De
ondergetekenden:
1. de
gemeente Delft, te dezen ingevolge artikel 171 Gemeentewet rechtsgeldig
vertegenwoordigd door haar burgemeester, handelend ter uitvoering van het
besluit van de gemeenteraad van 26 oktober 2000, hierna te noemen
"Delft";
en
2. het
ingevolge de Wet gemeenschappelijke regelingen door de respectievelijke
bestuursorganen van de gemeenten De Lier, Maasland en Schipluiden ingestelde
rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam, genaamd
"Reinigingsdienst L.M.S.", waarvan de zetel gevestigd is te De Lier,
kantoorhoudende ten gemeentehuize van De Lier aan het adres Hoofdstraat 6,
2678 CK De Lier, te dezen ingevolge artikel 18, lid 4, van de gemeenschappelijke
regeling Reinigingsdienst L.M.S. rechtsgeldig en bevoegdelijk vertegenwoordigd
door haar voorzitter, handelende ter uitvoering van het besluit van het
algemeen bestuur van voormelde Reinigingsdienst L.M.S., genomen in de openbare
vergadering van 2000,
hierna te noemen "LMS”;
afzonderlijk,
respectievelijk gezamenlijk, ook wel te noemen ‘Partij’, respectievelijk
‘Partijen’;
overwegende:
·
dat LMS tot taak heeft de behartiging en verzorging van
de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten betreffende een
doelmatige en milieuhygiënisch verantwoorde wijze van inzamelen, afvoeren en
ter verwerking aanbieden van Afval;
·
dat Partijen reeds jaren een contractuele relatie hebben
op basis waarvan Delft zorg draagt voor overslag en transport naar AVR van
Afval uit de in LMS deelnemende gemeenten;
·
dat Delft heeft geïnvesteerd in de realisatie en
exploitatie van een nieuwe inrichting ten behoeve van de overslag van Afval,
van waar het transport van Afval over water zal plaatsvinden;
·
dat Partijen op 6
december 1995 een overeenkomst hebben gesloten waarin zij de intentie hebben
uitgesproken om de contractuele relatie betreffende de overslag en transport
van Afval te continueren bij ingebruikname van deze nieuwe inrichting;
·
dat dit moment thans is aangebroken;
·
dat Delft voor het transport over water van Afval vanaf
het Overlaadstation naar AVR een overeenkomst heeft gesloten met een
vervoerder, op basis waarvan deze ook Afval zal vervoeren dat door of namens
LMS bij het Overlaadstation van Delft wordt aangeleverd;
·
dat Delft een overeenkomst heeft gesloten met de AVR
inzake de verwerking van haar Afval;
·
dat LMS eveneens met AVR een overeenkomst heeft gesloten
inzake de verwerking van haar Afval;
·
dat Partijen thans gevolg willen geven aan hun eerder
uitgesproken intentie;
komen als volgt
overeen:
Artikel 1,
Begrippen
In de Overeenkomst worden de navolgende
begrippen met een beginhoofdletter gebruikt. Onder deze begrippen wordt
verstaan:
1.
Overeenkomst: onderhavige overeenkomst, inclusief
alle Bijlagen.
2. Bijlage: aanhangsel behorend bij de Overeenkomst.
3. Afval: afvalstoffen, zoals omschreven in de
door LMS gesloten overeenkomsten met AVR, afkomstig uit de gemeenten die
deelnemen in LMS.
4. Overlaadstation: de door Delft geëxploiteerde inrichting ten
behoeve van de overslag van Afval;.
5. AVR: de naamloze vennootschap
Afvalverwerking Rijnmond gevestigd aan de Prof. Gerbrandyweg 10 te
Rotterdam-Botlek.
6. NEA: Nederlands centrum voor onderzoek,
advisering en onderwijs op het gebied van verkeer en vervoer te Rijswijk.
