· In 1999 is in samenwerking met vele partijen 3D, het Duurzaamheidsplan Delft voor de periode 2000-2003, opgesteld.
· Delft eindigde als 12e in de Nationale Duurzaamheidsspiegel, een beoordeling van de duurzaamheid van gemeenten door maatschappelijke organisaties.
· De voormalige afdeling Milieu gaat na de gemeentelijke reorganisatie verder als twee vakteams.
· Er is een nota Natuur- en milieucommunicatie in voorbereiding waarin het natuur- en milieueducatiebeleid en het milieucommunicatiebeleid geïntegreerd worden.
· Het project Water in de Wereld, gericht op Delft en haar zustersteden, is een succes geworden.
· De Duurzaam Delftprijs is in 1999 niet uitgereikt.
· De campagne Duurzaam Klussen is afgerond.
Duurzaamheidsplan
Delft
In 1999 is het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003 tot stand gekomen. Het plan bevat een visie op een duurzame stedelijke ontwikkeling op basis van een zestal principes. Deze visie is uitgewerkt in 26 concrete projectvoorstellen, die in de planperiode uitgevoerd zullen worden. Gemeente, maatschappelijke organisaties, instellingen, bedrijven, burgers, en overheden werkten tussen januari en juli 1999 nauw samen aan het plan tijdens vier goed bezochte bijeenkomsten in de aula van de TU Delft. In totaal name circa 150 mensen deel aan het proces. Het is nadrukkelijk de bedoeling de samenwerking bij de uitvoering voort te zetten. In oktober 1999 is het Duurzaamheidsplan vastgesteld door de gemeenteraad. Het plan is nog niet in gedrukte vorm verschenen (i.v.m. de vertraagde behandeling van het Verkeers- en Vervoerplan Plus), maar desondanks is er al veel belangstelling voor het plan geweest vanuit met name andere gemeenten.
Duurzaamheidsspiegel
De Lokale Duurzaamheid Spiegel is een initiatief van de Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO). Het omvat een instrument (een aantal vragenlijsten) waarmee maatschappelijk organisaties kunnen bepalen hoe ‘duurzaam’ een gemeente is, ook in vergelijking met andere gemeenten. Er zijn vragenlijsten voor verschillende thema’s: algemeen beleid, gFout! Bladwijzer niet gedefinieerd.roen & ruimte, dFout! Bladwijzer niet gedefinieerd.uurzaam bouwen & wonen, eFout! Bladwijzer niet gedefinieerd.nergie, Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.internationale samenwerking, sociaal, vFout! Bladwijzer niet gedefinieerd.erkeer & vervoer, enFout! Bladwijzer niet gedefinieerd. water. In 1999 werd de Duurzaamheidsspiegel voor het eerst uitgevoerd. Rotterdam was toen winnaar, in Delft werd geen meting uitgevoerd. In 2000 hebben Delftse lokale groepen wel deelgenomen en de prestaties van Delft op het gebied van duurzaamheid beoordeeld. Delft eindigde als 12e van de in totaal 82 deelnemende gemeenten. De hoge klassering werd met name gehaald doordat op de verschillende thema’s heel constant werd gescoord.
Gemeentelijke
reorganisatie
In 1999 heeft de reorganisatie van de gemeentelijke organisatie zijn beslag gekregen. Het gemeentebestuur heeft besloten de voormalige afdeling Milieu te splitsen in twee vakteams. Het vakteam Milieu, dat zich in hoofdzaak bezig houdt met beleidsvoorbereiding, komt te vallen onder het cluster Wijk- en Stadszaken, het vakteam Milieuzorg, dat zich voornamelijk richt op de vergunningverlening en -handhaving, onder het cluster Publiekszaken.
