Bijlage 3 bij nota aan B&W

 

 

Presentatie van de ontwikkelingsvoorwaarden voor veld 9 tijdens de commissievergadering op 29 augustus 2000

 

Model uit april 1999

In februari 1999 is in de raadscommissie het Schetsplan Plus gepresenteerd door Bob van Reeth, coördinerend architect van het Zuidpoortgebied. In dit door de gemeenteraad vastgesteld plan is voor veld 9 een invulling te zien met (in aanzet) drie gesloten bouwblokken. Hiermee is ook besloten, dat  veld 9, maar ook de overige velden op dezelfde wijze als het kerngebied aan moeten sluiten op het stedelijk weefsel van de binnenstad. In de verdere uitwerking moet het bouwblokprincipe van veld 9, zoals de architecten voor het kerngebied aangeven, ingesneden en gearticuleerd moeten worden.

 

Verdere uitwerking die leidde tot de randvoorwaarden.

Door de bijzondere ligging van veld 9, ingeklemd tussen het water van de Zuidergracht dat vol staat met woonboten en het tot woongebouw verbouwde voormalige onderwijsgebouw met een hoogte van 18 tot 20 meter is het wenselijk om met name de ruimtelijke uitgangspunten meer te differentiëren.

Specifiek voor deze locatie is ook, dat hier gekozen is het zicht op de Oostpoort en het water van de Zuidergracht in combinatie met bebouwing op veld 9.  De woonboten aan de zuidkant van het water zullen hiervoor verplaatst moeten worden.

 

Functioneel

Hoofdzakelijk een woonfunctie met op de begane grond een menging met andere functies, zoals kleine (zelfstandige) kantoortjes tot maximaal 150 m˛, kleine bedrijfjes in de categorie I, ateliers, praktijkruimten e.d.

Het parkeren van al deze functies moet binnen het terrein van veld 9 gerealiseerd worden, waarbij het niet is toegestaan dat het parkeren vanaf de openbare ruimten zichtbaar is. De voorkeur gaat uit naar een parkeerkelder

 

Ruimtelijk

De structuur / oost-westrichting

De rooilijn / bebouwingslijn aan de Ezelsveldlaan ligt in het verlengde van de rooilijn / bebouwingslijn van de velden 5 en 7 en sluit aan op de zijgevel van het bestaande woongebouw bij de Oostpoort. Dit levert voor de Ezelsveldlaan een profiel op van ca. 11 meter. Aan de noordkant zal de rooilijn in de oever liggen.

 

Stedebouwkundige bouwblok

Het stedebouwkundige bouwblok van de binnenstad is veelal een gesloten bouwblok, rondom bebouwing met een open binnenterrein.

Het water met de woonboten, in combinatie met de geringe breedtemaat van het terrein is aanleiding om het stedebouwkundige bouwblok aan de noordzijde niet met bebouwing te sluiten. Uitgangspunt is dat slechts een strook van ca. 12,5 meter voor maximaal 50% bebouwd mag worden. De bebouwing van de bouwblokken omsluit hierdoor een binnenterrein dat ruimtelijk een relatie heeft met het water van de Zuidergracht. Deze binnenterreinen hebben een privé-of semi privékarakter.

 

De maat van de bouwblokken kan niet te klein zijn, anders worden het zelfstandige gebouwen, waarbij een open binnenterrein niet meer mogelijk is, maar mag ook niet te groot zijn wil het nog aansluiten bij de Delftse binnenstad. Gekozen is daarom voor een maat van 45 tot 75 meter aansluitend aan de stedebouwkundige bouwblokken ten noorden van de Zuidergracht

Dit betekent dat veld 9 opgedeeld kan wordt in 3 tot 4 zelfstandige stedebouwkundige bouwblokken, die niet per definitie even groot hoeven te zijn.

Deze bouwblokken worden gescheiden door straten met een maximale breedte van 8 meter, analoog aan de straten en stegen in de binnenstad (In de Veste poorten  - 8 meter, Jacob Gerritstraat – 7 m, Molstraat – 3,5 m). Een minimale maat van 6 meter is noodzakelijk als er sprake is van kabels en leidingen. De afgewerkte bovenkant van deze straten mogen maximaal 0,60 meter boven het maaiveld van de Ezelsveldlaan liggen.

 

Korrel en bouwhoogte

De korrelgrootte is hier de maat van het zelfstandige bouwblok, waarbij de maximale bouwhoogte aan de Ezelsveldlaan niet hoger mag worden dan de bouwhoogte van het Museumhof van 18 meter.  Om ervan verzekerd te zijn dat de Ezelsveldlaan in de ruimtelijke beleving niet te smal wordt, wordt de bebouwingslijn ter hoogte van het Museumhof 2 meter verbreed ten opzichte van de lijn die opgespannen is tussen veld 7 en het woongebouw bij de Oostpoort. Daarbij geldt voor de hele Ezelsveldlaan dat per bouwblok de helft van de bebouwing boven een plint van 5 tot 7 meter 3 meter naar achteren moet liggen.

