5 Mobiliteit

 

·       De plannen voor een autoluwe binnenstad zijn verder uitgewerkt.

·       Het Fietsactieplan is vastgesteld. Uitwerking richt zich op het aantrekkelijker en veiliger maken van de fiets als alternatief voor de auto.

·       De einddata voor de sanering van woningen met een geluidbelasting veroorzaakt door wegverkeer of railverkeer, worden niet gehaald.

·       75% van de Delftenaren kiest bij een lokale verplaatsing (tussen 0 en 5 km.) voor de fiets of de benenwagen.

·       De auto-intensiteit op de A13 neemt toe, in 1999 het sterkst sinds 1992.

·       Het motorvoertuigenbezit stijgt, maar is in Delft het laagst van alle Haaglanden-gemeenten en ook lager dan het landelijk gemiddelde.

·       Het gebruik van het openbaar vervoer blijft gelijk.

·       De luchtkwaliteit rond alle wegen voldoet aan de normen.

 

5.1       Ontwikkelingen in 1999

 

Binnenstad in stappen autoluw

In 1999 zijn plannen uitgewerkt voor het verder autoluw maken van de binnenstad. Deze plannen sluiten aan op de conclusies van de grote binnenstadsconferentie van eind 1998, en bij de plannen die het gemeentebestuur heeft vastgesteld voor de binnenstad. Het resultaat is vastgelegd in de nota Een Bereikbare Binnenstad, die begin 2000 kon worden gepresenteerd. Een belangrijk uitgangspunt blijft om de binnenstad te verbeteren door het herinrichten en autoluw maken van straten, in combinatie met het bouwen van parkeer­garages aan de rand. De nieuwe nota beschrijft nu meer gedetailleerd hoe het parkeren in de binnenstad zou moeten worden geregeld.

Het voorgestelde beleid kent vier belangrijke uitgangspunten. Het eerste is dat de hele binnenstad autoluw wordt. Mogelijkheden om in de stad te parkeren blijven er voor bewoners en bepaalde belanghebbenden. Verder worden het kernwinkelgebied en delen van de binnenstad die van bijzonder cultuur-historisch belang zijn ‘autoluw-plus’. Dit gebied is in hoofdzaak een voetgangersgebied. Het derde uitgangspunt is dat bezoekers hun auto moeten kunnen parkeren in goed bereikbare parkeergarages aan de rand van de binnenstad. Er komen in totaal drie garages: aan de Phoenixstraat, in het Zuidpoortgebied en aan de oostrand bij de Koepoortbrug. Het aantal parkeerplaatsen voor bezoekers, ten slotte, blijft vooralsnog vrijwel gelijk. Ook is in het voorstel een onderzoek naar een Citylijn opgenomen tussen de TU-wijk, de binnenstad en station Delft. Deze pendelbus gaat rijden op momenten dat de parkeerdruk in de binnenstad het hoogste is. Daarnaast moet het gebruik van de fiets worden gestimuleerd. Voorstellen hiertoe staan zijn opgenomen in het Fietsactieplan.

Het college stelt voor om met het verder autoluw maken te beginnen zodra de Phoenixgarage in gebruik is, dus vanaf najaar 2000. Zodra de parkeergarage aan de oostrand van de binnenstad klaar is, naar verwachting in 2005-2007, moet de hele binnenstad autoluw zijn.

 

Verkeers- en Vervoerplan Plus

In 1998 heeft het gemeentebestuur het Verkeers- en Vervoerplan (VVP) vastgesteld, met daarin maatregelen om de groei van het autoverkeer af te remmen. Het nieuwe college heeft de lat hoger gelegd. De nieuwe ambities zijn verwoord in een VVP-plus dat in 1999 is vormgegeven. Een doelstelling van het VVP-plus is dat de groei van het autoverkeer in de periode tot 2010 verder wordt beperkt. Om dit te bereiken en tevens te voldoen aan de doelstellingen met betrekking tot veiligheid, openbaar vervoer en de fiets zijn veel maatregelen opgenomen. Een belangrijk instrument is het toepassen van verkeersmanagement: het in de hand houden van verkeersstromen met behulp van telematica. Dit is het met elkaar in verband brengen van de verkeerslichten, dynamische parkeerverwijzing, dynamische routeverwijzing, prioriteit voor het openbaar vervoer, selectieve toegang tot de binnenstad, informatie op de kabel en dergelijke. Doel van dit alles is te komen tot een optimaal gebruik van het wegennet en het voorkomen of verminderen van files. Het VVP-plus wordt naar verwachting in november 2000 behandeld in de gemeenteraad.

