30 augustus 2001

Nota - Voorontwerp busroute over de Wateringseweg
 


naar agenda

 

Inleiding

Het stadsgewest Haaglanden heeft in haar brief van 10 december 1997 een overdrachtsdokument aangeboden betreffende het project 61a van de lijst van EISS-projecten (Extra Investeringsimpuls Stads- en Streekvervoer) binnen het stadsgewest. Het stadsgewest verzoekt de gemeente Delft daarin het doorstromingsproject Calvé-verbinding ten behoeve van openbaar vervoer verder uit te werken en met de uitvoering uiterlijk voor 1 januari 2001 te starten.

Op 25 juni 1998 heeft de raad ingestemd met bovengenoemd verzoek en besloten een rendabel krediet van ƒ 150.000,-- beschikbaar te stellen ten behoeve van het opstellen van een programma van eisen voor het project "openbaar vervoerverbinding Wateringseweg" , zoals het doorstromingsproject nu wordt genoemd, en opdracht te verlenen aan de sector Infrastructuur dit project verder voor te bereiden en te realiseren. Daarbij is aandacht gevraagd voor de lijnvoering van het openbaarvervoer op de Ruys de Beerenbrouckstraat en de mogelijkheid tot behoud van de huidige Kolenhavenbrug. Deze aspecten zijn in de nota uitgewerkt.

De voorbereidingen zijn nu in een zodanig stadium dat de subsidie-aanvraag voor de daadwerkelijke uitwerking en realisatie van het project bij het stadsgewest Haaglanden kan worden ingediend.

In de voorbereidende fase is door een ambtelijke werkgroep een programma van eisen en wensen opgesteld op basis waarvan een aantal varianten als voorontwerp zijn uitgewerkt. In deze nota wordt voorgesteld variant 1b verder uit te werken en daadwerkelijk te realiseren.

Korte omschrijving van het project

Stadsgewest Haaglanden heeft ten aanzien van het openbaar vervoer een tweetal belangrijke ambities:

  • de concurrentiepositie van het openbaar vervoer ten opzichte van de auto vergroten
  • de kostendekkingsgraad (=de mate waarin de opbrengsten de kosten dekken) van het openbaar vervoer verhogen tot 40% in 2003.

Alleen op deze wijze is Haaglanden in staat om ook op de middellange en lange termijn een kwalitatief en kwantitatief goed openbaar vervoersysteem te garanderen.

Vanuit beide ambities streeft Haaglanden naar een verbetering van de openbaar vervoerverbinding tussen Delft en Rijswijk (met name Plaspoelpolder). De Plaspoelpolder is voor inwoners van Delft een belangrijk werkgebied. Op de relatie Delft - Rijswijk rijden nu een drietal buslijnen: lijn 48, lijn 129 en lijn 130. In de huidige lijnvoering rijden de lijnen 48 en 130 tussen Delft en Rijswijk over de Lange Kleiweg en lijn 129 over de Prinses Beatrixlaan. De lijnen 48 en 130 kunnen echter bij de Delftse gemeentegrens niet direct doorrijden naar Delft centrum. De Kolenhavenbrug is ongeschikt voor busverkeer. De bussen moeten daarom een omweg maken van circa 4 minuten via ‘t Haantje, de Provinciale weg 15 en de Ruys de Beerenbrouckstraat naar Delft centrum. Autoverkeer daarentegen kan wèl rechtdoor via de Wateringseweg.

Als de bussen de mogelijkheid krijgen om rechtdoor via de Wateringseweg te rijden, wordt de busverbinding Rijswijk-Delft voor de reizigers aantrekkelijker (kortere reistijd: gunstig voor de concurrentiepositie van het openbaar vervoer) en voor Stadsgewest Haaglanden financieel een stuk gezonder (meer opbrengsten en minder kosten). Daarom heeft Stadsgewest Haaglanden, in het kader van de EISS-regeling (=landelijke subsidieregeling voor projecten ter verhoging van de snelheid van het openbaar vervoer), de gemeente Delft gevraagd om een busroute via de Wateringseweg mogelijk te maken. Door het vervangen van de Kolenhavenbrug en het aanpassen van de route op diverse andere punten kan de Wateringseweg geschikt worden gemaakt voor busverkeer. Realisatie van deze nieuwe route leidt naar verwachting tot een reizigersgroei van circa 10% op deze route en een besparing op de exploitatie-uren van circa 7,3 uur per werkdag.

Stadsgewest Haaglanden en vervoerbedrijf Connexxion gaan er thans van uit dat na realisatie van het project de buslijnen 48 en 129 van de Wateringseweg gebruik zullen maken. Lijn 130 blijft de verbinding Delft-Rijswijk via de Ruys de Beerenbrouckstraat en Beatrixlaan verzorgen.

Financiering

In het kader van de EISS-regeling is door het stadsgewest Haaglanden een budget gereserveerd voor het onderhavige project van 7,5 miljoen incl. BTW, waarvan 5,5 miljoen exclusief BTW voor de realisatie en ca. 0,9 miljoen exclusief BTW (16%) voor de VAT. De uiteindelijke kosten mogen niet meer dan 10% afwijken van de oorspronkelijke raming. Indien dit wel het geval is wordt het project opnieuw beoordeeld op de verhouding investering-rendement.

Het stadsgewest Haaglanden subsidieert dit project voor 100% (mits voldaan wordt aan de EISS-regeling). Het subsidiebedrag wordt in twee delen beschikbaar gesteld (50% vooraf en 50% achteraf).

In de EISS-regeling is de uiterste startdatum van projecten bepaald op 31 december 2000. Over de einddatum zegt de regeling dat de Minister deze nader kan vaststellen. Uit zekerheidsoverwegingen hanteert Haaglanden de uiterlijke einddatum van 31 december 2001 voor zowel de technische als financiële afronding van de projecten.

Programma van eisen en wensen

Op basis van het bij het overdrachtsdocument behorende rapport van APPM en op basis van gesprekken met medewerkers van de provincie Zuid-Holland, het Hoogheemraadschap van Delfland, gemeente Rijswijk, Calvé, DSM-Gist en Connexxion en op basis van intern overleg binnen de gemeente, is het onderstaande programma van eisen en wensen vastgesteld.

Verkeer en vervoer.