Regionale
samenwerking
Het stadsgewest Haaglanden heeft veel ambities op het gebied van duurzaamheid. Dit komt onder andere tot uiting in het in 1999 verschenen Regionaal Milieubeleidsplan. De twee Milieu-vakteams van de gemeente Delft kunnen, in verband met de personele capaciteit, slechts bijdragen aan het verwezenlijken van die ambities die ook voor de gemeente Delft rendement opleveren. Op basis van de eigen prioriteiten zijn daarom enkele speerpunten gekozen waarop de inzet in het stadsgewest zich richt. Op basis van deze keuze vervult Delft een actieve rol in de volgende activiteiten:
· Bestuursovereenkomst (zie paragraaf 8.2.1);
· Kwaliteitsimpuls Milieuvergunning (zie paragraaf 8.2.1);
· Kennisplatform Duurzame bedrijfsterreinen (zie paragraaf 2.2.3);
· Bouwstoffenbesluit (zie paragraaf 4.3.1).
Hiernaast participeert Milieu ook in het ACC (Ambtelijke Coordinatie Commissie) Milieu.
Delft Kennisstad
In 1995 werd door de gemeenteraad de strategienota Delft Kennisstad, Werk Centraal vastgesteld. Doelen van de Delft Kennisstad-strategie zijn:
· zorgen voor een gezond economisch klimaat;
· zorgen voor meer werk;
· samenwerken met kennisintensieve bedrijven aan en in de stad;
· kennis en technologie als de meest kansrijke economische sectoren stimuleren en steunen;
· streven naar een prettig woon-, werk- en verblijfsklimaat;
· verinnerlijken van Delft Kennisstad bij bedrijven, instellingen en inwoners, zodat uitstraling ontstaat.
Het projectbureau Delft Kennisstad geeft invulling aan de strategie. In 1999 is een aantal Delft Kennisstad-activiteiten teruggebracht in de lijnorganisatie. Zo is het beheer over het milieutechnologiefonds ondergebracht bij het vakteam Milieu.
Jaarlijks wordt een actieplan opgesteld waarin voor verschillende kernthema’s speerpunten voor dat jaar worden vastgelegd. Vanaf het eerste actieplan (1996) is milieutechnologie één van de kernthema’s. In het actieplan 1999 is het aantal kernthema’s teruggebracht naar vier: Milieutechnologie, Informatie- en Communicatietechnologie, Water & Bodem en Ontwerpen & Architectuur. Later is hieraan nog het thema Innovatieve Vervoerssystemen toegevoegd.
In 1999 is een vijftal vooraanstaande instituten (TU Delft, WL/Delft Hydraulics, GeoDelft, TNO-Bouw en IHE Delft) een samenwerkingsverband aangegaan onder de noemer Delft Cluster. Delft Cluster profileert zich als het kenniscentrum in de wereld op het gebied van duurzame inrichting van deltagebieden en heeft inmiddels een grote financiele bijdrage gekregen van het Rijk. De gemeente Delft ondersteunt de werkzaamheden van Delft Cluster en biedt ruimte tot het uitvoeren van proefprojecten.
Vanuit het milieutechnologiefonds worden verschillende projecten (mede) gefinancieerd. In 1999 zijn resultaten geboekt bij, onder andere, de volgende projecten: Waterstad 2000 (zie paragrafen 2.4.7 en 6.1.1), BaTIG (paragraaf 6.1.1), Waterplan Delft (paragraaf 6.1.1), Ondergronds Mechanisch Parkeren (paragraaf 2.2.10), Oprichting Energie-agentschap (paragraaf 4.4.1), 100 Delftsblauwe Daken (paragraaf 4.4.1), Quick Scan Milieutechnologie en de haalbaarheidsstudie Delft International Sustainability City (DISC). Verder is een start gemaakt met het project Nul-Energieflat Poptahof en is vanuit het milieutechnologiefonds bijgedragen aan de nieuwe leerstoel Afvalmanagement bij het IHE Delft en een onderzoek naar de waterkwaliteit in de Waterspeeltuin aan de Korftlaan. Voor een groot aantal 3D-projecten zijn voorts ook bijdragen uit het milieutechnologiefonds gereserveerd.
