30 augustus 2001

Nota  Bereikbaarheidsoffensief Randstad

 


naar agenda

 

 

 

In de afgelopen weken is in de pers uitvoerig bericht omtrent het Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR) en de invoering van rekening rijden (RR) in dat kader. Deze nota is bedoeld om een overzicht te geven van de stappen in het proces tot op heden, de voor Delft relevante onderdelen en de besluitvorming in de komende maanden.

Proces tot op heden.

Medio jaren ’90 is RR in beeld gekomen als maatregel voor het verbeteren van de bereikbaarheid van de grote steden. Onder leiding van het rijk zijn in regionaal verband studies gestart naar de uitwerking, voorwaarden en vraagpunten ten aanzien van RR. In dat kader is in maart 1998 de nota "Rekening rijden, standpuntbepaling Delft" ter kennisname aan de leden van de Raadscommissie Wonen voorgelegd. Deze nota pleitte voor een positieve opstelling, met name vanwege de bijdrage aan de doelstellingen van het verkeers- en vervoerbeleid en de grotere haalbaarheid van maatregelen zoals verbetering van het openbaar vervoer.

De verkenningsfase is begin 1999 afgerond met het voorstel om voor Haaglanden uit te gaan van uitwerking van de groot-cordon variant (heffingspunten aan randen stadsgewest) en een aantal voorwaarden aan de invoering van RR (o.a. geen extra belasting onderliggend wegennet en opbrengsten naar de regio). Door de raadscommissie Duurzaamheid (m.u.v. de VVD) is in februari 1999 ingestemd met de uitwerking van het grote kordon en de te hanteren voorwaarden. Daarbij is nadrukkelijk aangegeven dat een integrale afweging omtrent het rekening rijden in een later stadium, op basis van concrete (rijks-)voorstellen, zou plaatsvinden.

Medio 1999 heeft de behandeling plaatsgevonden van het wetsvoorstel invoering RR. Door de val van het kabinet is een en ander nooit afgerond. De invoering van RR als maatregel om de bereikbaarheid te bevorderen is echter opgenomen in het regeerakkoord voor het huidige kabinet.

Ondertussen is door het Ministerie wel verder gegaan met de uitwerking van planfase. Dit heeft voor Haaglanden geleid tot een voortgangsrapportage met daarin: uitgangspunten, de uitwerking per corridor, de effectiviteit en de alternatieven voor weggebruikers in de spits. Voor Delft zijn de meest relevante conclusies dat op de A13 een tolpoort ten zuiden van Delft

zou moeten komen en dat op de wegen door Midden Delfland aanvullende maatregelen nodig zijn om sluipverkeer tegen te gaan.

Begin dit jaar is door de Minister aangestuurd op een meer integrale benadering van de bereikbaarheidsproblematiek door RR onderdeel te laten zijn van een totaalpakket aan maatregelen. Daartoe heeft de minister begin dit jaar contact gezocht met de vier grote gemeenten omtrent RR en de daaraan te verbinden voorwaarden. Dit heeft weer geleid tot een intentieverklaring in februari jl. tussen Stadsgewest Haaglanden, provincie Zuid-Holland, gemeente Den Haag en het Ministerie. Deze verklaring omvat werkafspraken met een wederzijdse verplichting tot uitwerking (nog geen instemming met de invoering van RR). In februari is de raadscommissie Duurzaamheid daarover geïnformeerd.

Als onderdeel van die afspraken is door het kabinet op 19 mei jl. het Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR) gepresenteerd. Daarin is RR (inmiddels "spitstarieven" genoemd) onderdeel van een pakket dat aan de 4 stadsregio’s en provincies is voorgelegd.

Delft en het BOR

De voor Delft meest relevante punten uit het BOR zijn:

Een gefaseerde invoering van spitstarieven voor een proefperiode van twee jaar per 2002 met 3 zoeklocaties in Haaglanden (A12, A4-noord en A13).

Bekostiging door het Rijk van de invoering van de spitstarieven en de benodigde aanvullende maatregelen op het onderliggend wegennet;

Het bepalen door de wegbeheerder op het onderliggend wegennet van de aard en locatie van de benodigde aanvullende maatregelen (verkeersmaatregel of extra tolpoort) waarbij in geval van een tolpoort de wegbeheerder de inkomsten ontvangt maar ook bepaalt ook wie wel/niet betaalt (zinvol om dit in regionaal verband te doen);

De realisatie uit private middelen van de doortrekking van de A4 door Midden Delfland als tolweg;

Een extra bijdrage van 280 mln in de kosten voor de Spoortunnel Delft;

Een bijdrage van 190 mln voor realisatie van Agglonet in Haaglanden;

Een verdubbeling van het Rijk van de middelen in een regionaal Mobiliteitsfonds tot een maximum van 250 mln per regio;

Het regionaal Mobiliteitsfonds is bedoeld voor financiering van projecten gericht op het verbeteren van alternatieven voor de spits-autogebruiker;

De storting van de inkomsten uit het spitstarief in het regionale mobiliteitsfonds.

Het Bereikbaarheidspakket

Door Haaglanden is in de afgelopen maanden met name gewerkt aan het pakket maatregelen dat in het bereikbaarheidspakket zou moeten worden ondergebracht met een financiering vanuit het regionale mobiliteitsfonds.

