8 Bedrijven

 

·       De inbedding van gemeentelijke interne milieuzorg (GIM) in de nieuwe organisatie is in voorbereiding.

·       Het papierverbruik van de gemeente was in 1999 gelijk aan het hoge niveau van 1998.

·       Het energieverbruik van de gemeentelijke gebouwen nam in 1999 toe.

·       In de notitie De Bedrijfsmilieutaak is aangegeven hoe het vakteam Milieuzorg met interne en externe partners invulling geeft aan de bedrijfsmilieutaak en hoe hierin duurzaamheidsaspecten worden meegenomen.

·       De gemeente Delft behaalde de titel ‘Preventiekampioen 1999’.

·       Het aantal geplande milieuprocedures is niet geheel gerealiseerd. Oorzaak zijn de veranderde werkwijze en het betrekken van de duurzaamheidsaspecten bij de vergunningverlening.

·       Het aantal geplande controles is gerealiseerd.

·       Het aantal klachten is hoger dan gepland, het aantal aan bedrijven toe te schrijven klachten is lager.

·       67% van de vergunningplichtige bedrijven beschikte over een dekkende en toereikende vergunning die bovendien rekening houdt met de verruimde reikwijdte: een stijging van 26% ten opzichte van 1998.

·       Het aantal bedrijven dat actief is met energiebesparing neemt toe.

 

8.1  Gemeente als bedrijf

8.1.1    Ontwikkelingen in 1999

 

Gemeentelijke interne milieuzorg

De reorganisatie van de gemeentelijke organisatie brengt met zich mee dat veel (voormalig) milieucoördinatoren een andere functie hebben gekregen. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de aandacht voor gemeentelijke interne milieuzorg (GIM) in de nieuwe organisatie. Tijdens twee bijeenkomsten in 1999 hebben de gemeentelijke milieucoördinatoren gesproken over een goede inbedding van GIM in de nieuwe organisatie. De ervaringen van de afgelopen jaren werden vertaald in een aantal aanbevelingen. Eén van de belangrijkste aanbevelingen is om de coördinatie van GIM niet langer onder te brengen bij de beleidsafdeling Milieu, maar bij het nieuwe cluster Facilitair, en tegelijkertijd te koppelen aan de aanpak van ARBO. Momenteel wordt een voorstel voor de integratie van GIM/ARBO in de nieuwe organisatie uitgewerkt. Door de nieuwe opzet zullen GGD en Combiwerk niet langer participeren in de gemeentebrede aanpak van GIM en ARBO.

 

Energiebesparing

Energiebesparing is één van de speerpunten van GIM, waarbij relatief veel aandacht uitgaat naar het opzetten van een energiebeheersysteem. Al jaren blijft dat slechts beperkt tot het maandelijks opnemen van de meterstanden. Het opzetten van een beheersysteem loopt steeds vast op de hoge kosten, die het gevolg zijn van het grote aantal gemeentelijke gebouwen (circa 18). Wel is uitvoering gegeven aan het plan om bij alle gebouwen de leidingen te isoleren.

Uit de Voortgangsrapportage GIM 1998 bleek dat het energieverbuik van de gemeente in 1998 sterk toegenomen was. Dit was in 1999 reden voor de nodige politieke belangstelling, die resulteerde in de formulering van aanvullende energiebesparende maatregelen.

 

Waterbesparing

De gemeentelijke gebouwen zijn in 1999 bezocht door een deskundige op het gebied van waterbesparing. Deze bezoeken hebben geresulteerd in een gericht advies over de mogelijkheden voor waterbesparing in de betreffende gebouwen en een offerte voor de levering van de benodigde materialen en de installatie daarvan. Ondertussen zijn waterbesparende voorzieningen aangebracht bij de VAK, het Stadhuis, het Gemeentearchief en de gebouwen op de volgende locaties: Staalweg, Barbarasteeg, Hooikade en Phoenix­straat (incl. Jongenshuis).

 

Vervoermanagement

In 1999 is verder gewerkt aan het Vervoermanagementplan van de gemeente. Belangrijke toegevoegde informatie kwam voort uit de autoratiometing (onderzoek naar de vervoer­middel­keuze in het woon-werkverkeer gerelateerd aan de woonplaats van werknemers) die in 1999 werd uitgevoerd. Het grote aantal gemeentelijke gebouwen was ook hier een complicerende factor. De meting is uitgevoerd in het voorjaar en in het najaar herhaald. De resultaten bevestigden de voor de auto gunstige ligging van de Staal.

