Overeenkomst Energie Zuidpoort Veld 5/7 d.d. 15 november 2000

 

Ondergetekenden:

 

1.      De gemeente Delft, gelet op het besluit van burgemeester en wethouders d.d. 3 oktober 2000, onder voorbehoud van goedkeuring van de gemeenteraad, ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet en afdeling 10.1.1. Awb, namens de burgemeester te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer H.J. Grashoff, wethouder Duurzaamheid, hierna te noemen ‘de gemeente’,

 

2.      Energie Delfland nv, gevestigd te Delft, vertegenwoordigd door de heer R. d’Hollosy, hierna te noemen ‘het energiebedrijf’,

 

3.      MAB bv, gevestigd te Den Haag, vertegenwoordigd door de heer L.J.M. Melchers, hierna te noemen ‘de projectontwikkelaar’.

 

De gemeente, het energiebedrijf en de projectontwikkelaar worden hierna gezamenlijk aangeduid als ‘de partijen’.

 

 

Overwegende dat:

 

1.              De gemeente en de projectontwikkelaar op veld 5/7 van het gebied Zuidpoort een complex realiseren met daarin een parkeergarage, woningen, een bioscoop, horeca en winkels.

 

2.              Partijen streven naar een beperking van de milieubelasting en besparing op primair energiegebruik ten gevolge van verwarming en koeling van de functies wonen, horeca en winkels.

 

3.              In dit streven een combinatie van energiebesparende maatregelen met een optimaal energieleveringsinfrastructuur een voorwaarde is.

 

4.              Partijen streven naar een duurzame energievoorziening met een voorbeeldfunctie voor Nederland.

 

5.              Voor gebruikers de kosten ten gevolge van de innovatieve energievoorziening niet-meer-dan-anders mogen zijn.

 

6.              Bewoners en gebruikers individueel verwarming en koeling moeten kunnen regelen en afrekenen.

 

7.              Elk van de partijen het project ziet als hoog innovatief, waarmee de partijen zich gezamenlijk kunnen profileren.

 

8.              Partijen zich ervan bewust zijn dat in een dergelijk vooruitstrevend project optimale samenwerking vereist is.

 

9.              Externe partijen het project toejuichen en hierin hun rol willen vervullen.

 

10.          Basisafspraken en uitgangspunten zijn vastgelegd in onderstaande bepalingen en de bij deze overeenkomst behorende bijlage I Bijdragen, bijlage II Uitgangspunten energiestudie en bijlage III Notitie Duurzame Energievoorziening Zuidpoort Veld 5/7, d.d. 22 september 2000.

 

 

Komen overeen dat:

 

Artikel 1. In bouwveld 5/7 van het gebied Zuidpoort door een geïntegreerd pakket van bouwkundige, installatietechnische en leveringstechnische maatregelen een EPC wordt bereikt die minimaal 30% lager ligt dan de wettelijke norm die geldt op dit moment. Het streven is daarbij dat de bouwkundige, installatietechnische en leveringstechnische maatregelen elk een deel van de EPC-verlaging bewerkstelligen. Hierbij kunnen afwijkingen in de gerealiseerde EPC-verlagingen gecompenseerd worden tussen de verschillende functies. De waarden voor de energieprestatie staan gegeven in onderstaande tabel.

 

Functie

EPC

(volgens NEN 5128 resp. 2916)

Te bereiken EPC

Indicatie totaal bruto oppervlakte (d.d. 05/10/2000)

Woningen

1,0

0,7

11000 m2

Bioscoop

2,4

1,68

3900 m2

Horeca (incl. Discotheek)

1,9

1,33

1100 m2

Winkels (incl. Supermarkt)

3,5

2,45

13500 m2

 

Artikel 2. De projectontwikkelaar zorgdraagt voor verlaging van de EPC door middel van gebouwgebonden maatregelen. Als basis voor de te nemen maatregelen geldt de Realisatie-overeenkomst Zuidpoort (met name bijlage 6). De mogelijk van Novem te ontvangen subsidies voor bouwkundige en installatietechnische maatregelen, voor zover die buiten de energievoorziening vallen, zijn ten bate van de projectontwikkelaar.

