2 voortgangsrapportage 3D

 

2.1  Inleiding

In het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 zijn 26 projecten geformuleerd. Om de voortgang van deze projecten te kunnen volgen, verschijnt tweemaal per jaar een voortgangsrapportage. Eenmaal per jaar is deze voortgangsrapportage opgenomen in de Delftse Duurzaamheidsmonitor, eenmaal per jaar verschijnt de rapportage als opzichzelfstaand verslag. In de voorliggende rapportage worden per project de ontwikkelingen van oktober 1999 (vaststelling van het Duurzaamheids­plan) tot en met juni 2000 beschreven.

 

De meeste 3D-projecten verliepen in de afgelopen maanden niet (geheel) volgens de voorgestane planning. De ontstane vertraging werd in vrijwel alle gevallen veroor­zaakt door de gemeentelijke reorganisatie en, al dan niet als gevolg hiervan, een gebrek aan personele capaciteit. Inmiddels is de gemeentelijke reorganisatie grotendeels afgerond. Hierdoor is er meer capaciteit beschikbaar voor de uitvoering van 3D-projecten. In het algemeen geldt dan ook dat de opgelopen vertraging niet leidt tot een verzoek aan het gemeentebestuur om extra middelen vrij te maken. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat de projecten met de reeds beschikbare middelen gerealiseerd kunnen worden.

 

 

2.2  Ruimte, bouwen en energie

2.2.1    Duurzaam bouwen

 

Omschrijving

Voortgang van de implementatie van het duurzaam bouwen volgens drie lijnen, elkaar opvolgend in tijd, namelijk: 1) verordening duurzaam bouwen, 2) verordening duurzaam renoveren/beheer, 3) convenant renoveren/beheren met de woningbeheer organisaties.

 

Gerealiseerd

De verordening duurzaam bouwen is in het najaar 1999 afgerond en is momenteel in uitvoering. Het convenant renoveren/beheren met woningcorporaties is in voorbereiding en zal naar verwachting eind 2000 ter besluitvorming worden aangeboden. Op basis van de ervaringen met dit convenant zal besloten worden of er nog een verordening duurzaam renoveren/beheren wordt opgesteld. Een dergelijke verordening zou alleen eisen kunnen stellen aan activiteiten waarvoor een bouwvergunning noodzakelijk is. Bij goed functioneren van het convenant is dit voor woningcorporaties overbodig, daar in het convenant afspraken worden gemaakt over het gehele proces van woningbeheer en niet alleen over vergunningplichtige activiteiten. Zodoende zou een verordening duurzaam renoveren/beheren met name een rol spelen richting particulieren. Veel van de activiteiten bij particulieren zijn echter niet vergunningplichtig en dus niet via een verordening te regelen, zodat de verordening een beperkte meerwaarde zou hebben.

 

Planning

Het project verloopt volgens planning.

 

 


2.2.2    Kansenkaart van Delft

 

Omschrijving

Leefbaarheid en duurzaamheid krijgen steeds meer een gebiedsgerichte uitwerking. De kansenkaart van Delft moet per thema inzicht geven in de potenties van (deel)gebieden met betrekking tot duurzame ontwikkeling. De kansenkaart biedt zodoende een basis voor het stellen van prioriteiten in beleid en is een instrument bij het opstellen van bestemmingsplannen, wijkplannen en ontwikkelingsvisies.

 

Gerealiseerd

In de afgelopen maanden heeft geregeld overleg plaatsgevonden tussen verschillende vakteams van de gemeente om te komen tot een nadere omschrijving en uitwerking van doel, inhoud en toekomstig gebruik van de kansenkaart. Dit heeft geresulteerd in een (zeer) ruwe vorm van een concept. Hierin is uitgegaan van twee sturende netwerken ten aanzien van duurzaamheid, namelijk het verkeersnetwerk (met de nadruk op openbaar vervoer) en het water/ecologie-netwerk. De positie van een locatie ten opzichte van deze netwerken wordt als bepalende factor gehanteerd bij het bepalen van de gewenste inrichting en milieukwaliteiten van de locatie (intensief/extensief ruimtegebruik, functiemenging, woningdichtheid, geluidniveau, waterkwaliteit, etc.).

 

Planning

Het concept wordt in de maanden oktober en november 2000 verder uitgewerkt en binnen de betrokken vakteams besproken. Eind november kan het concept vervolgens worden afgerond, zodat het in december 2000 gereed is voor een breder intern (ambtelijk en bestuurlijk) overleg.

 

 

2.2.3    Duurzame herstructurering Schie-oevers

 

Omschrijving

Duurzame herstructurering van het Schie-oeversgebied door projectmatige samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en overheden met als doel betere bedrijfsresultaten, minder milieubelasting en een verbeterde ruimtelijke kwaliteit.

 

Gerealiseerd

9 november 1999                plan van aanpak opgesteld

4 januari 2000                    plan van aanpak door college van B&W goedgekeurd

18 januari 2000                  plan van aanpak in commissie Duurzaamheid behandeld

28 januari 2000                  plan van aanpak door gemeenteraad goedgekeurd en een budget van f 300.000,- ter beschikking gesteld

13 april 2000                      de algemene ledenvergadering van de Bedrijvenkring Schie-oevers verleent het bestuur een volmacht om het voorgenomen convenant met de gemeente aan te gaan.

 

De onderhandelingen om te komen tot een convenant met de Bedrijvenkring Schie-oevers verkeren in de eindfase. In dit convenant worden afspraken gemaakt over:

·       de activiteiten die de komende jaren ontplooid gaan worden;

·       de wijze waarop wordt samengewerkt om deze activiteiten te realiseren;

·       de wijze waarop gezamenlijke beslissingen worden genomen;

·       de verdeling van de kosten verbonden aan de uitvoering van de activiteiten.