  • Verbeteren van de OV-verbinding tussen Rijswijk Plaspoelpolder en Delft; ± 4 minuten rijtijd winst.
  • Verbeteren van de concurrentiepositie van bus en fiets ten opzichte van de auto.
  • Behouden van een goede OV-ontsluiting van de woonwijk ten zuiden van DSM-Gist (15 min. frequentie in de spits, voor de corridor van de Ruys de Beerenbrouckstraat e.o.).
  • Verminderen van busverkeer over ‘t Haantje.
  • Behouden van huidige bereikbaarheid van Calvé en DSM-Gist vanaf de zijde van Delft en Rijswijk voor voetgangers, fietsers en auto’s.
  • Behouden van een adequate bereikbaarheid van Calvé en DSM-Gist vanaf de zijde van Delft voor vrachtauto’s.
  • Behouden van goede hoofdvaarverbinding tussen Den Haag en Rotterdam.
  • Goede haltesituering van de bus ter hoogte van Calvé en DSM-Gist en de Wateringsebrug.
  • Bestaande looproute handhaven (te streven naar een voetpad van minimaal 1,5 meter).
  • De route dient toegankelijk te blijven voor hulpdiensten.
  • Handhaven of verbeteren van de fietsroute langs de Wateringseweg.
  • Tegengaan van vrachtverkeer vanaf de Wateringseweg over ‘t Haantje en over de Lange Kleiweg.
  • Geen doorgaand verkeer over de Wateringseweg, dus geen sluipverkeer introduceren.
  • De route dient geschikt te zijn, of eenvoudig geschikt gemaakt te kunnen worden, als omleidingsroute voor alle verkeer.

Wegen en bruggen.

  • De weg behoudt een ontwerp-snelheid van 50 km/uur.
  • Te bereiken gemiddelde rijsnelheid van bus van minimaal 25 km/uur over het traject binnen plangebied.
  • Geen toename van autoverkeer op de Wateringseweg.
  • Behouden van wachtstroken langs Wateringseweg voor bezoekende vrachtauto’s van Calvé.
  • Behouden van beperkte parkeermogelijkheid langs Wateringseweg voor bezoekers Calvé en DSM-Gist.
  • Behouden van een minimale doorvaarthoogte van 1,8 meter onder de Wateringsebrug.
  • De toegankelijkheid van de huidige inritten van Calvé en DSM-Gist moet gewaarborgd blijven.
  • Alle bruggen moeten geschikt zijn voor verkeersklasse 45.
  • Rekening houden met lijnbussen (incl. touringcars) van 12, 15 en 18 meter lengte en een benodigde vrije hoogte van 4,60 meter.
  • Rekening houden met een lengte van vrachtvoertuigen tot 18 meter.
  • Géén rekening houden met toekomstige rail-exploitatie.
  • Indien mogelijk behouden of hergebruiken van de huidige Kolenhavenbrug.
  • Busroutes uitvoeren in asfaltverharding.
  • Aanleg van een vuilinsluitend rioolstelsel, voor de afvoer van hemelwater van de weg, bij verkeersintensiteiten van meer dan 1000 voertuigen per etmaal.

Vaarwegen, aanlegplaatsen, oeverconstructies, boezemwater en kades.

  • Behouden van profiel van hoofdvaarweg Rijn-Schiekanaal m.u.v. zwaaikom voor Kolenhaven
  • Uitvoering van het project zodanig, dat de optimalisering van de hoofdvaarweg naar een 1000-tons profiel niet onmogelijk wordt gemaakt.
  • Behouden van een goede bereikbaarheid van de Kolenhaven voor bezoekende binnenvaartschepen.
  • Behouden van goede insteekmogelijkheden en een goede manoeuvreer- en wachtruimte, buiten de hoofdvaarroute, voor schepen (lengte 70 m) met bestemming Kolenhaven.
  • Behouden van gelijk boezemwateroppervlakte (bij gelijk boezemwaterpeil) in de gemeente Delft.
  • Vormgeving van boezemwater en boezemkades dient te voldoen aan de Delflandse Algemene Keur.
  • Vormgeving van vaarwegen en oeverconstructies dient te voldoen aan de Vaarwegenverordening en het Recreatie-vaarwegenplan.
  • Behouden van de profielbreedte van het water ter plaatse van Wateringsebrug.
  • Behouden van mogelijkheid tot waterlozing in de Kolenhaven door DSM-Gist en Calvé.
  • Behouden van mogelijkheid tot inname en lozing van water in Watertorengracht door DSM-Gist.
  • Behouden van goede doorstroming en circulatie van water van de Watertorengracht (lozing grachtwater).
  • Aandacht voor (her)inrichting van de kade. Een wens is het planten van bomen in de kade tegenover de Nieuwe Plantage.
  • Behouden van het wandelpad en de visplaatsen op de kade ten noorden van de Kolenhavenbrug.
  • Het gebruik van de Watertorengracht als ligplaats voor plezierjachten niet belemmeren.

Verkeerssituatie en knelpunten

Uit recent verkeersonderzoek (telling oktober 1999) op de Wateringseweg is gebleken dat de verkeersintensiteit voor gemotoriseerd verkeer ligt op ca 3000 voertuigen/etmaal en voor fietsers op ca 5700 fietsers/etmaal. Slechts 10% van de motorvoertuigen en slechts 5% van de fietsers is bestemmingsverkeer. Na de in gebruikname van de busroute zullen ca 110 bussen per etmaal gebruik maken van de route.

In de huidige situatie is het volgens de richtlijnen niet nodig om aparte fietsvoorzieningen aan te brengen op de route. De verkeersintensiteit is echter zodanig hoog dat bij een niet al te grote verhoging hiervan de aanleg van fietsstroken langs de gehele route zeker gewenst is.

Op de geplande route zijn in de huidige situatie een aantal duidelijke verkeersknelpunten te onderscheiden.

  • De Wateringseweg wordt nu gebruikt als sluipverkeerroute.
  • Het is nu voor een lijnbus onmogelijk om vanaf de Nieuwe Plantage op de vrije bus-/trambaan van de Wateringse vest komen.
  • Het brugdek van de Lepelbrug is te smal en de aansluitende bocht te krap om een bus en een personenauto elkaar te laten passeren. Gevolg is wachttijden en dus rijtijdverlies.
  • Op de kade bij de DSM-Gist wordt vaak fout geparkeerd wat de verkeersdoorstroming belemmert.
  • De huidige Kolenhavenbrug is niet geschikt (of geschikt te maken) voor busverkeer.
  • De Wateringsebrug over de Kerstanje (bij ‘t Haantje) is te smal voor autoverkeer in twee richtingen. Als gevolg van de beperkte ruimte op de brug is de veiligheid van fietsers regelmatig in het geding.

Omschrijving van de uitgewerkte varianten

Het programma van eisen en wensen is als voorontwerp uitgewerkt in een drietal varianten

Variant 1a (tekening VO 1100 70 06)

Kenmerken: Minimale aanpassingen aan huidige wegprofiel.

  • Aanbrengen autostop nabij de Wateringsebrug. Doorgaand autoverkeer (sluipverkeer) is niet meer mogelijk waardoor de verkeersintensiteit sterk zal afnemen.
  • Bus- (vracht)auto- en fietsverkeer gemengd over een groot gedeelte van de route.

