Geacht college,
Vanaf 1999 wordt het subsidiebudget voor restauraties van monumenten (hoofdstuk 3 van de Subsidieverordening Stadsvernieuwing) gerichter ingezet. Dat was nodig omdat jarenlang vroegtijdig een subsidiestop moest worden afgekondigd. In 1998 zijn een aantal maatregelen getroffen om dat probleem op te lossen. Rijksmonumenten komen vanaf 1999 niet meer voor subsidiëring in aanmerking, evenals bedrijven en de gemeente zelf.
Eigenaren van rijksmonumenten kunnen, zo was het argument, gebruik maken van de BRRM (Besluit Rijkssubsidiëring Restauratie Monumenten).
Daarnaast is het subsidiepercentage voor restauratie van gemeentelijke monumenten verlaagd van 50 naar 40%.
De getroffen maatregelen waren effectief. Voor het eerst sinds jaren was het budget in 1999 voldoende. Sterker nog, op verplichtingenbasis was er sprake van een kleine onderschrijding van het budget. Echter, een kleine categorie eigenaren van rijksmonumenten dreigt tussen wal en schip te raken. Namelijk die van eigenaar/bewoners, stichtingen en verenigingen. Zij hebben meestal kleinschalige restauratieplannen (< ¦ 50.000,-) en weinig financieringsfaciliteiten. Al jaren is de meerjarenplanning voor de BRRM, geheel met reserveringen belegd. Subsidie is de eerste vier jaar niet beschikbaar en voor een gunstige voorfinanciering komt men alleen in aanmerking, als men op de meerjarenplanning voorkomt.
Het snel uitvoeren van kleinere restauraties - die nu noodzakelijk en gewenst zijn, voorkomt grotere in de toekomst. Daarom is het zinvol de subsidieregeling zo te verruimen, dat deze categorie eigenaren van rijksmonumenten daar voortaan wèl gebruik van kan maken. Bedrijven en gemeente blijven van subsidiëring uitgesloten.
Verruiming van de subsidieregeling kan binnen het jaarlijks beschikbare budget van ¦ 1 miljoen. De cijfers over de eerste vijf maanden maanden van 1999 en 2000 rechtvaardigen die opvatting. Omdat in 1998 al vroeg in het jaar een subsidiestop gold, werden er begin 1999 (er was weer nieuw budget beschikbaar, maar niet voor rijksmonumenten) veel subsidieaanvragen ingediend. Werd er in de eerste 5 maanden van 1999 voor ƒ 650.000,-- aan verplichtingen aangegaan, in het eerste halfjaar van 2000 is dat de helft daarvan, ongeveer ƒ 325.000,--. Bovendien is in 1999 het budget met 10% onderschreden. De voorgestelde categorie eigenaren van rijksmonumenten kunnen 30% van maximaal ¦ 50.000,-- subsidie krijgen. Een geringe aanpassing van de subsidieregeling met positieve gevolgen. Aanpassing op korte termijn vermindert niet alleen de druk op de rijkssubsidieregeling BRRM. Maar ook op de projectmatige stimuleringsregeling verbetering panden, kortweg ‘gevelaanpak’ genoemd.
Bij de projectmatige gevelaanpak kunnen nu alle monumenten die een opknapbeurt nodig hebben, rijks- of gemeentelijk monument, van de subsidieregeling voor monumenten gebruik maken. Hierdoor kan de projectmatige ‘gevelaanpak’ dienen voor overige panden.
Het voorstel aan de gemeenteraad, het concept-besluit tot wijziging van de verordening en de huidige verordening, treft u hierbij aan.
Tineke Kronshorst,
vakteam Bouwtoezicht en Monumenten.
Paraaf hoofd vakteam BTM: TK d.d. 26-05-2000
Paraaf hoofd sector BTO RvO d.d. 26-05-2000
Bijlagen: voorstel
concept-besluit tot wijziging van de verordening