Artikel 2,
Voorwerp van de Overeenkomst
1. LMS draagt aan
Delft op, gelijk Delft van LMS aanneemt, de overslag van Afval en de zorg voor
het transport van Afval vanaf het Overlaadstation naar AVR.
2. Partijen gaan uit
van een hoeveelheid van circa 11.700
ton Afval per jaar (prognose 2000 ), zijnde circa 7.100 ton brandbaar
afval en 4.600 ton Groente-, Fruit- en Tuinafval.
Artikel 3, duur van
de Overeenkomst
1. De Overeenkomst gaat in op de datum van ingebruikname van
het Overlaadstation en eindigt op 31 december 2009.
2.
De Overeenkomst wordt na het einde van de in lid 1 genoemde periode telkens
stilzwijgend voor de duur van één jaar verlengd, tenzij de Overeenkomst
tussentijds wordt opgezegd bij aangetekend schrijven, met inachtneming van een
termijn van één jaar voor de expiratiedatum.
3. De Overeenkomst kan voorts tussentijds
door beide Partijen met onmiddellijke ingang bij aangetekende brief worden
beëindigd, indien de andere Partij ook na schriftelijke aanmaning stellende een
redelijke termijn in gebreke blijft aan haar verplichtingen uit de Overeenkomst
te voldoen.
4. Onverminderd hetgeen bepaald is in
voorgaande leden, kan de Overeenkomst door beide Partijen met onmiddellijke
ingang bij aangetekende brief worden beëindigd indien de overeenkomst tussen
Delft en AVR en/of de overeenkomst tussen LMS en AVR van overheidswege of om
andere redenen wordt beëindigd. De betreffende Partij stelt de andere Partij
hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis.
Artikel 4,
verplichtingen Delft
1.
Delft draagt, op
basis van een inspanningsverplichting, er voor zorg dat het door LMS aangeboden
Afval te allen tijde kan worden overgeslagen en vervoerd naar AVR en dat
stagnatie zoveel mogelijk wordt voorkomen. Een stagnatie levert voor LMS nimmer een aanspraak op
wachtgeld op.
2. Delft draagt zorg
voor het transport naar AVR van het door LMS op het Overlaadstation aangeboden
Afval overeenkomstig de daartoe geldende wettelijke voorschriften.
Artikel 5,
verplichtingen LMS
1. LMS verplicht
zich alle bij haar bekende gegevens die wijzen op een tijdelijke of definitieve
stijging of daling van de hoeveelheid Afval terstond aan Delft door te geven.
2. LMS verplicht
zich er voor zorg te dragen dat het personeel, dat door of namens LMS voor de
aanvoer van Afval op het Overlaadstation wordt ingezet, alle aanwijzingen en
instructies van het personeel van Delft ter plaatse stipt en prompt opvolgt.
3. LMS is verplicht
er voor zorg te dragen dat materieel en personeel, dat door of namens LMS wordt
ingezet, niet langer op het terrein van Delft aanwezig zullen zijn dan strikt
noodzakelijk is.
Artikel 6,
Aanbieden Afval
1. Afval dient,
behoudens het bepaalde in lid 2, door of namens LMS in de bunker van het
Overlaadstation te worden aangeboden op werkdagen (maandag t/m vrijdag) tussen
07.00 en 17.00 uur.
2. In geval van
pieken in het aanbod voor en/of na feestdagen kan LMS Afval in overleg met
Delft op andere dagen en/of tijden op het Overlaadstation aanbieden.
3. Eventuele
beperkingen in de vervoerstijden van overheidswege en de gevolgen daarvan op de
aanvoer van Afval op het Overlaadstation zijn voor rekening en risico van
LMS.
4. LMS houdt Delft
op de hoogte van de dagelijkse uitvoering van de aanvoer.