In samenwerking met de TU en Tebodin wordt een geheel van te houden quick-scans bij de bedrijven voorbereid, om te bepalen waar voor individuele bedrijven relatief snel en eenvoudig concrete resultaten op het gebied van verduurzaming zijn te behalen en waar op meso- en macroniveau kansen liggen. Op dit moment vindt concrete acquisitie plaats bij de bedrijven om tegen een sterk gereduceerd tarief mee te doen aan de quick-scans.

 

Planning

mei-juni 2000                     acquisitie bij de bedrijven voor deelname aan de quick-scans

november 2000                   ondertekening convenant, waarna bestuurlijke behandeling zal plaatsvinden

september-oktober 2000     feitelijke uitvoering van de quick-scans

oktober-november 2000       opstellen rapporten over de uitkomsten en maken van samenvattingen t.b.v. een nadere aanpassing van het activiteiten­plan

november 2000                   aanvragen subsidies ter realisering van de activiteiten.

 

Het project bevindt zich in de startfase. Er is op dit moment geen reden om de project­aanpak te wijzigen.

 

Overig

Met collega’s van andere Haaglanden-gemeenten alsmede het stadsgewest Haaglanden is een kennisplatform opgericht om ervaringen inzake het revitaliseren van bedrijventerreinen uit te wisselen. Het kennisplatform komt enige malen per jaar bij elkaar. De projectleider Duurzame herstructurering Schie-oevers maakt deel uit van het kernteam om het platform te begeleiden en een praktische invulling te geven.

 

 

2.2.4    Duurzame ontwikkeling TU Zuid-gebied

 

Omschrijving

Stimulering van een duurzame ontwikkeling van het TU Zuid-gebied door samen­werking met de TU Delft, overige bedrijven en instituten, overheden en belangen­organisaties met als doel het gebied op een zodanige manier te ontwikkelen en te beheren, dat de waarde (economisch, milieukundig en ruimtelijk) toeneemt voor alle betrokken partijen.

 

Gerealiseerd

In de eerste helft van 2000 is een regulier overleg opgestart tussen de TU Delft en de gemeente om de ontwikkeling van het zuidelijk TU-gebied ter hand te nemen. Daarbij is onder andere een gezamenlijke visie op het zuidelijk TU-gebied opgesteld die is vastgelegd in de notitie Ontwikkeling TU-Zuid, Uitgangspunten en Vraagpunten d.d. 19 juni 2000. Deze notitie is ook gepresenteerd in de Provinciale Planologische Commissie. In de notitie wordt onder andere ingegaan op de duurzame inrichting van TU-Zuid op verschillende schaalniveaus: het niveau van het stedenbouwkundig plan (verkeer, water, groen), het niveau van de relaties tussen de bedrijven en het niveau van het bedrijfsgebouw. In het vervolgproces is nader onderzoek naar concrete duurzaamheidsmaatregelen nog nodig en zal een ambitieniveau worden vastgesteld. Dit onderzoek zal deel uitmaken van de op handen zijnde masterplanstudie door betrokken projectontwikkelaars, te weten Ing Vastgoed Ontwikkeling B.V. en Bouwfonds Vastgoedontwikkeling C.V.

 

 

2.2.5    Duurzaamheid in wijkplannen

 

Omschrijving

Herstructurering van voor- en naoorlogse woongebieden tot duurzame, leefbare wijken, in nauwe samenwerking met eigenaren, bewoners, ondernemers en maatschappelijke groeperingen in de wijk zelf. Het doel betreft het verbeteren van de woon-, werk- en verblijfsituatie gecombineerd met het leveren van een substantiële bijdrage aan een duurzame ontwikkeling.

 

Gerealiseerd

Voor Voorhof is een wijkontwikkelingsplan opgesteld en voor Tanthof een wijk­beheer­­plan. Beide zijn in mei 2000 door de gemeenteraad vastgesteld. De plannen zijn tot stand gekomen in samenwerking met medewerkers van de gemeente Delft, waaronder medewerkers van Milieu. Ook bewoners en instellingen zijn nauw betrokken geweest bij het maken van de plannen.

 

In de wijkplannen voor Voorhof en Tanthof zijn diverse ‘duurzame’ projecten opgenomen, waaronder:

·       het verbeteren van de waterkwaliteit van het oppervlaktewater, enerzijds door het aanpassen van het waterbeheersysteem (inlaat van schoner water), anderzijds door de inrichting en het beheer van natuurlijke oevers;

·       de oprichting van een vereniging van wijkeigenaren en/of de uitgifte van wijkaandelen;

·       het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen vanwege het geluid van het spoor en de Kruithuisweg;

·       een duurzame herstructurering van Poptahof;

·       uitbreiding van het aantal Retourettes;

·       voorlichting op maat richting bewoners over afval (preventie en scheiding);

·       het verbeteren van het netwerk van fietsroutes in de wijk;

·       het treffen van energiebesparende maatregelen in de sociale huursector;

·       werkzoekenden omscholen tot energieconsulent;

·       het toepassen van duurzame energiebronnen in de wijk;

·       het stimuleren van eigenaar-bewoners om energiebesparende maatregelen te nemen.

 

De beide wijkplannen zijn volgens de vast­gestelde planning gemaakt. In het voorjaar 2000 is begonnen met het maken van wijkplannen voor de wijken Buitenhof en Vrijenban.

 

Planning

Aan de projecten die in het wijkplan zijn genoemd moet door de vakdisciplines uitvoering worden gegeven. Op dit moment ontbreekt het overzicht over de voortgang van de in het voorgaande genoemde projecten. Een volgsyteem is wat dit betreft in ontwikkeling. De vorming van een wijknetwerk loopt wat achter; de ontwikkeling is moeilijker gebleken dan verwacht. De implementatie van de 3D-gedachte onder bewoners is hierdoor nog niet goed tot stand gekomen. De wijkmarkten, die in Voorhof en Tanthof goed zijn bezocht, hebben voldoende gelegenheid geboden 3D onder de aandacht te brengen. Dit is echter een incidentele mogelijkheid geweest.

