Aan

Henk Twisk en Bert Meier,

Van

Sacha Koenes

Afschrift aan

Eva Georgescu,  Rob Gordijn en Jan Keijlewer

01/007515


Memo

 

Datum

14-02-2001

Opsteller

Sacha Koenes

Bijlagen

1        

Onderwerp

veld 10 Zuidpoort, verplaatsing dienstwoningen.

 


Randvoorwaarden voor verplaatsing van de dienstwoningen

Voor de planontwikkeling van veld 10 zijn de regels uit het ontwerpbestemmingsplan harde randvoorwaarden, daarnaast zijn er voorwaarden waaraan de plannen moeten voldoen zoals verkeersveiligheid en voorwaarden van civieltechnische aard. Niet van belang voor de verplaatsing van de dienstwoningen maar wel voor het ontwikkeling van veld 10 is de parkeernorm.

 

Ontwerp-bestemmingsplan:

artikel 26.3 wijzigingsbevoegdheid (op de plankaart is aangegeven voor welk gebied deze wijzigingsbevoegdheid geld)

B&W zijn bevoegd om over te gaan tot verplaatsing van de dienstwoningen onder de volgende voorwaarden:

-      toegestaan is zowel de woonfunctie als de sociaal-culturele functie, met dien verstande dat in ten minste 1 dienstwoning de woonfunctie gehandhaafd dient te blijven,

-      karakteristiek van het gebouw zoals massa, oriëntatie, dakvorm, nokrichting, dakhelling, dakoverstekken en goot- en daklijsten dient na verplaatsing gehandhaafd te blijven zodat de waarde als MSP-pand niet wordt aangetast,

-      de kwaliteit in de samenhang met de overige MSP-panden aan de Ezelsveldlaan dient gehandhaafd te blijven,

-      voordat tot verplaatsen wordt overgegaan dient advies ingewonnen te worden bij de adviescommissie voor Welstand en Monumenten,

artikel 10.5.b en c:

-      ruimte vrijhouden voor een noordzuid te oriënteren langzaamverkeersroute, die de Nieuwelaan en de Ezelsveldlaan verbindt.

-      bebouwing dient op een afstand van 8 meter uit het hart van de stam van de op de plankaart aangegeven monumentale boom te worden opgericht.

 

Verkeer:

In 2000 is het fietsactieplan door het college van B&W vastgesteld. Hierin is de langzaamverkeersroute die in noord-zuidrichting over veld 10 opgenomen. Deze is onderdeel van een tweerichtingen oost-west hoofdfietsverbinding op stadsniveau die loopt over de Westlandseweg, Zuidwal zuidzijde onder de Sebastiaansbrug door over veld 10 richting binnenstad-oost en terug. De route over veld 10 is in noord-zuidrichting ook van belang voor de fietsverbinding Wippolder via de Ezelsveldlaan in westelijke richting. Voor de ontwikkeling van veld 10 is het van groot belang dat met name de aansluiting Kruisstraat – veld 10 in twee richtingen en de aansluiting Ezelsveldlaan – veld 10 op een verkeersveilige manier gebeurt.

De fietsroute over veld 10 heeft een breedte van 3,5 meter.

 

Civieltechnisch:

Voor het kabels & leidingentracé met riolering moet over het terrein in noord-zuidrichting een ondergronds tracé met een breedte van 5,5, meter  worden gemaakt. Dit tracé moet gesitueerd zijn in de openbare ruimte.

Er moet rekening gehouden worden met de schoorsteen van het Techniek Museum en de professorenwoningen aan de Nieuwelaan die eventueel gehandhaafd zullen blijven. Daarnaast moet de boom gehandhaafd blijven. Dit betekent dat binnen een straal van 8 meter uit het hart van de stam niet gebouwd mag worden. Ten behoeve van een kabel en leidingenpakket is het mogelijk, indien het niet anders kan, om deze in de buitenste twee meter van het wortelpakket te leggen. Dus minimaal zes meter uit het hart van de stam moet onaangetast blijven.

Een opdeling in twee tracés over het terrein, één voor de kabels en leidingen en één voor het riool is noodzakelijk. Dit gebeurt in overleg met het Ingenieursbureau van de gemeente Delft.

Zoals aangegeven in de modellen is het waarschijnlijk dat het tracé voor het riool onder de bebouwing komt te liggen. Er moet dan rekening gehouden worden met de bereikbaarheid van dat tracé i.v.m. onderhoud. Een vrije hoogte van minimale 4 meter boven het tracé is dan noodzakelijk. 

 

Parkeren:

-      Het aantal parkeerplaatsen moet binnen de plangrens van veld 10 worden gerealiseerd.

