Bijlage III Notitie Duurzame Energievoorziening Zuidpoort Veld 5/7

 

dd 22 september 2000

Voorgeschiedenis

Voor het project Zuidpoort gelden voor diverse onderwerpen hoge ambitieniveau’s. Voor de verwezenlijking van deze ambities werken MAB en de gemeente Delft nauw samen. Ook op het gebied van milieu en duurzaam bouwen zijn de ambities hoog. Dit is mede gebaseerd op het milieu- en energiebeleid van de gemeente Delft. In dit milieubeleid streeft de gemeente onder andere naar een marktaandeel van 15% voor duurzame energie in 2020.

 

In de initiatieffase van Zuidpoort is met de projectontwikkelaar afgesproken om te streven naar een ECP waarde die 30% lager is dan de wettelijke norm. De verlaging diende gelijkmatig tot stand te komen vanuit zowel gebouwgebonden maatregelen als een hoogwaardige energievoorziening. De haalbaarheid van deze doelstelling is begin 1999 onderzocht door Ecofys. Uit deze studie is gebleken dat de doelstelling het best kan worden bereikt door gebouwgebonden maatregelen in combinatie met een duurzaam energiesysteem. Hierop zijn in nauw overleg door MAB en de gemeente Delft de best passende en haalbare maatregelen voor Zuidpoort bepaald. Deze zijn als onderdeel van de overeenkomst Zuidpoort tussen MAB en de gemeente Delft vastgelegd (zie bijlage 1).Voor het energiesysteem is in de overeenkomst Zuidpoort afgesproken dat de gemeente en MAB in samenwerking met het energiebedrijf de mogelijkheden voor een duurzame energievoorziening verder zouden onderzoeken en indien mogelijk toe te passen. Dit onderzoek is tijdens de VO-fase van het project gestart.

 

Ook Energie Delfland heeft zich de afgelopen jaren sterk geprofileerd met de realisatie van duurzame energie-concepten. Het bedrijf wil de voorsprong die hiermee is opgedaan verder uitbouwen en heeft daarom belang bij een innovatieve duurzame energieoplossing voor Zuidpoort. Voordelen worden met name behaald bij de uitbouw van kennis en bij potentiële positieve publiciteit.

 

Hierop volgend hoofdstuk “voorstudietraject” beschrijft de studieresultaten tot nu toe. Op basis van deze studieresultaten zijn drie keuzevarianten tot stand gekomen die in het daaropvolgende hoofdstuk worden behandeld. Tot slot is een samenvatting in tabelvorm toegevoegd die dient als leidraad bij de besluitvorming in het bestuurlijk overleg.

Voorstudietraject

Ecofys heeft in haar studie naast gebouwgebonden maatregelen een aantal energievoorzieningsmogelijkheden neergelegd. Een daarvan was ondergrondse warmte- en koude-opslag gecombineerd met warmtepompen. Uit een studie van Haskoning bleek ook dat energieopslag in de bodem gecombineerd met warmtepompen de meest duurzame en innovatieve energieoplossing biedt. In de zomersituatie wordt overtollige warmte vanuit de utiliteit[1] geïnjecteerd in de bodem. In de winter wordt warmte uit de bodem onttrokken. Deze warmte wordt middels een warmtepomp opgewaardeerd ten behoeve van ruimteverwarming en warm tapwater. De toe te passen energie-opslag biedt in capaciteit mogelijkheden om later omliggende gebouwen, zoals bv het theater, te voorzien van energie. Hierbij liggen met name mogelijkheden in aanbieden van koeling.

Het is van belang dat de energieopslag in de bodem als het toepassen van warmtepompen kunnen worden bestempeld als innovatief en vooruitstrevend. Er kan worden gesteld dat toepassing van een dergelijk energiesysteem bijdraagt aan de uitstraling en prestige van het gehele Zuidpoortproject. Het toepassen van collectieve danwel individuele warmtepompen gecombineerd met energie-opslag in een complex met zowel woningen, winkels, een bioscoop en horeca is uniek voor Nederland. Alle partijen kunnen zich hiermee profileren.