 

Overige

De projectbeschrijving lijkt ervanuit te gaan één specifieke wijk aan te wijzen voor een duurzaam wijkplan. Zoals ook blijkt uit deze rapportage is er thans geen specifieke wijk in voorbereiding maar wordt er voor gezorgd dat in elk wijkplan de verschillende aspecten van duurzaamheid voldoende aan de orde komen.

 

 

2.2.6    Duurzame herstructurering Poptahof

 

Omschrijving

Stimulering van een duurzame ontwikkeling van de Poptahof door samenwerking met de woningbouwcorporatie en belangenorganisaties met als doel het maken en uitvoeren van een herstructureringsplan, zodat de wijk tenminste voor de komende dertig jaar weer een aantrekkelijk woon-, werk- en verblijfsgebied zal zijn met een goede sociale structuur.

 

Gerealiseerd

In de afgelopen periode is er gewerkt aan het gezamenlijk ambitieniveau en een scenario op hoofdlijnen voor de duurzame aanpak van de Poptahof.  Dit is door het Delfts Interfacultair Onderzoeks Centrum “De ecologische stad” neergelegd in de brochure “Naar een duurzaam Poptahof in de 21ste eeuw; een verkenning van de kansen”. Daarnaast is er gewerkt aan een concept-steden­bouw­kundige visie.

 

Planning

Vanwege het verbreken van de werkrelatie AWS Volkshuisvesting-De Woonplaats en de fusie tussen Delftse corporaties tot Delft Wonen heeft het proces vanaf eind 1999 tot heden stil gelegen. Afspraak is dat in de loop van september 2000 bekeken wordt op welke wijze verder gegaan kan worden.

 

 

2.2.7    Klein Kyoto in Delft

 

Omschrijving

In 2020 10% van de energievraag in Delft dekken met duurzame energie(bronnen), zoveel mogelijk door middel van lokale opwekking. Belangrijke subdoelen zijn:

·       een energiebeeld per gebied opstellen;

·       een link leggen met TU Delft en Delft Kennisstad;

·       werken aan de uitstraling van Delft;

·       aansluiten op actuele planontwikkeling voor een gebied;

·       verbeteren van het milieurendement van Delft.

 

Gerealiseerd

Door het bureau CEA is in het najaar van 1999 een Duurzame Energie-scan verricht voor geheel Delft. Deze DE-scan brengt het potentieel van duurzame energie­opwekking binnen de gemeente Delft in kaart en stelt, op basis van haalbaarheids­percentages, een realiseerbare doelstelling voor het jaar 2005 vast van 3,1%.

Door het bureau INBO is het najaar van 1999 een onderzoek verricht naar een verder­gaande energiebesparing in de wijk Voorhof te Delft. Verder werkt een afstudeerder van de TU Delft aan het ontwerpen van een instrument om de kansen voor duurzame ontwikkeling van Delft in kaart te brengen toegepast op het thema energie. De relatie die Klein Kyoto in Delft duidelijk heeft met het project Kansen­kaart van Delft heeft vorm gekregen in dit afstudeerwerk.

 

Hieronder staat in het kort per projectstap de ontwikkelingen aangegeven:

1.    Inventarisatie nulsituatie. Het INBO-onderzoek richt zich alleen op Voorhof. Het opschalen naar heel Delft kan wellicht door het Delfts Energieagentschap worden ingevuld.

2.    Inventarisatie van de voorwaarden en de doelstelling. Komt aan bod in 3D, de DE-scan en het afstudeeronderzoek.

3.    Selecteren van de opties voor duurzame energiebronnen. Komt aan bod in de DE-scan en het afstudeeronderzoek.

4.    Ontwikkelen van varianten per soort gebied. In voorbereiding, maar nog niet schriftelijk vastgelegd.

5.    Ontwikkelen van varianten per specifiek gebied. Nog niet uitgevoerd.

6.    Maken van een vergelijking van de varianten. Een vergelijking van de aan de verschillende varianten verboden kosten zal worden gemaakt. De uiteindelijke keuze moet worden gemaakt door betrokken beleidsmaken c.q. bestuurder.


Kansenkaart voor het thema Energie

7-9Opstellen van een energievisie per specifiek gebied. Besloten is deze projectstappen pas te nemen als projecten actueel zijn, zoals nu het geval is in het Zuidpoortgebied.

 

Planning

De uitvoering ligt redelijk op schema, naar verwachting zullen de projectstappen 1 t/m 6 eind 2000 gerealiseerd zijn. In de afgelopen periode is reeds gebruik gemaakt van de beschikbare informatie, o.a. voor de wijkplannen en voor het TU Zuid-gebied.

Het halen van de duurzame energiedoelstelling is zonder investeringen door de gemeente Delft én anderen niet haalbaar. In de DE-scan is een bedrag genoemd van 20 miljoen om in 2020 15% van de vraag naar energie in Delft met duurzame energiebronnen te dekken. Het project ‘100 Delftsblauwe daken’ is een goede stap op weg naar realisatie van deze doelstelling. 

 

Een belemmering die zich voordoet is dat Energie Delfland niet kan aangeven hoeveel duurzame energie er geproduceerd wordt binnen de gemeentegrenzen van Delft. Dit bemoeilijkt het monitoren van de doelstelling van dit project. Wel kan Energie Delfland aangeven hoeveel pakketjes ‘groene stroom’ zijn afgenomen binnen de gemeentegrenzen.

