Ondergetekenden:
1.
De
gemeente Delft, gelet op het besluit van burgemeester en wethouders d.d. 3
oktober 2000, onder voorbehoud van goedkeuring van de gemeenteraad, ingevolge
artikel 171 van de Gemeentewet en afdeling 10.1.1. Awb, namens de burgemeester
te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer H.J. Grashoff, wethouder
Duurzaamheid, hierna te noemen ‘de gemeente’,
2.
Energie
Delfland nv, gevestigd te Delft, vertegenwoordigd door de heer R. d’Hollosy,
hierna te noemen ‘het energiebedrijf’,
3.
MAB
bv, gevestigd te Den Haag, vertegenwoordigd door de heer L.J.M. Melchers,
hierna te noemen ‘de projectontwikkelaar’.
De gemeente, het energiebedrijf en de
projectontwikkelaar worden hierna gezamenlijk aangeduid als ‘de partijen’.
Overwegende dat:
1.
De
gemeente en de projectontwikkelaar op veld 5/7 van het gebied Zuidpoort een
complex realiseren met daarin een parkeergarage, woningen, een bioscoop, horeca
en winkels.
2.
Partijen
streven naar een beperking van de milieubelasting en besparing op primair
energiegebruik ten gevolge van verwarming en koeling van de functies wonen,
horeca en winkels.
3.
In dit
streven een combinatie van energiebesparende maatregelen met een optimaal
energieleveringsinfrastructuur een voorwaarde is.
4.
Partijen
streven naar een duurzame energievoorziening met een voorbeeldfunctie voor
Nederland.
5.
Voor
gebruikers de kosten ten gevolge van de innovatieve energievoorziening niet-meer-dan-anders mogen zijn.
6.
Bewoners
en gebruikers individueel verwarming en koeling moeten kunnen regelen en
afrekenen.
7.
Elk
van de partijen het project ziet als hoog innovatief, waarmee de partijen zich
gezamenlijk kunnen profileren.
8.
Partijen
zich ervan bewust zijn dat in een dergelijk vooruitstrevend project optimale
samenwerking vereist is.
9.
Externe
partijen het project toejuichen en hierin hun rol willen vervullen.
10.
Basisafspraken
en uitgangspunten zijn vastgelegd in onderstaande bepalingen en de bij deze
overeenkomst behorende bijlage I Bijdragen,
bijlage II Uitgangspunten energiestudie
en bijlage III Notitie Duurzame
Energievoorziening Zuidpoort Veld 5/7, d.d. 22 september 2000.
Komen overeen dat:
Artikel 1. In bouwveld 5/7 van het gebied Zuidpoort
door een geïntegreerd pakket van bouwkundige, installatietechnische en
leveringstechnische maatregelen een EPC wordt bereikt die minimaal 30% lager
ligt dan de wettelijke norm die geldt op dit moment. Het streven is daarbij dat
de bouwkundige, installatietechnische en leveringstechnische maatregelen elk een
deel van de EPC-verlaging bewerkstelligen. Hierbij kunnen afwijkingen in de
gerealiseerde EPC-verlagingen gecompenseerd worden tussen de verschillende
functies. De waarden voor de energieprestatie staan gegeven in onderstaande
tabel.
Functie |
EPC (volgens NEN 5128 resp. 2916) |
Te bereiken EPC |
Indicatie totaal bruto oppervlakte
(d.d. 05/10/2000) |
Woningen |
1,0 |
0,7 |
11000 m2 |
Bioscoop |
2,4 |
1,68 |
3900 m2 |
Horeca (incl. Discotheek) |
1,9 |
1,33 |
1100 m2 |
Winkels
(incl. Supermarkt) |
3,5 |
2,45 |
13500 m2 |
Artikel 2. De
projectontwikkelaar zorgdraagt voor verlaging van de EPC door middel van
gebouwgebonden maatregelen. Als basis voor de te nemen maatregelen geldt de
Realisatie-overeenkomst Zuidpoort (met name bijlage 6). De mogelijk van Novem
te ontvangen subsidies voor bouwkundige en installatietechnische maatregelen,
voor zover die buiten de energievoorziening vallen, zijn ten bate van de
projectontwikkelaar.