 

Artikel 3. De projectontwikkelaar de kosten voor de bouwkundige maatregelen voor haar rekening neemt, behoudens de bijkomende kosten voor verhoging van de Rc-waarden van het niveau Bouwbesluit (2,5) tot 3,5. Deze kosten worden gelijkelijk verdeeld tussen de gemeente en de projectontwikkelaar, conform de Realisatie-overeenkomst Zuidpoort. De mogelijk van Novem te ontvangen subsidies voor de bijkomende kosten voor verhoging van de Rc-waarden (en uitgezonderd EIA/ VAMIL) worden verdeeld naar rato van de bijdrage van beide partijen.

 

Artikel 4. Gezamenlijk wordt zorggedragen voor een innovatieve energievoorziening volgens ten minste de optimaal duurzaam comfort variant uit de Notitie Duurzame Energievoorziening Zuidpoort Veld 5/7 (bijlage III) en de achterliggende studie van DWA[1] (d.d. 9 november 2000). Deze innovatieve energievoorziening draagt bij aan de beoogde EPC-verlaging.

 

Artikel 5. Het energiebedrijf is verantwoordelijk voor de aanleg van het energiesysteem, waarbij de gemeente en de projectontwikkelaar hun volledige medewerking zullen verlenen.

 

De kosten en verkoopwaarde van het comfortpakket zullen door de partijen gezamenlijk worden vastgesteld. Opbrengsten uit de verkoop van het comfortpakket worden in mindering gebracht op de onrendabele top van het energievoorzieningssysteem.

 

De projectontwikkelaar middels promotie tijdens de verkoop van de woningen zal bijdragen aan een maximaal aantal woningen met een comfortpakket. De projectontwikkelaar zal tevens het aantal verkochte comfortpakketten monitoren.

 

Artikel 6. De hoogte van de onrendabele top voor de energievoorziening wordt vastgesteld na gebruikmaking van diverse subsidiemogelijkheden en belastingmaatregelen (EIA/Vamil). De mogelijk van Novem te ontvangen subsidies voor de energievoorziening (dus uitgezonderd EIA/VAMIL) worden verdeeld naar rato van bijdragen in de onrendabele top.

 

Artikel 7. Elk van de partijen een deel van de onrendabele top van de optimaal duurzaam comfort variant voor zijn/haar rekening neemt. De verdeling tussen de gemeente, het energiebedrijf en de projectontwikkelaar hiervoor is 4:4:1. Voor zowel de gebouwgebonden maatregelen als voor de installatietechnische maatregelen geldt dat de referentiesituatie wordt vergeleken met de verbeterde situatie en dat extra investeringen op rekening aantoonbaar moeten zijn (ten behoeve van subsidie-aanvraag).

 

Afrekening vindt plaats bij oplevering. De uiteindelijke onrendabele top zal worden berekend overeenkomstig de wijze, die is gebruikt in het DWA-rapport (d.d. 9 november 2000) en in de bijlage I staat vermeld. Bij de berekening zal worden uitgegaan van de reële investeringen. De overige gegevens zullen worden overgenomen uit het DWA-rapport. Op dat moment worden alle genoemde bedragen uit dit document geïndexeerd.

 

De hoogte van de onrendabele top wordt vastgesteld met inachtneming van een ruimtevergoeding voor een technische ruimte in de parkeergarage. Bij de inpassing van de technische ruimte in de parkeergarage zal het aantal te onttrekken parkeerplaatsen worden geminimaliseerd. De vergoeding bedraagt fl. 290.000 en in ruil hiervoor stelt de gemeente een technische ruimte van maximaal 100 m2 beschikbaar.

 

Daarnaast wordt rekening gehouden met een ruimtevergoeding aan de projectontwikkelaar van fl.20.000. In ruil hiervoor stelt de projectontwikkelaar een ketelhuis van 40 m2 op het dak beschikbaar.

 

Verder vinden geen verrekeningen van kosten voor ruimtegebruik over en weer plaats.

 

Artikel 8. De projectontwikkelaar een aansluitbijdrage betaalt voor warmte van fl. 3900 per woning.

 

Artikel 9. De projectontwikkelaar een warmte-aansluitbijdrage betaalt van totaal fl. 50.000 voor de commerciële functies.

 

Artikel 10. Het risico van een mogelijk verschil tussen de voorziene en de daadwerkelijke capaciteiten en afnamen, alsmede de exploitatie van de energievoorziening Zuidpoort volledig voor rekening komen van het energiebedrijf. De projectontwikkelaar verplicht gebruikers van winkels contractueel tot afname van benodigde warmte en koude van het systeem.

