Inleiding
Transport over water: de juiste weg. Vervoer over water is een duurzame wijze van transport. Gestimuleerd door rijks- en provinciaal beleid neemt de beroepsvaart op de Nederlandse vaarwegen en dus ook op het Rijn-Schiekanaal door Delft gestaag toe. Ook het recreatieve gebruik van het water neemt toe (vnl. motorvaart). Op de Schie oefenen van oudsher echter ook de drie Delftse roeiverenigingen. Dat leidt in toenemende mate tot problemen: gemotoriseerde vaart en roeiers zitten in elkaars vaarwater, met (bijna) botsingen als gevolg.
Vanuit de roeiwereld wordt de aanleg van een aparte roeibaan
als oplossing voor dit probleem voorgestaan. Bij voorkeur een rechte baan
(zoals de Amsterdamse Bosbaan), zonder last van tegemoetkomende
binnenvaartschepen.
Ruimtelijke aspecten
In vroegere plannen voor de Delftse Hout was een roeibaan (à la Bosbaan in Amsterdam) opgenomen. Dit plan is inmiddels niet meer van toepassing. Een “echte” roeibaan moet in verband met de hier heersende windrichting min of meer oost-west worden aangelegd. De vereiste lengte is 2 km plus in- en uitroeiruimte. In de Delftse Hout is dit niet meer mogelijk, tenzij plannen van Delft én Pijnacker rigoureus worden aangepast. (Dit kan als zeer onwaarschijnlijk worden bestempeld). Aan de zuidzijde van Delft is in de plannen voor Midden Delfland ook geen rekening gehouden met een roeibaan. Daar is trouwens geen “officiële” baan in oost-west richting mogelijk door spoor, Schie en A4, tenzij gewerkt wordt met (dure) kunstwerken. Een roeibaan is in technische zin derhalve ruimtelijk moeilijk te realiseren en vergt ingrijpende en dus langdurige procedures. Voor het Midden-Delfland gebied is Delft overigens niet de instantie die het voortouw heeft bij dergelijke procedures.
Scheepvaartbewegingen
De scheepvaart op de Schie is allereerst de verantwoordelijkheid van de provincie. De gemeente kan (en mag) daar geen regels stellen.
De Provincie is ook de instantie die gegevens bijhoudt over de scheepvaartbewegingen.
Volgens die gegevens passeerden in 1998 bij de Kandelaarsbrug circa 12.000 beroepsvaartuigen en circa 2.500 recreatievaartuigen (circa 14.500 in totaal, in 2 richtingen). In 1999 waren dit in totaal ruim 16.500 schepen. De maandgegevens van de Provincie voor 1999 voor Kandelaarsbrug, Hambrug en Reineveldbrug zijn in de bijlagen opgenomen. Daarbij kunnen de volgende kanttekeningen geplaatst worden:
- Het deel van de Schie ten zuiden van Delft wordt drukker bevaren dan het deel ten noorden van Delft. En het aandeel beroepsvaart is in het zuidelijk deel groter dan in het noordelijk deel.
- De recreatievaart is sterk seizoengebonden (april - oktober). De beroepsvaart "piekt" juist buiten dit seizoen (m.n. in het najaar).
- Als wordt aangenomen dat de beroepsvaart 5 dagen in de week gedurende 8 uur vaart komen 10.000 vrachtschepen per jaar overeen met gemiddeld circa vijf schepen per uur (totaal in beide richtingen).
Uit informatie van de Provincie blijkt echter dat de beroepsvaart op de Schie zich concentreert op bepaalde tijden. Er zijn piekuren en daluren. De “ochtendspits” valt tussen 07.30 uur en 12.00 uur en duurt een uur of twee. De “middagspits”, die ook een uur of twee duurt, valt tussen 15.00 en 18.00 uur. Tussen 12.00 en 13.00 uur is het meestal rustig. In de zomerperiode wordt deze periode veel gebruikt door recreatiejachten. Na 18.00 uur wordt er door de beroepsvaart beperkt gevaren.
Uit de gegevens van de Provincie blijkt overigens ook dat de bruggen gemiddeld 500 uur per maand bediend worden, hetgeen duidt op lange perioden per dag en in het weekend dat er gevaren kán worden. Maar in het weekend en met name op zondag zal er geen of weinig beroepsvaart zijn. Dan is er echter weer meer recreatievaart. Omdat dit veelal (veel) kleinere en wendbare boten zijn levert de recreatievaart minder "conflicten" met het roeibelang op.
Uit de globale gegevens van de twee studentenroeiverenigingen in Delft blijkt dat het roeien zich concentreert in perioden voor, tussen en na de colleges. Er wordt zelden of nooit in het weekend geroeid. De Delftse Sport roeit wel in het weekend.
Verder is het roeien seizoengebonden. Piektijden zijn september (als er veel nieuwe leden bij de clubs komen) en oktober, alsmede de periode maart - juni.
In de roeiseizoenmaanden zorgen de clubs met gezamenlijk bijna 800 roeiende leden voor ruwweg 2500 - 4000 vaarbewegingen per maand op de Schie, waarvan globaal 45 % op het noordelijk deel van de Schie en 55 % op het zuidelijk deel.