-      De parkeernorm moet voldoen aan de normen van de gemeente Delft, die gebaseerd zijn op de CROW. Concreet betekent dit voor de nieuwbouw:

     *  1,25 parkeerplaats per appartement / woning

     *  0,6 parkeerplaats per wooneenheid

     *  1,6 parkeerplaats per 100 m² bvo bedrijven

     *  2 parkeerplaatsen per 100 m² bvo kantoren

     Voor de verbouw van bestaande woningen mag het benodigde aantal

     parkeerplaatsen voor de nieuwe situatie gereduceerd worden met het

     aantal parkeerplaatsen die voor de huidige situatie nodig was.

-      Voor de parkeervoorziening zijn de opties van ondergronds, gedeeltelijk ondergronds en bovengronds. Echter in het geval van gedeeltelijk ondergronds en bovengronds mag de parkeergarage onder geen voorwaarde aan de openbare ruimten grenzen. 

-      De ontsluiting van de parkeervoorziening is aan de Nieuwelaan.

-      Eventuele hellingbanen e.d. voor de parkeervoorziening moeten binnen het plangebied worden gesitueerd en zoveel mogelijk binnen de bebouwing gemaakt te worden.

 

Om te kijken in hoeverre het mogelijk is om het benodigde aantal  parkeerplaatsen te realiseren op eigen terrein is een berekening gemaakt op basis van de parkeernormen en het aantal m² bvo. Er is van uitgegaan dat de begane grond voor 30% gebruikt wordt voor bergingen, entree garage e.d. De overige 70% heeft een bedrijfsbestemming.

Met behoud van de professorenwoningen zijn voor de modellen 1 en 2  ongeveer 43 parkeerplaatsen nodig en voor model 3 ongeveer 56 parkeerplaatsen.  Het realiseren van deze aantallen zal zeer moeilijk zijn. Ook met een tweelaagse garage onder de grond zal het sluiten van de parkeerbalans moeizaam blijven.

Voor de nieuwbouw varianten van de modellen wordt ervan uitgegaan dat het aantal m² bvo niet vergroot wordt t.o.v. 6 bestaande panden.

Omdat het hele terrein beschikbaar is, is het mogelijk een efficiënte indeling te maken, waardoor de haalbaarheid om het benodigde aantal te realiseren parkeerplaatsen vergroot wordt.

 

Voor de nieuwbouw – verbouwvarianten zal in alle modellen de bereikbaarheid van de garage vanaf de Nieuwelaan lastig zijn. Wellicht zal ook de ruimte tussen de brug en de nieuwbouw betrokken moeten worden voor het vinden van een in-en uitgang van de garage.

Bij de nieuwbouwvarianten is de bereikbaarheid goed te realiseren.

 

Ligging tramtracé

De ligging van het tramtracé op de brug is van invloed op de ontwikkeling van veld 10. Bij een middenligging zal de afschuining op de noord-westhoek groter zijn dan bij een zij(oost)ligging. Het is van belang dat voor er daadwerkelijk plannen ontwikkeld worden hierover duidelijkheid is.

 

BVO

Bij de berekening van het aantal bruto vloeroppervlak (BVO) zijn de volgende aannamen gedaan:

-         Parkeren in kelders geheel onder maaiveld.

-         Stramienmaat 6 meter.

-         Bebouwingsdiepte van 10 meter bij de totale nieuwbouwvariant en bij de verbouwvariant een diepte van 6 meter aan de Michiel de Ruyterweg. Aan de Ezelsveldlaan is de bebouwingdiepte van de begane grond 15 meter.

-         Begane grond langs  Ezelsveldlaan, Nieuwelaan en Michiel de Ruyterweg is beschikbaar voor in- uitritten garage, bergingen, entreepartijen van woningen, bedrijven, praktijken e.d. en woningen.

-         Verdiepingshoogte is gemiddeld 3 meter hoog.

-         Ten behoeve van een goede inpassing en aansluiting met de massa opbouw van de velden 5,7 en 9 wordt uitgegaan van de massa die mogelijk is in het bestemmingsplan, wordt het aantal m² bvo met 10% verminderd.

-         Galerijen, entreepartijen, balkons en terrassen zijn in principe onderdeel van de bouwmassa. Daarom moet ervan uitgegaan worden dat bijvoorbeeld een woning een bvo heeft van 150 m², terwijl de gemiddelde woning 130 m² is.

Per model is een berekening gemaakt waarbij de nieuwbouw gecombineerd is met behoud en verbouw van de woningen aan de Nieuwelaan, de nieuwbouw- verbouwmodellen. Daarnaast is er per model een berekeningen gemaakt, waarbij uitgegaan is van de sloop van deze professorenwoningen: de nieuwbouw modellen.

 

Nieuwbouw op veld 10

Bij de ruimtelijke ontwikkeling van veld 10 moet met de massa van de nieuwbouw rekening worden gehouden met de maat, schaal en massa van de dienstwoningen, waarbij de cultuur historische waarde van de dienstwoningen als onderdeel van het Techniek Museum en Museumhof gehandhaafd blijft.

 

 

MODELLEN

Model 1 (naar achteren)

Ten opzichte van de bestaande situatie zijn de dienstwoningen naar het zuiden verschoven, waarbij de voorgevel in de nieuwe rooilijn komt te liggen. Het straatprofiel tussen veld 7 en 10 is dan 16 meter.