Het Vervoermanagementplan is als gevolg van capaciteitsproblemen nog niet afgerond. Wel is vooruitlopend op deze notitie door de OR een voorstel gelanceerd voor een fietsplan (fiets van de zaak). Dit initiatief is vanuit verschillende hoeken enthousiast ontvangen.

 

Duurzaam Inkopen

Eind 1999 is het landelijke project Duurzaam Inkopen van start gegaan. Vanuit dit project wordt gestreefd naar een vertaling op lokaal niveau. Vanwege een gebrek aan capaciteit is het echter nog niet gekomen tot een Delftse uitwerking. Delft is wel nadrukkelijk betrokken geweest bij de totstandkoming van het landelijke project. Wethouder Meine Oosten nam deel aan het bestuurlijk overleg, de Delftse inkoper maakte deel uit van één van de werkgroepen en de landelijke werkgroep GIM, waarvan Delft momenteel voorzitter is, had een klankbord­functie.

 

 

8.1.2    Indicatoren

 

Beleid

Geen beleidsindicatoren voor het thema Gemeente als bedrijf

 

 

Doelgroepen

 

·       Papierverbuik gemeentelijke organisatie

 

Beleid

In het algemeen streeft de gemeente naar het verminderen van het papierverbruik. Een kwantitatieve doelstelling ontbreekt. Daarnaast bevatten de inkooprichtlijnen wel doelstellingen ten aanzien van het soort papier dat gebruikt wordt. Sinds 1997 is het minder milieubelastende Modobalans-papier de huisstijl voor de gemeente Delft.

 


Resultaat

 

Het hoge papierverbruik van 1998 heeft zich gehandhaafd in 1999. In 1999 zijn 16.500 pakken A4-papier van 500 vel gebruikt. Opvallend is dat in 1999 ook 2.250 pakken meer milieubelastend papier zijn ingekocht.

 

Conclusie

Van een vermindering van het papierverbruik is geen sprake. Om het algemeen streven naar een vermindering van het papierverbruik te halen, zijn aanvullende maatregelen nodig. Sinds de invoering van Modobalans als huisstijl, is het aandeel van minder milieubelastend papier wel gegroeid, maar tegen de interne afspraken in, is in 1999 ook meer milieubelastend (gebleekt) papier ingekocht.

 

 

·       Energieverbruik gemeentelijke gebouwen

 

Doelstelling

Doelstelling gemeente (Energiebeleidsplan 1996-2000): een efficiëntieverbetering in de periode 1996-2000 van 14,6%.

 

Resultaat

 

Bron: Energie Delfland

Het elektriciteitsverbruik is sinds 1993 met 24% gestegen. Na een sterke stijging in 1997 was er in de afgelopen twee jaar sprake van een lichte stijging. In 1999 werd in de achttien grotere gemeentelijke gebouwen 3.478.847 kWh verbruikt. Het gasverbruik is in 1999 licht gestegen, maar was nog altijd lager dan in de periode 1993-1997. In 1999 werd 664.662 m3 gas verbruikt.

 

Conclusie

Van een efficiëntieverbetering is geen sprake. Het elektriciteitsverbruik neemt elk jaar toe, terwijl het gasverbruik nagenoeg gelijk blijft.

 

 

8.2  Overige bedrijven

8.2.1    Ontwikkelingen in 1999

 

Nieuwe generatie amvb’s

Eind 1998 is de eerste nieuwe generatie amvb’s in werking getreden. Deze amvb’s bevatten meer doelvoorschriften dan de oude. Bovendien gaan ze ook in op duurzaamheidsaspecten: doelmatige verwijdering van afvalstoffen, zuinig gebruik van energie en grondstoffen, en het beperken van nadelige gevolgen voor het milieu van het verkeer van personen en goederen van en naar het bedrijf. Verder is de reikwijdte van de nieuwe amvb’s ruimer, waardoor meer bedrijven onder de werkings­sfeer vallen.

