Inhoud [m1] van [m2] de voorschriften                                                                                               א

 

Hoofdstuk I           Algemene bepalingen                                                                      blz. 3

Artikel 1                Begripsbepalingen                                                                                     3

Artikel 2                Wijze van meten                                                                                        6

Hoofdstuk II          Bestemmingen en gebruik                                                                      7

Artikel 3                Centrumdoeleinden I (C I)                                                                           7

Artikel 4                Centrumdoeleinden II (CII)                                                                           9

Artikel 5                Woon- en detailhandelsdoeleinden (WD)                                                    10

Artikel 6                Woon-, detailhandels- en sociaal culturele doeleinden  (WDSC)                   11

Artikel 7                Sociaal-Culturele en Detailhandelsdoeleinden (SCD)                                   11

Artikel 8                Sociaal-Culturele doeleinden (SC)                                                              12

Artikel 9                Detailhandelsdoeleinden (D)                                                                      12

Artikel 10               Woongebied (WG)                                                                                   13

Artikel 11               Woondoeleinden (W)                                                                                15

Artikel 12               Tuin (T)                                                                                                   16

Artikel 13               Voortuin (VT)                                                                                           17

Artikel 14               Studentenhotel (SH)                                                                                 17

Artikel 15               Bedrijfsdoeleinden (B)                                                                               18

Artikel 16               Kantoordoeleinden (K)                                                                              18

Artikel 17               Groenvoorzieningen (GR)                                                                          19

Artikel 18               Parkeerdoeleinden (P)                                                                              19

Artikel 19               Verkeers- en Centrumdoeleinden (VC)                                                       20

Artikel 20               Verkeersdoeleinden (V)                                                                            20

Artikel 21               Verblijfsgebied (VG)                                                                                 21

Artikel 22               Garages en bergplaatsen (G)                                                                    21

Artikel 23               Water (WA)                                                                                             22

Artikel 24               Archeologisch waardevol gebied                                                                23

Hoofdstuk III         Overige bepalingen                                                                               25

Artikel 25               Algemene vrijstellingsbevoegdheid                                                             25

Artikel 26               Wijzigingsbevoegdheden                                                                           26

Artikel 27               Cultuurhistorisch waardevolle panden                                                         27

Artikel 28               Ontwikkeling Veld 9                                                                                 27

Artikel 29               Percentages en dubbeltelbepaling                                                             27

Artikel 30               Hoogteaanduidingen                                                                                 28

Artikel 31               Overschrijding bouwgrenzen                                                                      28

Artikel 32               Gebruiksbepalingen                                                                                  29

Artikel 33               Overgangsbepalingen                                                                               30

Artikel 34               Strafbepaling                                                                                           30

Artikel 35               Titel                                                                                                        30

 

Bijlage:

Lijst van Bedrijfstypen (VNG 1999).


blanco pagina

 


Hoofdstuk I      Algemene bepalingen

ג

Artikel 1           Begripsbepalingen

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

 

1.  het plan

het bestemmingsplan Zuidpoort van de gemeente Delft.

 

2.  de plankaart

de kaart met bijbehorende verklaring, bestaande uit één blad, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen.

 

3.  bestemmingsvlak

een op de plankaart aangegeven vlak met een zelfde bestemming.

 

4.  bestemmingsgrens

een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak.

 

5.  bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

 

6.  bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij di­rect of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

 

7.  gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wan­den omsloten ruimte vormt.

 

8.  bouwvlak

een op de kaart aangegeven vlak met een zelfde bestemming.

 

9.  terreineenheid

een aaneengesloten stuk grond, dat wordt gebruikt ten behoeve van en/of behoort bij een be­drijf, instelling of wooneenheid.

 

10.   hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken.

 

11.   bijgebouw

een gebouw, dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

 

12.   uitbouw

een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw of een deel van een hoofdgebouw, in functio­neel en in bouwkundig opzicht zodanig met het hoofdgebouw verbonden dat het daarmee één geheel vormt, terwijl het in bouwkundig opzicht wel herkenbaar blijft als een afzonderlijke uiter­lijk ondergeschikte aanvulling op het hoofdgebouw.

 

13.   bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is gegrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uit­sluiting van onderbouw en zolder.

 

14.   dakopbouw

een geheel of gedeeltelijk toegevoegde woonlaag op een gebouw door optrekking van de ach­tergevel waarbij de hoogte van de opbouw onder de noklijn van de kap is gelegen.