5. In het geval dat
zich een stagnatie op het Overlaadstation voordoet, wordt in onderling overleg
tussen Partijen de aanvoer van Afval op het Overlaadstation zodanig geregeld,
dat overlast voor Partijen zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Artikel 7, Weging
1. Vaststelling van de door LMS aangeboden hoeveelheden Afval vindt plaats middels weging
door Delft van de inzamelvoertuigen bij aankomst op en vertrek van het terrein
van het Overlaadstation.
2. De in lid 1 bedoelde weging vindt plaats met behulp van
geijkte en met de wettelijke voorschriften in overeenstemming zijnde
weegmiddelen.
3. De resultaten van
de in lid 1 bedoelde weging zijn bindend voor Partijen en vormen de basis van
de door Delft aan LMS in rekening te brengen kosten.
4. Delft zendt
wekelijks aan LMS een overzicht met een specificatie van de door of namens LMS
per dag en per vracht aangeboden hoeveelheden Afval.
Artikel 8,
Prijzen
1. Delft brengt voor
overslag op het Overlaadstation en transport naar AVR tezamen ƒ30,99 ex. BTW
per netto aangeleverde ton Afval aan LMS in rekening.
2. Het in lid 1
genoemde bedrag wordt op 1 januari 2001
en vervolgens jaarlijks geïndexeerd met toepassing van de volgende formule:
Px
= Po * (0,25 Ax/Ao + 0,75 Bx/Bo)
Px
= prijs na x jaren
Po
= prijs per 01-01-2000
Ao
= NEA index per 01-01-2000
Ax
= NEA index per 01-01 na x jaar
Bo
= CBS-index lonen voor personeel in overheidsdienst
(maandgemiddelde) per 01-01- 2000
Bx
= CBS-index lonen voor personeel in overheidsdienst
(maandgemiddelde) per 01-01 na x jaar
3.
Alle prijzen zijn
vastgesteld in Nederlandse valuta. Na invoering van de Euro worden deze prijzen
tegen de dan geldende koers omgezet in Euro’s.
Artikel 9,
Betaling
1. Delft brengt de
in artikel 8 genoemde bedragen wekelijks middels een factuur in rekening.
2. LMS betaalt aan
Delft de in lid 1 genoemde factuur binnen 30 dagen na ontvangst op de daartoe
door Delft aangegeven bank- of girorekening.
3. Indien LMS de
betreffende factuur niet na het verstrijken van de in lid 2 genoemde termijn
heeft voldaan, is LMS van rechtswege een rentevergoeding verschuldigd over het
factuurbedrag, welke op jaarbasis berekend, gelijk is aan de wettelijke rente.
Artikel 10,
Aansprakelijkheid
1. In geval schade
optreedt als gevolg van een bepaald voorwerp of bepaalde (vloei)stof die zich
in het afval bevindt dat op het Overlaadstation wordt op- en overgeslagen dan
wel naar de AVR wordt getransporteerd, komt deze schade voor rekening van alle
op het Overlaadstation aanleverende gemeenten en samenwerkingsorganen
gezamenlijk.
2. De ingevolge het
eerste lid verschuldigde bijdrage wordt berekend op basis van het procentuele
aandeel dat de betreffende gemeente of het betreffende samenwerkingsorgaan had
in de totale hoeveelheid afval die in het voorafgaande volle kalenderjaar vanaf
het Overlaadstation naar AVR is
getransporteerd.
3. Een gemeente of
samenwerkingsorgaan is niet gehouden een financiële bijdrage als bedoeld in het
eerste en tweede lid te leveren indien zij kan aantonen dat de schadeoorzaak
niet gelegen kan zijn in het door haar aangeboden afval.
4. LMS is partij in
deze, derhalve is alleen LMS als zijnde een samenwerkingsorgaan gerechtigd
gebruik te maken van het bepaalde in lid 3, ook indien en voor zover door
één of meerdere aan LMS deelnemende
gemeenten kan worden aangetoond dat de schadeoorzaak niet gelegen kan zijn in
het door haar of hen aangeboden afval.