 

Voorstel

Voorstel is om de projectstappen 7, 8 en 9 pas te nemen bij actuele situaties. Andere factoren dan gebiedsgerichte spelen vaak een rol bij het bepalen wat daadwerkelijk gerealiseerd kan worden in een specifiek plan. Zolang niet alle partners bekend zijn, is het lastig een energievisie vast te leggen, die daadwerkelijk gerealiseerd gaat worden. Voorgesteld wordt daarom ook het daarbij behorende communicatietraject richting de doelgroepen pas later uit te voeren. 

 

 

2.2.8    Duurzame ontwikkeling Zuidpoort

 

Omschrijving

De duurzame ontwikkeling Zuidpoort is een van de voorbeeldprojecten van het landelijke project Stad & Milieu van het ministerie van VROM. Stad & Milieu heeft tot doel ruimtelijke ordening en milieu in het stedelijk gebied beter op elkaar af te stemmen. Het dilemma van de compacte stad moet opgelost worden door milieu-aspecten eerder in de planvorming te betrekken en (eventueel) een flexibeler omgaan met milieuregels en -normen. Verbetering van de leefkwaliteit is een doel.

 

Gerealiseerd

In het kader van het project is het volgende gerealiseerd:

·       analyse van de effecten van de planvorming op de leefbaarheidsaspecten uit de workshop leefbaarheid die in het kader van Stad & Milieu gehouden is;

·       beschrijving van stap 1 en 2 van de Stad & Milieu-methodiek voor het bestemmingsplan Zuidpoort;

·       uitvoering van het akoestisch onderzoek naar de inpassing van de (te recon­strueren) Zuidwal;

·       opstellen van een overeenkomst tussen de gemeente en de projectontwikkelaar over de te treffen maatregelen op het gebied van duurzaam bouwen;

·       onderzoek (i.o.m. Energie Delfland) naar de mogelijkheden van een voorziening voor duurzame energie;

·       advisering naar aanleiding van ondermeer de randvoorwaarden van veld 9 en 10 van het plangebied en de bewonersvariant voor veld 10;

·       deelname aan reguliere vergaderingen van de projectgroep Stad & Milieu.

 


Planning

De projectdoelstellingen worden waarschijnlijk binnen de geplande termijn gehaald, hoewel er sprake is van een moeilijk meetbare projectdoelstelling: ‘een duurzame herinrichting van het Zuidpoortgebied, waarbij sprake is van een verbetering van de leefbaarheid en leefkwaliteit’.

De planning van de realisatie van de bouwplannen kan nog gehaald worden, maar staat onder druk: De start van het voorlopig ontwerp heeft vertraging opgelopen.

De uitstel van de start van het voorlopig ontwerp voor de bouwplannen op het kerngebied heeft de planning onder druk gezet, wat mogelijk ten koste kan gaan van de aandacht voor duurzaamheidsaspecten in de planvomring.

 

 

2.2.9    Eenheid Première Delft

 

Omschrijving

De eenheid Première Delft/Zoetermeer geeft met behulp van standaardproducten en -diensten praktisch uitvoering aan de projecten die staan beschreven in het gemeentelijk energiebeleidsplan. Dit gebeurt door werkeloze HBO’ers, opgeleid tot energie- en milieuconsulent, die onder deskundige leiding van een medewerker van Energie Delfland, in eerste instantie zijn ingezet voor de doelgroepen huishoudens en midden- en kleinbedrijf. Tegen een geringe bijdrage voeren de consulenten een doorlichting uit (energiescan), stellen zij rapportages op, geven zij energieadviezen en stimuleren zij klanten deze adviezen uit te voeren.

 

Gerealiseerd

De eenheid Première Delft/Zoetermeer is op 1 april 1999 officieel van start gegaan. In de periode van 1 april 1999 tot begin december 1999 zijn 11 proefonderzoeken gedaan. Verder zijn er 33 huishoudens en 3 bedrijven bezocht. Daarnaast is twee maal een autoratiometing verricht in het kader van vervoermanagement bij de gemeente Delft en zijn maandelijks de meterstanden van de Delftse gemeentelijke gebouwen geregistreerd.

 

Planning

Het aantal uitgebrachte adviezen is veel lager dan begroot. Gepland waren bezoeken aan 40 bedrijven en 210 huishoudens. De moeizame werving van klanten (veroorzaakt door een beperkte vraag naar adviezen) in combinatie met andere startproblemen, heeft geleid tot het opheffen van de eenheid Première Delft/Zoeter­meer begin 2000. De taken van de eenheid Première Delft/Zoetermeer zijn overgedragen aan het Delfts Energie Agentschap, dat in juli 2000 van start is gegaan. Een voorstel voor de wijze waarop aan deze taken uitvoering zal worden gegeven, volgt.

 

 

2.2.10  Haalbaarheidsonderzoek Auto(matisch) weg

 

Omschrijving

Een technisch en economisch haalbaarheidsonderzoek naar een ondergronds parkeersysteem (paternostersysteem) dat de mogelijkheid geeft bovengronds een zeer compact ontvangstgebouw te construeren. Hierdoor kan intensief van beperkte ruimte gebruik gemaakt worden.

 

Gerealiseerd

Funderingsbedrijf FUNDEX, ecotechnisch ontwerpbureau IDOR en architectengroep Kok en De Haan hebben, samen met de gemeente Delft, een paternosterlift voor het ondergronds parkeren van auto’s in een verticale schacht ontwikkeld. Het project is op 24 mei 2000 afgesloten met een eindrapport. Conclusie van het onderzoek is dat het parkeren van auto’s in een paternosterlift gebouwd in een ondergrondse schacht mogelijk en haalbaar is. Deze parkeervoorziening is bij uitstek geschikt voor toepassing in een kleinschalige, sterk urbane omgeving, zoals een (historische) binnenstad. De schacht biedt ruimte aan 25 auto’s en heeft een buitendiameter van 8,5 m. Ten opzichte van een keldergarage biedt de schacht een ruimtebeperking van 732 m2. De schacht kost als serietype fl. 75.000,00 per parkeerplaats. Het bouw­procédé veroorzaakt weinig mobiliteitsbeperking tijdens de bouw en heeft weinig invloed op de bestaande bebouwing. Het systeem werkt snel en is een goede oplossing voor gebruik als publieksgarage.

