Memo

 

Datum

19-02-2001

Opsteller

Ankie van de Sande

Bijlagen

0        

Onderwerp

Oplegnotitie “Ontwikkeling TU-zuid; uitgangspunten en vraagpunten”

 


Algemeen

Bijgevoegd is de notitie “Ontwikkeling TU-zuid, uitgangspunten en vraagpunten” van 19/06/2000. Deze notitie is tot stand gekomen in overleg met de TUD en beschrijft in hoofdlijnen de reeds geformuleerde uitgangspunten en onderzoeksvragen voor de ontwikkeling van het zuidelijk TU-gebied tot hoogwaardig R&D-terrein. De notitie vormt daarmee een eerste stap in de opdrachtformulering voor een stedebouwkundig bureau om te komen tot een stedebouwkundig plan voor het gebied. In de eerder afgesloten overeenkomst tussen gemeente en TUD wordt verwezen naar deze notitie.

 

De notitie dateert reeds van juni 2000 en is daarom op punten verouderd. In deze oplegnotitie worden enkele aanscherpingen gemaakt op de notitie en wordt aangegeven op welke punten de inzichten inmiddels zijn gewijzigd. Overigens, de notitie blijft in zijn geheel vrij abstract. Dat was destijds ook de bedoeling. Een verdere concretisering van de uitgangspunten èn beantwoording van de geformuleerde onderzoeksvragen vindt momenteel plaats in verschillende werkgroepen.

 

Opmerkingen bij de notitie

* In het onderdeel ‘Water en groen’ in de nota ontbreekt als uitgangspunt de aansluiting van TU-zuid op de ecologische hoofdstructuur. In de inmiddels opgerichte Werkgroep “Duurzaamheid” wordt de positie van TU-zuid in de ecologische hoofdstructuur verder uitgewerkt. Duidelijk is dat in ieder geval de “groen-blauwe” verbinding tussen Midden Delfland en verder via de Schoemakerstraat naar Jaffa een rol moet gaan spelen in het stedebouwkundig plan voor TU-zuid.

 

* Eveneens in dit onderdeel worden een aantal onderzoeksvragen geformuleerd ten aanzien van de waterstructuur in TU-zuid. Ook de waterstructuur en de eisen die hieraan worden gesteld, komen aan de orde in de werkgroep “Duurzaamheid”. Tevens zal hiervoor overleg worden opgestart met het Hoogheemraadschap. Duidelijk is in ieder geval dat bij de planontwikkeling voor TU-zuid wordt ingezet op een hoog ambitieniveau voor water, zowel ten aanzien van de beeldkwaliteit als ten aanzien van versterking van de natuurwaarden. 

 

* Voor wat betreft de verkeersstructuur is de nota op onderdelen verouderd. De verkeersstructuur in Zuid is sterk afhankelijk van de gekozen structuur voor TU-midden. In de recent gepresenteerde plannen van Mecanoo voor TU-midden is gekozen voor een autovrije Mekelweg. Hierdoor wordt de Schoemakerstraat de enige (auto-)entree tot TU-zuid. De Rotterdamseweg zal (in de huidige vorm) ook in de toekomst een ondergeschikte functie blijven behouden. Een (sterke) toename van het autoverkeer wordt hier niet als wenselijk gezien. In dat licht dient ook het masterplan voor TU-midden nader te worden bezien.

 

* Ook voor wat betreft de openbaar vervoersstructuur is de nota inmiddels achterhaald. Er was lange tijd sprake van de tram over de Mekelweg. In bestuurlijk overleg met de TUD is echter afgesproken dat de tram over de Schoemakerstraat zal komen. In ieder geval is duidelijk dat de komst van de tram een absolute noodzaak is voor de ontwikkeling van het TU-zuid gebied. Daarnaast zal de functiezonering (en werknemersdichtheid) op het tracé-verloop (en dan met name de ligging van de tramhaltes) moeten worden afgestemd.

 

* Ten aanzien van het bedrijfsprofiel is ook tijdens de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst onlangs nog eens duidelijk uitgesproken, dat de lat hoog wordt gelegd. Er wordt geen minimaal aantal arbeidsplaatsen vastgelegd, omdat met name ingezet wordt op een kwalitatieve aanvulling op en versterking van Delft Kennisstad. Voor de verkeersmodellen wordt vooralsnog gerekend op ongeveer 7000 arbeidsplaatsen.

 

* Tenslotte moet voor de volledigheid nog worden opgemerkt dat afbeelding 6 uit de notitie niet geïnterpreteerd moet worden als een stedebouwkundig plan voor het gebied. De schets geeft alleen enkele aandachtspunten aan. Zo kan de waterstructuur gebruikt worden als ordening voor TU-zuid. Verder zal de ligging van de tramhaltes bepalend zijn voor de functiezonering van het gebied en vormt de zone langs de A13 een ruimtelijk interessante maar ook gevoelige locatie.