Op de gehele route zal de klinkerbestrating vervangen worden door een asfaltconstructie, dit met het oog op het comfort van reizigers, geluidsreductie en lage onderhoudskosten.

De vormgeving van de kruising Nieuwe Plantage Wateringse vest/Vrijenbanselaan wordt enigszins aangepast zodat de lijnbus op de vrije tram- en busbaan kan komen. De verkeersregeling wordt aangepast (tekening punt 1).

Bij de Lepelbrug wordt het rijgedeelte van het brugdek verbreed door het trottoir aan één zijde bij het rijdek te betrekken. Het betreft een trottoir dat zeer weinig wordt gebruikt. De aansluitende bocht wordt verbreed door een muurtje van het landhoofd te slopen en/of te verplaatsen (tekening punt 2).

De kade bij DSM-Gist en Calvé wordt zodanig ingericht dat geparkeerde auto’s geen overlast veroorzaken voor het doorgaande verkeer. In de kade zullen bomen worden geplant (wens van bewoners van de Nieuwe Plantage).

Er wordt een nieuwe beweegbare brug gemaakt ter vervanging van de huidige Kolenhavenbrug. De bediening zal conform de huidige regeling plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van DSM-Gist.

De nieuwe brug is geschikt voor alle verkeer in twee richtingen en voorzien van één apart trottoir (tekening punt 3).

De wegprofielen van de aansluitende wegen naar de brug worden aangepast in verband met het toepassen van de benodigde bochtverbredingen. Als gevolg hiervan zal over een gedeelte de kadekonstructie moeten worden vervangen en/of aangepast. Hierdoor zal er water worden gedempt in de Schie. Voor het te dempen water wordt bij het Hoogheemraadschap van Delfland vergunning aangevraagd.

Diverse kabels en leidingen worden omgelegd en de teerhoudende asfaltverharding en de vervuilde grond worden verwijderd.

Op het weggedeelte tussen de Kolenhavenbrug en de Wateringsebrug bij Rijswijk wordt een autostop met fietsvoorzieningen aangebracht (tekening punt 4 variant a). Door het opheffen van de autostop kan in noodgevallen de route snel geschikt worden gemaakt als tijdelijke omleidingsroute.

De huidige passeerregeling op de Wateringsebrug wordt omgedraaid om het blokkeren van de kruising Lange Kleiweg/ ‘t Haantje door wachtend verkeer te voorkomen.

De kruising Lange Kleiweg/ ‘t Haantje (gemeente Rijswijk) wordt enigszins aangepast zodat een vloeiende aansluiting op de Wateringsebrug ontstaat.

Raming: totale kosten ƒ 7.960.000,-- incl. BTW.

Variant 1b (tekening VO 1100 70 06)

Kenmerken: Minimale aanpassingen aan huidige wegprofiel.

  • Aanbrengen selectief toegangssysteem nabij de Wateringsebrug. Doorgaand autoverkeer (sluipverkeer) is niet meer toegestaan waardoor de verkeersintensiteit sterk zal afnemen.Passeren van het toegangssysteem is alleen toegestaan voor autoverkeer met een ontheffing/vergunninng op kenteken.
  • Bus- (vracht)auto- en fietsverkeer gemengd over een groot gedeelte van de route.
  • De Wateringsebrug niet verbreden.

Op de gehele route zal de klinkerbestrating vervangen worden door een asfaltconstructie, dit met het oog op het comfort van reizigers, geluidsreductie en lage onderhoudskosten.

De vormgeving van de kruising Nieuwe Plantage Wateringse vest/Vrijenbanselaan wordt enigszins aangepast zodat de lijnbus op de vrije tram- en busbaan kan komen. De verkeersregeling wordt aangepast (tekening punt 1).

Bij de Lepelbrug wordt het rijgedeelte van het brugdek verbreed door het trottoir aan één zijde bij het rijdek te betrekken. Het betreft een trottoir dat zeer weinig wordt gebruikt. De aansluitende bocht wordt verbreed door een muurtje van het landhoofd te slopen en/of te verplaatsen (tekening punt 2).

De kade bij DSM-Gist en Calvé wordt zodanig ingericht dat geparkeerde auto’s geen overlast veroorzaken voor het doorgaande verkeer. In de kade zullen bomen worden geplant (wens van bewoners van de Nieuwe Plantage).

Er wordt een nieuwe beweegbare brug gemaakt ter vervanging van de huidige Kolenhavenbrug. De bediening zal conform de huidige regeling plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van DSM-Gist.

De nieuwe brug is geschikt voor alle verkeer in twee richtingen en voorzien van één apart trottoir en twee fietsstroken (tekening punt 3).

De wegprofielen van de aansluitende wegen naar de brug worden aangepast in verband met het toepassen van de benodigde bochtverbredingen. Als gevolg hiervan zal over een gedeelte de kadekonstructie moeten worden vervangen en/of aangepast. Hierdoor zal er water worden gedempt in de Schie. Voor het te dempen water wordt bij het Hoogheemraadschap van Delfland vergunning aangevraagd.

Diverse kabels en leidingen worden omgelegd en de teerhoudende asfaltverharding en de vervuilde grond worden verwijderd.

Ter hoogte van de Wateringsebrug wordt een systeem met selectieve toegang geinstalleerd (tekening punt 4 variant b).

De Wateringsebrug wordt niet verbreed.

De huidige passeerregeling op de Wateringsebrug wordt omgedraaid om het blokkeren van de kruising Lange Kleiweg/ ‘t Haantje door wachtend verkeer te voorkomen.

De kruising Lange Kleiweg/ ‘t Haantje (gemeente Rijswijk) wordt enigszins aangepast zodat een vloeiende aansluiting op de Wateringsebrug ontstaat.

Raming: totale kosten ƒ 8.250.000,-- incl. BTW.

Variant 2 (tekening VO 1100 70 07)

Kenmerken: Fietsstroken ter weerszijde van de Wateringseweg.

  • Bus- (vracht)auto- en fietsverkeer gemengd over het gedeelte van de route rondom de Lepelbrug.
  • Doorgaand personenautoverkeer blijft mogelijk.
  • Doorgaand vrachtverkeer voorkomen met doorgangsverbod.

Op de gehele route zal de klinkerbestrating vervangen worden door een asfaltconstructie, dit met het oog op het comfort van reizigers, geluidsreductie en lage onderhoudskosten.

De vormgeving van de kruising Nieuwe Plantage Wateringse vest/Vrijenbanselaan wordt enigszins aangepast zodat de lijnbus op de vrije tram- en busbaan kan komen. De verkeersregeling wordt aangepast (tekening punt 1).