De gemeente past de criteria die al enige jaren voor de vergunningplichtige bedrijven worden gehanteerd, ook toe bij de bedrijven die onder de nieuwe amvb’s vallen. Veelal betreft het de wat kleinere bedrijven waarvan een groot aantal net onder de signalerings­criteria vallen. Tijdens controles wordt de ondernemer geïnformeerd en gestimuleerd om toch maatregelen te treffen. Het blijkt lastig om ondernemers op vrijwillige basis warm te maken voor besparingen. Om meer rendement te halen is er voor gekozen om voor de horeca een energiebesparingsproject op te starten. Daarnaast is ervaring opgedaan met individuele bedrijven. Het beleid is neergelegd in de notitie De Bedrijfsmilieutaak.

 

Bedrijfsmilieutaak

In het voorjaar van 1999 is de notitie De Bedrijfsmilieutaak opgesteld. Hierin is aangegeven hoe het vakteam Milieuzorg met interne en externe partners invulling geeft aan de bedrijfsmilieutaak, inclusief de duurzaamheidsaspecten uit de nieuwe generatie amvb’s. Het gaat hierbij zowel om de bedrijven die onder een algemene maatregel van bestuur vallen als om de vergunningplichtige bedrijven. De notitie geeft aan hoe in procedures en in de handhaving wordt gehandeld, maar ook hoe flankerende beleidsinstrumenten (kunnen) worden ingezet. Het doel is te komen tot kwaliteitsverbetering en uniformering van de bedrijfsmilieutaak. Hoewel het een interne notitie betreft is deze ingebracht in een werkgroep van de VNG en daar zeer positief ontvangen.

 

Preventiekampioenschap

In 1999 organiseerden een aantal natuur- en milieuorganisaties het Preventiekampioen­schap. Aanleiding was de indruk dat er in Nederland nog te weinig aandacht geschonken werd aan het toepassen van de zogenaamde verruimde reikwijdte of duurzaamheidsaspecten (verkeer en vervoer, preventie van afval en emissies en besparing van grondstoffen en energie) in de vergunnningverlening en handhaving. Doel van het kampioenschap was vast te stellen welke gemeente het beste invulling geeft aan deze aspecten bij de bedrijfsmilieutaak. Reeds sinds de Wet milieubeheer daartoe de mogelijkheid biedt is Delft actief met de verruimde reikwijdte. De gemeente Delft was dan ook een van de vier deelnemers aan het Preventiekampioenschap. Naast Delft nam ook Amsterdam deel.

Met lovende woorden van Lucas Reijnders, werd de eretitel ‘Preventiekampioen 1999’ op 29 november uitgereikt aan Delft. Hoewel de tegenstand beperkt was, bevestigt dit toch dat er in Delft op een goede manier met de beperkte mensenkracht die er is, invulling gegeven wordt aan de wettelijke taken, en dat Delft nieuwe ontwikkelingen op een snelle, efficiënte wijze oppakt. Het winnen van het kampioenschap heeft geleid tot positieve reacties en publicaties in diverse media (kranten en vakbladen).

 

Bestuursovereenkomst

In regionaal verband wordt invulling gegeven aan de regionale paragraaf van de door het Rijk verplicht gestelde en door de provincie opgestelde bestuursovereenkomst op het gebied van de handhaving. Hierbij wordt gestreefd naar een optimale afstemming tussen alle handhavingspartners in een bepaald gebied waarbij afspraken worden gemaakt over projecten en capaciteit. Zaken als signaaltoezicht en informatieuitwisseling moeten vanzelfsprekend zijn. De provinciale overeenkomst is als intentieverklaring door het Stadsgewest ondertekend en de regionale paragraaf is in oktober 1999 door wethouder Grashoff ondertekend. Vanuit het vakteam Milieuzorg wordt actief meegewerkt aan de uitvoering van de afspraken.

 

Kwaliteitsverbetering handhaving

Voortdurend wordt de kwaliteit van de handhaving bewaakt. In 1999 is een begin gemaakt met een toezichtsplan voor de horeca waarin voor de inspecteurs concreet wordt aangegeven waarop te letten en hoe om te gaan met de diverse aspecten. Er wordt nog steeds gewerkt volgens de regionale handhavingsstrategie. Er is een begin gemaakt met het opstellen van een gemeentelijke strategie gebaseerd op de regionale strategie, met als doel om binnen de gemeente een uniformering van de handhaving van de diverse wet- en regelgeving tot stand te brengen. De milieuwethandhaving zal hierdoor niet veranderen. Er wordt continu gewerkt aan verbetering en standaardisering van de correspondentie en de kwaliteitsbewaking van controles en procedures.

