.
b.
Per woning met deze bestemming zijn toegelaten ruimten voor
ambachtelijk bedrijf, detailhandel, kantoor, praktijkuitoefening en
sociaal-culturele doeleinden, mits de woonfunctie per wooneenheid in
overwegende mate gehandhaafd blijft.
2.
Dubbelbestemming:
a. Voor zover
deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor WATERKERING is het bepaalde in artikel 20 van
toepassing.
b. Ingeval
van strijdigheid heeft de bestemming Waterkering voorrang boven de bestemming
Woondoeleinden.
3. Bebouwingsvoorschriften:
a.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse op de
kaart staat aangegeven.
b.
Het bebouwingspercentage bedraagt 100%.
c.
Op gronden van deze bestemming zijn onderdoorgangen
toegestaan met dien verstande dat een vrije hoogte van tenminste 2,5 m in acht
genomen moet worden.
Artikel 4 Gemengde
doeleinden
1.
Doeleindenomschrijving:
Gronden op de kaart aangeduid als
GEMENGDE DOELEINDEN zijn bestemd voor:
a.
voor zover gelegen op de begane grond: woningen,
ambachtelijke bedrijven, detailhandel, horeca, kantoren, ruimten voor
praktijkuitoefening, dienstverlening en sociaal-culturele doeleinden en de
daarbij behorende nevenruimten zoals bergingen, werkplaatsen en garages; met
dien verstande dat uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die zijn opgenomen
onder categorie 1 en 2 van de bij deze voorschriften behorende Lijst van
Bedrijfsactiviteiten;
b.
voor zover gelegen op de verdiepingen: woningen
met de daarbij behorende nevenruimten zoals bergingen en terrassen.
2.
Bebouwingsvoorschriften:
a.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse op de
kaart staat aangegeven.
b.
Het bebouwingspercentage binnen het bebouwingsvlak bedraagt
100%.
c.
Onderdoorgangen zijn toegestaan met dien verstande dat een
vrije hoogte van tenminste 2,5 m inachtgenomen moet worden.
3.
Vrijstelling:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd
om onder toepassing van artikel 11 Wet op de Ruimtelijke
Ordening vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 ten behoeve van de vestiging van een bedrijf binnen
categorie 3 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten, mits dit bedrijf voor wat betreft de bedrijfsvoering gelijkgesteld kan
worden met bedrijven binnen de
categorieën 1 en 2.
Artikel 5 Kantoren
1.
Doeleindenomschrijving:
Gronden op
de kaart aangeduid als KANTOREN zijn bestemd voor administratie en daarmee naar
de aard gelijk te stellen vormen van een bedrijvigheid en dienstverlening
alsmede voor een werkplaats mits deze behoort tot categorie 1, 2 of 3 uit de
Lijst van Bedrijfsactiviteiten met dien verstande dat ter plaatse van de
aanduiding R een maximum vloeroppervlakte geldt van 500 m²per kantooreenheid.
2.
Dubbelbestemming:
a. Voor zover
deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor WATERKERING is het bepaalde in artikel 20 van
toepassing.
b. Ingeval
van strijdigheid heeft de bestemming Waterkering voorrang boven de bestemming
Kantoren.
3. Bebouwingsvoorschriften:
a. De
bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse op de kaart staat aangegeven.
b. Het
bebouwingspercentage binnen het bebouwingsvlak bedraagt 100%.
c.
Gebouwen mogen niet buiten de op de kaart als zodanig aangegeven bebouwings-
grenzen worden opgericht.
4. Vrijstelling:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd
vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 2 onder c voor het oprichten van een fietsenstalling of
een gebouwtje voor onderhoud en beheer
buiten de bebouwingsgrenzen, met dien verstande dat:
a. De
bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
b. De
oppervlakte van een gebouwtje niet meer mag bedragen dan 30 m².
Artikel 6 Detailhandel
1.
Doeleindenomschrijving:
Gronden op de kaart aangeduid als
DETAILHANDEL zijn bestemd voor:
a. winkels, horeca en daarmee gelijk te
stellen dienstverlening.
b. na bedrijfsbeëindiging mogen deze
gronden tevens gebruikt worden voor ambachtelijk
bedrijf, kantoor en/of praktijkruimte.
