dd 22 september 2000
Voor het project Zuidpoort gelden voor diverse onderwerpen hoge
ambitieniveau’s. Voor de verwezenlijking van deze ambities werken MAB en de
gemeente Delft nauw samen. Ook op het gebied van milieu en duurzaam bouwen zijn
de ambities hoog. Dit is mede gebaseerd op het milieu- en energiebeleid van de
gemeente Delft. In dit milieubeleid streeft de gemeente onder andere naar een
marktaandeel van 15% voor duurzame energie in 2020.
In de initiatieffase van Zuidpoort is met de projectontwikkelaar
afgesproken om te streven naar een ECP waarde die 30% lager is dan de
wettelijke norm. De verlaging diende gelijkmatig tot stand te komen vanuit
zowel gebouwgebonden maatregelen als een hoogwaardige energievoorziening. De
haalbaarheid van deze doelstelling is begin 1999 onderzocht door Ecofys. Uit
deze studie is gebleken dat de doelstelling het best kan worden bereikt door
gebouwgebonden maatregelen in combinatie met een duurzaam energiesysteem.
Hierop zijn in nauw overleg door MAB en de gemeente Delft de best passende en
haalbare maatregelen voor Zuidpoort bepaald. Deze zijn als onderdeel van de
overeenkomst Zuidpoort tussen MAB en de gemeente Delft vastgelegd (zie bijlage
1).Voor het energiesysteem is in de overeenkomst Zuidpoort afgesproken dat de
gemeente en MAB in samenwerking met het energiebedrijf de mogelijkheden voor
een duurzame energievoorziening verder zouden onderzoeken en indien mogelijk
toe te passen. Dit onderzoek is tijdens de VO-fase van het project gestart.
Ook Energie Delfland heeft zich de afgelopen jaren sterk geprofileerd
met de realisatie van duurzame energie-concepten. Het bedrijf wil de voorsprong
die hiermee is opgedaan verder uitbouwen en heeft daarom belang bij een
innovatieve duurzame energieoplossing voor Zuidpoort. Voordelen worden met name
behaald bij de uitbouw van kennis en bij potentiële positieve publiciteit.
Hierop volgend hoofdstuk “voorstudietraject” beschrijft de
studieresultaten tot nu toe. Op basis van deze studieresultaten zijn drie
keuzevarianten tot stand gekomen die in het daaropvolgende hoofdstuk worden
behandeld. Tot slot is een samenvatting in tabelvorm toegevoegd die dient als
leidraad bij de besluitvorming in het bestuurlijk overleg.
Ecofys heeft in haar studie naast gebouwgebonden maatregelen een aantal
energievoorzieningsmogelijkheden neergelegd. Een daarvan was ondergrondse
warmte- en koude-opslag gecombineerd met warmtepompen. Uit een studie van
Haskoning bleek ook dat energieopslag in de bodem gecombineerd met warmtepompen
de meest duurzame en innovatieve energieoplossing biedt. In de zomersituatie
wordt overtollige warmte vanuit de utiliteit[1]
geïnjecteerd in de bodem. In de winter wordt warmte uit de bodem onttrokken.
Deze warmte wordt middels een warmtepomp opgewaardeerd ten behoeve van
ruimteverwarming en warm tapwater. De toe te passen energie-opslag biedt in
capaciteit mogelijkheden om later omliggende gebouwen, zoals bv het theater, te
voorzien van energie. Hierbij liggen met name mogelijkheden in aanbieden van
koeling.
Het is van belang dat de energieopslag in de bodem
als het toepassen van warmtepompen kunnen worden bestempeld als innovatief en
vooruitstrevend. Er kan worden gesteld dat toepassing van een dergelijk
energiesysteem bijdraagt aan de uitstraling en prestige van het gehele
Zuidpoortproject. Het toepassen van collectieve danwel individuele warmtepompen
gecombineerd met energie-opslag in een complex met zowel woningen, winkels, een
bioscoop en horeca is uniek voor Nederland. Alle partijen kunnen zich hiermee
profileren.
In een quickscan heeft ingenieursbureau DWA een
vijftal varianten voor energieopslag in combinatie met warmtepompen vergeleken.