 

Artikel 11. De kosten voor warmte en koude voor de gebruikers binnen veld 5/7 gedurende een twintigjarige exploitatie driemaandelijks worden vastgesteld volgens het niet-meer-dan-anders principe en conform richtlijnen van EnergieNed (“Herzien tariefadvies voor de levering van warmte aan kleinverbruikers 2000”).

 

Artikel 12. De aansprakelijkheid voor het project ligt bij de exploitant en hiermee bij het energiebedrijf. De aansprakelijkheid geldt niet voor het afgiftesysteem. Dit valt onder de aansprakelijkheid van de eindgebruiker.

 

Artikel 13. De partijen gezamenlijk zorgdragen voor het verwerven van externe subsidie bij Novem en het indienen van een aanvraag binnen EIA/EINP en Vamil en CO2-reductiegelden. De gemeente neemt hiervoor het initiatief, waarbij alle partijen verantwoordelijk zijn voor het tijdig aandragen van relevante en volledige gegevens. Alle partijen verplichten zich te houden aan verplichtingen die voortkomen uit subsidievoorwaarden.

 

Artikel 14. Het energiebedrijf en de gemeente in het vervolgtraject inspanningen zullen plegen om efficiënt gebruik te maken van de aan te leggen ondergrondse energieopslag. Hierbij zullen de mogelijkheden voor afzet van met name koeling in de directe omgeving bestudeerd worden. Door de gemeente zal in dit verband Veld 9, het theater en de toekomstige vestiging van de bibliotheek in studie worden genomen.

 

Artikel 15. Het energiebedrijf de investeringsraming verder zal verfijnen. Indien op 31/12/2000 blijkt dat de investeringskosten met meer dan 15% worden overschreden ten opzichte van de uitgangspunten(zoals vermeld in bijlage II), met een maximum per partij van NLG 500.000,- voor zowel het energiebedrijf als de gemeente, zullen partijen in nader overleg binnen 6 weken opnieuw tot overeenstemming pogen te komen, waarbij het uitgangspunt van centrale warmtelevering altijd de basis zal blijven.

 

Artikel 16. De projectontwikkelaar op korte termijn de investeringsraming voor de meerkosten Dubo-maatregelen conform realisatie-overeenkomst Zuidpoort en meerkosten verhoging Rc waarden verder zal verfijnen. Indien voor 15-11-2000 (of voor vaststelling van het voorlopig ontwerp, indien die datum later ligt) blijkt dat de investeringskosten met meer dan 15% worden overschreden ten opzichte van de uitgangspunten (zoals genoemd in bijlage I) zullen de partijen in nader overleg opnieuw tot overeenstemming trachten te komen. Indien dit niet binnen 6 weken lukt, zal deze overeenkomst worden ontbonden.

 

Artikel 17. Alle partijen hun naam verbinden aan het project en bij publicitaire activiteiten het gezamenlijk karakter van het project zullen uitdragen. Initiatieven voor publicitaire activiteiten zullen in onderling overleg worden vastgesteld, waarbij de gemeente het voortouw neemt.

 

Artikel 18. De partijen al het mogelijke in het werk stellen om te kunnen voldoen aan de afspraken zoals deze in deze overeenkomst zijn vastgesteld.

 

Artikel 19. Verschillen van mening die, ter uitvoering van deze overeenkomst of hieruit voortvloeiende nadere overeenkomsten, tussen partijen mochten ontstaan, zoveel mogelijk langs minnelijke weg zullen worden opgelost. Er is sprake van een geschil wanneer één der partijen de wederpartij(en) per aangetekend schrijven meedeelt dat een verschil van mening niet langs minnelijke weg kan worden opgelost. Partijen verklaren zich bereid om in het geval van geschil arbitrage of bindend advies overeen te komen ter beslechting van het geschil.

 

Artikel 20. Wijzigingen op de overeenkomst alleen mogelijk zijn na overeenstemming met alle drie de partijen.

 

Artikel 21. Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing.