 

In een quickscan heeft ingenieursbureau DWA een vijftal varianten voor energieopslag in combinatie met warmtepompen vergeleken. Hieruit bleken twee varianten eventueel haalbaar. Deze varianten waren de maximaal duurzaam variant en de optimaal duurzaam variant. Deze worden later in dit document nader toegelicht en vergeleken op financiële consequenties, innovativiteit en risico’s. Als uitgangspunt voor het berekenen van de ‘onrendabel top’ is uitgegaan van het principe dat voor de gebruiker de kosten niet-meer-dan-anders zijn. Dit niet-meer-dan-anders principe zal ook bij veranderende gas- en electriciteitstarieven blijven gelden.

 

Bij het bestuurlijk overleg tussen de gemeente Delft en Energie Delfland op 7 juli 2000 werd de voorkeur uitgesproken voor de maximaal duurzaam variant. Deze variant is het meest innovatief, levert de hoogste EPC verlaging en leidt tot de grootste energiebesparing. Tevens werd besloten de optimaal duurzaam variant als terugvaloptie achter de hand te houden. Daarnaast hebben zowel de gemeente Delft als Energie Delfland aangegeven elk een deel van de onrendabele top voor hun rekening willen nemen. De in dit stadium aanwezige ideeën over het afschakelen van elektriciteit bleken achteraf geen reëel optie en worden verder dan ook niet in deze notitie meegenomen.

 

Het ingenieursbureau DWA heeft onder begeleiding van zowel Energie Delfland, de gemeente, MAB en Novem de maximaal duurzaam variant verder uitgewerkt. De aannames voor de studie over de warmte- en koudevraag zijn volledig onder de verantwoordelijkheid van de toekomstige exploitant Energie Delfland.

Uit de studie komt naar voren dat de maximaal duurzaam variant leidt tot een aanzienlijke energiebesparing (rond 45%). In de loop van de studie bleken een aantal standpunten over toerekening tussen Energie Delfland en MAB dermate ver uit elkaar te liggen dat de maximaal duurzaam variant financieel gezien een stuk minder haalbaar leek. Daarnaast kwam naar voren dat de optimaal duurzaam variant duurzamer is dan in eerste instantie aangenomen. Hierdoor nam het verschil in duurzaamheid tussen de maximale en optimale variant af. Op basis van deze twee gegevens is besloten om ook de optimaal duurzaam variant verder uit te werken. Daarnaast is een optimaal duurzaam comfort variant bedacht die qua innovativiteit de maximaal duurzaam variant weinig ontloopt. De innovativiteit is hierbij niet alleen technisch, maar sluit meer aan bij de marktbenadering voor woningen.

 

In eerste instantie is bij alle varianten rekening gehouden met een bijdrage van MAB in verband met vermeden ruimtebeslag in de winkels. MAB heeft hier een andere (commerciële) zienswijze in.

Toelichting keuzevarianten

Referentiesituatie

Als uitgangspunt voor de studie is als referentie genomen dat de woningen warm tapwater en ruimteverwarming krijgen met behulp van individuele HR-combiketels (in eigen bezit). De winkels hebben ook eigen verwarming middels HR-ketels en een deel van hen (aanname 40%) heeft koelmachines. De referentiesituatie dient slechts als referentie in de berekeningen en wordt niet beschouwd als terugvaloptie.

 

Maximaal duurzaam

Bij de maximaal duurzaam variant worden de winkels verwarmd middels een centrale warmtepomp en de woningen middels individuele combiwarmtepompen. In deze variant hebben de woningen een aansluiting op een koudenet en de utiliteit op het koudenet en het warmtenet. Door de aansluiting van het koudenet op de woningen is het mogelijk naast warmte ook koeling aan te bieden. Om optimaal gebruik te maken van de warmtepomp wordt een verlaagd afgiftesysteem toegepast.

 

Zoals de naam al aangeeft levert de maximaal duurzaam variant de hoogste CO2 reductie (45% energiebesparing) en EPC verlaging op. In publiciteit rond Zuidpoort en de energievoorziening is de toepassing van individuele combiwarmtepompen een bijzonder onderwerp waarmee landelijk bekendheid kan worden gerealiseerd.