Hieruit bleken twee varianten eventueel haalbaar. Deze varianten waren de maximaal duurzaam variant en de optimaal duurzaam variant. Deze worden
later in dit document nader toegelicht en vergeleken op financiële
consequenties, innovativiteit en risico’s. Als uitgangspunt voor het berekenen
van de ‘onrendabel top’ is uitgegaan van het principe dat voor de gebruiker de
kosten niet-meer-dan-anders zijn. Dit
niet-meer-dan-anders principe zal ook
bij veranderende gas- en electriciteitstarieven blijven gelden.
Bij het bestuurlijk
overleg tussen de gemeente Delft en Energie Delfland op 7 juli 2000 werd de
voorkeur uitgesproken voor de maximaal
duurzaam variant. Deze variant is het meest innovatief, levert de hoogste
EPC verlaging en leidt tot de grootste energiebesparing. Tevens werd besloten
de optimaal duurzaam variant als
terugvaloptie achter de hand te houden. Daarnaast hebben zowel de gemeente
Delft als Energie Delfland aangegeven elk een deel van de onrendabele top voor
hun rekening willen nemen. De in dit stadium aanwezige ideeën over het afschakelen
van elektriciteit bleken achteraf geen reëel optie en worden verder dan ook
niet in deze notitie meegenomen.
Het ingenieursbureau DWA heeft onder begeleiding van zowel Energie
Delfland, de gemeente, MAB en Novem de maximaal
duurzaam variant verder uitgewerkt. De aannames voor de studie over de
warmte- en koudevraag zijn volledig onder de verantwoordelijkheid van de
toekomstige exploitant Energie Delfland.
Uit de studie komt naar voren dat de maximaal duurzaam variant leidt tot een
aanzienlijke energiebesparing (rond 45%). In de loop van de studie bleken een
aantal standpunten over toerekening tussen Energie Delfland en MAB dermate ver
uit elkaar te liggen dat de maximaal
duurzaam variant financieel gezien een stuk minder haalbaar leek. Daarnaast
kwam naar voren dat de optimaal duurzaam
variant duurzamer is dan in eerste instantie aangenomen. Hierdoor nam het
verschil in duurzaamheid tussen de maximale en optimale variant af. Op basis
van deze twee gegevens is besloten om ook de optimaal duurzaam variant verder uit te werken. Daarnaast is een optimaal duurzaam comfort variant
bedacht die qua innovativiteit de maximaal
duurzaam variant weinig ontloopt. De innovativiteit is hierbij niet alleen
technisch, maar sluit meer aan bij de marktbenadering voor woningen.
In eerste instantie is bij alle varianten rekening gehouden met een
bijdrage van MAB in verband met vermeden ruimtebeslag in de winkels. MAB heeft
hier een andere (commerciële) zienswijze in.
Referentiesituatie
Als uitgangspunt voor de studie is als referentie genomen dat de
woningen warm tapwater en ruimteverwarming krijgen met behulp van individuele
HR-combiketels (in eigen bezit). De winkels hebben ook eigen verwarming middels
HR-ketels en een deel van hen (aanname 40%) heeft koelmachines. De
referentiesituatie dient slechts als referentie in de berekeningen en wordt
niet beschouwd als terugvaloptie.
Maximaal duurzaam
Bij de maximaal duurzaam variant
worden de winkels verwarmd middels een centrale warmtepomp en de woningen
middels individuele combiwarmtepompen. In deze variant hebben de woningen een
aansluiting op een koudenet en de utiliteit op het koudenet en het warmtenet.
Door de aansluiting van het koudenet op de woningen is het mogelijk naast
warmte ook koeling aan te bieden. Om optimaal gebruik te maken van de
warmtepomp wordt een verlaagd afgiftesysteem toegepast.
Zoals de naam al aangeeft levert de maximaal
duurzaam variant de hoogste CO2 reductie (45% energiebesparing) en EPC
verlaging op. In publiciteit rond Zuidpoort en de energievoorziening is de
toepassing van individuele combiwarmtepompen een bijzonder onderwerp waarmee
landelijk bekendheid kan worden gerealiseerd.
De combiwarmtepompen hebben een groter ruimtebeslag
dan een HR-combiketel. In de quickscan is dan ook rekening gehouden met een
vergoeding aan MAB ten gevolge van extra ruimtebeslag in de woningen. Het
nuttig woonoppervlak en daarmee de prijs van de woningen neemt immers af.