Belangrijke vraagstukken daarbij zijn:

de aanwending van de 190 mln voor Agglonet in Haaglanden;

eventuele voorfinanciering van MIT-projecten;

nieuwe BOR-projecten;

de eigen bijdrage per project;

de spoortunnel Delft.

Ad 1. Door Delft is ingezet op de financiering van een deel van Agglolijn 19 tussen Delft NS en TU-midden uit deze Agglonet-gelden (lijn 19 tussen Leidschendam en Delft NS al in MIT-cyclus).

Ad 2. Door Delft is gesteld dat zo veel mogelijk moet worden vastgehouden aan financiering uit het MIT. Voorfinanciering uit het BOR is nodig waar dit de realisatietermijn verkort. Een eventueel risico dient te worden gedragen door het ‘oude’ regionale mobiliteitsfonds

Ad 3. Als nieuwe projecten (waarvoor tot heden nog geen zicht is op MIT-financiering) zijn door Delft aangegeven:

de verlenging van Agglo-lijn 19 van TU-midden naar TU-zuid;

een tunnel onder de A13 tussen Emerald en de TU-wijk voor openbaar vervoer en fiets;

regionale fietsverbindingen, waaronder een tunnel onder het spoor tussen Schie-oevers en Tanthof.

 

Ad 4. Voor wat betreft de eigen bijdrage wordt door Delft verwezen naar het reeds bestaande regionale mobiliteitsfonds en de daarin aangegeven reserveringen voor Agglolijn 37 en de regionale fietsvoorzieningen. Met name voor de fietsvoorzieningen kan ook een deel van de EZH-gelden (verbeteren fietsroutes: 7 mln) als eigen bijdrage worden ingezet.

Ad 5. Voor de spoortunnel Delft is reeds dekking door de opname in het MIT (360 mln). Daarnaast komt nu de bijdrage als groot project in het BOR (280 mln). Een en ander blijft nog onvoldoende voor de totale kosten. De gemeentelijke bijdrage van 100 mln dient naar de opvatting van Delft te worden bestempeld als eigen bijdrage om daarmee ook uit het bereikbaarheidsfonds een evenzo grote extra bijdrage te genereren.

De Tolpoorten

In het BOR wordt door Haaglanden ruwweg uitgegaan van de uitwerking van rekening rijden zoals in de rapportage van de planfase is opgenomen.

Naast de 3 tolpoorten op het rijkswegennet betekent dit extra tolpoorten op een aantal doorgaande regionale routes (de zgn. extra tolpoorten).

Op de A13 ten zuiden van Delft zal de tolpoort in twee richtingen werken, voor de Rotterdamse regio en Haaglanden. In Midden Delfland (Abtswoude, Schieweg, Rotterdamseweg en Rijksstraatweg) wordt uitgegaan van verkeersmaatregelen, zoals afsluitingen, doseren of snelheidsremmers. Voor de Rotterdamseweg wordt een tolpoort niet uitgesloten en is deze wel opgenomen als locatie. Op basis van de ervaringen (immers proef) kan deze later alsnog geplaatst worden.

 

Besluitvorming/procedure

De grote haast met dit geheel is ingegeven door de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat dit najaar. De Minister wil daarom op 1 oktober van de regio’s weten of en, zo ja, hoe men het pakket accepteert. Haaglanden werkt momenteel aan een totaalvoorstel voor het Bereikbaarheidspakket. Daartoe is nog voor de zomer een inventarisatie uitgevoerd bij alle gemeenten. Tot op heden is niet bekend of en hoe andere gemeenten reageren, zowel op de gewenste projecten als op de mogelijkheid om een eigen bijdrage te leveren per project.

De procedure is als volgt:

24-8 ACC Haaglanden (ambtelijk)

28-8 PoHo Haaglanden(portefeuillehouders)

30-8 DB Haaglanden

8-9 BOR-dag (informeren van m.n. Raadsleden door Rijkswaterstaat (HID))

13-9 Commissie Verkeer en Vervoer Haaglanden

27-9 AB Haaglanden

Teneinde op 13-9 een gedragen standpunt in de Haaglandencommissie te kunnen vertolken zal op 7 september een extra raadscommissie Duurzaamheid worden gehouden.

Na de behandeling door het AB zal het voorstel naar de gemeenten gaan om in november een definitief AB-besluit te nemen. In de tussentijd moet meer duidelijkheid ontstaan over:

de samenstelling van het bereikbaarheidspakket;

de haalbaarheid van de eigen bijdragen per project

de voorwaarden die door partijen zijn gesteld;

nog resterende vraag-discussiepunten, zoals: extra exploitatiekosten van het openbaar vervoer (niet uit regionaal mobiliteitsfonds) en criteria voor het beoordelen van de proef met spitstarieven;

Nu wordt u als commissie Duurzaamheid geïnformeerd over de voortgang van het proces. Op 7 september aanstaande is er een extra commissie Duurzaamheid van 19.30 tot 20.30 over dit onderwerp. Tijdens de vergadering van uw commissie in oktober zal u een voorstel ter besluitvorming worden voorgelegd. Zo nodig wordt u in september nader geïnformeerd dan wel gevraagd u op onderdelen uit te spreken ten behoeve van bijsturing in het proces.

terug naar boven