Bij de Lepelbrug wordt het rijgedeelte van het brugdek verbreed door het trottoir aan één zijde bij het rijdek te betrekken. Het betreft een trottoir dat zeer weinig wordt gebruikt. De aansluitende bocht wordt verbreed door een muurtje van het landhoofd te slopen en/of te verplaatsen (tekening punt 2).

Op de kade bij de DSM-Gist en Calvé worden de haaksparkeerplaatsen gewijzigd in langsparkeerplaatsen.

Op het weggedeelte vanaf de Lepelbrug tot aan de Wateringsebrug bij Rijswijk wordt het wegprofiel verbreed met fietsstroken ter weerszijde van de weg.

Ten gevolge van de hoge verkeersintensiteit wordt de aanleg van een apart rioolstelsel noodzakelijk. Daarbij is het nodig teerhoudende asfaltverharding en vervuilde grond te verwijderen.

Er wordt een nieuwe beweegbare brug gemaakt ter vervanging van de huidige Kolenhavenbrug. De bediening zal conform de huidige regeling plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van DSM-Gist.

De nieuwe brug is geschikt voor alle verkeer in twee richtingen en voorzien van één apart trottoir en twee fietsstroken (tekening punt 3).

De wegprofielen van de aansluitende wegen naar de brug worden aangepast in verband met het toepassen van de benodigde bochtverbredingen. Als gevolg hiervan zal over een gedeelte de kadekonstructie moeten worden vervangen en/of aangepast. Hierdoor zal er water worden gedempt in de Schie. Voor het te dempen water wordt bij het Hoogheemraadschap van Delfland vergunning aangevraagd.

Diverse kabels en leidingen worden omgelegd en de teerhoudende asfaltverharding en de vervuilde grond worden verwijderd.

Op het weggedeelte tussen de Kolenhavenbrug en de Wateringsebrug wordt een doorgangsverbod voor vrachtverkeer ingesteld.

Omdat de doorgang voor vrachtverkeer niet fysiek is af te dwingen hebben deze maatregelen alleen effect met goede controle en handhaving door de politie.

De Wateringsebrug over de Kerstanje wordt verbreed naar de westzijde zodat autoverkeer in twee richtingen mogelijk is (tekening punt 4).

De kruising Lange Kleiweg/ ‘t Haantje (gemeente Rijswijk) wordt enigszins aangepast zodat een vloeiende aansluiting op de Wateringsebrug ontstaat.

Raming: totale kosten ƒ 11.450.000,-- incl. BTW. (Hierbij inbegrepen is een bedrag van ƒ 2.260.000,-- voor het aanleggen van een vuilinsluitend rioolstelsel en het vervangen/reconstrueren van de asfaltconstructie tussen de Lepelbrug en de Kolenhavenbrug. Deze kosten zijn niet subsidiabel. Ook is inbegrepen een bedrag van ƒ 430.000,-- voor het aanbrengen van geluidwerende gevelvoorzieningen)

Variant 3 (tekening VO 1100 70 08)

Kenmerken: Minimale aanpassingen aan huidige wegprofiel.

  • Doorgaand personenautoverkeer blijft mogelijk.
  • Doorgaand vrachtverkeer voorkomen d.m.v. een doorgangsverbod.
  • Bus- (vracht)auto- en fietsverkeer gemengd over een groot gedeelte van de route.
  • De Wateringsebrug niet verbreden (en eventueel fietsvoorzieningen aanbrengen rondom deze brug).

Op de gehele route zal de klinkerbestrating vervangen worden door een asfaltconstructie, dit met het oog op het comfort van reizigers, geluidsreductie en lage onderhoudskosten.

De vormgeving van de kruising Nieuwe Plantage Wateringse vest/Vrijenbanselaan wordt enigszins aangepast zodat de lijnbus op de vrije tram- en busbaan kan komen. De verkeersregeling wordt aangepast (tekening punt 1).

Bij de Lepelbrug wordt het rijgedeelte van het brugdek verbreed door het trottoir aan één zijde bij het rijdek te betrekken. Het betreft een trottoir dat zeer weinig wordt gebruikt. De aansluitende bocht wordt verbreed door een muurtje van het landhoofd te slopen en/of te verplaatsen (tekening punt 2).

De kade bij DSM-Gist en Calvé wordt zodanig ingericht dat geparkeerde auto’s geen overlast veroorzaken voor het doorgaande verkeer. In de kade zullen bomen worden geplant (wens van bewoners van de Nieuwe Plantage).

Er wordt een nieuwe beweegbare brug gemaakt ter vervanging van de huidige Kolenhavenbrug. De bediening zal conform de huidige regeling plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van DSM-Gist.

De nieuwe brug is geschikt voor alle verkeer in twee richtingen en voorzien van één apart trottoir en twee fietsstroken (tekening punt 3).

De wegprofielen van de aansluitende wegen naar de brug worden aangepast in verband met het toepassen van de benodigde bochtverbredingen. Als gevolg hiervan zal over een gedeelte de kadekonstructie moeten worden vervangen en/of aangepast. Hierdoor zal er water worden gedempt in de Schie. Voor het te dempen water wordt bij het Hoogheemraadschap van Delfland vergunning aangevraagd.

Diverse kabels en leidingen worden omgelegd en de teerhoudende asfaltverharding en de vervuilde grond worden verwijderd.

Ter hoogte van de Wateringsebrug wordt een doorgangsverbod voor vrachtverkeer ingesteld.

De Wateringsebrug wordt niet verbreed (tekening punt 4 variant a).

Om de veiligheid voor fietsers rondom de Wateringsebrug te verbeteren kunnen extra fietsvoorzieningen worden gerealiseerd. Op de Wateringsebrug wordt aan de oostzijde een fietsstrook aangebracht en aan de westzijde van de Wateringsebrug wordt over de Kerstanje een aparte fietsbrug gebouwd (tekening punt 4 variant b).

De huidige passeerregeling op de Wateringsebrug wordt omgedraaid om het blokkeren van de kruising Lange Kleiweg/ ‘t Haantje door wachtend verkeer te voorkomen.

De kruising Lange Kleiweg/ ‘t Haantje (gemeente Rijswijk) wordt enigszins aangepast zodat een vloeiende aansluiting op de Wateringsebrug ontstaat.

Raming: totale kosten incl. fietsvoorzieningen ƒ 8.480.000,-- incl. BTW. (Hierbij inbegrepen is een bedrag van ƒ 430.000,-- voor het aanbrengen van geluidwerende gevelvoorzieningen.)

 

De voor- en nadelen van de uitgewerkte varianten

Variant 1a (tekening VO 1100 70 06)

Voordelen: Snelste variant voor de bus, de meeste tijdswinst t.o.v. bestaande busroute.