 

Voortgang

De projectdoelstelling is geheel gehaald, binnen de geplande termijn. Het project is op 24 mei 2000 afgesloten met een eindrapportage. Conclusie van het haalbaarheidsonderzoek is dat het ontwikkelen van parkeerschachten aan de Nieuwe Langendijk zowel technisch als economisch haalbaar is.

 

 

2.3  Mobiliteit

2.3.1    Openbaar vervoer

 

Omschrijving

Het beperken van (de groei van) het autogebruik door bewoners en bezoekers van Delft door het gebruik van het openbaar vervoer aantrekkelijker of eenvoudiger te maken door middel van het wegnemen of verlagen van de kosten voor de gebruiker en/of door middel van een meer op de behoefte van gebruikers afgestemde kwaliteit.

 

Gerealiseerd

Het project maakt deel uit van het Verkeers- en Vervoerplan Plus. Dit plan is nog niet vastgesteld door de gemeenteraad. Het project is daarom nog niet in uitvoering genomen.

 

 

2.3.2    Voldoende ruimte voor voetganger en fietser

 

Omschrijving

Voldoende ruimte voor voetganger en fietser betreft:

·       nieuwe langzaam verkeer routes (realisatie van ontbrekende schakels in de netwerken);

·       verbetering van bestaande langzaam verkeer routes;

·       vermijding van conflictsituaties tussen het langzaam verkeer en snelverkeer;

·       vermijding van conflictsituaties tussen het langzaam verkeer onderling.

Een herverdeling van de (verkeers)ruimte ten gunste van de voetganger en fietser en ten koste van de auto kan mogelijkheden bieden om knelpunten op te lossen.

 

Gerealiseerd

Het project maakt deel uit van het Verkeers- en Vervoerplan Plus. Dit plan is nog niet vastgesteld door de gemeenteraad. Het project is daarom nog niet in uitvoering genomen.

 

 


2.4  Water en ecologie

2.4.1    Water in Ecodus: EcoDusVer en Verder

 

Omschrijving

Het project behelst het volgende:

·       het verbeteren van het huidige watersysteem en de waterkwaliteit in Ecodus;

·       in samenwerking met alle betrokkenen, incl. de jeugd, opstellen van een beheersplan;

·       het leren van de ervaringen uit Ecodus en deze ervaringen gebruiken om te komen tot een stappenplan (‘watergids’) voor andere projecten in Delft.

 

Gerealiseerd

Per 1 september 2000 is een watermanager in dienst getreden. De watermanager is projectleider voor dit project. Het project zal daarom op korte termijn in uitvoering worden genomen.

 

 

2.4.2    Afkoppelen van regenwater in de Wippolder

 

Omschrijving

Het project behelst het volgende:

·       verbeteren van de water- en de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater in de Wippolder en omstreken;

·       verbeteren van het rendement van de zuivering van rioolwater;

·       regelen van de grondwaterstand;

·       vergroten van het milieubewustzijn en stimuleren van milieuvriendelijk gedrag bij burgers en woningbouwverenigingen met betrekking tot water.

 

Gerealiseerd

Gedurende de ontwerpfase bleek het niet mogelijk om de dakafvoeren van de daar aanwezige flats met een molgoot aan te sluiten op de straatkolken, omdat dit zou leiden tot gladheid in de winter en oneffenheden in het trottoir. In plaats daarvan worden de dakafvoeren met een kunststofbuis aangesloten op het riool.

In februari 2000 is gestart met de aanleg van een infiltratieriool rond de nieuwbouw in de driehoek Kloosterkade, St. Aldegondestraat en Prof. Krausstraat. Het infiltratieriool is inmiddels gereed en voorzien van een tijdelijke aansluiting op de watergang in de Koningin Emmalaan. Een definitieve aansluiting wordt gerealiseerd na de rioleringswerkzaamheden die nog moeten plaatsvinden in de Koningin Emmalaan. Tijdens deze werkzaamheden zal ook hier een infiltratieriool worden aangelegd.

Bovenstaande werkzaamheden dragen met name bij aan het bereiken van de tweede en derde projectdoelstelling. Met betrekking tot de eerste doelstelling geldt dat het aanleggen van natuurvriendelijke oevers aan de Koningin Emmalaan zich in de onderzoeksfase bevindt. Daarnaast werkt de projectgroep aan de voorbereiding van projecten die bijdragen aan het bereiken van de vierde doelstelling.

 

Planning

Het project verloopt vooralsnog volgens planning. De voortgang hangt voor een belangrijk deel af van de uitvoering van de nieuwbouw door Vestia.

 

Overig

Momenteel loopt er een onderzoek naar de mogelijkheden om kwantitatieve en kwalitatieve aspecten van zowel het grond- als het oppervlaktewater te monitoren. Een voorstel voor een monitoringssysteem volgt.

 

2.4.3    Herstructurering watersysteem Voorhof, Buitenhof en Tanthof

 

Omschrijving

Een duurzaam en gezond watersysteem creëren in de Hoge en Lage Abtswoudse Polder dat voldoet aan de door het bestuur vastgestelde eisen.

 

Gerealiseerd

Er is gestart met de uitvoering van een proef in Tanthof-West en met de voorbe­reiding van de herstructurering van het watersysteem in de Poptahof.

 

Planning

In februari 2001 vinden er baggerwerkzaamheden plaats in het watersysteem Tanthof-West. In maart start vervolgens de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Hiermee verloopt het project volgens planning.