 

Kwaliteitsimpuls Milieuvergunning (KIM)

Het project Kwaliteitsimpuls Milieuvergunning (KIM), waaraan in het Stadsgewest Haaglanden wordt gewerkt, heeft als doel het uniformeren van de vergunningvoorschriften van de verschillende gemeenten binnen het stadsgewest. Het vakteam Milieuzorg is actief betrokken bij het project.

 

Vergunningverlenings- en handhavingsactviteiten

 

Milieubelastings-categorie

1

 

2

 

3

 

4

 

totaal

 

 

plan

real.

plan

real.

plan

real.

plan

real.

plan

real.

Milieuvergunningen1

2

4

14

11

18

13

7

7

41

36

Meldingen

16

19

48

59

12

6

0

4

75

91

Controle

35

51

123

145

149

110

39

41

346

347

Klachten2

4

14

68

61

33

18

20

0

125

141

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1        Milieuvergunningen is incl. nadere eisen en excl. meldingen art 8.19, daarvan waren er 15. Totaal aantal aanvragen: 29, 5 verzoeken nadere info en 1 aanvraag ingetrokken.

2     Totaal aantal klachten is hoger omdat een groot aantal klachten niet direct betrekking heeft op een bedrijf dat onder de Wet milieubeheer valt.

 

Milieuprocedures

In 1999 zijn in totaal 29 aanvragen voor vergunningen binnengekomen. Eén aanvraag (voor de verkoop van vuurwerk) is ingetrokken. Er zijn 27 vergunningen verleend naar aanleiding van aanvragen. Ambtshalve is er 1 vergunning ingetrokken en zijn 8 nadere eisen op grond van een amvb opgelegd. Het aantal voor 1999 geplande milieuprocedures is hiermee niet geheel gerealiseerd. Hiervoor zijn een aantal redenen. Door de veranderde werkwijze en het betrekken van de duurzaamheidsaspecten (doelmatige verwijdering van afvalstoffen, zuinig gebruik van energie en grondstoffen en beperken nadelige gevolgen voor het milieu van het verkeer van personen en goederen van en naar het bedrijf), duurt het vooroverleg met de bedrijven langer. Bedrijven moeten intern een aantal zaken regelen, waardoor het vooroverleg uitloopt en vergunningaanvragen later worden ingediend. Als gevolg van de landelijke MDW-operatie (in het kader waarvan regelgeving in ontwikkeling is) is een aantal procedures uitgesteld, omdat veel bedrijven in de nabije toekomst onder een amvb gaan vallen.

Er waren in 1999 geen termijnoverschrijdingen bij vergunningenprocedures.

 

Meldingen amvb-bedrijven

Het aantal amvb meldingen is iets hoger dan gepland. Dit heeft direct te maken met het in werking treden van een drietal nieuwe amvb’s eind 1998 met een ruimere reikwijdte. Hierdoor zijn meer bedrijven onder amvb’s gaan vallen (in 1998 nog 71% en in 1999 74% van de geregistreerde bedrijven).

 

Controles

In 1999 is het totaal aantal geplande controles gerealiseerd. In categorie 3 zijn minder, en in categorie 1 en 2 zijn meer controles uitgevoerd dan gepland. Dit heeft te maken met geringe verschuivingen in de categorie-indeling van de bedrijven. Een aantal categorie 3 bedrijven is n.a.v. een controle ingedeeld in categorie 2. Verder zijn alle vuurwerkopslag­ruimten (voorheen categorie 3) in categorie 4 ingedeeld.

53% van de gecontroleerde bedrijven voldeed (nagenoeg) aan de voorschriften. Bij 32% van de controles werden overtredingen geconstateerd waarbij een voorwaarschuwing dwangsom is uitgegaan. Dit heeft geresulteerd in 329 hercontroles. In 16 gevallen is overgegaan tot het opleggen van een dwangsom waarvan in 3 gevallen een heroverweging heeft plaats gevonden vanwege bezwaren. Dit is een aanzienlijke toename ten opzichte van voorgaande jaren. Ook het aantal voorwaarschuwingen dwangsom is toegenomen.