De Quick Scan Milieutechnologie, uitgevoerd door het Centrum voor Energiebesparing en Schone Energie (CE), is in 1999 afgerond. Het eindrapport geeft een overzicht van de aard van de bedrijven en instellingen binnen de gemeente Delft die op de een of andere manier gerelateerd kunnen worden aan ‘duurzame technologie’. Ook staan in het rapport aanknopingspunten voor nieuwe projecten waarmee bestaande netwerken van bedrijven en instellingen kunnen worden versterkt en de vorming van nieuwe netwerken kan worden gestimuleerd.
Verder is in 1999 het haalbaarheidsonderzoek Delft International Sustainability City (DISC) uitgevoerd door the International Institute for the Urban Environment (IIUE). De conclusies zijn erop gericht om de in Delft aanwezige milieutechnologische kennis in te zetten voor de Midden- en Oost-Europese vraag naar oplossingen voor milieuproblemen, mede in relatie tot mogelijke toetreding van deze landen in de EU. De resultaten van het haalbaarheidsonderzoek worden benut in het bredere kader van het streven naar een internationale kennisoverdracht op het gebied van duurzaamheid.
In november 1999 is in samenwerking met externe partijen het Actieplan Delft Kennisstad voor 2000 opgesteld. Hierin zijn per kernthema activiteiten voor 2000 opgenomen die bovendien gekoppeld zijn aan vierjaren-doelstellingen.
Natuur- en milieucommunicatie
Natuur- en
milieucommunicatiebeleid
Momenteel wordt er gewerkt aan een plan waarin het Delftse beleid ten aanzien van natuur- en milieucommunicatie is opgenomen. Er was al veel langer behoefte aan een meer gezamenlijke aanpak van natuur- en milieueducatie (NME) en milieucommunicatie, maar een aantal ontwikkelingen heeft ertoe geleid dat dit juist nu daadwerkelijk gestalte krijgt:
· het verschijnen van een nieuw landelijk programma voor NME dat zich richt op een breder gebied dan educatie alleen;
· de gemeentelijke reorganisatie, waarbij de voormalige sectie NME en een deel van de afdeling Milieu zijn samengevoegd tot het vakteam Milieu;
· de vaststelling van 3D, het Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003, waarin nieuwe projecten zijn opgenomen om een duurzaam Delft te bereiken, maar waarin niet specifiek wordt ingegaan op communicatie.
Activiteiten bij De Papaver
In 1999 zijn er verschillende tentoonstellingen te zien geweest in Natuur- en Milieucentrum De Papaver:
· Van Beverrat tot Muskusrat (gehuurd);
· De Groenblauwe Slinger (eigen productie, met financiele steun van de provincie Zuid-Holland);
· Paddestoelen (gehuurd);
· Kerkuilen (gehuurd).
Gekoppeld aan deze tentoonstellingen werden ook diverse zondagmiddag-activiteiten georganiseerd. In totaal trokken de tentoonstellingen circa 12.000 bezoekers. Naast de tentoonstellingen vonden ook nog verschillende vakantie-activiteiten plaats:
de doe-het-zelf-speurtocht over de hoogste berg van Delft (voorjaar; circa 200 deelnemers), de doe-het-zelf-wandeltocht naar de Nootdorpse Plassen (mei; circa 50 deelnemers), twee themamiddagen schimmels en paddestoelen (herfst; circa 40 deelnemers) en de kerstballentocht (kerst; ongeveer 500 deelnemers). Verder verscheen maandelijks de natuur- en milieuagenda in de Stadskrant, waarin onder andere aandacht werd besteed aan activiteiten van Delftse natuur- en milieuorganisaties.