Ruimtelijk gezien worden de dienstwoningen onderdeel van de nieuwbouw van veld 10.

De totale kaveldiepte kan18 meter worden. Een buitenruimte is hierdoor mogelijk, waardoor de woonfunctie behouden kan blijven. De huidige kaveldiepte is ca. 20 meter.

Ten zuiden hiervan is een openbaar verblijfsgebied gepland, waardoor eisen gesteld zullen worden aan de erfscheiding van de buitenruimte.

Voor een goede en verkeersveilige vormgeving van de langzaam verkeersroute is de ruimte tussen de portierswoningen en het Techniek Museum minimaal 6,5 meter. De aansluiting van deze fietsroute op de Kruisstraat kan op een verkeersveilige manier gemaakt worden.

Uitgaande van handhaving van de professorenwoningen aan de Nieuwelaan en de tuinmuur op het binnenterein, moet bij dit model het kabel en leidingen tracé gescheiden worden van het rioleringstracé. De maat tussen deze woningen en het wortelpakket is ca. 3,5 meter.

Het aantal m² bvo van dit model:

-          begane grond          1000 m² bvo

(660 m² aan Ezelsveldlaan en Michiel de Ruyterweg,       340 m²  aan de Nieuwelaan)

-          verdiepingen            4000 m² bvo

(2650 m² en 1350 m²)

-          verbouw 6 bestaande woningen of 1050 m2 bvo nieuwbouw

Totaal aantal m² bvo bij nieuwbouw – verbouw:    5000 m²  + verbouw 6

panden.

Totaal aantal m² bvo bij totale nieuwbouw:                      6050 m²

 

Model 2 (naar het zuidoosten)

Ten opzichte van de huidige situatie worden de dienstwoningen in zuidoostelijke richting verplaatst. Ruimtelijk gezien is dit een goed model. De dienstwoningen zijn meer een ensemble met het Techniek Museum.

Veld 10 kan samen met de eventueel te handhaven professorenwoningen als een ruimtelijk eenheid worden ontwikkeld.

Ook hier wordt de voorgevel in de nieuwe rooilijn geplaatst.  De dienstwoningen kunnen hier de woonfunctie behouden. De kaveldiepte kan gelijk blijven aan de diepte in de huidige situatie. Ook hier grenzen de tuinen aan een openbaar binnengebied en zal de erfscheiding op een goede wijze en in relatie met het binnenterrein vormgegeven moeten worden. Het vervolg van de langzaamverkeersroute over veld 10 kan niet op een verkeersveilige wijze een vervolg krijgen op de Kruisstraat en vice verca. Ook zal het fietsverkeer vanaf de Ezelsveldlaan diagonaal over het kruispunt moeten om zijn route te vervolgen via veld 10 naar de Nieuwelaan. Dit levert verkeersonveilige situaties op. Op grond van dit aspect is dit model niet acceptabel.

Met behoud van de professorenwoningen en tuinmuur zal ook hier het kabel en leidingen tracé gescheiden moeten worden van het rioleringstracé.

Ten opzichte van model 1 zijn de ontwikkelingsmogelijkheden gelijk en het aantal m² bvo zal ook gelijk zijn met het aantal van model 1.

 

Model 3 (naar het voorplein van het Techniek Museum)

De portierswoningen zijn hier onderdeel van het voorplein van het Techniek Museum.  Omdat een buitenruimte niet meer mogelijk is en omdat de afstand tussen het museum en deze panden erg gering is (2,80 meter tot 3,50 meter) zijn de panden minder geschikt geworden voor de woonfunctie. Een functie als onderdeel van de functie die in de panden van het Techniek Museum zijn / komt, is meer waarschijnlijk.

Voor deze variant is het noodzakelijk dat naast de sloop van nr. 59 (opslag) eveneens de bestaande trafo verplaatst moet worden. Een nieuwe locatie hiervoor zal meegenomen moeten worden in de ontwikkeling van veld 10. De kosten van de verplaatsing van de trafo wordt ingeschat op ca. 2,5 ton dit is inclusief het afvoeren van vervuilde grond.

De scheiding van het kabel en leidingentracé van het rioleringstracé is ook hier aan de orde bij handhaving van de professorenwoningen.

Ruimtelijk gezien sluit dit model wel goed aan op de ontwikkelingen van het Zuidpoortgebied. De oostelijke kopgevel kan hier doorgetrokken worden tot aan de rooilijn aan de Kruisstraat van veld 7. Ruimtelijk gezien past dit model het beste in zijn omgeving en wat de ontwikkelingsmogelijkheden betreft scoort dit model ook goed. Het verlies van de woonfunctie maakt dit model echter ongewenst

Het aantal m² bvo wordt t.o.v. de modellen 1 en 2 vergroot met 250 m² op de begane grond en met 800 m² op de verdiepingen.

 

 

Bijlage: 3 modellen