Artikel 3. De
projectontwikkelaar de kosten voor de bouwkundige maatregelen voor haar
rekening neemt, behoudens de bijkomende kosten voor verhoging van de Rc-waarden
van het niveau Bouwbesluit (2,5) tot 3,5. Deze kosten worden gelijkelijk
verdeeld tussen de gemeente en de projectontwikkelaar, conform de
Realisatie-overeenkomst Zuidpoort. De mogelijk van Novem te ontvangen subsidies
voor de bijkomende kosten voor verhoging van de Rc-waarden (en uitgezonderd
EIA/ VAMIL) worden verdeeld naar rato van de bijdrage van beide partijen.
Artikel
4. Gezamenlijk wordt zorggedragen voor een innovatieve energievoorziening
volgens ten minste de optimaal duurzaam
comfort variant uit de Notitie
Duurzame Energievoorziening Zuidpoort Veld 5/7 (bijlage III) en de achterliggende studie van DWA[1]
(d.d. 9 november 2000). Deze innovatieve energievoorziening draagt bij aan de
beoogde EPC-verlaging.
Artikel 5. Het energiebedrijf is verantwoordelijk
voor de aanleg van het energiesysteem, waarbij de gemeente en de
projectontwikkelaar hun volledige medewerking zullen verlenen.
De
kosten en verkoopwaarde van het comfortpakket zullen door de partijen
gezamenlijk worden vastgesteld. Opbrengsten uit de verkoop van het
comfortpakket worden in mindering gebracht op de onrendabele top van het
energievoorzieningssysteem.
De
projectontwikkelaar middels promotie tijdens de verkoop van de woningen zal
bijdragen aan een maximaal aantal woningen met een comfortpakket. De
projectontwikkelaar zal tevens het aantal verkochte comfortpakketten monitoren.
Artikel
6. De hoogte van de onrendabele top voor de energievoorziening wordt
vastgesteld na gebruikmaking van diverse subsidiemogelijkheden en
belastingmaatregelen (EIA/Vamil). De mogelijk van Novem te ontvangen subsidies
voor de energievoorziening (dus uitgezonderd EIA/VAMIL) worden verdeeld naar
rato van bijdragen in de onrendabele top.
Artikel 7. Elk
van de partijen een deel van de onrendabele top van de optimaal duurzaam comfort variant voor zijn/haar rekening neemt. De
verdeling tussen de gemeente, het energiebedrijf en de projectontwikkelaar
hiervoor is 4:4:1. Voor zowel de gebouwgebonden maatregelen als voor de
installatietechnische maatregelen geldt dat de referentiesituatie wordt
vergeleken met de verbeterde situatie en dat extra investeringen op rekening
aantoonbaar moeten zijn (ten behoeve van subsidie-aanvraag).
Afrekening vindt plaats bij
oplevering. De uiteindelijke onrendabele top zal worden berekend overeenkomstig
de wijze, die is gebruikt in het DWA-rapport (d.d. 9 november 2000) en in de
bijlage I staat vermeld. Bij de berekening zal worden uitgegaan van de reële
investeringen. De overige gegevens zullen worden overgenomen uit het
DWA-rapport. Op dat moment worden alle genoemde bedragen uit dit document
geïndexeerd.
De hoogte van de onrendabele top
wordt vastgesteld met inachtneming van een ruimtevergoeding voor een technische
ruimte in de parkeergarage. Bij de inpassing van de technische ruimte in de
parkeergarage zal het aantal te onttrekken parkeerplaatsen worden
geminimaliseerd. De vergoeding bedraagt fl. 290.000 en in ruil hiervoor stelt
de gemeente een technische ruimte van maximaal 100 m2 beschikbaar.
Daarnaast wordt rekening gehouden
met een ruimtevergoeding aan de projectontwikkelaar van fl.20.000. In ruil
hiervoor stelt de projectontwikkelaar een ketelhuis van 40 m2 op het dak
beschikbaar.
Verder vinden geen verrekeningen van
kosten voor ruimtegebruik over en weer plaats.
Artikel 8. De
projectontwikkelaar een aansluitbijdrage betaalt voor warmte van fl. 3900 per
woning.
Artikel 9. De
projectontwikkelaar een warmte-aansluitbijdrage betaalt van totaal fl. 50.000
voor de commerciële functies.
Artikel
10. Het risico van een mogelijk verschil tussen de voorziene en de
daadwerkelijke capaciteiten en afnamen, alsmede de exploitatie van de
energievoorziening Zuidpoort volledig voor rekening komen van het
energiebedrijf. De projectontwikkelaar verplicht gebruikers van winkels
contractueel tot afname van benodigde warmte en koude van het systeem.