Momenteel wordt er nog gewerkt volgens een systematiek van periodieke controles. In de nabije toekomst zal het accent meer verschuiven naar branchegerichte of gebiedsgerichte controles, waarbij een bepaald basisniveau van periodieke controles in stand zal blijven.

 

Klachten

Het aantal klachten is hoger dan gepland, echter het aantal aan bedrijven toe te schrijven klachten is lager. De zwaardere bedrijven bevinden zich in het industriegebied en in de TU-wijk. Hierover zijn geen klachten binnen gekomen. 48 klachten waren niet aan bedrijven toe te schrijven, maar vereisten wel de interventie van het Vakteam Milieuzorg. 60% van de klachten heeft betrekking op geluid, hetgeen verklaarbaar is door de aanwezigheid van wonen, werken en relatief veel horecavestigingen in de binnenstad.

 

Beroepen

In 1999 is bij de Raad van State één verzoek om voorlopige voorzieningen behandeld. Dit verzoek is afgewezen. Daarnaast is een door TNO ingesteld beroep met betrekking tot het voorschrift een verkeer- en vervoeronderzoek uit te voeren, behandeld. In maart 2000 is daarover uitspraak gedaan. De voorschriften zijn vernietigd vanwege een te beperkte motivatie voor het vervolgtraject. Deze zaak maakt duidelijk dat door de gemeente meer aandacht moet worden besteed aan het beleid en de motivatie van de vergunning nog duidelijker moet aangeven wat er met de resultaten van een onderzoek gaat gebeuren.

 

Energiebesparing in de horeca

In het kader van het project Energiebesparing in de Horeca zijn in november 1998 door Energie Delfland energiescans uitgevoerd bij een pilotgroep van negen horeca-ondernemers. Op basis van de resultaten is de doelgroep horeca gesplitst in drie groepen: 1) huidige, niet verbouwende ondernemers, 2) verbouwende ondernemers en 3) startende ondernemers. Tijdens de jaarlijkse ledenvergadering van Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Delft in april 1999 is het project gepresenteerd. Met deze presentatie werd beoogd om de horeca-ondernemers in het algemeen en de huidige, niet verbouwende ondernemers in het bijzonder te bereiken. De opkomst bij deze vergadering was echter teleurstellend laag.

Om de verbouwende en startende horeca-ondernemers te bereiken is goede informatie op de juiste plekken vereist. In 1999 is gestart met het opstellen van folders, waarin kort en bondig enkele besparingsmaatregelen en de bijbehorende terugverdientijden worden genoemd. Deze folders zijn in 2000 verschenen. In 2000 wordt het project geëvalueerd en worden eventuele vervolgacties uitgezet.

 

Verkleining geluidzone DSM Gist/Calvé

In de afgelopen jaren is de geluidbelasting rond het industrieterrein DSM Gist/Calvé afgenomen. Om deze lagere geluidbelasting voor de toekomst te garanderen heeft de gemeenteraad in 1999 een voorstel aangenomen om de geluidcontouren rond dit industrieterrein te verkleinen. Naast het formaliseren van de lagere geluidbelasting biedt de verkleining van de geluidcontour meer mogelijkheden voor woningbouw in de toekomst. De uitwerking van de verkleining van de geluidcontour zal in overleg met de bedrijven en omwonenden worden vastgelegd in de eerstkomende herzieningen van de bestemmings­plannen voor dit gebied.

 

Nieuwe Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai

In 1999 is door VROM de nieuwe Handleiding Meten en rekenen industrielawaai gepubliceerd als vervanging voor de handleiding IL-HR-13-01. De nieuwe handleiding wordt gebruikt bij de controle van geluidvoorschriften in het kader van de Wet milieubeheer.

 

 

8.2.2    Indicatoren

 

Beleid

 

·       Dekkende Wm-vergunningen

 

Doelstelling

Landelijke doelstelling (Wet milieubeheer): alle bedrijven zijn in het bezit van een dekkende (alle activiteiten zijn vergund) en toereikende (vergunning voldoet aan de huidige inzichten) vergunning.