2.
Dubbelbestemming:
a. Voor zover
deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor WATERKERING is het bepaalde in artikel 20 van
toepassing.
b. Ingeval
van strijdigheid heeft de bestemming Waterkering voorrang boven de bestemming
Detailhandel.
3. Bebouwingsvoorschriften:
a.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.
b.
Het bebouwingspercentage bedraagt 100%.
c.
Gebouwen mogen niet buiten de op de kaart als zodanig
aangegeven bebouwingsgrenzen worden opgericht.
Artikel 7 Bedrijfsdoeleinden
1.
Doeleindenomschrijving:
a.
Gronden op de kaart aangeduid als BEDRIJFSDOELEINDEN zijn
bestemd voor ambacht, nijverheid en groothandel en de bij deze bestemming
behorende voorzieningen; open terreinen, laad- en losgelegenheden, wegen,
parkeerplaatsen en groenvoorzieningen.
b.
Uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die zijn opgenomen
onder categorie 1, 2 en 3 van de bij deze voorschriften behorende Lijst van
Bedrijfsactiviteiten.
c.
Gronden die op de kaart met de letter K zijn aangeduid mogen
tevens worden gebruikt voor kantoordoeleinden met een maximum van 4000 m² vloeroppervlakte.
d.
Geen detailhandelsbedrijven zijn toegestaan, behoudens
detailhandel in volumineuze goederen of detailhandel in goederen die ter
plaatse worden vervaardigd, bewerkt of hersteld, mits de vloeroppervlakte van
de verkoopruimte niet meer bedraagt dan 80 m²
2.
Dubbelbestemming:
a. Voor zover
deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor WATERKERING is het bepaalde in artikel 20 van
toepassing.
b. Ingeval
van strijdigheid heeft de bestemming Waterkering voorrang boven de bestemming
Bedrijfsdoeleinden.
3. Bebouwingsvoorschriften:
a.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse op de
kaart staat aangegeven.
b.
Het bebouwingspercentage bedraagt niet meer dan op de kaart
staat aangegeven.
c.
Gebouwen mogen niet buiten de op de kaart als zodanig
aangegeven bebouwings-grenzen worden opgericht.
Artikel 8 Maatschappelijke
doeleinden
1. Doeleindenomschrijving:
Gronden op de kaart aangeduid als
MAATSCHAPPELIJKE DOELEINDEN zijn bestemd
voor sociale, culturele, educatieve en religieuze doeleinden alsmede voor de
bij deze bestemming behorende
voorzieningen als open terreinen, wegen, parkeerplaatsen en groenvoorzieningen.
2.
Bebouwingsvoorschriften:
a.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse op de
kaart staat aangegeven.
b.
Bebouwing mag niet buiten de op de kaart als zodanig
aangegeven bebouwingsgrenzen worden opgericht, met uitzondering van bouwwerken
die geen gebouw zijn.
3.
Wijzigingsbevoegdheid:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd
om onder toepassing van het bepaalde in artikel
11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de bestemming van deze als zodanig aangegeven gronden te wijzigen ten
behoeve van de bestemming Openbaar Groen; artikel
13 is overeenkomstig van toepassing.
Artikel 9 Nutsvoorzieningen
1.
Doeleindenomschrijving:
Gronden op de kaart aangeduid als
NUTSVOORZIENINGEN zijn bestemd voor bebouwing
ten behoeve van de telecommunicatie, de energievoorziening en de waterhuishouding.
2.
Bebouwingsvoorschriften:
a. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4
m.
b. Het bebouwingspercentage bedraagt
100%.
Artikel 10
Garages
1.
Doeleindenomschrijving:
Gronden op de kaart aangeduid als GARAGES
zijn bestemd voor het stallen van voer- tuigen
en voor bergruimte bij woningen.
2.
Bebouwingsvoorschriften:
a.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
b.
Het bebouwingspercentage binnen het bebouwingsvlak bedraagt
100%.
Artikel 11 Tuin
1.
Doeleindenomschrijving:
a.