 

 

Delft, 15 november 2000

 

 

Gemeente Delft             Energie Delfland nv                               MAB bv

namens deze                            namens deze                                       namens deze

 

 

 

 

 

 

H.J. Grashoff                            R. d’Hollosy                                         L.J.M. Melchers

 

 

 


Bijlage I: bijdragen

 

Onderdeel

Hoogte

Bijdrage door

Meerkosten Dubo-maatregelen conform realisatie-overeenkomst Zuidpoort

fl 410.000

Na aftrek (Novem)-subsidie: projectontwikkelaar

Verhoging Rc waarden niveau Bouwbesluit (2,5) tot 3,5

fl 330.000

Na aftrek (Novem)-subsidie:

½ projectontwikkelaar -

½ gemeente

Onrendabele top energievoorziening, na aftrek EIA/Vamil

fl 1.240.000 (bij voorgestelde ruimtevergoedingen)

Na aftrek (Novem)-subsidie:

4 delen gemeente

4 delen energiebedrijf

1 deel projectontwikkelaar


Bijlage II: uitgangspunten energiestudie

 

Het systeem

Er wordt uitgegaan van een centraal energieleveringssysteem, bestaande uit een aquifer voor warmte- en koude-opslag, een collectieve warmtepomp in een technische ruimte in de parkeerkelder, piekketels in een ketelhuis op het dak en koude- en warmtedistributienet naar zowel de woningen als de utiliteitsfuncties. Verder zorgt de projectontwikkelaar voor de aanleg van een laag temperatuur afgiftesysteem (maximale aanvoertemperatuur 55ºC) in de woningen.

 

Comfort pakket

Bij het comfortpakket wordt in de woningen vloerverwarming aangelegd gecombineerd met koude-afgifte via het vloerafgiftesysteem en de daarbij noodzakelijke aansluitingen en regelingen.

 

Bouwopgave

Deze bouwopgave is het uitgangspunt voor de energiestudie en de berekende onrendabele top. Verder kunnen hieraan geen rechten worden ontleend voor het definitieve ontwerp.

 

Functie

Aantal

Totaal oppervlak [BVO]

Woningen

83

11.000

Bioscoop

1

3.900

Horeca

2

1.000

Discotheek

1

400

Supermarkt

1

2.700

Winkels

26

10.500

 

 

29.500

 

Financieel

Alle in de overeenkomst, bijlagen en achterliggende studie genoemde bedragen zijn exclusief BTW en uitgedrukt in Nederlandse guldens.

 

Ruimtevergoeding

De genoemde ruimtevergoedingen zijn als volgt tot stand gekomen:

 

·       de projectontwikkelaar ontvangt fl. 20.000 aan ruimtevergoeding. Dit bedrag is opgebouwd uit fl. 100.000 voor het ter beschikking stellen van een ketelhuis op het dak, minus fl. 40.000 voor vermeden kosten voor een technische ruimte in de bioscoop en minus fl. 40.000 voor ruimtebesparing in de woningen ten gevolge van ruimtebesparing. Bij deze ruimtebesparing is uitgegaan van een boiler die een oppervlak van 0,25m2 in beslag neemt.

 

·       De gemeente ontvangt fl. 290.000 aan ruimtevergoeding voor de technische ruimte in de parkeerkelder ter grootte van maximaal 100 m2.

 

Aansluitbijdragen

De aansluitbijdragen voor de woningen zijn vastgesteld op basis van het niet-meer-dan-anders principe, waarbij uitgegaan is van een verlaagd temperatuur afgiftesysteem (bv. vergrootte radiatoren).

Berekening Onrendabele top

De berekening van de onrendabele top bij oplevering van het project vindt plaats conform de DWA-studie volgens de formule:

 

OT = INV + BR - NCW(expl) - EIA - VAMIL - SUB_O - ABW - ABK - WC

met:    

OT

= onrendabele top

INV

= aantoonbare investeringen in warmtesysteem (incl. ruimtevergoedingen)

BR

= bouwrente

NCW(expl)

= NCW exploitatie (vast te stellen volgens formule 2)

EIA

= EIA subsidie = 14% van het bedrag waarop de EIA regeling wordt toegekend[2]

VAMIL

= VAMIL subsidie = 4% van het bedrag waarop de VAMIL regeling wordt toegekend2

SUB_O

= overige subsidies

ABW

= aansluitbijdrage warmte (vast te stellen volgens tabel 1 en 2)