 

De combiwarmtepompen hebben een groter ruimtebeslag dan een HR-combiketel. In de quickscan is dan ook rekening gehouden met een vergoeding aan MAB ten gevolge van extra ruimtebeslag in de woningen. Het nuttig woonoppervlak en daarmee de prijs van de woningen neemt immers af. Tegenover de vergoeding voor het ruimtebeslag in de woningen staat echter een bijdrage van MAB vanwege vermeden ruimtegebruik in de utiliteit. Door de centrale warmtelevering aan de utiliteit wordt immers ruimte bespaard ten gevolge van het weglaten van de (HR)-ketel en eventuele koelmachines. MAB kent echter geen commerciële waarde aan deze ruimtebesparing toe. Hierdoor ontstaat een negatieve cashflow van circa ƒ230.000 richting MAB in verband met eerder genoemde kosten voor het extra ruimtebeslag in de woningen. MAB is van mening dat in dit geval namelijk gebruik wordt van commercieel niet bruikbare m3’s.

 

Tevens is in de quickscan rekening gehouden met een aansluitbijdrage bij de woningen voor koude van ƒ4200. MAB heeft echter aangegeven dat koeling in de woningen geen extra marktwaarde heeft en is om deze reden niet bereid deze aansluitbijdrage af te dragen.

 

Daarnaast heeft MAB twijfels bij het vastrecht dat Energie Delfland voor koude in rekening wil brengen. Dit vastrecht is gebaseerd op het niet-meer-dan-anders principe. MAB is van mening dat dit principe moet worden gebaseerd op de meest goedkope vorm van koeling, terwijl in studie rekening is gehouden met een systeem van gelijkwaardig koelingscomfortniveau. In feite is dit een discussie tussen de toekomstige bewoner en het energiebedrijf. Het geeft echter wel aan welke discussies met bewoners mogelijk te verwachten zijn en welk risico Energie Delfland dus loopt. Het is de vraag of een gedwongen koudeaansluiting wenselijk is. Het potentiële risico hiervan voor Energie Delfland bedraagt circa ƒ250.000.

 

Tot slot geeft MAB aan dat de individuele combiwarmtepompen kunnen leiden tot meer geluidsoverlast dan gewenst is door de bewoners. Om te voldoen aan de regelgeving (Bouwbesluit) worden de opstelruimtes geïsoleerd, hetgeen kosten met zich meebrengt.

Daarnaast vreest MAB, dat het slechte inzicht wat gebruikers zullen hebben op het werkelijke verbruik (omrekening van het elektriciteitsverbruik naar verbruikte warmte en water in plaats van energiemeters) zal leiden tot discussies over de energienota’s. Voor de onnauwkeurigheid in de omrekening biedt Energie Delfland de bewoners een korting van 10%. De vraag is of deze korting voldoende is.

 

Door bovenstaande onenigheden wordt de onrendabele top bij de maximaal duurzaam variant hoog ten opzichte van de overige varianten. Hiermee steunt de variant sterk op de financiële bereidwilligheid van de betrokken partijen. Het herhalingspotentieel in andere projecten is hiermee laag.

 

Optimaal duurzaam

De optimaal duurzaam variant levert een bijna even hoge CO2 reductie (43% energiebesparing) en EPC verlaging op, bij een relatief lage onrendabele top. In deze variant worden zowel de woningen als de winkels aangesloten op een warmtedistributienet. Dit warmtedistributienet wordt gevoed door een centrale warmtepomp. Daarnaast worden de winkels aangesloten op een koudenet. Deze variant is technisch eenvoudiger en leidt daardoor tot lagere investeringskosten.

 

Deze vorm van warmtelevering is vaker toegepast en daarmee minder innovatief dan de maximaal duurzaam variant. De verlaging van de CO2 emissie en verlaging van de EPC-waarden is echter ook aanzienlijk. Reden hiervoor is dat de warmtepomp en het warmtedistributienet zich binnen één gebouw bevinden. Hierdoor is het warmteverlies bij distributie in dit specifieke geval relatief laag. Individuele warmtepompen (de maximaal duurzaam variant) leveren dan ook vanuit energetisch oogpunt niet de meerwaarde op die zij bij niet-gestapelde en niet-geschakelde bouw zouden opleveren. Er wordt namelijk geen gebruik gemaakt van de voordelen van de compactheid en de aanwezigheid van verschillende functies in het complex.

