In de nota “Een bereikbare binnenstad” Parkeerbeleid
sleutel tot autoluw(plus), vastgesteld in de raadsvergadering van 29 juni 2000
wordt het nieuwe parkeerbeleid voor de binnenstad geformuleerd. Dit nieuwe
beleid is een voorwaarde om te kunnen komen tot de realisatie van een autoluwe
binnenstad.
Het autoluw maken wordt in fasen in ingevoerd. De eerste
fase is gekoppeld aan de openstelling van de Phoenixgarage. Een van de
onderdelen van de eerste fase is het invoeren van vergunninghouderssysteem en
betaald parkeren voor de gehele binnenstad. Voor de handhaving van dit systeem
en bewaking van de garage alsmede de bediening van de fysieke maatregelen die
nodig zijn om het autoluw-plus in te voeren is extra personeel nodig.
Daartegenover staan extra inkomsten uit de parkeerbelastingen, waardoor de
gehele operatie nagenoeg budgetneutraal kan geschieden.
Hieronder worden de meerkosten en -opbrensten van de
verschillende maatregelen toegelicht.
Gebiedsuitbreiding
en verruiming van de gereguleerde tijd
Bij het bepalen van de
personele consequenties van de gebiedsuitbreiding en van het verruimen van de
gereguleerde tijd is het uitgangspunt dat de huidige inzet van personeel zowel
kwantitatief als kwalitatief goed is. Vanuit dit standpunt is een aantal feiten
en kengetallen vastgesteld. Voor de geplande gebiedsuitbreiding en verruiming
van de gereguleerde tijd zijn 7 parkeercontroleurs (voltijds) nodig om
hetzelfde niveau van controle op straat te behouden. De intensiteit van
controle per parkeerplaats blijft dan gelijk aan de huidige situatie, maar de controle gebeurt
wel over een groter gebied. De structurele
kosten voor 7 fte parkeercontroleurs bedragen
ƒ. 500.500.
Bezetting controlekamer
Bij de opening van de
Phoenixgarage wordt een controlekamer in werking genomen. Deze controlekamer is
nodig voor de bewaking van de garage(‘s) en voor het in werking hebben van de
fysieke maatregelen die genomen worden om het autoluw-plus gebied te handhaven.
Bij het besluit over het parkeerbeleid is hiervoor uitgegaan van een
camerasysteem. Een compleet geautomatiseerd digitaal camerasysteem is door de
relatief lage snelheid van het binnenstadsverkeer te fraudegevoelig. Op grond
van ervaringen hiermee van de politie wordt op dit moment dan ook gewerkt aan
het in gebruik nemen van “pollers”. Dit zijn palen die uit de grond komen op
het moment dat het autoluw-plus gebied niet toegankelijk is voor autoverkeer.
Deze “pollers” worden voorzien van audio-visuele voorzieningen om in geval van
nood en uitzonderingen de pollers te bedienen (de zogenaamde Stadsafsluiting).
De Phoenixgarage zèlf
zal tenminste geopend zijn van maandag t/m donderdag van 8:00 uur tot 21:00 uur
en vrijdag en zaterdag van 8:00 tot 23:00 uur en op zondagen van 9.00 tot 18.00
uur. In totaal is dit 91 uur per week. Voor controle en bediening van de
Stadsafsluiting is 24 uur per dag, 7 dagen in de week, personeel nodig. De
controlekamer van de Phoenixgarage zal dus een 24-uursbezetting kennen. Nadere
analyse van onder meer gelijksoortige systemen in een andere stad heeft
uitgewezen dat de personele kosten van een 24-uursbezetting van de
controlekamer gelijk zijn aan 5 fte. Uitgangspunt hierbij is de aanstelling van
vier vaste krachten voor overdag en het inhuren van beveiliging voor de
nachtelijke uren. De kosten van inhuren van beveiliging voor de rustige uren is
ongeveer gelijk aan de kosten van 1 fte. Om de inzet van de permanente
bemensing van de controlekamer zo efficiënt mogelijk in te vullen is er een
aantal werkzaamheden die door het personeel gedaan kunnen worden. Een bijkomend
voordeel van 24-uurs bezetting is dat het eenvoudiger is in de toekomst de
openingstijden van de Phoenixgarage en de overige te bouwen garages desgewenst
te verruimen. Vanuit de controlekamer zouden deze garages zonder veel extra
investeringen beheerd kunnen worden. De kosten voor 5 fte medewerkers
controlekamer bedragen ƒ. 357.500.
Bij de personele
uitbreiding voor parkeercontrole en controlekamer is nog geen rekening gehouden
met het invoeren van vergunninghouderssysteem in de wijken rond de binnenstad.
Hiertoe zal u een apart besluit worden voorgelegd. Door efficiëntie winst zullen
de personeelskosten die met de uitbreiding in de wijken rond de binnenstad
samenhangen niet evenredig zijn aan de uitbreiding die nodig is voor de
handhaving in de binnenstad.
Meeropbrengsten parkeerbelastingen
Naast personele kosten
doen zich ook extra inkomsten voor als gevolg van de naheffingsaanslagen
(parkeerboete) en de uitgifte van meer vergunningen.
De extra inkomsten door
de parkeerboetes worden vooralsnog geraamd op circa ƒ. 430.000,-. Bij een goed
functionerende controle kan deze meeropbrengst afnemen omdat men zich houdt aan
de regels. Tevens zouden deze meeropbrengsten kunnen afnemen wanneer de overige
garages in gebruik worden genomen.
De extra inkomsten door
de uitgifte van meer vergunningen worden geschat op ƒ. 408.000
Verder valt op te
merken dat in overleg met de politie wordt gekeken naar het vergroten van de
bevoegdheden van de parkeercontroleurs. Mogelijk dat op termijn de
overtredingen waarvan nu de opbrengsten naar het rijk gaan ook onder
fiscalisering vallen en deze opbrengsten dan ten gunste van de gemeente komen.
Dit traject is echter gekoppeld aan een landelijke discussie waarvan de
uitkomst en de termijn van besluitvorming niet is aan te geven. Er is dan ook
niet bij voorbaat rekening gehouden met mogelijk hogere opbrengsten, die
momenteel nog niet zeker zijn.
Kosten
/ opbrengsten
7
fte controleur voor parkeercontroleurs ƒ 500.500
5
fte medewerker controlekamer ƒ
357.500
Totaal
kosten ƒ
858.000
meeropbrengsten
parkeercontrole ƒ
431.410
opbrengsten
parkeervergunningen ƒ
408.000
totaal
opbrengsten ƒ
839.410
verschil ƒ 18.590
De extra kosten alsmede de extra opbrengsten komen ten
laste danwel ten bate van het Parkeerfonds.
Voorstel
Ik stel u voor in te stemmen met:
· de
personele uitbreiding voor de invoering van het parkeerbeleid met 12 fte
· de
extra kosten ten laste te brengen van het parkeerfonds
· de
extra opbrengsten ten bate te brengen van het parkeerfonds,
en
daartoe de 7e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar
2001 door de Raad te vaststellen.