 

Een strook aan de waterkant mag maximaal voor 50% bebouwd worden met een maximale bouwhoogte van 12 meter, dit is ca. 4 bouwlagen. Als referentie: de bebouwing aan de Zuidergracht varieert van 1 tot 2 lagen met kap, naar 3 lagen al dan niet met kap. De hoek Kruisstraat – Zuidergracht heeft een maximale bouwhoogte van 18 meter. Voor de bebouwing aan de Kruisstraat geldt hetzelfde als aan de Ezelsveldlaan.

 

Randvoorwaardenkaart

Samenvattend is voor veld 9 een randvoorwaardenkaart opgesteld, waar de punten die hiervoor zijn besproken zijn weergegeven.

 

Ruimtelijke model r.v.w.

Op basis van deze randvoorwaarden is een ruimtelijk model gemaakt. Dit model is niet gebaseerd op een vooraf opgelegd programma en is enkel één vertaling van de randvoorwaarden. Meerdere modellen binnen deze randvoorwaarden zijn uiteraard mogelijk.

 

Ruimtelijk model bewoners

Door de bewoners is een alternatief model gemaakt. Dit   model heeft als uitgangspunt dat alle woonschepen gehandhaafd blijven.

In dit plan wordt veld 9 ingevuld met 4 identieke bouwblokken, die open zijn aan de kant van de Zuidergracht. De Ezelsveldlaan heeft een maximale bouwhoogte van 18 meter.

Naar het water toe loopt de hoogte van de bouwblokken af tot 1 bouwlaag. Langs het water is een brede strook van ca. 10 meter vrijgehouden voor tuinen van de woonschepen en een pad. De ruimten tussen de bouwblokken zijn ca. 16 meter breed.

 

Dit model sluit niet aan op het Schetsplan Plus dat in mei 1999 is vastgesteld door de raad.

Hiermee is besloten, dat  veld 9, maar ook de overige velden op dezelfde wijze als het kerngebied aan moeten sluiten op het stedelijk weefsel van de binnenstad en waarbij het bouwblokprincipe zoals de architecten voor het kerngebied aangeven, ingesneden en gearticuleerd moeten worden.

 

De terrasopbouw (ontbreken van hoeken van de bouwblokken t.a.v. de hoogte, terrasopbouw is geen binnenstedelijk element maar een specifieke oplossing op locaties aan randen van parken, grote buitenruimte, waar uitzicht en bezonning kwaliteiten zijn), de maat van het bouwblok (te klein) en de maat (twee keer te groot) van de straatjes, sluiten niet aan op het stedelijk weefsel.

 

 

Variant op het ruimtelijk model r.v.w.

In het bewonersmodel wordt duidelijk gekozen voor

a)       een beperktere bouwvolume aan de waterkant en

b)       een grotere afstand van de boten t.o.v. de woonboten.

 

Zonder aantasting van het principe van het stedebouwkundige bouwblok, het verbeteren van het zicht op het water en de Oostpoort, is gekeken of deze twee punten in te passen zijn.

 

Het beperken van het bouwvolume wordt gezocht in het verlagen van het bebouwingspercentage van de bebouwing aan de waterkant  met 10% en het verlagen van de maximale bouwhoogte op de hoek van de Kruisstraat en Zuidergracht met 4 meter, van 18 naar 14 meter.

Met een goede verdeling van de bouwvolumes kan het stedebouwkundige bouwblok instant blijven.

 

Ook met een beperktere bebouwingsdiepte van veld 9  blijft het stedebouwkundige bouwblok mogelijk. Gezien de al beperkte diepte van het terrein van ca. 42 tot 38 meter, zal het terrein met maximaal 2, 5 tot 3 meter versmald kunnen worden.

De grotere afstand tussen de woonboten en bebouwing zal in combinatie met het lagere bebouwingspercentage  en de lagere hoekbebouwing gunstig werken op o.a. de bezonning van de woonschepen en het water.

 

De vrijkomende strook van 2,5 tot 3 meter kan benut worden om het water te verbreden, waarbij  de gebouwen uit het water oprijzen en onderdeel van de oever zijn, zoals bij het eerste model of het wordt een strook grond met een semi privé-karakter. Deze keus zal afhankelijk zijn van het concrete programma en het bouwkundige ontwerp.

 

 

 

5 juli 2000

sector Duurzaamheid

Sacha Koenes