 

 

2.4.4    Ecologische Hoofdstructuur Delft

 

Omschrijving

Het vergroten van de natuurwaarde in het stedelijk gebied en het verbeteren van de ecologische relaties tussen ‘stad’ en ‘land’. Nagestreefd wordt om een zoveel mogelijk zelfregulerend ecologisch systeem te creëren.

 

Gerealiseerd

Per 1 september 2000 is een stadsecoloog in dienst getreden. De stadsecoloog is projectleider voor dit project. Het project zal daarom op korte termijn in uitvoering worden genomen.

 

 

2.4.5    Onderzoek effecten verminderen grondwateronttrekkingen in Delft

 

Omschrijving

Het verkrijgen van inzicht in de gevolgen van het verminderen van de grondwateront­trekkingen in de gemeente Delft.

 

Gerealiseerd

Per 1 september 2000 is een watermanager in dienst getreden. De watermanager is projectleider voor dit project.

 

 

2.4.6    Recreatiewater in en om Delft

 

Omschrijving

Door een toename van de bevolking in de directe omgeving (Vinex-locaties) wordt de druk op de recreatiewateren steeds groter. Deze toenemende druk en een verslechterende kwaliteit van het oppervlaktewater hebben een negatieve invloed op de aantrekkelijkheid van de recreatiegebieden. Uitbreiding van het areaal aan goed bereikbare recreatiewateren geeft spreiding van het gebruik.

 

Gerealiseerd

In het kader van de reconstructiewerken Midden-Delfland zijn op dit moment recreatiegebieden in aanleg aan de zuidkant van Delft. Deze omvatten onder meer recreatiewater in het gebied Ackerdijk, te weten een dagrecreatieplas voor naturisten (toegang vanaf Rotterdamseweg) en de aanleg van een kreek (in het aan te leggen Abtswoudschebos (ter hoogte van de Willem Dreeslaan). Naar verwachting kunnen deze in 2001 in gebruik worden genomen.

 

 

2.4.7    Proefproject Waterstad 2000

 

Omschrijving

Een aantal samenwerkende kennisintensieve bedrijven en instanties hebben een innovatief hoogstaand systeem ontwikkeld dat integraal waterbeheer mogelijk maakt via het telemetrisch meten van kwantiteit en kwaliteit van water. Het project voorziet in de aanleg van een proef-meetnet van ongeveer 1000 meetpunten rondom de toren van de Delftse Nieuwe Kerk. De gegevens zijn vrijwel direct en continu beschikbaar via het internet.

 

Gerealiseerd

Het integrale meetnet waarmee de grondwaterstanden, oppervlaktewaterpeilen, riooloverstorten en neerslag wordt gemeten is ingericht. In de nabije toekomst zullen de gegevens via een radiotelemetriesysteem direct op internet uitleesbaar zijn. Er zijn inmiddels vijf werkgroepen in het leven geroepen. Zij doen onderzoek naar de haalbaarheid en bruikbaarheid van telemetrisch meten in de waterkringloop. Vier van de vijf werkgroepen zijn gericht op onderdelen van de waterkringloop, te weten grondwater, oppervlaktewater, riool- en regenwater en bodem. De vijfde en overkoepelende werkgroep richt zich op integraal waterbeheer.

 

 

2.5  Afval

2.5.1    Tariefsdifferentiatie

 

Omschrijving

Het onderzoeken van de mogelijkheden om de burger te laten betalen naar afvalaanbod en onderzoeken hoe zo’n systeem het beste ingevoerd zou kunnen worden ten einde de hoeveelheid restafval bij de Delftse huishoudens terug te dringen.

 

Gerealiseerd

Het project is nog niet in uitvoering genomen.

 

Planning

Uitvoering start voorjaar 2001.

 

 

2.5.2    Uitbreiding Retourettes

 

Omschrijving

Het verbeteren van de afvalscheiding, de informatievoorziening en de service aan de Delftse burger door het realiseren van vier Retourettes, al dan niet met informatie­punt, bij ondernemers verspreid over Delft in vier jaar.

 

Gerealiseerd

De evaluatierapportage is afgerond en in september door de raadscommissie Duurzaamheid vastgesteld. Milieu-adviesbureau De Straat heeft de belangstelling onder supermarkteigenaren gepolst voor het Retourette-concept. Een voorstel voor verbetering van de huidige Retourette is in een vergevorderd stadium.

 


Planning

In de periode oktober 1999 - juni 2000 is circa 90 uur aan menskracht geïnvesteerd in het project. Er zijn geen uitgaven gedaan. Op onderdelen van het oorspronkelijke projectvoorstel loopt het project niet volgens planning.

 

Voorstel

In de projectomschrijving in 3D lopen in feite twee verschillende deelprojecten door elkaar: het verbeteren van het informatiepunt bij de huidige Retourette aan de Bikolaan en het realiseren van vier Retourettes+ in Delft. In het basisdocument Opschaling Retourette+ in Delft worden deze twee stappen meer als aparte projecten onderscheiden. Eerst zullen er verbeteringen worden doorgevoerd bij het informatiepunt van de bestaande Retourette, daarna wordt gestart met het uitbreiden van het aantal Retourettes.

 

 

2.5.2    Milieuzorg en -educatie in het voortgezet onderwijs

 

Omschrijving

Realisatie en gebruik van middelen, materialen en methoden om milieuzorg en milieu-educatie op het voortgezet onderwijs in Delft te bevorderen. In eerste instantie zal een pilot worden uitgewerkt voor het thema afval.