 

Fietsactieplan: extra investeren in de fiets

Met de vaststelling van het Fietsactieplan investeert Delft fors in fietspaden, stallingen en andere voorzieningen. Met het uitvoeren van het plan wil de gemeente de fiets aantrekkelijker maken als alternatief voor de auto en de verkeersveiligheid van fietsers en bromfietsers verbeteren. De kwaliteit van het netwerk van fietsroutes wordt verbeterd. Aandacht is er vooral voor knelpunten op de meest gebruikte verbindingen. Het gaat onder meer om de aanleg van vrijliggende fietspaden en fietsstroken, en het herinrichten van kruispunten. Een van de projecten is de herinrichting van het Oostplein. Hiervoor is een plan uitgewerkt dat het plein ook voor fietsers veiliger en gemakkelijker oversteekbaar maakt. Verder past de gemeente de fietsbewegwijzering aan en krijgen fietsstroken op een aantal routes een laag rood asfalt.

Daarnaast wordt gewerkt aan meer plekken om fietsen te stallen. In de binnenstad komen meer fietsklemmen en een bewaakte stalling. Ook in woonwijken komt meer ruimte voor fietsen. Met name in oudere wijken hebben woningen vaak geen achterom, waardoor fietsen buiten moeten staan. In deze delen van de stad kunnen fietstrommels en buurtstallingen uitkomst bieden.

 

Geluidsanering: samenwerkingsverband Delft-Pijnacker

De gemeente Delft is budgethouder voor de subsidie t.b.v. de sanering van geluidbelaste woningen vanwege wegverkeer in Delft en Pijnacker. Het samenwerkingsverband heeft het budget voor 1999 toegewezen aan Pijnacker. De gemeente Pijnacker heeft dit budget gebruikt voor de uitvoering van het gevelisolatieproject Delftsestraatweg 2e fase. Het project heeft enige vertaging opgelopen en zal in 2000 worden afgerond.

 

 


5.2       Indicatoren

 

Beleid

 

·       Vervoersmanagement bij bedrijven

 

Doelstelling

Doel gemeente (Verkeers- en Vervoerplan, 1998): het verminderen van de groei van het autogebruik. Alternatieven voor de auto worden bevorderd. Bedrijven worden gestimuleerd een vervoermanagement te voeren, dat wil zeggen zelf alternatieven voor de auto in het woon-werkverkeer van zijn werknemers te zoeken, te creëren en/of te stimuleren.

 

Resultaat

 

Bron: Stadsgewest Haaglanden

 

In 1998 waren er in totaal 11 bedrijven actief met vervoermanagement. Twee bedrijven voerden een zelfstandig vervoermanagement, acht bedrijven hadden losse maatregelen uitgevoerd en een bedrijf had een vastgesteld uitvoeringsplan. Er zijn geen gegevens over 1999 beschikbaar. In 1996 was van 49 bedrijven de status bekend, in 1998 van 79 bedrijven.

 

Conclusie

Het aantal bekende bedrijven dat actief is met vervoermanagement neemt langzaam toe.

 

 

·       Geluidsanering wegens wegverkeer

 

Doelstelling

De Wet geluidhinder hanteert voor woningen met een geluidbelasting door wegverkeer een zogenaamde A-lijst (woningen met een geluidbelasting aan de gevel ³ 65 dB(A) maar £ 70 dB(A)) en een B-lijst (woningen met een geluidbelasting aan de gevel ³ 60 dB(A), maar < 65 dB(A)). Woningen op de A-lijst dienen uiterlijk in 2003 gesaneerd te zijn, woningen op de B-lijst uiterlijk in 2010. Onder sanering wordt verstaan dat de binnenwaarde wordt teruggebracht tot £ 40 dB(A).

 


Resultaat

 

 

In 1999 was 84% van de woningen op de A-lijst en 27% van de woningen op de B-lijst gesaneerd. In totaal dienen nog 2050 woningen van de B-lijst en 91 woningen van de A-lijst gesaneerd te worden.

 

Conclusie

De einddata voor sanering zijn niet haalbaar. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het krappe saneringsbudget. De einddata zullen waarschijnlijk door het Ministerie van VROM worden verlengd. In 1998/1999 is het saneringsbudget voor het samenwerkingsverband Delft/Pijnacker ten goede gekomen aan woningen in Pijnacker.

 

 

·       Geluidsanering wegens railverkeer

 

Doelstelling

Landelijke doelstelling (Wet geluidhinder): woningen met een geluidbelasting aan de gevel vanwege railverkeer ³ 73 dB(A) dienen uiterlijk in 2010 te zijn gesaneerd. Onder sanering wordt verstaan dat de binnenwaarde wordt teruggebracht tot £ 40 dB(A).

 

Resultaat

 

 

In totaal zijn 155 woningen gesaneerd. Er dienen nog 641 woningen te worden gesaneerd.