Tegenover de vergoeding voor het ruimtebeslag in de woningen staat echter een
bijdrage van MAB vanwege vermeden ruimtegebruik in de utiliteit. Door de
centrale warmtelevering aan de utiliteit wordt immers ruimte bespaard ten
gevolge van het weglaten van de (HR)-ketel en eventuele koelmachines. MAB kent
echter geen commerciële waarde aan deze ruimtebesparing toe. Hierdoor ontstaat
een negatieve cashflow van circa ƒ230.000 richting MAB in verband met eerder
genoemde kosten voor het extra ruimtebeslag in de woningen. MAB is van mening
dat in dit geval namelijk gebruik wordt van commercieel niet bruikbare m3’s.
Tevens is in de quickscan rekening gehouden met een aansluitbijdrage bij
de woningen voor koude van ƒ4200. MAB heeft echter aangegeven dat koeling in de
woningen geen extra marktwaarde heeft en is om deze reden niet bereid deze
aansluitbijdrage af te dragen.
Daarnaast heeft MAB
twijfels bij het vastrecht dat Energie Delfland voor koude in rekening wil
brengen. Dit vastrecht is gebaseerd op het niet-meer-dan-anders
principe. MAB is van mening dat dit principe moet worden gebaseerd op de meest
goedkope vorm van koeling, terwijl in studie rekening is gehouden met een
systeem van gelijkwaardig koelingscomfortniveau. In feite is dit een discussie
tussen de toekomstige bewoner en het energiebedrijf. Het geeft echter wel aan
welke discussies met bewoners mogelijk te verwachten zijn en welk risico
Energie Delfland dus loopt. Het is de vraag of een gedwongen koudeaansluiting
wenselijk is. Het potentiële risico hiervan voor Energie Delfland bedraagt
circa ƒ250.000.
Tot slot geeft MAB aan dat de individuele combiwarmtepompen kunnen
leiden tot meer geluidsoverlast dan gewenst is door de bewoners. Om te voldoen
aan de regelgeving (Bouwbesluit) worden de opstelruimtes geïsoleerd, hetgeen
kosten met zich meebrengt.
Daarnaast vreest MAB, dat het slechte inzicht wat
gebruikers zullen hebben op het werkelijke verbruik (omrekening van het elektriciteitsverbruik naar verbruikte warmte en
water in plaats van energiemeters)
zal leiden tot discussies over de energienota’s. Voor de onnauwkeurigheid in de
omrekening biedt Energie Delfland de bewoners een korting van 10%. De vraag is
of deze korting voldoende is.
Door bovenstaande onenigheden wordt de onrendabele top bij de maximaal duurzaam variant hoog ten
opzichte van de overige varianten. Hiermee steunt de variant sterk op de
financiële bereidwilligheid van de betrokken partijen. Het herhalingspotentieel
in andere projecten is hiermee laag.
Optimaal duurzaam
De optimaal duurzaam variant
levert een bijna even hoge CO2 reductie (43% energiebesparing) en EPC verlaging
op, bij een relatief lage onrendabele top. In deze variant worden zowel de
woningen als de winkels aangesloten op een warmtedistributienet. Dit
warmtedistributienet wordt gevoed door een centrale warmtepomp. Daarnaast
worden de winkels aangesloten op een koudenet. Deze variant is technisch
eenvoudiger en leidt daardoor tot lagere investeringskosten.
Deze vorm van warmtelevering is vaker toegepast en daarmee minder
innovatief dan de maximaal duurzaam variant.
De verlaging van de CO2 emissie en verlaging van de EPC-waarden is echter ook
aanzienlijk. Reden hiervoor is dat de warmtepomp en het warmtedistributienet
zich binnen één gebouw bevinden. Hierdoor is het warmteverlies bij distributie
in dit specifieke geval relatief laag. Individuele warmtepompen (de maximaal duurzaam variant) leveren dan
ook vanuit energetisch oogpunt niet de meerwaarde op die zij bij
niet-gestapelde en niet-geschakelde bouw zouden opleveren. Er wordt namelijk
geen gebruik gemaakt van de voordelen van de compactheid en de aanwezigheid van
verschillende functies in het complex.
Om de optimaal duurzaam variant
innovatiever te maken is een derde variant bedacht, de optimaal duurzaam comfort variant.