 

Gerealiseerd

In de eerste helft van 2000 voerde een stagiair een inventarisatie uit van de beschikbare NME-middelen voor het voortgezet onderwijs, waarbij met name aandacht werd besteed aan het thema afval. Gesprekken met de drie scholen voor voortgezet onderwijs maakten deel uit van deze inventarisatie. De uitkomsten zijn beschreven in de rapportage ‘Voortgezet Onderwijs & Afval?! Een inventarisatie naar bruikbare middelen op het gebied van natuur- en milieuzorg en -educatie voor het voortgezet onderwijs in Delft’. Ter voorbereiding op de vervolgstap, een pilotproject, ligt deze rapportage voorzien van een vragenlijst bij de drie scholen. Het project wordt na de start van het schooljaar 2000-2001 weer opgepakt.

 

Planning

Het project verloopt volgens planning.

 

 

2.5.3    Voorlichting op maat

 

Omschrijving

Maatwerk in voorlichting over de verschillende vormen van afvalinzameling en de mogelijkheden om het ontstaan van afval te voorkomen.

 

Gerealiseerd

Het project is onlangs in uitvoering genomen.

 

Planning

In maart 2001 zal er een communicatieplan gereed zijn.

 

 


2.6  Procesinstrumenten

2.6.1    Duurzaamheidsmonitor

 

Omschrijving

Het project omvat het uitbouwen van de Milieumonitor tot een Duurzaamheids­monitor, waarin verschillende bestaande rapportages (Milieumonitor, Milieujaar­verslag, GIM-rapportage en 3D-voortgangsrapportage) geïntegreerd zijn. Daarnaast wordt bezien op welke wijze het monitoringsinstrument het beste kan voldoen aan de doelen: het verschaf­fen van inzicht in de milieukwaliteit en de resultaten van het duurzaamheidsbeleid. Daarnaast zal er een draaiboek worden opgesteld ten behoeve van de gegevens­inzameling en verslaglegging dat elk jaar opnieuw gebruikt kan worden.

 

Gerealiseerd

november 1999                   bespreking van de opzet van de Delftse Duurzaamheidsmonitor in projectgroep;

december 1999                  behandeling van de opzet van de Delftse Duurzaamheidsmonitor in het Duurzaamheidsplatform;

januari 2000                       behandeling van de opzet van de Delftse Duurzaamheidsmonitor in de commissie Duurzaamheid;

maart 2000                        draaiboek Delftse Duurzaamheidsmonitor afgerond;

maart-mei 2000                  gegevensvraag uitgezet en factsheets geactualiseerd i.s.m. gegevensleveranciers.

 

Planning

Tussen 1 november 1999 en 31 juli 2000 is 250 uur aan dit project besteed, exclusief de uren van de gegevensleveranciers. Voor het eerste jaar is 345 uur begroot. De verwachting is dat dit voldoende is om de Delftse Duurzaamheidsmonitor 2000 af te ronden. Er zijn geen uitgaven gedaan.

Het draaiboek voorziet in een planning gericht op de presentatie van het rapport in de eerste week van juni. Deze planning wordt in 2000 niet gehaald. Behandeling in het college van B&W en de commissie Duurzaamheid zal plaatsvinden in oktober, waarna het in november in gedrukte vorm beschikbaar zal zijn.

 

 

2.6.2    Duurzaamheidstoets

 

Omschrijving

Het ontwikkelen van een instrument dat een handvat biedt bij het meewegen van de duurzaamheidsprincipes in de voorbereidingsfase van plannen op ambtelijk niveau en bij de besluitvorming over deze plannen op bestuurlijk niveau.

 

Gerealiseerd

Er is een concept-projectvoorstel opgesteld. Verder zijn er contacten gelegd met andere gemeenten (Leeuwarden, Waddinxveen) die bezig zijn met het formuleren van een vergelijkbaar instrument als de duurzaamheidstoets. Daarnaast is contact gelegd met De Straat Milieu-adviseurs om een eerste aanzet te doen voor de concretisering van de zes duurzaamheidsprincipes.

 

Planning

Er is circa 20 uur aan de uitvoering van het project besteed. Uitvoering van het project loop achter op schema. De uitvoering van de reorganisatie van de gemeentelijke organisatie maakte dat de afgelopen periode niet geschikt was voor de introductie van een instrument als de duurzaamheidstoets.  De projectdoelstellingen zijn nog niet gehaald.

 

 

2.6.3    Gemeentelijke interne milieuzorg

 

Omschrijving

Het omvormen van de huidige gemeentelijke interne milieuzorgsystematiek naar een systematiek die past bij de nieuwe gemeentelijke organisatie. Naast organisatorische aspecten staan vooral milieutechnische aspecten centraal bij de aanpak van GIM. Uitgangspunt hierbij is de koppeling van GIM en Arbo-zorg wat betreft systematiek en plaats in de organisatie.

 

Gerealiseerd

Zoals in het voorstel is vastgesteld is gemeentelijke interne milieuzorg in de nieuwe organisatie gekoppeld aan Arbo-zorg (en kwaliteitszorg). GIM is niet langer een taak van de afdeling Milieu, maar zal onder het cluster Facilitair vallen, het is immers een taak van iedereen. Er is een eerste voorstel gemaakt voor de organisatie van Arbo-zorg en GIM. Dit voorstel is in het voorjaar 2000 in het GMT besproken en op hoofd­lijnen vast­gesteld door het GMT. Er wordt momenteel gewerkt aan de nadere uitwer­king van het voorstel.

 

Planning

Sinds oktober 1999 is er circa 80 uur aan menskracht in het project geïnvesteerd. Er zijn geen uitgaven gedaan. Het project verloopt volgens planning.

Het doel is in zoverre gehaald, dat GIM als taak is ondergebracht bij het cluster Facilitair. De benodigde menskracht om de coördinerende taak m.b.t. GIM/Arbo-zorg invulling te geven kan nog een struikelblok gaan vormen.