 

Resultaat

 

 

In 1999 beschikte 67% van de vergunningplichtige bedrijven over een dekkende en toereikende vergunning: een stijging van 26% ten opzichte van 1998. Vanaf dat jaar is gewerkt met een nieuwe methode. Alle vergunningen verleend voor 1995 werden vanaf dat moment beschouwd als te actualiseren, omdat in deze vergunningen nog geen rekening was gehouden met de duurzaamheidsaspecten (de verruimde reikwijdte). Afgezien hiervan waren deze vergunningen echter wel dekkend en toereikend. Het aantal vergunningplichtige bedrijven neemt af, mede als gevolg van de in werking treding van nieuwe amvb’s. In 1999 waren er 348 vergunningplichtige bedrijven (1998: 375).

 

Conclusie

Het percentage bedrijven met een dekkende en toereikende milieuvergunning die bovendien rekening houdt met de verruimde reikwijdte, neemt snel toe. Op korte termijn zal het maximale percentage bereikt worden. Dit maximale percentage ligt op ca. 90%, daar altijd ca. 10% van de bedrijven verwikkeld is in een vergunningen­procedure wegens wijzigingen danwel nieuwbouw.

 

 

·       Bedrijven met een milieujaarverslag

 

Doelstelling

Er is geen doelstelling ten aanzien van het aantal bedrijven met een milieujaarverslag.

 

Resultaat

In 1999 hebben acht vergunningplichtige bedrijven een milieujaarverslag ingediend. In 1997 gold dit nog slechts voor twee bedrijven. Er zijn geen amvb-bedrijven die een verslag hebben ingediend. Er zullen veel bedrijven zijn met een jaarverslag waarin ook aandacht wordt besteed aan milieu. Veel jaarverslagen worden echter niet overlegd.

 

Conclusie

Het aantal bekende milieujaarverslagen is sinds 1997 verviervoudigd. De volledigheid van de cijfers is echter klein, zodat aan deze stijging geen conclusie kunnen worden verbonden.

 

 

·       Meerjarenafspraak energie bedrijven

 

Doelstelling

Het Ministerie van Economische Zaken heeft de afgelopen jaren met tientallen sectoren Meerjarenafspraken gemaakt. In die afspraken zeggen branche-organisaties toe om in het jaar 2000 20% efficiënter met energie om te gaan dan in 1989. Individuele bedrijven kunnen zich bij die Meerjarenafspraken aansluiten. Doelstelling gemeente (Energiebeleidsplan 1996-2000): een efficiëntieverbetering in de periode 1996-2000 van 10,5% voor bedrijven en 11,5% voor instellingen. Een middel om dit te bereiken is bedrijven uit een branche met een Meerjarenafspraak te houden aan het opstellen van een bedrijfsenergieplan en het uitvoeren daarvan.

 

Resultaat

 

 

In 1999 waren er in Delft 44 bedrijven die behoorden tot een branche met een Meerjarenafspraak. 43% van deze bedrijven nam in 1999 deel aan de Meerjarenafspraak.

 

Conclusie

Steeds meer bedrijven nemen deel aan de Meerjarenafspraak. Dit is echter geen garantie voor een daadwerkelijke efficiëntieverbetering. Het is niet bekend in hoeverre de deelnemende bedrijven de beoogde efficiëntieverbetering hebben bereikt.

 

 

·       Energiebesparing bij bedrijven

 

Doelstelling

Doelstelling gemeente (Energiebeleidsplan 1996-2000): een efficiëntieverbetering in de periode 1996-2000 van 10,5% voor bedrijven en 11,5% voor instellingen.

 

 

Resultaat

In 1999 waren er 28 bedrijven die een energiebesparingsplan hadden opgesteld, een energiebesparingsonderzoek (lieten) uitvoer(d)en en/of de Meerjarenafspraak hadden ondertekend. Het betrof 22 vergunningplichtige bedrijven en 6 amvb-bedrijven.

 

Conclusie

Het aantal bedrijven dat actief is met energiebesparing neemt toe. Hieruit is echter niet af te leiden of er sprake is van een efficiëntieverbetering.

 

 

·       Afvalwaterlozing op riool

 

Doelstelling

Landelijke doelstelling (Wet milieubeheer): alle afvalwater dat op het riool geloosd wordt, voldoet aan de daarvoor gestelde normen t.a.v. de temperatuur, de zuurgraad en het gehalte aan oliën en vetten.

 


Resultaat

 

 

In 1999 werd bij 10 bedrijven een controle van het geloosde afvalwater uitgevoerd. Het betrof in alle gevallen een hercontrole naar aanleiding van een controle in 1998. Bij de uitgevoerde hercontroles voldeed het afvalwater in zes gevallen opnieuw niet aan de normen, voornamelijk vanwege overschrijdingen van de gehaltes oliën en vetten en de zuurgraad.