Optimaal duurzaam comfort
De optimaal duurzaam comfort variant is een variant die in de
quickscan niet voorkwam. In deze variant wordt doorgeborduurd op de optimaal duurzaam variant. Het verschil
is dat bij de optimaal duurzaam comfort
variant, bewoners de mogelijkheid krijgen een comfortpakket aan te schaffen.
Dit comfortpakket voorziet in een luxe warmte- en koudeafgiftesysteem middels
vloerverwarming. Dit is eenvoudig te realiseren door het koudedistributienet
door te trekken tot in de woningen. De initiële meerinvestering hiervoor
bedraagt ongeveer ƒ100.000. Deze meerinvestering, en wellicht dus ook een deel
van de onrendabele top, wordt echter terugverdiend in het geval voldoende
huishoudens besluiten tot de aanschaf van het comfortpakket. Dit comfortpakket
wordt namelijk aangeboden tegen een prijs die hoger ligt dan de investeringskosten.
Op dit moment worden de investeringskosten per woning geschat op ƒ3.500. De
verkoopprijs kan liggen op ƒ7.999 waarbij aan de bewoners verder geen vastrecht
meer wordt berekend. De kosten voor koeling zijn gerelateerd aan de
elektriciteitsprijs volgens het niet-meer-dan-anders
principe.
Indien bewoners kiezen voor het comfortpakket krijgen ze vloerverwarming
en -koeling. Vloerverwarming leidt tot een verbetering van de efficiëntie van
de (collectieve) warmtepomp en daarmee tot verdere energiebesparing. De koeling
maakt het mogelijk in de zomer te koelen. Dit is energetisch gunstig voor het
gehele complex. Daarnaast voorkomt deze vorm van koeling de aanschaf van
energievretende en oncomfortabele luchtkoelers (verkrijgbaar bij doe-het-zelf winkels).
Dit is vanuit het Delfts beleid naar vermindering van energiegebruik door
consumenten aan te bevelen.
De optimaal duurzaam comfort variant wordt getypeerd als zeer
marketinginnovatief. De innovativiteit zit hem namelijk niet in de toegepaste
technieken maar des te meer in de creatieve wijze waarop wordt getracht de
onrendabele top te verlagen. Daarnaast sluit de optimaal duurzaam comfort variant aan bij de behoefte van
consumenten naar comfort. Hierdoor is het een variant die aansluit bij een
individuele klantgerichte marktbenadering (gaat verder dan de spreekwoordelijke
kleur van de badtegeltjes).
NOVEM erkent het innovatieve karakter van deze variant. Succesvolle
verkoop van comfortpakketten zou immers betekenen dat de onrendabele toppen van
warmtepompprojecten door toepassing van comfortpakketten kunnen dalen. Hiermee
is het project dat navolging kan krijgen binnen heel Nederland. Daarnaast geeft
een dergelijk experiment inzicht in de
marktwaarde van koeling.
|
Maximaal
duurzaam |
Optimaal
duurzaam |
Optimaal
duurzaam comfort |
Milieu en innovativiteit |
|||
CO2 reductie nominaal |
233 ton/jaar |
219 ton/jaar |
219 ton/jaar |
CO2 reductie |
45% |
43% |
43% |
EPC-verlaging woningen door
energievoorziening |
0,27 pnt |
0,20 pnt |
0,20 pnt |
EPC-verlaging utiliteiten door
energievoorziening |
~0,4 tot 0,7 pnt (afh. functie) |
~0,4 tot 0,7 pnt (afh. functie) |
~0,4 tot 0,7 pnt (afh. functie) |
Herhalingspotentieel |
- |
+ |
++ of 0 |
Innovatief karakter |
++ |
+ |
++ |
Publiciteit |
++ |
+ |
++ |
Financieel (opbouw zie bijlage 2)* |
|||
Onrendabele top bij standpunten MAB en gemeente |
ƒ1.860.000 (ƒ8.200 per ton) |
ƒ1.160.000 (ƒ5.400 per ton) |
ƒ1.240.000 (ƒ5.800 per ton) |
Onrendabele top als er geen cashflow richting MAB
plaatsvindt (geen discussie extra/vermeden ruimtegebruik) |
ƒ1.630.000 |
ƒ1.140.000 |
ƒ1.220.000 |
OT als er geen cashflow
richting gemeente plaatsvindt (geen discussie extra/vermeden ruimtegebruik) |
ƒ1.630.000 |
ƒ870.000 |
ƒ950.000 |
OT als er geen cashflow richting gemeente en MAB
plaatsvindt (geen discussie extra/vermeden ruimtegebruik) |
ƒ1.400.000 |
ƒ850.000 |
ƒ930.000 |
Belangrijkste risico’s Energie
Delfland |
|||
Beheerskosten |
Zijn in
exploitatie buiten beschouwing gelaten |
Zijn in
exploitatie buiten beschouwing gelaten |
Zijn in
exploitatie buiten beschouwing gelaten |
Aansluitbijdrage koude in de woningen gebaseerd op
goedkoopste alternatief koudesysteem |
ca.