  • Veel minder autoverkeer. Hierdoor ontstaat een veilige route voor de fietsers en zijn er geen aparte fietsvoorzieningen naast de bestaande weg nodig. De geluidshinder neemt af.
  • Betere concurrentie positie van het bus/fietsverkeer t.o.v. het autoverkeer.
  • Geen doorgaand (sluip)verkeer mogelijk.
  • Ruimte voor inrichten van de kade met parkeervakken en bomen.
  • Minimale demping van boezemwater in de Schie.
  • Geen demping van water en verstoring van het doorstroomprofiel in de Kerstanje.
  • Geen aanleg rioleringsstelsel noodzakelijk.
  • De minste aanpassingen, dus veruit de goedkoopste variant.
  • Geen busverkeer meer via ‘t Haantje.

Nadelen: De bewoners van het Jaagpad e.o. (Rijswijk) kunnen niet meer via de Wateringseweg met de auto naar Delft-centrum maar zullen via ‘t Haantje en de Provincialeweg 15 moeten rijden.

  • Een verhoging van de verkeersintensiteit op ‘t Haantje.
  • Geen doorgang mogelijk voor autoverkeer van werknemers en bezoekers van Calvé en van DSM-Gist vanuit richting Rijswijk.

Variant 1b (tekening VO 1100 70 06)

Voordelen: Snelste variant voor de bus, de meeste tijdswinst t.o.v. bestaande busroute.

  • Veel minder autoverkeer. Hierdoor ontstaat een veilige route voor de fietsers en zijn er geen aparte fietsvoorzieningen naast de bestaande weg nodig. De geluidshinder neemt af.
  • Betere concurrentie positie van het bus/fietsverkeer t.o.v. het autoverkeer.
  • Geen doorgaand (sluip)verkeer.
  • Flexibele toegangsregeling, simpele controle op kenteken.
  • Bewoners van het ‘t Haantje (gedeeltelijk) het Jaagpad e.o. (Rijswijk) kunnen nog steeds via de Wateringseweg met de auto naar Delft-centrum indien zij daarvoor een ontheffing/vergunning hebben verkregen.
  • Ruimte voor inrichten van de kade met parkeervakken en bomen.
  • Minimale demping van boezemwater in de Schie.
  • Geen demping van water en verstoring van het doorstroomprofiel in de Kerstanje.
  • Geen aanleg rioleringsstelsel noodzakelijk.
  • Geen busverkeer meer via ‘t Haantje.

Nadelen: Een verhoging van de verkeersintensiteit op ‘t Haantje.

Het systeem van selectieve toelating vereist een jaarlijks budget voor onderhoud van systeem en bestanden, registratie en uitgifte van onfheffingen, innen van boetes enz., totaal ca. ƒ 50.000,--

 

Variant 2 (tekening VO 1100 70 07)

Voordelen: Snelle route voor bus, tijdswinst t.o.v. bestaande busroute.

  • De bewoners van het Jaagpad e.o. (Rijswijk) kunnen nog steeds via de Wateringseweg met de auto naar Delft-centrum.
  • Fietsers hinderen bus niet (behalve bij de Lepelbrug).
  • Veiliger voor het fietsverkeer dan in de huidige situatie.
  • Geen busverkeer meer via ‘t Haantje.

Nadelen: Fietsstrook stopt voor de Lepelbrug, auto- en fietsverkeer worden daar weer gemengd.

  • Minder parkeergelegenheid op de kade.
  • Géén wachtstroken voor vrachtverkeer met bestemming DSM-Gist /Calvé.
  • Door het vervangen, aanpassen en verbreden van de bruggen en door het aanpassen van het wegprofiel wordt doorgaand verkeer minder belemmerd en zal de route veel aantrekkelijker worden voor sluipverkeer. Een verhoging van de verkeersintensiteit is daarom te verwachten.
  • Het weren van doorgaand vrachtverkeer is heel moeilijk te realiseren.
  • De aanleg van een kostbaar rioleringsstelsel is vereist en de daarmee gepaard gaande vervanging van de asfaltconstructie tussen de Lepelbrug en de Kolenhavenbrug.
  • Veel demping van boezemwater in de Schie.
  • Demping van water en verstoring van het doorstroomprofiel in de Kerstanje.
  • Kostbare aanpassingen aan het wegprofiel.
  • De raming valt ver buiten het beschikbare subsidiebedrag zodat een forse eigen bijdrage van de gemeente noodzakelijk is.

Variant 3 (tekening VO 1100 70 08)

Voordelen: Snelle route voor bus, tijdswinst t.o.v. bestaande busroute.

  • De bewoners van het Jaagpad e.o. (Rijswijk) kunnen nog steeds via de Wateringseweg met de auto naar Delft-centrum.
  • Het handhaven van de huidige breedte van de Wateringsebrug werkt als verkeersremmende maatregel voor autoverkeer en voor ongewenst vrachtverkeer.
  • Ruimte voor inrichten van de kade met parkeervakken en bomen.
  • Minimale demping van boezemwater in de Schie.
  • Geen demping van water en verstoring van het doorstroomprofiel in de Kerstanje.
  • Geen busverkeer meer via ‘t Haantje.

Nadelen: Doorgaand (sluip)verkeer blijft mogelijk.

  • Het handhaven van de huidige breedte van de Wateringsebrug, zonder extra fietsvoorzieningen, werkt als knelpunt tussen het busverkeer en het fietsverkeer.
  • Door het vervangen en aanpassen van diverse bruggen wordt doorgaand verkeer minder belemmerd en zal de route veel aantrekkelijker worden voor sluipverkeer. Een afname van de verkeersintensiteit is daarom niet te verwachten.
  • Het weren van doorgaand vrachtverkeer is mede afhankelijk van goede controle en handhaving door de politie.

 

 

Toelichting op een aantal aspecten van het project

Selectieve toegang

Het selectieve toegangssysteem is een systeem voor het automatisch bepalen of een voertuig over een bepaalde weg mag rijden op basis van kenteken herkenning.

Het systeem bestaat uit een digitale camera boven de weg welke van ieder voertuig een foto maakt. Het kenteken wordt daarbij automatisch gelezen. In een wegkantsysteem is een lijst aanwezig met daarin alle kentekens van voertuigen welke langs de camera mogen rijden. Zodra het kenteken is gelezen wordt deze vergeleken met de kentekenlijst . Als het kenteken in de lijst voorkomt, dan wordt het digitale beeld direct weggegooid. Als het gelezen kenteken niet in de lijst voorkomt dan wordt dit beeld bewaard in het wegkantsysteem.

Na een dag worden alle opgeslagen beelden naar een centrale PC getransporteerd. Met de centrale PC kan nog een laatste check gedaan worden en wordt de overtreding verwerkt tot een bekeuring.

De kosten voor het leveren en installeren van een compleet systeem met één camera bedragen ca. ƒ 350.000,-- incl. BTW.