Gronden op de kaart aangeduid als TUIN zijn bestemd voor open ruimte en
erf ten dienste van de
aangrenzende hoofdbebouwing.
b. Indien de gronden
tevens zijn aangeduid met een S zijn die gronden bestemd voor een
kinderspeelplaats
met een oppervlakte van tenminste 100 m².
c.
Indien de gronden tevens zijn aangeduid met een P is een gebouwde parkeervoorziening ter plaatse
toegestaan.
2. Bebouwingsvoorschriften:
a.
Op gronden met deze bestemming zijn toegestaan:
1. Bouwwerken die geen gebouw zijn en
voorzieningen die uit de aard van de
bestemming volgen zoals erfafscheidingen,
pergolas, bordessen, vijvers en
dergelijke met dien verstande dat de
bouwhoogte niet meer mag bedragen dan
2,20 m;
2. Bouwwerken en voorzieningen zoals kastjes,
bergingen, garages, dieren-
verblijven en dergelijke met
inachtneming van de volgende regels:
a. de totale grondoppervlakte van de hier
bedoelde bebouwing mag per terrein-
terreineenheid maximaal 25 m² bedragen of, indien dat meer is, ten
hoogste
1/3 deel van de oppervlakte van gronden met de bestemming tuin op de
betreffende terreineenheid, maar nooit meer dan 60 m² en met dien verstande
dat er altijd een vrije diepte van 5 m, gemeten vanaf de achtergevel,
overblijft;
b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen
dan 2,40 m
3. Uitbouwen van de aangrenzende
hoofdbebouwing met een maximale hoogte die gelijk is aan de hoogte van de begane grond en een diepte van
maximaal 2 m, tenzij het een uitbouw betreft over minder
dan de helft van de breedte van de hoofdbebouwing in welk geval de diepte
niet meer mag bedragen dan 3,50 m.
In afwijking van het bepaalde onder 2.a mag per terreineenheid maximaal
30 m²
worden bebouwd als sprake is van woningen die slechts uit een begane
grond bestaan
en waarboven zich één of meer appartementen bevinden;
In
afwijking van het bepaalde onder 3 mag de bouwhoogte van een aan- of uitbouw
gelijk
zijn aan de hoogte van twee bouwlagen, indien in de bestaande situatie sprake
is
van
gestapelde bouw.
b. Boven
gronden met deze bestemming is de bouw van erkers, balkons en luifels
behorende bij de bestemming woondoeleinden
toegestaan tot een maximum van 2 m
uit de grens van deze bestemming en de
bestemming Woondoeleinden. De
bouwhoogte van deze bouwwerken mag niet
hoger zijn dan de bouwhoogte van de
aangrenzende bestemming Woondoeleinden.
Artikel 12 Voortuin
1. Doeleindenomschrijving:
Gronden op
de kaart aangeduid als VOORTUIN zijn bestemd voor open ruimte, erf,
toegangspad, groen ten dienste van de aangrenzende hoofdbebouwing.
2.
Dubbelbestemming:
a. Voor zover
deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor WATERKERING is het bepaalde in artikel 20 van
toepassing.
b. Ingeval
van strijdigheid heeft de bestemming Waterkering voorrang boven de bestemming
Voortuin.
3. Bebouwingsvoorschriften:
Op gronden met
deze bestemming is het per woning toegestaan te bouwen:
a.
luifels, pergolas en dergelijke met een maximale bouwhoogte
van 2,8 m;
b.
erkers en entrees voor de direct aangrenzende bestemming
Woondoeleinden, met dien verstande dat:
- de
bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3,5 m;
- de
diepte niet meer mag bedragen dan 2 m;
- de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 5 m²;
c.
trappenhuizen en aanbouwen ten behoeve van liften behorende bij de
aangrenzende
bestemming Woondoeleinden;
d. inritten ten behoeve van de
parkeervoorziening opgenomen bij de aangrenzende
bestemming Woondoeleinden.
Artikel 13 Openbaar groen
1.
Doeleindenomschrijving:
a.
Gronden op de kaart aangeduid als OPENBAAR GROEN zijn
bestemd voor groenvoorzieningen, recreatieve voorzieningen, nutsdoeleinden,
geluidwerende voorzieningen, langzaam verkeersroutes en water.
b.