Oplossingsrichting
Planologisch en technisch is de aanleg van een roeibaan in dit deel van de randstad zo niet onhaalbaar, dan toch verre toekomstmuziek. Bovendien heeft de gemeente niet het voortouw bij zo'n project. Het probleem van de “conflicten” tussen roeiers en beroepsvaart speelt echter nu reeds.
Hoewel de kwantitatieve onderbouwing verder uitgewerkt kan worden is de oplossingsrichting voor het probleem van de conflicterende belangen van roeiers en beroepsvaart eerder gelegen in een betere afstemming van de roeitijden van de roeiers op de piek- en daluren van de gemotoriseerde scheepvaart.
Die oplossingsrichting zal door de roeiverenigingen zelf uitgewerkt moeten worden; de gemeente heeft daarin geen verantwoordelijkheid. Het benadrukken van deze oplossingsrichting wordt wel ingegeven door het feit dat de Gemeente beleidsmatig koerst op ondersteuning van “breedtesport” en niet op “topsport”. Voor de breedtesport "roeien" lijken de middagpauze, avonduren en weekends voldoende ontplooiingsmogelijkheden te bieden. Voorts speelt een rol dat het totaal aantal roeiers (circa 800) weliswaar relatief groot is, maar niet zó groot, dat dit miljoeneninvesteringen van de stad rechtvaardigt.
Tenslotte zij opgemerkt dat in het zuidelijk deel van de Schie (ten zuiden van de Kruithuisweg) een versmalling in de vaarweg aanwezig is, die hinder oplevert voor de (intensiever wordende) scheepvaart. De Provincie is voornemens de Schie aldaar te verbreden en de gemeente heeft (procedurele) medewerking al toegezegd. Die verbreding kan ook het aanvaringsrisico voor de roeiers verkleinen.
Delft, 20-09-2000
C. Kruijff.
Bijlage
Roeiverenigingen in Delft
Samenvatting van gegevens die door de verenigingen beschikbaar zijn gesteld.
De Delftse Sport:
380 leden, waarvan 250 roeiers. Globaal beeld: normaal zo’n 12 schepen, maximaal 20 schepen in de vaart. Zaterdag en zondag wordt er geroeid tot ongeveer 18.00 uur (‘s zomers tot het donker wordt). Maandag en donderdagochtend wordt er geroeid, alsmede dinsdag- en donderdagavond van 17.30 - 19.00 uur (‘s zomers tot het donker wordt).
Veelal wordt in noordelijke richting gevaren (?).
LAGA
Ruim 200 leden, waarvan 135 roeiers, verdeeld over wedstrijdroeiers,
clubroeiers en ringvaartroeiers. In september treden circa 80 nieuwe studenten
toe die voor een deel afvallen en verder in oktober verdeeld worden over
wedstrijd- of clubroeiers.
Trainingstijden worden bepaald door collegerooster en
daglicht. Dus ‘s winters overdag en zo gauw het mogelijk is buiten de
college-uren (‘s ochtends om zeven uur of ‘s avonds vanaf halfzes). Laga roeit
zowel in noordelijke richting als in zuidelijke richting op de Schie. In juli
en augustus wordt er sporadisch gevaren. In de wintermaanden neemt het aantal
trainingen af. Pieken zijn er in september en oktober, alsmede in de periode
maart - juni. Laga is in het seizoen goed voor 500 - 700 vaarbewegingen per maand
(één training is twee vaarbewegingen).
Er wordt niet of nauwelijks in het weekend geroeid (?).
Proteus-Eretes
Circa 500 leden, waarvan circa 400 roeiers, verdeeld over competitieroeiers, clubroeiers en wedstrijdroeiers.
De competitieroeiers varen voor 80 % in zuidelijke richting. Trainingen vinden plaats na of tussen colleges (tussen de middag of na half zes). Uiteraard seizoensafhankelijk en zelden in het weekend.
De clubsectie is kleiner dan de competitiesectie en traint verspreid over de hele dag.
De wedstrijdroeiers is ook kleiner dan de competitiesectie, maar traint frekwenter. Het aandeel in het aantal vaarbewegingen is daardoor net zo groot als de competitiesectie.
Proteus-Eretes zorgt voor zo'n 1400 - 2000 vaarbewegingen per maand in het (hoog)seizoen.
|
|
Aantal vaarbewegingen |
|||||
Club |
Aantal roeiers |
Totaal gem. |
waarvan |
Totaal max. |
Waarvan |
||
|
|
|
noord |
zuid |
|
noord |
zuid |
Laga |
135 |
500 |
250 |
250 |
700 |
350 |
350 |
DDS |
250 |
850 |
700 |
150 |
1250 |
1000 |
250 |
Proteus |
400 |
1400 |
280 |
1120 |
2000 |
400 |
1600 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal |
|
2750 |
1230 |
1520 |
4000 |
1800 |
2200 |
|
|
|
|
|
|
|
|
NB. Dit is een speculatieve tabel, gebaseerd op een beperkt aantal gegevens, aannames en interpolatie. De tabel heeft slechts indicatieve waarde. |