Artikel
11. De kosten voor warmte en koude voor de gebruikers binnen veld 5/7 gedurende
een twintigjarige exploitatie driemaandelijks worden vastgesteld volgens het niet-meer-dan-anders principe en conform
richtlijnen van EnergieNed (“Herzien tariefadvies voor de levering van warmte
aan kleinverbruikers 2000”).
Artikel 12. De
aansprakelijkheid voor het project ligt bij de exploitant en hiermee bij het
energiebedrijf. De aansprakelijkheid geldt niet voor het afgiftesysteem. Dit
valt onder de aansprakelijkheid van de eindgebruiker.
Artikel 13. De
partijen gezamenlijk zorgdragen voor het verwerven van externe subsidie bij
Novem en het indienen van een aanvraag binnen EIA/EINP en Vamil en CO2-reductiegelden.
De gemeente neemt hiervoor het initiatief, waarbij alle partijen
verantwoordelijk zijn voor het tijdig aandragen van relevante en volledige
gegevens. Alle partijen verplichten zich te houden aan verplichtingen die
voortkomen uit subsidievoorwaarden.
Artikel 14. Het energiebedrijf en de gemeente in het
vervolgtraject inspanningen zullen plegen om efficiënt gebruik te maken van de
aan te leggen ondergrondse energieopslag. Hierbij zullen de mogelijkheden voor
afzet van met name koeling in de directe omgeving bestudeerd worden. Door de
gemeente zal in dit verband Veld 9, het theater en de toekomstige vestiging van
de bibliotheek in studie worden genomen.
Artikel 15. Het
energiebedrijf de investeringsraming verder zal verfijnen. Indien op 31/12/2000
blijkt dat de investeringskosten met meer dan 15% worden overschreden ten
opzichte van de uitgangspunten(zoals vermeld in bijlage II), met een maximum
per partij van NLG 500.000,- voor zowel het energiebedrijf als de gemeente,
zullen partijen in nader overleg binnen 6 weken opnieuw tot overeenstemming
pogen te komen, waarbij het uitgangspunt van centrale warmtelevering altijd de
basis zal blijven.
Artikel
16. De projectontwikkelaar op korte termijn de investeringsraming voor de
meerkosten Dubo-maatregelen conform realisatie-overeenkomst Zuidpoort en
meerkosten verhoging Rc waarden verder zal verfijnen. Indien voor 15-11-2000
(of voor vaststelling van het voorlopig ontwerp, indien die datum later ligt)
blijkt dat de investeringskosten met meer dan 15% worden overschreden ten
opzichte van de uitgangspunten (zoals genoemd in bijlage I) zullen de partijen
in nader overleg opnieuw tot overeenstemming trachten te komen. Indien dit niet
binnen 6 weken lukt, zal deze overeenkomst worden ontbonden.
Artikel 17. Alle
partijen hun naam verbinden aan het project en bij publicitaire activiteiten
het gezamenlijk karakter van het project zullen uitdragen. Initiatieven voor
publicitaire activiteiten zullen in onderling overleg worden vastgesteld,
waarbij de gemeente het voortouw neemt.
Artikel 18. De
partijen al het mogelijke in het werk stellen om te kunnen voldoen aan de
afspraken zoals deze in deze overeenkomst zijn vastgesteld.
Artikel
19. Verschillen van mening die, ter uitvoering van deze overeenkomst of hieruit
voortvloeiende nadere overeenkomsten, tussen partijen mochten ontstaan, zoveel
mogelijk langs minnelijke weg zullen worden opgelost. Er is sprake van een
geschil wanneer één der partijen de wederpartij(en) per aangetekend schrijven
meedeelt dat een verschil van mening niet langs minnelijke weg kan worden
opgelost. Partijen verklaren zich bereid om in het geval van geschil arbitrage
of bindend advies overeen te komen ter beslechting van het geschil.
Artikel 20.
Wijzigingen op de overeenkomst alleen mogelijk zijn na overeenstemming met alle
drie de partijen.
Artikel 21. Op
deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing.
Delft,
15 november 2000
Gemeente
Delft Energie Delfland nv MAB bv
namens
deze namens
deze namens
deze
H.J.
Grashoff R.
d’Hollosy L.J.M.