Waar op de kaart de aanduiding voor een langzaam
verkeersroute 2 is aangegeven, zijn de gronden tevens bestemd voor een pad voor
doorgaand fiets- en voetgangersverkeer.
c.
Waar op de kaart de aanduiding voor overbouwing
woondoeleinden is aangegeven, zijn de gronden tevens bestemd voor de bestemming
Woondoeleinden en is artikel 3 van overeenkomstige toepassing.
2.
Dubbelbestemming:
a.
Voor zover deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor
WATERKERING is het bepaalde in artikel 20 van toepassing.
b.
Voor zover deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor
KABEL- EN LEIDINGENTRACÉ is het bepaalde in artikel 21 van toepassing.
c.
Ingeval van strijdigheid hebben de sub a en sub b genoemde
bestemmingen voorrang boven hetgeen bepaald is met betrekking tot de bestemming
Openbaar Groen.
3. Bebouwingsvoorschriften:
a.
De bouwhoogte van gebouwen mag maximaal 3 m bedragen.
b.
De maximum bouwhoogte van kunstwerken bedraagt 4.5 m.
c.
Het maximaal te bebouwen oppervlakte bedraagt per bouwwerk
12 m².
Artikel 14 Verkeersdoeleinden
I
1.
Doeleindenomschrijving:
Gronden op
de kaart aangeduid als VERKEERSDOELEINDEN 1 zijn bestemd voor verblijfs- en
verkeersruimte.
2.
Dubbelbestemming:
a. Voor zover deze gronden op de kaart
mede zijn bestemd voor WATERKERING is
het bepaalde in artikel 19 van toepassing.
b. Voor
zover deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor KABEL- EN
LEIDINGENTRACÉ is het bepaalde in artikel
20 van toepassing.
c. Voor zover deze gronden op de kaart
tevens zijn aangeduid voor
Verkeersdoeleinden 3 zijn deze gronden voor zover zij onder het ter
plaatse
aanwezige viaduct zijn gelegen mede bestemd voor die bestemming; artikel
16 is van
overeenkomstige toepassing.
d. Ingeval
van strijdigheid hebben de sub a en sub b genoemde bestemmingen voorrang
boven hetgeen bepaald is met betrekking
tot de bestemming Verkeersdoeleinden I.
3. Bebouwingsvoorschriften:
a.
Deze gronden mogen uitsluitend worden bebouwd of ingericht
met:
1. bouwwerken die geen gebouwen zijn en
voorzieningen die uit de aard van de
bestemming kunnen volgen, zoals wegen, kunstwerken, paden, parkeer-
voorzieningen, wegmeubilair;
2. de maximale bouwhoogte voor gebouwen
bedraagt 3 m; voor kunstwerken 4.5 m;
3. het maximaal te bebouwen oppervlak
bedraagt 15 m²;
b.
De bouw van een verkooppunt alsmede de opslag en/of verkoop
van motorbrand-stoffen, daaronder tevens begrepen LPG, is niet toegestaan.
c.
De inrichting van deze gronden geschiedt zoveel mogelijk na
overleg met de omwonenden en andere belanghebbenden.
d.
Het voor rijdend verkeer ingerichte deel van deze gronden is
maximaal 6 m breed met uitzondering van uitwijkplaatsen, parkeerplaatsen en
dergelijke.
Artikel 15 Verkeersdoeleinden
II
1.
Doeleindenomschrijving:
De gronden op de kaart aangeduid als
VERKEERSDOELEINDEN II zijn bestemd voor:
verblijfs- en verkeersruimte,
daaronder begrepen verzamelstraten.
2.
Dubbelbestemming:
a.
Voor zover deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor
WATERKERING is het bepaalde in artikel 19 van toepassing.
b.
Voor zover deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor
KABEL- EN LEIDINGENTRACÉ is het bepaalde in artikel 20 van toepassing.
c.
Ingeval van strijdigheid hebben de sub a en sub b genoemde
bestemmingen voorrang boven hetgeen bepaald is met betrekking tot de bestemming
Verkeersdoeleinden II.