 

Conclusie

In 1997 is begonnen met het projectmatig controleren van bedrijven. Sindsdien zijn er in totaal 65 bedrijven gecontroleerd. In 1999 voldeed het afvalwater van 59 van deze bedrijven aan de normen. Zes bedrijven voldoen nog niet. De nieuwe besluiten bieden onvoldoende handvat om dwingend op te treden en over te gaan tot het opleggen van een dwangsom. Desondanks wordt een vervolgproject opgestart.

 

 

·       Geluidsanering vanwege industrie

 

Doelstelling

Landelijke doelstelling (Wet geluidhinder): de geluidbelasting ter plaatse van woningen op een gezoneerd industrieterrein is teruggedrongen tot ten hoogste 55 dB(A) door middel van bron-, danwel overdrachtsmaatregelen. Indien de kosten voor bron- en overdrachtsmaatregelen onevenredig hoog zijn, wordt bepaald of aanvullende gevelmaatregelen nodig zijn om een goed leefklimaat in de woning te garanderen.

 

Resultaat

Delft kent twee gezoneerde industrieterreinen: DSM Gist/Calve en Schie-oevers Noord en Zuid. In de zone rond deze industrieterreinen staan in totaal 537 woningen met een geluidbelasting hoger dan 55 dB(A). Om de geluidbelasting bij deze woningen terug te dringen is door de provincie Zuid-Holland een sanerings­programma vastgesteld. Bij 10 woningen dienen aanvullende gevelmaatregelen te worden getroffen.

 

Conclusie

Het saneringsprogramma is reeds in uitvoering. De provincie heeft onder andere de vergunningvoorschriften van de betrokken bedrijven aangepast. De kosten van de gevelmaatregelen bij de resterende 10 woningen worden betaald door het Rijk en de bedrijven. De gemeente Delft werkt aan de realisatie van deze aanvullende maatregelen op korte termijn.

·       Vergunningen op hoofdzaken

 

Doelstelling

De rijksoverheid streeft naar een groter percentage vergunningen op hoofdzaken.

 

Resultaat

In 1998 is 1 vergunning op hoofdzaken verleend, in 1999 geen.

 

Conclusie

De gemeente Delft verleent alle vergunningen ‘op maat’. Indien bedrijven een vergunning op maat wensen en daarvoor in aanmerking komen (dit geldt op kortere termijn voor ca. 5 bedrijven en op langere termijn voor 20 bedrijven), wordt een vergunning op hoofdzaken verleend. Het initiatief hiervoor ligt echter bij het bedrijf zelf, omdat het gemeentelijk streven er niet op is gericht zoveel mogelijk vergunningen op hoofdzaken te verlenen.

 

 

·       Vergunningen aangepast aan landelijke convenanten

 

Doelstelling

Het Ministerie van VROM vraagt gemeenten in het kader van de monitoring van overheidsprestaties in het milieubeleid om informatie over het aantal vergunningen aan glastuinbouwbedrijven en veehouderijen dat in overeenstemming is met het convenant van 13 november 1997 c.q. waarin is voorzien in een Groen Label stal.

 

Resultaat

In Delft bevindt zich 1 vergunningplichtig glastuinbouwbedrijf. De vergunning voor dit bedrijf is in overeenstemming met het bedoelde convenant. Er zijn in Delft 7 vergun­ning­­plichtige veehouderijen. Geen van deze veehouderijen heeft een vergunning waarin is voorzien in een Groen Label Stalsysteem.

 

Conclusie

-

 

 

Doelgroepen

 

·       Energieverbruik en emissies grote bedrijven

 

Doelstelling

Doelstelling gemeente (Energiebeleidsplan 1996-2000): een efficiëntieverbetering in de periode 1996-2000 van 10,5% voor bedrijven en 11,5% voor instellingen.

 

Resultaat

Geen gegevens beschikbaar. De gegevens zijn zeer moeilijk te verkrijgen en bovendien niet vergelijkbaar vanwege wisselingen in de samenstelling van de bedrijvenselectie.

 

 

Kwaliteit

Geen kwaliteitsindicatoren voor het thema Bedrijven.