 

Overig

De capaciteit die momenteel bij het vakteam Milieu beschikbaar is, wordt ingezet ten behoeve van de inbedding van GIM in de nieuwe organisatie. Capaciteit om inhoude­lijke GIM-items als duurzaam inkopen en vervoermanagement op te pakken ontbreekt. Alle voormalige milieucoördinatoren hebben andere werkplekken (hetzij binnen, hetzij buiten de gemeente) en zijn daarom niet meer aanspreekbaar op het gebied van GIM. Naast het feit dat er nu in alle clusters nieuwe contactpersonen moeten worden gezocht, zijn de uren die voorheen voor GIM/Arbo-zorg waren gereserveerd, verdwenen naar andere beleidsvelden.

 

 

2.7  Samenvatting en aanbevelingen

In onderstaande tabel is de voortgang van de 3D-projecten kort samengevat. Waar relevant is een aanbeveling opgenomen.

 

 

 

Project

Voortgang

Aanbeveling

1. Duurzaam bouwen

Verloopt volgens planning.

-

2. Kansenkaart van Delft

Vertraagd door per­so­nele omstandig­heden; inmiddels weer opgepakt.

-

3. Duurzame herstructu­rering Schie-oevers

Verloopt volgens planning.

-

4. Duurzame ontwik­keling TU-Zuid gebied

Verloopt volgens planning.

-

5. Duurzaamheid in wijkplannen

Verloopt volgens planning.

-

6. Duurzame herstructu­rering Poptahof

Vertraagd door proces­matige factoren (w.o. de fusie van corporaties); geen extra inzet nodig.

-

7. Klein Kyoto in Delft

Vertraagd door perso­nele omstandigheden; inmiddels weer opgepakt.

-

8. Duurzame ontwik­keling Zuidpoort

Verloopt volgens planning.

-

9. Eenheid Première Delft

De Eenheid Première Delft is opgeheven; de taken zijn overgedragen aan het Delfts Energie Agent­schap dat in juli 2000 van start is gegaan.

Aanbevolen wordt pas een voorstel te doen voor de wijze waarop de taken worden opgepakt als het Energiemaster­plan Delft gereed is (naar verwachting eind 2001), zodat een goede afstemming mogelijk is.

10. Haalbaarheids­onderzoek Auto(matisch) weg

Afgerond.

Aanbevolen wordt bij de uitwerking van het parkeerbeleid de resul­taten van dit haal­baar­heids­onderzoek te betrekken.

11. Openbaar vervoer

Project start na vast­stelling van VVP+.

-Aanbevolen wordt het VVP+ medio 2001 vast te stellen

12. Voldoende ruimte voor voetganger en fietser

Project start na vast­stelling van VVP+.

-Aanbevolen wordt het VVP+ medio 2001 vast te stellen. T.a.v. fietsverkeer de aspecten meenemen in versnelling fietsactieplan-

13. Water in Ecodus: EcoDusVer en Verder

Vetraagd door gebrek aan personele capaci­teit; inmiddels opge­lost door de indienst­treding van een water­manager per 1 septem­ber 2000.

-

14. Afkoppelen van regenwater in de Wippolder

Verloopt volgens planning.

-

15. Herstructurering watersysteem Voorhof, Buitenhof en Tanthof

Verloopt volgens planning.

-

16. Ecologische Hoofdstructuur Delft

Vertraagd door gebrek aan personele capaci­teit; inmiddels opgelost door de indiensttreding van een stadsecoloog per 1 september 2000.

-

17. Onderzoek effecten verminderen grond­wateronttrekkingen in Delft

Vetraagd door gebrek aan personele capaci­teit; inmiddels opgelost door de indiensttreding van een watermanager per 1 september 2000.

-

 

 

 

18. Recreatiewater in en om Delft

Verloopt volgens planning.

-

19. Proefproject Waterstad 2000

Verloopt volgens planning.

-

20. Tariefsdifferentiatie

Vertraagd door perso­nele omstandigheden; inmiddels opgelost. Project wordt voorjaar 2001 opgepakt.

Aanbevolen wordt de voorbereidingen snel op te pakken i.v.m. gewenste invoeringsdatum 1 januari 2002-

21. Uitbreiding Retourettes

Verloopt niet geheel volgens planning: Verbeteringen van het informatiepunt worden begin 2001 doorge­voerd. Uitbreiding van het aantal Retourettes is nog niet gestart.

Aanbevolen wordt aller­eerst het informatie­punt bij de bestaande Retou­rette te verbeteren. en het aantal Retou­ret­tes uit te breiden met als streven 1 tot 2 nieuwe retourettes in 2001..

22. Milieuzorg en -edu­catie in het voortgezet onderwijs

Verloopt volgens planning.

-

23. Voorlichting op maat

Vertraagd door perso­nele omstandigheden; inmiddels opgepakt.

-

24. Duurzaamheids­monitor

Vertraagd door proces­matige factoren.

Aanbevolen wordt het verzamelen van informatie t.b.v. de Monitor 2001 pas te starten nadat de editie van 2000 gereed is, zodat een voldoende groot draagvlak aanwe­zig blijft. Dit zal betekenen dat het proces voor het jaar 2001 met ongeveer twee maanden vertraagd wordt. Vooralsnog wordt er echter vanuitgegaan dat de Monitor 2001 voor de zomer kan worden gepresenteerd.

25. Duurzaamheidstoets

Vetraagd door de gemeentelijke reorganisatie.

Gezien de voortgang van de reorganisatie wordt aanbevolen de ontwikkeling van de Duurzaamheids­toets begin 2001 op te pakken.

26. Gemeentelijke interne milieuzorg

Vertraagd, de voorbeeldfunctie die een gemeente kan hebben is niet waargemaakt.

Aanbevolen wordt Ge­meentelijke Interne Milieu­zorg (GIM), ge­kop­peld aan arbo, als speerpunt te formuleren voor het Gemeentelijk Management Team (GMT).