3. Bebouwingsvoorschriften:
a.
Deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd of ingericht
met:
1. bouwwerken die geen gebouwen zijn en
voorzieningen die uit de aard van de
bestemming kunnen volgen, zoals wegen, kunstwerken, paden, parkeer-
voorzieningen, wegmeubilair;
2. groenvoorzieningen;
3. gebouwen, bouwwerken die geen gebouw zijn
en voorzieningen ten behoeve van
nutsdoeleinden met dien verstande dat de oppervlakte niet meer mag
bedragen dan 15 m².
b.
De bouw van een verkooppunt alsmede de opslag en/of verkoop
van motorbrand-stoffen, daaronder tevens begrepen LPG, is niet toegestaan.
c.
Het voor rijdend verkeer ingerichte deel van deze gronden is
maximaal 7,5 m breed met uitzondering van uitwijkplaatsen, parkeerplaatsen en
dergelijke.
Artikel 16 Verkeersdoeleinden
III
1.
Doeleindenomschrijving:
De gronden op de kaart aangeduid als
VERKEERSDOELEINDEN III zijn bestemd voor:
verkeersruimte met de daarbij
horende voorzieningen zoals bermen, water
en geluidsweringen.
2.
Dubbelbestemming:
a. Voor zover
deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor WATERKERING is het bepaalde in artikel 20 van
toepassing.
b. Ingeval
van strijdigheid heeft de bestemming Waterkering voorrang boven de bestemming
Verkeersdoeleinden III.
3. Bebouwingsvoorschriften:
a. Deze
gronden mogen uitsluitend worden gebouwd of worden ingericht met
bouwwerken, geen gebouwen zijnde waaronder
geluidsschermen, alsmede
voorzieningen die uit de aard van de
bestemming kunnen volgen;
b. De bouw
van een verkooppunt alsmede de opslag en/of verkoop van motorbrand-
stoffen, daaronder tevens inbegrepen LPG, is niet toegestaan.
Artikel 17 Water
1.
Doeleindenomschrijving:
a.
Gronden op de kaart aangeduid als WATER zijn bestemd voor
verkeer en vervoer te water en voor de waterhuishouding.
b.
Indien blijkens de plankaart overbouwing is toegestaan zijn
de gronden tevens bestemd voor de bestemming Woondoeleinden en is artikel 3
overeenkomstig van toepassing.
c.
Het is verboden de als WATER bestemde gronden te gebruiken
als ligplaats voor woonboten.
2.
Dubbelbestemming:
a.
Voor zover deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor
WATERKERING is het bepaalde in artikel
19 van toepassing.
b.
Voor zover deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor
KABEL- EN LEIDINGENTRACÉ is het bepaalde in artikel 20 van toepassing.
c.
Ingeval van strijdigheid hebben de sub a en sub b genoemde
bestemmingen voorrang boven hetgeen bepaald is met betrekking tot de bestemming
Water.
3. Bebouwingsvoorschriften:
a.
Op gronden met deze bestemming mogen alleen worden gebouwd
bouwwerken en voorzieningen die uit de aard van de bestemming kunnen volgen
zoals beschoeiingen, kades, steigers, meerpalen en kunstwerken als bruggen.
b. Op gronden waar overbouwing is
toegestaan is de bestemming Woondoeleinden
overeenkomstig van toepassing.
Artikel
18 Begraafplaats
1. Doeleindenomschrijving:
Gronden
met deze bestemming mogen uitsluitend worden gebruikt als begraafplaats.
2.
Bebouwingsvoorschriften:
a.
Op gronden met deze bestemming mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken
geen gebouw zijnde, die uit de aard van de bestemming volgen.
b.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2.50 m.
Artikel 19 Waterkering
1.
Doeleindenomschrijving:
Gronden op
de kaart aangeduid als WATERKERING zijn primair bestemd voor dijk en
waterkering.
2.
Dubbelbestemming:
a. Voor zover
deze gronden op de kaart mede zijn bestemd voor KABEL- EN LEIDINGENTRACÉ is het bepaalde in artikel 20 van toepassing.
b. Voor zover
deze gronden tevens bestemd zijn voor Water is artikel 17 overeenkomstig van
toepassing.
c. In geval
van strijdigheid heeft de bestemming Waterkering voorrang.