Door verschillende personeelswisselingen zijn er in 1999 geen nieuwe activiteiten voor scholen ontwikkeld. Wel konden scholen een beroep doen op het standaardaanbod uit het jaarprogramma. Er werd vooral gebruik gemaakt van de aangeboden lessen, excursies en leskisten. Niet alleen door scholen uit Delft, maar ook door scholen uit Berkel en Rodenrijs, Bergschenhoek, Pijnacker en, in beperkte mate, gemeenten uit het Westland.
Water in de Wereld
In 1998 heeft de sectie Natuur- en milieueducatie van de gemeente Delft, samen met the International Institute for the Urban Environment het initiatief genomen voor het formuleren van een gezamenlijk project ‘Water in de wereld’, binnen het extra-impuls programma ‘Mondiale aspecten en NME 1998/1999’ van de Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling’. Centraal binnen het project stond de uitwisseling van informatie en kennis op het gebied van water tussen Delft en haar partnersteden. Daarnaast werd gestreefd naar het vergroten van het inzicht in de mondiale aspecten van milieuproblemen bij inwoners van Delft en haar partnersteden. Het project werd uitgevoerd in 1999 en bestond uit een seminar, een tentoonstelling, een publieksdag, een schoolprogramma over water en een sociaal programma voor de buitenlandse gasten.
Tijdens het seminar wisselden vertegenwoordigers van de verschillende steden informatie uit over crisis-management, waterkwaliteit en -kwantiteit en watereducatie. De aanwezigen stelden bovendien de Delft Water Declaration (een intentieverklaring) op. De publieksdag op 9 oktober, waarop negentien organisaties zich presenteerden, trok ongeveer 2500 bezoekers. Aan het schoolprogramma, waarbij aangesloten werd bij het landelijke WATCH-project, namen acht scholen deel, terwijl negentien scholen ‘de varende klas’ van de Stichting Reinwater bezochten, die voor de gelegenheid was aangemeerd in Delft. Al met al is het project een succes te noemen, zeker als er in de toekomst een vervolg aan wordt gegeven.
Duurzaam Delftprijs
In 1999 was energie het thema van de Duurzaam Delftprijs. Er waren negen inzendingen die in december door de jury werden beoordeeld. De jury vond de voorstellen stuk voor stuk sympathiek van karakter en blijk geven van een grote betrokkenheid bij de duurzame ontwikkeling van de omgeving. Toch besloot ze de prijs niet uit te reiken. Als reden werd aangevoerd dat de voorstellen óf niet in voldoende mate aan de gestelde criteria voldeden óf onvoldoende waren uitgewerkt óf onvoldoende aangaven welke milieuwinst het project opleverde. Door de jury is geopperd om na te gaan of de huidige opzet van de Duurzaam Delftprijs nog wel voldoet.
Project Duurzaam Klussen
Het Delftse project Duurzaam Klussen sluit aan bij de landelijke campagne duurzaam klussen van het Ministerie van VROM en de overkoepelde organisatie van doe-het-zelfzaken. Het project Duurzaam Klussen startte in 1998. In het kader van dit project maakte een zogenaamde ‘kluskeet’ een tour langs de doe-het-zelfzaken in Delft. In 1999 heeft het project een vervolg gekregen. Doe-het-zelfzaken en aannemers ontvingen achtergrondinformatie over verschillende thema’s en folders om aan te bieden aan de klanten. Centraal stond informatie over duurzaam klussen in en om het huis. Achtereenvolgens kwamen de thema’s badkamer, schilderen, het dak en de extra kamer aan de orde. Ook de Groen Klussen gids (winnend project Duurzaam Delftprijs 1998) werd via de doe-het-zelfzaken aangeboden. Rond het thema schilderen is op 22 mei een landelijke demonstratiedag georganiseerd, waaraan vele doe-het-zelfzaken meededen. De lokale activiteiten werden versterkt door landelijke activiteiten, zoals Postbus 51-spotjes op radio en televisie. Begin 2000 is het project afgerond met de Nationale Isolatieweken. Meer informatie over duurzaam klussen is te vinden op internet: www.hbd.nl en www.milieucentraal.nl. [plaatje bever]