De kosten voor preventief onderhoud bedragen jaarlijks ca. ƒ 29.000,-- incl. BTW.

De kosten voor het onderhouden van bestanden en registreren van (tijdelijke) ontheffingen bedragen jaarlijks ca. ƒ 20.000,-- incl. BTW.

De onderhoudskosten voor een periode van twee jaar zijn in de raming opgenomen. Dit in afwachting van de mogelijke installatie van meerdere camera-systemen in Delft.

Met dit systeem is het dus mogelijk om op selectieve wijze nabij de Wateringsebrug voertuigen toegang te verlenen de Wateringseweg in of uit te rijden.

Hierbij valt te denken, naast de lijnbussen van Connexxion, aan o.a. de voertuigen van bewoner van het Jaagpad en een gedeelte van het Haantje.

Deze regeling leidt tot minder sluipverkeer, de route wordt veiliger, het busverkeer ondervindt minder oponthoud.

Verkeersprognose

Naar aanleiding van tijdens de informatieavond gestelde vragen door bewoners omtrent de toekomstige verkeersintensiteiten op o.a. ’t Haantje is een prognose opgesteld naar de herverdeling van het autoverkeer na aanbrengen van een selectief toegangssysteem. Op ambtelijk niveau is hierover overleg geweest met de gemeente Rijswijk.

Van de beschikbare telcijfers van Haaglanden en de gemeenten Delft en Rijswijk kan geconcludeerd worden dat de telling die in oktober 1999 door de gemeente Delft is verricht het meest reële beeld van de huidige verkeerssituatie geeft.

Ter onderbouwing van de verkeersprognoses is een modelberekening uitgevoerd door een extern bureau, uitgaande van een totale afsluiting voor het autoverkeer. Deze modelberekening is gemaakt voor het jaar 2010 en is gebaseerd op de verkeersmodellen van de gemeenten Delft en Rijswijk. De uitkomsten van de modelberekening lijken voldoende houvast te bieden waar het gaat om de procentuele herverdeling van het verkeer over het omliggende wegennet.

De absolute uitkomsten van de modelberekening bieden te weinig houvast voor een reële verkeersprognose. Met name op ‘t Haantje blijkt de intensiteit in het model beduidend lager te zijn dan de getelde intensiteit. Daarom is voor het kwantificeren van het verkeer op de betreffende wegen gebruik gemaakt van de verkeerstelling van oktober 1999

Uitgaande van een systeem van selectieve toegang op de Wateringseweg en gewijzigde busroutes (via Wateringseweg) zullen de verkeersintensiteiten op de omliggende wegen bij benadering als volgt wijzigen:

‘t Haantje: toename circa 15% Lange Kleiweg: afname ruim 50% Wateringseweg: afname bijna 90% Jaagpad: ongewijzigd

Wanneer geen autostop of selectief toegangssysteem wordt toegepast maar alleen doorgaand vrachtverkeer wordt geweerd is de voorzichtige inschatting dat de verkeersintensiteit op de Wateringseweg aanvankelijk met ca 5% zal toenemen. De reden hiervoor is dat de route aantrekkelijker wordt als gevolg van een betere verkeersdoorstroming. In de jaren daarna zal naar verwachting de intensiteit zich stabiliseren.

De prognose van de toekomstige verkeersintensiteit geeft geen aanleiding tot de aanleg van fietsstroken langs de gehele route.

Geluid en trillingen

De Wet geluidhinder stelt dat bij een wijziging van een weg waarlangs geluidsgevoelige bestemmingen, waaronder woningen, zich bevinden een geluidsonderzoek dient te worden uitgevoerd naar de reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder. Een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder betekent een geluidstoename van 1,5 dB(A) of meer op de gevels van de aanwezige woningen ten gevolge van de te reconstrueren weg. Een geluidstoename van 1,5 dB(A) komt overeen met een verkeerstoename van ca. 25%.

Onder wijzigingen van een weg wordt o.a. verstaan asverschuivingen, b.v. door verbreding van bruggen, reconstructie van kruisingen, toename van het verkeersaanbod en wijziging van de aard van het verkeer.

In het geluidsonderzoek naar een reconstructie dienen twee situaties te worden onderzocht namelijk het jaar voorafgaand aan de reconstructie en minimaal 10 jaar na de reconstructie.

In het geval van een geluidstoename van 1,5 dB(A) of meer en indien de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder, 50 dB(A), wordt overschreden, dient een procedure verzoek hogere grenswaarde te worden gevolgd. Zonder bezwaren duurt deze procedure 4,5 maand. Daarnaast dient te worden onderzocht of de geluidsbelasting in de reconstructiewoningen aan de normen voldoet en indien noodzakelijk dienen aanvullende geluidwerende gevelvoorzieningen te worden getroffen.

Langs de nieuwe busroute liggen twee mogelijk geluidgevoelige locaties:

  • de woningen op de hoek Lange Kleiweg en ‘t Haantje;
  • de woningen langs een gedeelte van de Nieuwe Plantage.

Als de kruising Lange Kleiweg en ‘t Haantje niet wordt veranderd, behoudens ander bestratingsmateriaal, en als de Wateringsebrug niet wordt verbreed, dan hoeven er hier geen geluidwerende maatregelen getroffen te worden.

Uit indicatieve geluidsberekeningen blijkt dat met de huidige verkeersintensiteit bij 20 woningen langs de Nieuwe Plantage eventueel sprake kan zijn van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder omdat de aard van het verkeer verandert (meer busverkeer). Indien sluipverkeer wordt geweerd d.m.v. een autostop of een systeem met selectieve toegang zal ten gevolge van het sterk verminderde verkeersaanbod de geluidsbelasting alleen maar afnemen. De kosten voor eventueel aan te brengen geluidwerende gevelvoorzieningen worden geschat op maximaal ƒ 430.000,-- . Deze kosten zijn niet in de ramingen van variant 1a en 1b opgenomen.

In de varianten is er van uit gegaan dat er verder geen wezenlijke fysieke veranderingen in de buurt van geluidgevoelige bebouwing plaats zullen vinden en dat de totale verkeerstoename onder de 25 % blijft.

Tijdens de informatieavond hebben enkele bewoners van de Nieuwe Plantage vragen gestelde over mogelijke schade en hinder door trillingen veroorzaakt door het busverkeer. Op dat moment was er juist een onderzoek gestart in opdracht van de afdeling Milieu naar trillingshinder veroorzaakt door vrachtverkeer op de Wateringseweg. Dit naar aanleiding van klachten van bewoners van de Nieuwe Plantage. In dit onderzoek is mogelijke hinder van toekomstig busverkeer op de Wateringseweg meegenomen.