 

Om de optimaal duurzaam variant innovatiever te maken is een derde variant bedacht, de optimaal duurzaam comfort variant.

 

Optimaal duurzaam comfort

De optimaal duurzaam comfort variant is een variant die in de quickscan niet voorkwam. In deze variant wordt doorgeborduurd op de optimaal duurzaam variant. Het verschil is dat bij de optimaal duurzaam comfort variant, bewoners de mogelijkheid krijgen een comfortpakket aan te schaffen. Dit comfortpakket voorziet in een luxe warmte- en koudeafgiftesysteem middels vloerverwarming. Dit is eenvoudig te realiseren door het koudedistributienet door te trekken tot in de woningen. De initiële meerinvestering hiervoor bedraagt ongeveer ƒ100.000. Deze meerinvestering, en wellicht dus ook een deel van de onrendabele top, wordt echter terugverdiend in het geval voldoende huishoudens besluiten tot de aanschaf van het comfortpakket. Dit comfortpakket wordt namelijk aangeboden tegen een prijs die hoger ligt dan de investeringskosten. Op dit moment worden de investeringskosten per woning geschat op ƒ3.500. De verkoopprijs kan liggen op ƒ7.999 waarbij aan de bewoners verder geen vastrecht meer wordt berekend. De kosten voor koeling zijn gerelateerd aan de elektriciteitsprijs volgens het niet-meer-dan-anders principe.

 

Indien bewoners kiezen voor het comfortpakket krijgen ze vloerverwarming en -koeling. Vloerverwarming leidt tot een verbetering van de efficiëntie van de (collectieve) warmtepomp en daarmee tot verdere energiebesparing. De koeling maakt het mogelijk in de zomer te koelen. Dit is energetisch gunstig voor het gehele complex. Daarnaast voorkomt deze vorm van koeling de aanschaf van energievretende en oncomfortabele luchtkoelers (verkrijgbaar bij doe-het-zelf winkels). Dit is vanuit het Delfts beleid naar vermindering van energiegebruik door consumenten aan te bevelen.

 

De optimaal duurzaam comfort variant wordt getypeerd als zeer marketinginnovatief. De innovativiteit zit hem namelijk niet in de toegepaste technieken maar des te meer in de creatieve wijze waarop wordt getracht de onrendabele top te verlagen. Daarnaast sluit de optimaal duurzaam comfort variant aan bij de behoefte van consumenten naar comfort. Hierdoor is het een variant die aansluit bij een individuele klantgerichte marktbenadering (gaat verder dan de spreekwoordelijke kleur van de badtegeltjes).

 

NOVEM erkent het innovatieve karakter van deze variant. Succesvolle verkoop van comfortpakketten zou immers betekenen dat de onrendabele toppen van warmtepompprojecten door toepassing van comfortpakketten kunnen dalen. Hiermee is het project dat navolging kan krijgen binnen heel Nederland. Daarnaast geeft een  dergelijk experiment inzicht in de marktwaarde van koeling.


Samenvatting vergelijking varianten energievoorziening

 

Maximaal duurzaam

Optimaal duurzaam

Optimaal duurzaam comfort

Milieu en innovativiteit

CO2 reductie nominaal

233 ton/jaar

219 ton/jaar

219 ton/jaar

CO2 reductie

45%

43%

43%

EPC-verlaging woningen door energievoorziening

0,27 pnt

0,20 pnt

0,20 pnt

EPC-verlaging utiliteiten door energievoorziening

~0,4   tot 0,7 pnt

(afh. functie)

~0,4   tot 0,7 pnt

(afh. functie)

~0,4   tot 0,7 pnt

(afh. functie)

Herhalingspotentieel

-

+

++ of 0

Innovatief karakter

++

+

++

Publiciteit

++

+

++

Financieel (opbouw zie bijlage 2)*

Onrendabele top bij standpunten MAB en gemeente

ƒ1.860.000

(ƒ8.200 per ton)

ƒ1.160.000

(ƒ5.400 per ton)

ƒ1.240.000

(ƒ5.800 per ton)