Melchers
Onderdeel |
Hoogte |
Bijdrage door |
Meerkosten Dubo-maatregelen
conform realisatie-overeenkomst Zuidpoort |
fl
410.000 |
Na aftrek (Novem)-subsidie:
projectontwikkelaar |
Verhoging Rc waarden niveau
Bouwbesluit (2,5) tot 3,5 |
fl
330.000 |
Na aftrek (Novem)-subsidie: ½ projectontwikkelaar - ½ gemeente |
Onrendabele top
energievoorziening, na aftrek EIA/Vamil |
fl
1.240.000 (bij voorgestelde ruimtevergoedingen) |
Na aftrek (Novem)-subsidie: 4 delen gemeente 4 delen energiebedrijf 1 deel projectontwikkelaar |
Het systeem
Er wordt uitgegaan van een centraal
energieleveringssysteem, bestaande uit een aquifer voor warmte- en koude-opslag,
een collectieve warmtepomp in een technische ruimte in de parkeerkelder,
piekketels in een ketelhuis op het dak en koude- en warmtedistributienet naar
zowel de woningen als de utiliteitsfuncties. Verder zorgt de
projectontwikkelaar voor de aanleg van een laag temperatuur afgiftesysteem
(maximale aanvoertemperatuur 55ºC) in de woningen.
Comfort pakket
Bij het comfortpakket wordt in de woningen
vloerverwarming aangelegd gecombineerd met koude-afgifte via het
vloerafgiftesysteem en de daarbij noodzakelijke aansluitingen en regelingen.
Bouwopgave
Deze bouwopgave is het uitgangspunt voor de
energiestudie en de berekende onrendabele top. Verder kunnen hieraan geen
rechten worden ontleend voor het definitieve ontwerp.
Functie |
Aantal |
Totaal oppervlak [BVO] |
Woningen |
83 |
11.000 |
Bioscoop |
1 |
3.900 |
Horeca |
2 |
1.000 |
Discotheek |
1 |
400 |
Supermarkt |
1 |
2.700 |
Winkels |
26 |
10.500 |
|
|
29.500 |
Financieel
Alle in de overeenkomst, bijlagen en achterliggende
studie genoemde bedragen zijn exclusief BTW en uitgedrukt in Nederlandse
guldens.
De genoemde ruimtevergoedingen zijn als volgt tot
stand gekomen:
· de projectontwikkelaar ontvangt fl.
20.000 aan ruimtevergoeding. Dit bedrag is opgebouwd uit fl. 100.000 voor het
ter beschikking stellen van een ketelhuis op het dak, minus fl. 40.000 voor
vermeden kosten voor een technische ruimte in de bioscoop en minus fl. 40.000
voor ruimtebesparing in de woningen ten gevolge van ruimtebesparing. Bij deze
ruimtebesparing is uitgegaan van een boiler die een oppervlak van 0,25m2 in
beslag neemt.
· De gemeente ontvangt fl. 290.000 aan
ruimtevergoeding voor de technische ruimte in de parkeerkelder ter grootte van
maximaal 100 m2.
De aansluitbijdragen voor de woningen zijn
vastgesteld op basis van het niet-meer-dan-anders
principe, waarbij uitgegaan is van een verlaagd temperatuur afgiftesysteem (bv.
vergrootte radiatoren).