Uit de meet- en berekeningsresultaten van het onderzoek blijkt dat de met betrekking tot het criterium trillingshinder de gestelde normen (SBR richtlijn 2) gedurende zowel de dag-, avond- en nachtperiode niet worden overschreden.

Uit de meetresultaten van het onderzoek blijkt dat de grenswaardenden voor het criterium trillingsschade (SBR richtlijn 1) niet worden overschreden. Het toekomstige gebruik van de Wateringseweg door busverkeer zal gezien het gewicht van de bussen in relatie tot het nu passerende vrachtverkeer geen stijging van de maximale trillingsniveaus tot gevolg hebben.

 

Hergebruiksmogelijkheden oude Kolenhavenbrug

De huidige Kolenhavenbrug, ook wel Calvébrug of Kippebrug genoemd, is oorspronkelijk gebouwd in 1913 (zie bijlage).

In de jaren tachtig is vrijwel de gehele brug vernieuwd (zowel de bovenbouw als de onderbouw). Slechts enkele onderdelen zijn daarbij gehandhaafd. De huidige brug is te beschouwen als een replica en wordt niet aangemerkt als een monument.

De brug is niet geschikt of geschikt te maken voor busverkeer.

De nieuw te maken brug is zoveel mogelijk naar het westen (richting Kolenhaven) geprojecteerd om de zwaaikom voor de brug, welke door schepen wordt gebruikt om te manoeuvreren en te wachten voor toegang naar de Kolenhaven, zo groot mogelijk te houden (eis van de Provincie Zuid-Holland). Als gevolg hiervan kan de huidige brug niet worden gehandhaafd.

In theorie kan de nieuwe brug pal naast de huidige brug worden gelegd. Dit heeft echter als nadelen:

  • De zwaaikom wordt te klein en de vrije overspanning van de nieuwe brug wordt groter.
  • Er moeten extra kabels en leidingen onder de zwaaikom worden omgelegd.
  • Twee bruggen naast elkaar geplaatst, met verschillende afmetingen en met waarschijnlijk elk hun eigen vormgeving, is visueel gezien niet aanvaardbaar.
  • Voor de doorvaart van schepen moeten er telkens twee bruggen worden geopend (extra wachttijd).
  • Er ontstaat een gevaarlijke verkeerssituatie door elkaar kruisend fiets-, auto- en busverkeer.

Het is dus onvermijdelijk dat de huidige Kolenhavenbrug verdwijnt. Hierbij rijst de vraag wat te doen met de overtollige oude brug. Er zijn daarbij meerdere oplossingen mogelijk:

  • Proberen binnen de gemeente een geschikte locatie te vinden om de brug te hergebruiken in b.v. fiets- en/of wandelroutes.
  • De brug aanmelden bij de bruggenbank van DHV. Deze probeert voor afgedankte maar nog in goede staat verkerende bruggen een afnemer te vinden.
  • De brug slopen.

Hergebruik van de brug zal tot extra kosten leiden welke niet worden vergoed volgens de EISS-regeling. Hierbij valt te denken aan kosten voor nieuwe fundering en onderbouw, tijdelijke opslag en het opnieuw opbouwen van de brug. Een voorzichtige inschatting van de kosten is 0,5 miljoen gulden.

Openingstijden Kolenhavenbrug

Het belangrijkste criterium voor het project is het behalen van een rijtijdwinst voor het openbaarvervoer van ca. 4 minuten. Onderzocht is wat de nieuwe Kolenhavenbrug voor invloed heeft op de benodigde rijtijdwinst.

De geplande frequentie van de buslijnen bedraagt tussen 7.00-19.00 8 bussen/uur, tussen 19.00-23.00 4 bussen/uur en tussen 23.00-7.00 0,5 bus per/uur.

Op dit moment blijft de Kolenhavenbrug gesloten op de volgende uren:

  • tussen 7.00 u. en 9.00 u.
  • tussen 12.00 u. en 14.00 u.
  • tussen 16.00 u. en 18.00 u.

Dit is een stilzwijgende afspraak die zeker moet worden gecontinueerd en eventueel iets moet worden uitgebreid.

Het aantal schepen dat de Kolenhaven aandoet bedraagt nu ca 160 stuks per jaar.

In de nabije toekomst zullen dit ongeveer 320 schepen per jaar zijn.

Dit betekent in praktijk dat de brug gemiddeld 2 keer per dag open zal staan (er gaan ook regelmatig twee schepen direct achter elkaar naar binnen en buiten).

De hele cyclus van brug openen, in- of uitvaren schip en sluiten brug duurt in de nieuwe situatie voor één schip ca. 7,5 min. en voor twee schepen ca. 11 min.

Van de ca. 110 bussen per etmaal zullen in het slechtste geval 4 bussen elk een vertraging op lopen van ca 3,5 min. buiten de spitsuren. Dit is een vertraging die in te halen is en ook zeer acceptabel is. Om het tijdverlies nog meer te beperken dient het openen van de brug afgestemd te worden op de dienstregeling. Door het openen van de brug op het juiste tijdstip (b.v. direct na het passeren van de bus) kan veel rijtijdverlies worden voorkomen.

Lijnvoering op de Ruys de Beerenbrouckstraat

Op de relatie Rijswijk - Delft centrum rijdt nu een drietal buslijnen, lijn 48, 129 en 130, via de Ruys de Beerenbrouckstraat met een gezamenlijke frequentie van ongeveer 15 minuten.

Bij realisatie van de nieuwe busverbinding tussen Rijswijk en Delft centrum zullen lijn 48 en 129 over de Wateringseweg gaan rijden.

Volgens de huidige inzichten van Connexxion zal lijn 130 over de Ruys de Beerenbrouckstraat blijven rijden, echter met een frequentie van ongeveer 30 minuten. Naar verwachting wordt in 2002 bovendien een nieuwe sneldienst Den Haag Zuid-West - Delft geïntroduceerd, die eveneens de Ruys de Beerenbrouckstraat en de Batrixlaan zal bedienen. Per saldo blijft de effectieve frequentie van het openbaar vervoer op de Ruys de Beerenbrouckstraat op minimaal hetzelfde niveau als de huidige situatie.

Reacties van direct belanghebbenden

De verschillende varianten zijn besproken met, c.q. tot stand gekomen na overleg met medewerkers van de provincie Zuid-Holland, het Hoogheemraadschap van Delfland, gemeente Rijswijk, Calvé, DSM-Gist en Connexxion.

De provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap van Delfland hebben, op verschillende gronden, een duidelijke voorkeur voor variant 1a/b en 3.

Connexxion heeft een duidelijke voorkeur voor variant 1a/b maar kan met alle andere varianten ook instemmen indien de rijtijdwinst van ca. 4 minuten maar wordt gehaald.