ƒ250.000 |
-- |
-- |
Koudeaansluitingen winkels 20% i.p.v. 40% |
ca. ƒ200.000 |
ca. ƒ200.000 |
ca.
ƒ200.000 |
Nauwkeurigheid investeringsraming |
ca. ƒ600.000 |
ca ƒ450.000 |
ca.
ƒ450.000 |
Subsidies gaan niet door |
ƒ1.170.000 |
ƒ550.000 |
ƒ570.000 |
Technische risico’s |
++ |
+ |
+ |
Gasprijs daalt aanzienlijk |
Beperkt omdat
elektriciteitsprijs correleert |
Beperkt omdat
elektriciteitsprijs correleert |
Beperkt omdat
elektriciteitsprijs correleert |
Risico’s met betrekking tot de aquifer |
Gering |
Gering |
Gering |
* Bij het bepalen van de onrendabele top is geen rekening gehouden met
een potentiële subsidie voor de warmtepompen en de energie-opslag van Novem
vanwege het innovatieve karakter van naar schatting ƒ300.000. Met Novem wordt
daarnaast nog gesproken over een subsidie voor het project als geheel waarbij
zowel de gebouwgebonden maatregelen als de energievoorziening vallen.
Daarnaast zal de onrendabele top bij de optimaal
duurzaam comfort variant lager uitvallen omdat de potentiële inkomsten uit de
verkoop van comfortpakketten buiten beschouwing zijn gelaten.
De genoemde maatregelen worden gerealiseerd zonder dat over en weer een
financiële verrekening plaatsvindt. De in de onderstaande tabel genoemde ‘ best
practice’ maatregelen met betrekking tot het thema energie dienen als
referentie te worden toegepast.
Energie maatregel |
Meerkosten ten opzichte
van eisen in het Bouwbesluit ten tijde van aanvraag bouwvergunning voor
rekening van: |
Isolatie dak, gevel, vloer Rc waarde 3,5 |
½ MAB + ½ gemeente |
HR-glas U=1,6 W/m2 K |
MAB |
HR-combiketel |
MAB |
In de overeenkomst staat gegeven dat de partijen voornemens zijn om in
samenwerking met Energie Delfland de mogelijkheden van innovatieve
energievoorziening in het Zuidpoortgebied verder te onderzoeken en indien
mogelijk toe te passen.
Afspraken duurzaam bouwen
Utiliteitsbouw volgens overeenkomst Zuidpoort |
|
v ? * |
toe te passen nader te bepalen afhankelijk keuze innovatieve energievoorziening |
* |
Realiseer een EPC 15% onder het wettelijk gestelde |
v |
Gebruik een cv/warmwatertoestel met hoog rendement
(HR-ketel) |
v |
Gebruik een cv/warmwatertoestel met lage Nox
emissie |
v |
Lever een duidelijke gebruiksaanwijzing mee
(onderhoud gebouw en installatie en bediening installaties). |
* |
Pas lage-temperatuurmedium toe: vergroot VO 70/50 C
i.p.v. 90/70 C). |
* |
Pas lage-temperatuurmedium: wand- of
vloerverwarming |
* |
Pas een warmtepomp toe |
* |
Pas warmte- en koude-opslag toe. |
v |
Gebruik restwarmte (stadsverwarming, WKK,
industriële restwarmte), indien beschikbaar. |
v |
Onderzoek de mogelijkheid van gezamenlijke
energievoorziening. |
v |
Pas nachtventilatie toe. |
* |
Benut mogelijkheden van natuurlijke ventilatie om
mechanische ventilatie te beperken. |
Afspraken duurzaam bouwen
Woningbouw volgens overeenkomst Zuidpoort |
|
||
v |