De
berekening van de onrendabele top bij oplevering van het project vindt plaats
conform de DWA-studie volgens de formule:
OT =
INV + BR - NCW(expl) - EIA - VAMIL - SUB_O - ABW - ABK - WC
met:
OT |
=
onrendabele top |
INV |
=
aantoonbare investeringen in warmtesysteem (incl. ruimtevergoedingen) |
BR |
=
bouwrente |
NCW(expl) |
=
NCW exploitatie (vast te stellen volgens formule 2) |
EIA |
=
EIA subsidie = 14% van het bedrag waarop de EIA regeling wordt toegekend[2] |
VAMIL |
=
VAMIL subsidie = 4% van het bedrag waarop de VAMIL regeling wordt toegekend2 |
SUB_O |
=
overige subsidies |
ABW |
=
aansluitbijdrage warmte (vast te stellen volgens tabel 1 en 2) |
ABK |
=
aansluitbijdrage koude (vast te stellen volgens tabel 3 en 4) |
WC |
=
winst comfortpakket = aantal verkochte pakketten* (verkoopprijs - kostprijs) |
Formule
2:
NCW(expl)
= HW(9%;15 jaar;(VRK - INK))
met:
VRK |
=
jaarlijkse inkomsten uit verkoop = ink(GJ w) + ink(GJ k) + ink(VR w) + ink
(VR k) |
INK |
=
jaarlijkse uitgaven aan inkoop = ink(gas) + ink(E) + ink(b&o) |
waarin |
|
vrk(GJ
w) |
=
inkomsten uit verkoop GJ's warmte (vast te stellen volgens tabel 1 en 2) |
vrk(GJ
k) |
=inkomsten
uit verkoop GJ's koude (vast te stellen volgens tabel 3 en 4) |
vrk(VR
w) |
=inkomsten
vastrecht warmte (vast te stellen volgens tabel 1 en 2) |
vrk(VR
k) |
=
inkomsten vastrecht koude (vast te stellen volgens tabel 3 en 4) |
ink(gas) |
=
inkoop gas = tGJw * 6,02 |
ink(E) |
=
inkoop electriciteit = (tGJw * 8,82 + tGJk * 2,21) |
tGJw |
=
totaal aantal verkochte GJ's warmte (volgens tabel 1) |
tGJk |
=
totaal aantal verkochte GJ's koude (volgens tabel 2) |
ink(b&o) |
=
fl57.700,- |
Tabel 1: warmtevermogen
en -verbruik per functie per jaar |
|
||||
functie |
eenheid |
vermogen |
vollast |
verbruik |
|
|
|
(in Watt) |
|
(in GJ) |
|
woningen |
/woning |
6000 |
n.v.t. |
20 |
|
bioscoop |
/m2 |
150 |
800 |
0,432 |
|
discotheek |
/m2 |
150 |
800 |
0,432 |
|
supermarkt |
/m2 |
90 |
700 |
0,227 |
|
horeca |
/m2 |
150 |
800 |
0,432 |
|
winkels |
/m2 |
90 |
800 |
0,259 |
|
NB: voor alle functies met uitzondering van de woningen geldt
een gelijktijdigheidsfactor van 0,70 |
Tabel 2:
verbruikskosten, vastrecht en aansluitkosten warmte
verbruik |
|
|
|
< 110 GJ |
fl 31,32 |
per GJ |
|
> 110 GJ |
fl 19,89 |
per GJ |
|
vastrecht |
|
|
|
appartement |
fl 300 |
per jaar |
|
< 100 kW |
fl 13 |
per kW per jaar |
|
> 100 kW |
fl 10 |
per kW per jaar |
|
aansluitbijdrage |
|
|
|
appartement |
fl 3.900 |
per appartement |
|
< 100 kW |
fl 195 |
per kW |
|
> 100 kW |
fl 145 |
per kW |
|
·
bovenstaande tarieven zijn progressief verdeeld. V.B.
aansluitbijdrage 120 kW bedraagt 100 * fl195 +20 * fl145
Tabel 3: koudevermogen
en -verbruik per functie per jaar
functie |
eenheid |
vermogen |
vollast |
verbruik |
|
|
(in Watt) |
|
(in GJ) |
woningen |
/woning |
0 |
0 |
0 |
bioscoop |
/m2 |
67 |
500 |
0,121 |
discotheek* |
/m2 |
67 |
500 |
0,121 |
supermarkt |
/m2 |
0 |
500 |
0,000 |
horeca* |
/m2 |
200 |
500 |
0,360 |
winkels* |
/m2 |
75 |
500 |
0,135 |
* er wordt uitgegaan van een dekkingsgraad van 40% voor de
winkels en horeca. Alle uitkomsten die op basis van dit getal tot stand komen
dienen te worden vermenigvuldigd met de factor 0,40. |
||||
|
|
|||
Tabel 4:
verbruikskosten, vastrecht en aansluitkosten koude |
|
|||
verbruik |
|
|
|
|
kv electriciteit |
fl 17,50 |
per GJ |
|
|
gv electriciteit |
fl 13,50 |
per GJ |
|
|
vermogen |
vastrecht |
aansluitbijdrage |
|
|
tot (kW) |
(per kW/jaar) |
(per kW) |
|
|
5 |
fl 77 |
fl
850 |
|
|
20 |
fl
66 |
fl
683 |
|
|
50 |
fl
60 |
fl
623 |
|
|
100 |
fl
58 |
fl
613 |
|
|
300 |
fl
49 |
fl
580 |
|
* bovenstaande tarieven zijn progressief verdeeld. V.B.
aansluitbijdrage 20 kW bedraagt 5 *
fl850 +15 * fl683