ABK

= aansluitbijdrage koude (vast te stellen volgens tabel 3 en 4)

WC

= winst comfortpakket = aantal verkochte pakketten* (verkoopprijs - kostprijs)

 

Formule 2:

NCW(expl) = HW(9%;15 jaar;(VRK - INK))                     

met:

VRK

= jaarlijkse inkomsten uit verkoop = ink(GJ w) + ink(GJ k) + ink(VR w) + ink (VR k)

INK

= jaarlijkse uitgaven aan inkoop = ink(gas) + ink(E) + ink(b&o)    

waarin

 

vrk(GJ w)

= inkomsten uit verkoop GJ's warmte (vast te stellen volgens tabel 1 en 2)

vrk(GJ k)

=inkomsten uit verkoop GJ's koude (vast te stellen volgens tabel 3 en 4)

vrk(VR w)

=inkomsten vastrecht warmte (vast te stellen volgens tabel 1 en 2)

vrk(VR k)

= inkomsten vastrecht koude (vast te stellen volgens tabel 3 en 4)

ink(gas)

= inkoop gas = tGJw * 6,02

ink(E)  

= inkoop electriciteit = (tGJw * 8,82 + tGJk * 2,21)

tGJw

= totaal aantal verkochte GJ's warmte (volgens tabel 1)

tGJk

= totaal aantal verkochte GJ's koude (volgens tabel 2)

ink(b&o)

= fl57.700,-

 

Tabel 1: warmtevermogen en -verbruik per functie per jaar

 

functie

eenheid

vermogen

vollast

verbruik

 

 

 

(in Watt)

 

(in GJ)

 

woningen

/woning

6000

n.v.t.

20

 

bioscoop

/m2

150

800

0,432

 

discotheek

/m2

150

800

0,432

 

supermarkt

/m2

90

700

0,227

 

horeca

/m2

150

800

0,432

 

winkels

/m2

90

800

0,259

 

NB: voor alle functies met uitzondering van de woningen geldt een gelijktijdigheidsfactor van 0,70

 


Tabel 2: verbruikskosten, vastrecht en aansluitkosten warmte

verbruik

 

 

 

< 110 GJ

fl 31,32

per GJ

 

> 110 GJ

fl 19,89

per GJ

 

vastrecht

 

 

 

appartement

fl 300

per jaar

 

< 100 kW

fl 13

per kW per jaar

> 100 kW

fl 10

per kW per jaar

aansluitbijdrage

 

 

 

appartement

fl 3.900

per appartement

< 100 kW

fl 195

per kW

 

> 100 kW

fl 145

per kW

 

·       bovenstaande tarieven zijn progressief verdeeld. V.B. aansluitbijdrage 120 kW bedraagt 100 * fl195 +20 * fl145

 

 

Tabel 3: koudevermogen en -verbruik per functie per jaar                                              

 

functie

eenheid

vermogen

vollast

verbruik

 

 

(in Watt)

 

(in GJ)

woningen

/woning

0

0

0

bioscoop

/m2

67

500

0,121

discotheek*

/m2

67

500

0,121

supermarkt

/m2

0

500

0,000

horeca*

/m2

200

500

0,360

winkels*

/m2

75

500

0,135

* er wordt uitgegaan van een dekkingsgraad van 40% voor de winkels en horeca. Alle uitkomsten die op basis van dit getal tot stand komen dienen te worden vermenigvuldigd met de factor 0,40.

 

 

 

Tabel 4: verbruikskosten, vastrecht en aansluitkosten koude

 

verbruik

 

 

 

kv electriciteit

fl 17,50

per GJ

 

gv electriciteit

fl 13,50

per GJ

 

vermogen

vastrecht

aansluitbijdrage

 

tot (kW)

(per kW/jaar)

(per kW)

 

5

fl 77

fl 850

 

20

fl 66

fl 683

 

50

fl 60

fl 623

 

100

fl 58

fl 613

 

300

fl 49

fl 580

 

* bovenstaande tarieven zijn progressief verdeeld. V.B. aansluitbijdrage 20 kW bedraagt  5 * fl850 +15 * fl683



[1] Uitgangspunten van deze studie zijn als bijlage II bij deze overeenkomst gevoegd.

[2] Indien de regelingen EIA/EINP of VAMIL wijzigen worden de op moment van indiening vigerende voorwaarden toegepast.