Realiseer een energiezuinigheid op niveau
energieprestatiecoëfficient 1,2 conform NEN 5128 of lager respectievelijk |
|
|
afh keuze energievoorziening |
Laag temperatuur medium: vergroot VO (70/50 ipv
90/70) |
|
|
V |
Laag temperatuur medium: vergroot VO
(70/50 ipv 90/70) |
|
|
Optie |
Gebruik aparte thermostatische
naregeling per compartiment |
|
|
V |
Lever een duidelijke gebruiksaanwijzing
mee (onderhoud woning en installaties, bediening installaties) |
|
|
V |
Pas individuele meting van
energieverbruik voor verwarming en tapwater toe |
|
|
V |
Maak individuele registratie van het
energiegebruik voor verwarming mogelijk (gas en elektriciteit) |
|
|
* |
Sluit woningen aan op een
warmtedistributienet |
|
|
V |
Gebruik een cv/warmwaterstoestel met
hoog rendement (HR-ketel) |
|
|
V |
Beperk het geluidniveau ten gevolge van
installaties cv/ww-installatie |
|
|
* |
Pas een laag temperatuur
verwarmingssysteem toe |
|
|
V |
Gebruik energiebesparende regelingen
voor verwarming en ventilatie |
|
|
afh keuze energievoorziening |
Pas beheer op afstand toe (telebeheer)
bij blokverwarming |
|
|
|
Maximaal
duurzaam |
Optimaal
duurzaam |
Optimaal
duurzaam met comfortpakket |
Investering |
ƒ4.400.000 |
ƒ3.400.000 |
ƒ3.500.000 |
Aansluitbijdrage eindgebruikers |
ƒ730.000 |
ƒ720.000 |
ƒ1.050.000 |
Aansluitbijdrage woningen ontwikkelaar |
-ƒ50.000 |
ƒ330.000 |
ƒ330.000 |
Aansluitbijdrage utiliteit ontwikkelaar |
ƒ20.000 (op basis van
bijlage 2’) |
ƒ20.000 (op basis van
bijlage 2’) |
ƒ20.000 (op basis van
bijlage 2’) |
NCW exploitatie (15 jaar, 9%) |
ƒ1.160.000 |
ƒ930.000 |
ƒ930.000 |
Exploitatietekort (excl. subs.) |
ƒ2.570.000 |
ƒ1.400.000 |
ƒ1.500.000 |
EIA/VAMIL en wp subs. |
ƒ1.170.000 |
ƒ550.000 |
ƒ570.000 |
Onrendabele top* |
ƒ1.400.000 |
ƒ850.000 |
ƒ930.000 |
|
|
|
|
Gevolg van discussie over extra/vermeden
ruimtegebruik
|
|||
Exploitatietekort (incl. subs.) |
ƒ1.400.000 |
ƒ850.000 |
ƒ930.000 |
Ruimtevergoeding aan gemeente |
ƒ230.000 |
ƒ290.000 |
ƒ290.000 |
Ruimtevergoeding aan MAB |
ƒ230.000 |
ƒ20.000 |
ƒ20.000 |
Onrendabele top bij volgens standpunten MAB en
gemeente |
ƒ1.860.000 |
ƒ1.160.000 |
ƒ1.240.000 |
|
Maximaal
duurzaam |
Optimaal
duurzaam |
Optimaal
duurzaam met comfortpakket |
* Bij het bepalen van de onrendabele top is geen
rekening gehouden met de potentiële subsidie van NOVEM van naar schatting
ƒ300.000. Daarnaast zal de onrendabele top bij de optimaal duurzaam comfort
variant lager uitvallen omdat de potentiële inkomsten uit de verkoop van
comfortpakketten buiten beschouwing zijn gelaten.
soort |
vermogen |
Aansluittarief |
G4 G6 G16 G25 G40 G65 |
0-6 m3/uur 6-10 m3/uur 10-25 m3/uur 25-40 m3/uur 40-65 m3/uur 65-100 m3/uur |
ƒ900 ƒ900 ƒ1.900 ƒ3.200 ƒ6.100 ƒ7.800 |
[1] Naast winkels bevinden zich
in veld 5/7 ook een bioscoop en horecagelegenheden. Voor het gemak wordt in
deze notitie de term utiliteit gebruikt.