 

Conclusie

De einddatum voor sanering, 2010, is waarschijnlijk niet haalbaar. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het krappe saneringsbudget. In de periode 1998-1999 is het saneringsbudget voor het samenwerkingsverband Delft/Pijnacker bovendien ten goede gekomen aan woningen in Pijnacker. Daarnaast heeft het Ministerie van VROM besloten de Delftse saneringswoningen, met het oog op het Spoorzone-project, voorlopig niet te saneren.

 

 

·       Carpooling Delftenaren

 

Doelstelling

Doel gemeente (Verkeers- en Vervoerplan, 1998): het verminderen van de groei van het autogebruik. Alternatieven voor de auto worden bevorderd. Een van de alternatieven is carpoolen.

 

Resultaten

Geen gegevens beschikbaar.

 

 

·       Lidmaatschap auto-op-afroep organisatie

 

Doelstelling

Doel gemeente (Verkeers- en Vervoerplan, 1998): het verminderen van de groei van het autogebruik. Alternatieven voor de auto worden bevorderd. Een van de alternatieven is het lidmaatschap van een organisatie auto op afroep.

 

Resultaat

Geen gegevens beschikbaar.

 

 

·       Reistijdverhouding belangrijke relaties

 

Doelstelling

Doelstelling gemeente (Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003): op de lange termijn (2010-2020) is de reistijdverhouding openbaar vervoer/auto op alle belangrijke relaties < 1,5.

 

Resultaat

Er zijn geen gegevens over reistijdverhoudingen beschikbaar.

 

Conclusie

Om de doelstelling uit 3D te kunnen toetsen, dient een bruikbare en meetbare indicator geformuleerd te zijn.

 

 


Doelgroepen

 

·       Vervoermiddelkeuze

 

Doelstelling

Doelstelling gemeente (Duuzaamheidsplan Delft 2000-2003): in 2003 wordt voor 60% van de lokale verplaatsingen de fiets gebruikt. Op de lange termijn (2020-2030) ligt dit percentage op 70%.

 

Resultaat

 

Bron: CBS, Onderzoek Verplaatsingsgedrag 1997

 

In 1997 werd voor 46% van alle lokale verplaatsingen (tussen 0 en 5 km.) de fiets gebruikt. Daarnaast was nog eens 29% van alle lokale verplaatsingen lopend. Voor heel Nederland waren deze cijfers resp. 39% en 28%. De fiets wordt in Delft dus relatief vaak gebruikt. Dit gaat ten koste van de auto die in Delft voor 20% (Nederland: 30%) van de lokale verplaatsingen wordt gebruikt. Ook verplaatsingen  > 5 km. worden in Delft relatief vaak (14%, Nederland: 12%) per fiets afgelegd. In nog sterkere mate geldt dit voor het openbaar vervoer dat in Delft voor 18% van de verplaatsing > 5 km. wordt gebruikt, tegen 10% in de rest van Nederland. De auto wordt in Delft gekozen voor 61% van de langere verplaatsingen. In de rest van Nederland ligt dit percentage op 74%. Door een veranderde onderzoeksmethodiek zijn er nog geen gegevens over 1998 en 1999 beschikbaar.

 

Conclusie

In Delft worden relatief veel verplaatsingen afgelegd met het openbaar vervoer, de fiets of lopend. Een en ander hangt waarschijnlijk samen met de ligging in de Randstad. De afstanden zijn veelal kort en de verbindingen met het openbaar vervoer-net zijn goed. De doelstelling voor 2003 t.a.v. het gebruik van de fiets is nog niet gehaald. Wel kan gesteld worden dat 75% van de lokale verplaatsingen op uiterst duurzame wijze worden verricht (fiets of lopen).

 

 


·       Auto-intensiteit

 

Doelstelling

Doel gemeente (Verkeers- en Vervoerplan, 1998): het verminderen van de groei van het autogebruik. Daartoe worden alternatieven voor de auto bevorderd. De auto-intensiteit op verkeerswegen is een maat voor het autogebruik.

 

Resultaat

 

Bron: Rijkswaterstaat (in: Jaarboek Bestuursinformatie 2000, gemeente Delft)

 

Het gemiddeld aantal motorvoertuigen dat op een werkdag de A13 tussen de afslagen Delft-Zuid en Berkel en Rodenrijs passeert, stijgt nog steeds. In 1999 passeerden gemiddeld 157.672 voertuigen: een stijging ten opzichte van 1998 van 4%. Dit is de grootste stijging sinds 1992.