Artikel 11, Niet-toerekenbare tekortkoming
1. In geval van een
niet-toerekenbare tekortkoming, zoals in geval van natuurrampen, oorlogen of
oproer, stakingen, stiptheidsakties of overheidsmaatregelen, wordt de nakoming
van de desbetreffende en daarmee samenhangende verplichting(en) geheel of
gedeeltelijk opgeschort voor de duur van de niet toerekenbare tekortkoming,
zonder dat Partijen over en weer tot enige schadevergoeding ter zake gehouden
zijn. Partijen kunnen zich jegens elkaar alleen op een niet-toerekenbare
tekortkoming beroepen, indien de desbetreffende Partij zo spoedig mogelijk,
doch uiterlijk op het moment dat hij had moeten presteren, onder overlegging
van bewijsstukken, de andere Partij schriftelijk van een dergelijk beroep op
een niet-toerekenbare tekortkoming in kennis stelt.
2. Indien één der
Partijen door een niet-toerekenbare tekortkoming definitief in de
onmogelijkheid verkeert te presteren, of indien de niet-toerekenbare
tekortkoming meer dan 90 dagen duurt, heeft de andere Partij het recht de
Overeenkomst door middel van een aangetekend schrijven met onmiddellijke
ingang, zonder rechterlijke tussenkomst, te ontbinden zonder dat daarbij enig
recht op schadevergoeding zal ontstaan.
Artikel 12,
Overdracht van rechten en verplichtingen en onderaanneming
1. Delft is
gerechtigd bij de uitvoer van de Overeenkomst gebruik te maken van diensten van
derden, hetzij in onderaanneming, hetzij door inhuur van personeel.
2. Delft is
gerechtigd de rechten en verplichtingen uit de Overeenkomst over te dragen aan
een derde. Delft stelt LMS hiervan minimaal 3 maanden van te voren schriftelijk
op de hoogte.
3. Indien sprake is
van een geval als bedoeld in het tweede lid, is LMS gerechtigd de Overeenkomst
per aangetekende brief te beëindigen tegen de datum waarop Delft de rechten en
verplichtingen uit de Overeenkomst overdraagt.
Artikel 13,
Wijzigingen
1. Partijen kunnen
de Overeenkomst wijzigen.
2. Wijzigingen
gelden alleen als zij schriftelijk zijn overeengekomen en door beide Partijen
zijn ondertekend.
Artikel 14,
Geschillen en toepasselijk recht
1. Geschillen tussen
Partijen, daaronder tevens begrepen die welke slechts door één der Partijen als
zodanig worden beschouwd, worden zoveel mogelijk door middel van goed overleg
beslecht.
2. Indien Partijen
niet tot een oplossing komen, worden geschillen bij uitsluiting voorgelegd aan
de daartoe bevoegde rechter in het arrondissement ‘s-Gravenhage, tenzij
Partijen alsnog arbitrage of bindend advies overeenkomen.
3. Op de
Overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
Artikel 15,
Algemeen
1.
Mondelinge mededelingen, toezeggingen of afspraken hebben slechts
rechtskracht indien deze schriftelijk zijn bevestigd.
2. Het nalaten door één der Partijen om
terzake van enige bepaling van de Overeenkomst nakoming te verlangen, tast het
recht om alsnog nakoming te eisen niet aan, tenzij de betreffende Partij
uitdrukkelijk en schriftelijk met niet-nakoming akkoord is gegaan.
3. Partijen wijzen ieder een
contactpersoon en een vervangend-contactpersoon aan die de contacten over de
wijze van uitvoering van de Overeenkomst zullen onderhouden.
Aldus in tweevoud
overeengekomen en ondertekend te
Delft,
............... De
Lier,...............
Gemeente Delft, Reinigingsdienst
L.M.S.,
Mr. H.M.C.M. van
Oorschot
burgemeester voorzitter