Onrendabele top als er geen cashflow richting MAB plaatsvindt (geen discussie extra/vermeden ruimtegebruik)

ƒ1.630.000

ƒ1.140.000

ƒ1.220.000

OT als er geen cashflow richting gemeente plaatsvindt (geen discussie extra/vermeden ruimtegebruik)

ƒ1.630.000

ƒ870.000

ƒ950.000

OT als er geen cashflow richting gemeente en MAB plaatsvindt (geen discussie extra/vermeden ruimtegebruik)

ƒ1.400.000

ƒ850.000

ƒ930.000

Belangrijkste risico’s Energie Delfland

Beheerskosten

Zijn in exploitatie buiten beschouwing gelaten

Zijn in exploitatie buiten beschouwing gelaten

Zijn in exploitatie buiten beschouwing gelaten

Aansluitbijdrage koude in de woningen gebaseerd op goedkoopste alternatief koudesysteem

ca. ƒ250.000

--

--

Koudeaansluitingen winkels 20% i.p.v. 40%

ca. ƒ200.000

ca. ƒ200.000

ca. ƒ200.000

Nauwkeurigheid investeringsraming

ca. ƒ600.000

ca ƒ450.000

ca. ƒ450.000

Subsidies gaan niet door

ƒ1.170.000

ƒ550.000

ƒ570.000

Technische risico’s

++

+

+

Gasprijs daalt aanzienlijk

Beperkt omdat elektriciteitsprijs correleert

Beperkt omdat elektriciteitsprijs correleert

Beperkt omdat elektriciteitsprijs correleert

Risico’s met betrekking tot de aquifer

Gering

Gering

Gering

* Bij het bepalen van de onrendabele top is geen rekening gehouden met een potentiële subsidie voor de warmtepompen en de energie-opslag van Novem vanwege het innovatieve karakter van naar schatting ƒ300.000. Met Novem wordt daarnaast nog gesproken over een subsidie voor het project als geheel waarbij zowel de gebouwgebonden maatregelen als de energievoorziening vallen.

Daarnaast zal de onrendabele top bij de optimaal duurzaam comfort variant lager uitvallen omdat de potentiële inkomsten uit de verkoop van comfortpakketten buiten beschouwing zijn gelaten.


Annex 1: relevante afspraken uit Zuidpoort overeenkomst

 

De genoemde maatregelen worden gerealiseerd zonder dat over en weer een financiële verrekening plaatsvindt. De in de onderstaande tabel genoemde ‘ best practice’ maatregelen met betrekking tot het thema energie dienen als referentie te worden toegepast.

 

Energie maatregel

Meerkosten ten opzichte van eisen in het Bouwbesluit ten tijde van aanvraag bouwvergunning voor rekening van:

Isolatie dak, gevel, vloer

Rc waarde 3,5

½ MAB + ½ gemeente

HR-glas U=1,6 W/m2 K

MAB

HR-combiketel

MAB

 

In de overeenkomst staat gegeven dat de partijen voornemens zijn om in samenwerking met Energie Delfland de mogelijkheden van innovatieve energievoorziening in het Zuidpoortgebied verder te onderzoeken en indien mogelijk toe te passen.

 

Afspraken duurzaam bouwen Utiliteitsbouw volgens overeenkomst Zuidpoort

v

?

*

toe te passen

nader te bepalen

afhankelijk keuze innovatieve energievoorziening

*

Realiseer een EPC 15% onder het wettelijk gestelde

v

Gebruik een cv/warmwatertoestel met hoog rendement (HR-ketel)

v

Gebruik een cv/warmwatertoestel met lage Nox emissie

v

Lever een duidelijke gebruiksaanwijzing mee (onderhoud gebouw en installatie en bediening installaties).

*

Pas lage-temperatuurmedium toe: vergroot VO 70/50 C i.p.v. 90/70 C).

*

Pas lage-temperatuurmedium: wand- of vloerverwarming

*

Pas een warmtepomp toe

*

Pas warmte- en koude-opslag toe.

v

Gebruik restwarmte (stadsverwarming, WKK, industriële restwarmte), indien beschikbaar.

v

Onderzoek de mogelijkheid van gezamenlijke energievoorziening.

v

Pas nachtventilatie toe.