Calvé en DSM-Gist zien het liefst dat de bereikbaarheid voor personenauto’s vanuit Rijswijk gehandhaafd blijft zoals in de huidige situatie en variant 3. Beide bedrijven hebben echter geen bezwaren tegen het aanleggen van een autostop of selectief toelatingssysteem volgens variant 1a/b en zien daarbij ook veel voordelen in een verkeersluwe Wateringseweg. Variant 2 is niet gewenst omdat dit minder parkeerruimte op de kade oplevert en omdat de wachtstrook voor de bezoekende vrachtauto’s van Calvé vervalt.

Op 12 oktober 1999 is in een besloten deel van de vergadering de mening gepeild van de leden van de commissie Duurzaamheid over het eventueel volledig afsluiten van de Wateringseweg voor doorgaand autoverkeer. Ook op bestuurlijk niveau heeft er overleg plaatsgevonden tussen de gemeente Delft en de gemeente Rijswijk over het eventueel volledig afsluiten van de Wateringseweg voor doorgaand autoverkeer.

De gemengde reacties uit de commissie Duurzaamheid over de noodzaak van de autostop en de afwijzende reactie van de gemeente Rijswijk op het voorstel geven aan dat er op dit moment onvoldoende draagvlak is voor variant 1a, het volledig afsluiten van de Wateringseweg voor doorgaand autoverkeer. Er worden veel problemen voorzien met de Rijswijkse bewoners van het Jaagpad e.o. die sterk zijn georiënteerd op de stad Delft. Deze bewoners maken nu veel gebruik van de Wateringseweg om per auto richting de Delftse binnenstad te rijden.

Op 12 januari 2000 is er een informatieavond gehouden voor alle bewoners en bedrijven gelegen aan de Wateringseweg en omgeving en rondom de kruising Lange Kleiweg en ’t Haantje. Hierbij zijn de plannen van de gemeente Delft betreffende de busroute toegelicht en zijn twee mogelijke oplossingen ter discussie aangedragen te weten variant 1b het aanbrengen van een selectief toegangssysteem en variant 3 de huidige situatie zoveel mogelijk handhaven en extra fietsvoorzieningen aanbrengen rondom de Wateringsebrug.

Aan het eind van de avond wordt vastgesteld dat:

1. er twijfel bestaat aan het nut van de voorgestelde openbaarvervoersverbinding;

2. dat er nog onderzocht moet worden of het busverkeer extra trillingen veroorzaakt aan de woningen langs de Nieuwe Plantage;

3. de aanwezige bewoners liever een route met selectieve afsluiting zien (variant 1b) dan een route zonder afsluiting (variant 3);

4. er gekeken moet worden naar het conflict tussen het scheepvaartverkeer en het busverkeer bij de Kolenhaven;

5. de verkeersintensiteit op ‘t Haantje na aanleg van de route nog een vraagpunt is;

6. ten tijde van de bouw er een voorziening moet komen voor langzaam verkeer.

De punten 2, 4 en 5 zijn nader onderzocht en de resultaten zijn in deze nota verwerkt.

Een onderbouwing van punt 1 en de resultaten van de onderzochte punten 2, 4 en 5 zijn ook verwerkt in een brief aan de aanwezigen op de informatieavond. Tevens is daarbij aangegeven hoe de verdere besluitvorming zal gaan plaatsvinden. (zie bijlagen verslag informatieavond en brief met resultaten van de onderzoeken)

Voor het aanbrengen van tijdelijke voorzieningen tijdens de bouw zijn extra kosten opgenomen in de ramingen.

Conclusie

De gemengde reacties uit de commissie Duurzaamheid over de noodzaak van de autostop en de afwijzende reactie van de gemeente Rijswijk op het voorstel geven aan dat er op dit moment onvoldoende draagvlak is voor variant 1a, het volledig afsluiten van de Wateringseweg voor doorgaand autoverkeer.

De prognose van de toekomstige verkeersintensiteit geeft geen aanleiding tot de aanleg van fietsstroken langs de gehele route volgens variant 2. De geraamde kosten van deze variant liggen ver boven het beschikbare budget.

Varianten 1b en 3 zijn beide haalbare oplossingen voor de busroute. De meeste balanghebbenden geven daarbij de voorkeur aan voor variant 1b. Bij deze variant is de geluids- en verkeersoverlast het minste en kan de bereikbaarheid voor de omwonenden worden gewaarborgd.

Het enige nadeel is dat de verkeersprognoses aangeven dat er op ’t Haantje een verhoogde verkeersintensiteit te verwachten is.

Afwegende de voor- en nadelen van de varianten en de reacties van de direct belanghebbenden en na toetsing van varianten aan het programma van eisen en wensen, wordt voorgesteld om variant 1b uit te werken tot een definitief ontwerp.

De geraamde kosten van variant 1b vallen binnen het voor dit project beschikbare budget bij stadsgewest Haaglanden (f 7.500.000,-- met een maximale afwijking van 10%: f 8.250.000,--).

Voorstel

  • Kiezen voor de uitwerking van variant 1b waarbij sluipverkeer wordt geweerd d.m.v. een selectief toegangssysteem nabij de Wateringsebrug.
  • Een subsidie aanvraag indienen bij het stadsgewest Haaglanden ter grootte van ƒ 8.250.000,- incl. BTW voor de uitwerking en realisatie van het project conform variant 1b, met als voorwaarde dat mocht onverhoopt de planrealisatie niet voor 31 december 2001 gereed zijn de volledige subsidieverstrekking gewaarborgd blijft.
  • Voor de huidige Kolenhavenbrug een hergebruikslocatie proberen te vinden binnen de gemeente of via de bruggenbank. Indien er geen geschikte locatie of afnemer wordt gevonden binnen de duur van het project, de brug alsnog laten slopen op kosten van het project (de sloopkosten zijn opgenomen in de raming).
  • Op 4 april advies van de commissie Duurzaamheid in te winnen en de resultaten van de informatieavond daarbij te betrekken.
  • De raad voorstellen een volledig rendabel krediet beschikbaar te stellen van ƒ 8.100.000,-- (aanvullend op het voorbereidingskrediet ad ƒ 150.000,-- dat in 1998 ter beschikking is gesteld) dat benut mag worden na ontvangst van de subsidiebeschikking.
  • In te stemmen met de inhoud en verzending van de brief aan de aanwezigen op de informatieavond over de busroute via de Wateringseweg. In de brief worden de resultaten van de toegezegde nadere onderzoeken weergegeven.

 

J.W.H.M. van der Aa

Planvoorbereiding van het Ingenieursbureau

 

Paraaf Hoofd d.d.

Bijlagen: Oude Kolenhavenbrug

Tek. VO 1100 70 06

Tek. VO 1100 70 07

Tek. VO 1100 70 08

Verslag informatieavond

Brief resultaten onderzoeken (concept)

terug naar boven