 

Conclusie

Het autogebruik rond Delft neemt toe. Deze toename is niet (alleen) toe te schrijven aan het autogebruik door Delftenaren. Een betere maat daarvoor is de automobiliteit op lokale wegen. Cijfers hierover zullen in de Duurzaamheidsmonitor 2001 opgenomen worden.

 

 

·       Aantal motorvoertuigen

 

Doelstelling

Doel gemeente (Verkeers- en Vervoerplan, 1998): het verminderen van de groei van het autogebruik. Daartoe worden alternatieven voor de auto bevorderd. Het aantal motorvoertuigen is een maat voor het gebruik ervan.

 


Resultaat

 

Bron: CBS, Kentekenregistratie deel III (in: Jaarboek Bestuursinformatie 1999, gemeente Delft)

 

Het totale aantal motorvoertuigen bedroeg op 1 januari 1999 33.284. Sinds 1995 stijgt het aantal langzaam. De stijging was in 1999 het grootst sinds 1994: 1,8%. Het aantal motorvoertuigen per 1000 inwoners stijgt ook, in 1999 met 1,2% naar 349 per 1000 inwoners.

 

Conclusie

Het motorvoertuigenbezit neemt toe. Een vermindering van de groei van het autogebruik lijkt daarom niet aan de orde. Ten opzichte van de rest van Nederland is het motorvoertuigenbezit per 1000 inwoners in Delft nog steeds laag. Ook de groei is in Nederland groter (3,2% in 1999) dan in Delft (1,2%). In Haaglanden is Delft de gemeente met het laagste autobezit.

 

 

·       OV-reizigers

 

Doelstelling

Doel gemeente (Verkeers- en Vervoerplan, 1998): het verminderen van de groei van het autogebruik. Daartoe worden alternatieven, waaronder het openbaar vervoer, voor de auto bevorderd.

 


Resultaat

 

Bronnen: Nederlandse Spoorwegen, HTM, Connexxion (in: Jaarboek Bestuursinformatie 2000, gemeente Delft)

 

Het gemiddeld aantal treinreizigers per werkdag is sinds 1993 redelijk stabiel en bedroeg in 1999 24.145 (in- en uitstappers op de stations Delft en Delft-Zuid). Het aantal tramreizigers is sinds het doortrekken van de tramlijn naar Tanthof, sterk gestegen naar een gemiddeld aantal instappers per werkdag van 11.560 in 1997. In 1999 daalde het aantal tramreizigers echter tot 10.300 instappers in Delft.

 

Conclusie

Het gebruik van het openbaar vervoer blijft redelijk gelijk. Van een stijging van het gebruik van het openbaar vervoer is in 1999 geen sprake geweest.

 

 

·       Vervoersbewegingen medewerkers gemeente Delft

 

Doelstelling

Doel gemeente (Verkeers- en Vervoerplan, 1998): het verminderen van de groei van het autogebruik. Alternatieven voor de auto worden bevorderd. Bedrijven worden gestimuleerd een vervoermanagement te voeren, dat wil zeggen zelf alternatieven voor de auto in het woon-werkverkeer van zijn werknemers te zoeken, te creëren en/of te stimuleren.

 

Resultaat

Geen gegevens beschikbaar.

 

 

·       Intensiteit langzaam verkeer

 

Doelstelling

Doel gemeente (Verkeers- en Vervoerplan, 1998): het verminderen van de groei van het autogebruik. Alternatieven voor de auto, waar onder langzaam verkeer, worden bevorderd. De intensiteit van het langzaam verkeer is een maat voor het gebruik ervan.

 

Resultaat

Geen gegevens beschikbaar.

 

 


·       Aantal auto-kilometers per hoofd van de bevolking

 

Doelstelling

Doelstelling gemeente (Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003): een stabilisatie van de automobiliteit in 2003 op het niveau van 1996 en een stabilisatie van de automobiliteit op lange termijn (2020-2030) op het niveau van 1986.

 

Resultaat

Geen gegevens beschikbaar.

 

 

Kwaliteit

 

·       Wegvakoverschrijding NOx, benzeen en CO.

 

Doelstelling

Landelijke normen (Besluit Luchtkwaliteit):

-      de NOx-concentratie langs wegen ligt onder de grenswaarde van 135 mg/m3 (uurgem., 98-percentiel). De richtwaarde is 80 mg/m3;

-      de benzeenconcentratie langs wegen ligt onder de grenswaarde van 10 mg/m3 (jaargem.);

-      de CO-concentratie langs wegen ligt onder de grenswaarde van 6000 mg/m3 (uurgem.).

 

Resultaat

Alle wegvakken in de gemeente Delft voldoen aan de grenswaarden.

 

Conclusie

Er is geen aanleiding voor het treffen van maatregelen om de NOx-, benzeen- of CO-concentratie langs wegen te verlagen.