*

Benut mogelijkheden van natuurlijke ventilatie om mechanische ventilatie te beperken.

 

Afspraken duurzaam bouwen Woningbouw volgens overeenkomst Zuidpoort

 

v

Realiseer een energiezuinigheid op niveau energieprestatiecoëfficient 1,2 conform NEN 5128 of lager respectievelijk          

 

afh keuze energievoorziening

Laag temperatuur medium: vergroot VO (70/50 ipv 90/70)

 

V

Laag temperatuur medium: vergroot VO (70/50 ipv 90/70)

 

Optie

Gebruik aparte thermostatische naregeling per compartiment

 

V

Lever een duidelijke gebruiksaanwijzing mee (onderhoud woning en installaties, bediening installaties)

 

V

Pas individuele meting van energieverbruik voor verwarming en tapwater toe

 

V

Maak individuele registratie van het energiegebruik voor verwarming mogelijk (gas en elektriciteit)

 

*

Sluit woningen aan op een warmtedistributienet

 

V

Gebruik een cv/warmwaterstoestel met hoog rendement (HR-ketel)

 

V

Beperk het geluidniveau ten gevolge van installaties cv/ww-installatie

 

*

Pas een laag temperatuur verwarmingssysteem toe

 

V

Gebruik energiebesparende regelingen voor verwarming en ventilatie

 

afh keuze energievoorziening

Pas beheer op afstand toe (telebeheer) bij blokverwarming

 

Annex 2: financiële gegevens

 

 

Maximaal duurzaam

Optimaal duurzaam

Optimaal duurzaam met comfortpakket

Investering

ƒ4.400.000

ƒ3.400.000

ƒ3.500.000

Aansluitbijdrage eindgebruikers

ƒ730.000

ƒ720.000

ƒ1.050.000

Aansluitbijdrage woningen ontwikkelaar

-ƒ50.000

ƒ330.000

ƒ330.000

Aansluitbijdrage utiliteit ontwikkelaar

ƒ20.000

(op basis van bijlage 2’)

ƒ20.000

(op basis van bijlage 2’)

ƒ20.000

(op basis van bijlage 2’)

NCW exploitatie (15 jaar, 9%)

ƒ1.160.000

ƒ930.000

ƒ930.000

Exploitatietekort (excl. subs.)

ƒ2.570.000

ƒ1.400.000

ƒ1.500.000

EIA/VAMIL en wp subs.

ƒ1.170.000

ƒ550.000

ƒ570.000

Onrendabele top*

ƒ1.400.000

ƒ850.000

ƒ930.000

 

 

 

 

Gevolg van discussie over extra/vermeden ruimtegebruik

Exploitatietekort (incl. subs.)

ƒ1.400.000

ƒ850.000

ƒ930.000

Ruimtevergoeding aan gemeente

ƒ230.000

ƒ290.000

ƒ290.000

Ruimtevergoeding aan MAB

ƒ230.000

ƒ20.000

ƒ20.000

Onrendabele top bij volgens standpunten MAB en gemeente

ƒ1.860.000

ƒ1.160.000

ƒ1.240.000

 

Maximaal duurzaam

Optimaal duurzaam

Optimaal duurzaam met comfortpakket

* Bij het bepalen van de onrendabele top is geen rekening gehouden met de potentiële subsidie van NOVEM van naar schatting ƒ300.000. Daarnaast zal de onrendabele top bij de optimaal duurzaam comfort variant lager uitvallen omdat de potentiële inkomsten uit de verkoop van comfortpakketten buiten beschouwing zijn gelaten. 

Annex 3: aansluittarieven voor commerciële functies bij reguliere gasaansluiting

 

soort

vermogen

Aansluittarief

G4

G6

G16

G25

G40

G65

0-6 m3/uur

6-10 m3/uur

10-25 m3/uur

25-40 m3/uur

40-65 m3/uur

65-100 m3/uur

ƒ900

ƒ900

ƒ1.900

ƒ3.200

ƒ6.100

ƒ7.800

 



[1] Naast winkels bevinden zich in veld 5/7 ook een bioscoop en horecagelegenheden. Voor het gemak wordt in deze notitie de term utiliteit gebruikt.