3. Bebouwingsvoorschriften:
a.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 1 bedoelde
bestemming uitsluitend worden gebouwd of ingericht werken en voorzieningen ten
behoeve van het normale beheer en onderhoud.
b.
Gronden waaraan mede de in lid 1 bedoelde bestemming is
gegeven, mogen eerst dan worden bebouwd en ingericht, indien en voor zover één
en ander verenigbaar is met de primaire bestemming en nadat burgemeester en
wethouders de beheerder van de waterkering schriftelijk advies gevraagd hebben.
Artikel 20 Kabel- en leidingentracé
1.
Doeleindenomschrijving:
Gronden op de kaart aangeduid als KABEL-
EN LEIDINGENTRACÉ zijn primair bestemd
voor kabels en leidingen ten behoeve van communicatie, gas-, water-, en/of
electriciteitsvoorzieningen.
2.
Dubbelbestemming:
Voor zover deze gronden op de kaart mede
zijn bestemd voor WATERKERING, geldt in
afwijking van het bepaalde onder 1 de
bestemming Waterkering primair en zijn de bepalingen
van artikel 19 van toepassing.
3.
Bebouwingsvoorschriften:
a.
Op de gronden mogen, ten behoeve van de in lid 1 bedoelde
bestemming, uitsluitend worden gebouwd of ingericht bouwwerken en voorzieningen
ten behoeve van het normale beheer en onderhoud.
b.
Gronden waaraan mede de in lid 1 bedoelde bestemming is
gegeven mogen eerst dan worden bebouwd en ingericht, indien en voor zover één
en ander verenigbaar is met de primaire bestemming en nadat burgemeester en
wethouders de eigenaar/beheerder van de kabels en/of leidingen schriftelijk
advies hebben gevraagd.
HOOFDSTUK III OVERIGE
BEPALINGEN
Artikel 21 Algemene vrijstellingsbevoegdheid
1.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van
de voorschriften van dit plan voor het bouwen van kleine niet voor bewoning
bestemde gebouwen van openbaar nut, tot een maximum van 60 m³, als
schakelhuisjes, wachthuisjes van het openbaar vervoer, ruimten ten behoeve van
onderhoudsdiensten, telefooncellen, reclame-uitingen, straatmeubilair en
dergelijke met een maximum bouwhoogte van 4m. Vrijstelling wordt slechts
verleend indiende gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende en nabij gelegen
gronden en bouwwerken en de woonkwaliteit in de directe omgeving niet
onevenredig wordt verminderd, het bouwwerk niet leidt tot in een
stedebouwkundig ongunstige bebouwing.
2.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van
de in dit plan gestelde maximum
bouwhoogten tot ten hoogste 15%, met een maximum van 1 m hogere bouwhoogte,
indien blijkt dat de bouwhoogte bepaling een onredelijke beperking inhoudt voor
het verwezenlijken van een in (stede)bouwkundig opzicht gunstiger bebouwing.
3.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van
de bepalingen omtrent bouwhoogten ten behoeve van masten, torens, vlaggemasten
en andere bouwwerken, die hun functie uitsluitend kunnen vervullen wanneer zij
hoger zijn dan de gestelde maximum bouwhoogten.
4.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de begrenzingen
tussen de verschillende bestemmingen tot maximaal 5 m in enige richting te
verleggen indien dit voor een goede realisatie van het plan noodzakelijk blijkt
ten gevolge van uitmetingen in het terrein of ten gevolge van onvoorziene
wijzigingen in het beloop van rioleringen, kabels, leidingen duikers.
5.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de begrenzingen in
bouwhoogten en de begrenzingen tussen de verschillende bestemmingen tot
maximaal 5 m in enige richting te verleggen, indien blijkt dat de begrenzingen
een onredelijke beperking inhouden voor het verwezenlijken van een in
(stede)bouwkundig opzicht gunstiger bebouwing.
6.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen ten
behoeve van de bouw van bergingen voor minder-/invalidevoertuigen als de
beeldkwaliteit en de gebruikskwaliteit van de openbare ruimte niet onevenredig
wordt verminderd.
7. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd
vrijstelling te verlenen van de voorschriften van het bestemmingsplan ten
behoeve van het ondergronds bouwen en gebruiken
van gronden indien het bovengronds gebruik van de gronden niet onevenredig wordt belast.
8. Burgemeester
en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de bepalingen van dit plan voor
het plaatsen van masten voor de mobiele telefonie met dien verstande dat:
a. geen
masten geplaatst mogen worden op of aan woningen en monumenten in de zin van de Monumentenwet 1988 of de
gemeentelijke monumentenverordening;
b. masten
zoveel mogelijk geplaatst moeten worden (midden) op bestaande bouwwerken;
c. masten
zoveel mogelijk geschikt dienen te zijn voor gebruik door meer dan één aanbieder van mobile
telefoondiensten.
Artikel 22 Gebruiksbepalingen
1.
Het is verboden, de
in het plan begrepen gronden, open erven of terreinen en de daarop overeenkomstig de uit het plan
voortvloeiende bestemming(en) gebouwde opstallen
te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze, of tot een doel strijdig met de bestemming(en). Dit
verbod betreft mede het gebruik van de in
dit plan begrepen gebouwen als bordeel.
2.
Het op het moment van
kracht worden van dit bestemmingsplan bestaande strijdige gebruik mag worden voortgezet en mag worden
gewijzigd in een minder strijdig gebruik.
3.
Onder een in het
eerste lid bedoeld strijdig gebruik van onbebouwde gronden wordt in ieder geval verstaan:
a.
het storten van puin en afvalstoffen;
b.
opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten,
bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan;
c.
opslag van onklare, dan wel aan hun normale bestemming
onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan.
4.
Het in lid 3 onder a
t/m c bepaalde is niet van toepassing op opslag van goederen ten behoeve van de krachtens het plan toegestane bedrijfsvoering,
op het tijdelijk opslaan van materialen
en werktuigen, die nodig zijn voor de realisering of de handhaving van de in dit plan aangegeven bestemmingen, en op het
opslaan of storten van puin, afval- en
meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van tuinen en open erven.
5.
Burgemeester en
wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in het eerste lid, indien strikte toepassing leidt tot een
beperking van het meest doelmatige gebruik
van de grond en de bebouwing, die niet om
dringende reden gerechtvaardigd is.
Artikel 23 Overgangsbepalingen
1.
Bouwwerken die op het
tijdstip van de ter visie legging van het ontwerp van dit plan reeds bestaan, in uitvoering zijn of gebouwd
kunnen worden krachtens een bouwvergunning
en die, hetzij door hun aard, hetzij door hun afmetingen, in strijd zijn met het plan, mogen behoudens de bevoegdheid
tot onteigening overeenkomstig de wet:
a.
gedeeltelijk worden vernieuwd of gedeeltelijk worden
veranderd, mits de bestaande afwijkingen van het plan daarbij naar aard en
afmetingen niet zullen worden vergroot en geen nieuwe afwijkingen ten opzichte
van het plan zullen ontstaan;
b.
geheel worden vernieuwd, zonodig met overschrijding van de
bebouwings- en bestemmingsgrenzen, ingeval zij zijn verwoest ten gevolge van
een calamiteit, mits de bestaande afwijkingen niet zullen worden vergroot en
een aanvraag om bouwvergunning voor de herbouw wordt ingediend binnen 2 jaar
nadat de calamiteit heeft plaatsgevonden.
2. Burgemeester
en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 voor het
geheel vernieuwen anders dan na een calamiteit, alsmede voor het in geringe
mate vergroten van de in het eerste lid bedoelde bouwwerken, mits de vergroting
ten opzichte van de bestaande afmetingen niet meer dan 10% zal bedragen en mits
de bestaande afwijkingen van het plan daarbij naar aard niet zullen worden
vergroot.
Artikel 24 Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in artikel 17 lid 1 en artikel
22 lid 1 is een strafbaar feit als
bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Artikel 25 Titel
Dit plan kan worden aangehaald onder de titel:
Bestemmingsplan Heilige Land 2000.