15.   peil

a.          voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg (ter plaatse van de hoofdtoegang);

b.          in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

 

16.   woning/wooneenheid

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor huisvesting van één afzonderlijke huishou­ding.

 

17.   wegmeubilair

bouwwerken, geen gebouw zijnde, van beperkte omvang en beperkte ruimtelijke uitstraling ten behoeve van de bestemming Verkeersdoeleinden en Openbaar groen.

 

18.   praktijk aan huis

een dienstverlenend beroep dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwe­gende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

 

19.   bedrijf

een bedrijf dat gericht is op het vervaardigen van producten, zoals genoemd in de Lijst van Be­drijfstypen, niet zijnde detailhandel, dienstverlening en horeca.

 

20.   detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aan bieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verko­pen en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

 

21.   dienstverlening

het aanbieden, verkopen en/of leveren van commerciële en/of maatschappelijke diensten aan personen, zoals reisbureaus, kapsalons, wasserettes en instellingen inzake welzijn en gezond­heidszorg.

 

22.   horeca I

een horecabedrijf met een beperkte invloed op het woon- en werkklimaat van de omgeving dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van drank en/of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden en dat alleen overdag en 's avonds geopend is, waaronder in ieder geval worden verstaan restaurants, lunchrooms, snackbars en hiermee gelijk te stellen inrichtingen of bedrijven.

 

23.   horeca II

een horecabedrijf met een (tamelijk) grote invloed op het woon- en werkklimaat van de omge­ving dat geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak in combinatie met het verstrekken van drank en/of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden en dat gedurende de dag, avond en nacht geopend is, met dien verstande dat discotheken alleen zijn toe­gestaan als de gronden daartoe expliciet zijn bestemd.

 

24.   discotheek

een horecabedrijf met als hoofddoel het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse in combinatie met het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen.

 

25.   sociaal-culturele doeleinden

voorzieningen die een sociaal-culturele functie vervullen zoals een theater, een museum, een bibliotheek, een bioscoop, met dien verstande dat een bioscoop alleen is toegestaan als de gronden daartoe expliciet zijn bestemd, een buurthuis, een kunstuitleencentrum, en andere vor­men van sociaal-culturele aard.

 

26.   Lijst van Bedrijfstypen

de Lijst van VNG 1999 die onderdeel uitmaakt van deze voorschriften.

 

27.   seksinrichtingen

de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornogra­fische aard plaatsvinden.

 

28.   stedebouwkundig bouwblok

een ruimtelijke stedebouwkundige eenheid waarbij alle zijden worden begrensd door de open­bare ruimte en waarbij het bebouwingsvlak geheel of uitsluitend aan de randen is opgevuld met bebouwing.

 

29.   bestaande woonvoorraad

de op het moment van het van kracht worden van dit bestemmingsplan bestaande woonvoor­raad.


Artikel 2           Wijze van meten

1.  goothoogte van een gebouw

a.     de afstand van peil tot de snijlijn van gevelvlak en dakvlak;

b.     tot de goothoogte wordt niet gerekend: kapvormige bouwdelen of dakopbouwen, hoger dan in sub a toegelaten bouwhoogte maar vallend binnen het profiel van een denkbeeldige kap van 5.00 m hoog en dakhellingen van 60°.

 

2.  bouwhoogte van een gebouw

de afstand tussen de bovenkant van het gebouw, met uitzondering van antennes, kleine liftko­kers, schoorstenen en andere ondergeschikte bouwdelen en het peil.

 

3.  lengte van een gebouw

de lengte van een gebouw wordt gemeten tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren.

 

4.  bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde

de bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, wordt gemeten tussen het hoogste punt van het bouwwerk en het peil; bij constructies worden de werken in verticale stand meege­rekend.

 

5.  grondoppervlakte

de oppervlakte van de grond die in beslag wordt genomen door de verticale projectie van een bouwwerk, gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of hartlijnen van de scheidings­muur.

 

6.  afstanden

afstanden tussen bouwwerken onderling worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.

 

7.  hoogte antennes

de hoogte gemeten tussen de onderkant van de voet van de antenne en het hoogste punt van de antenne.

 


Hoofdstuk II                        Bestemmingen en gebruik

ו

 

Artikel 3           Centrumdoeleinden I (C I)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Centrumdoeleinden I (C I) zijn bestemd voor het uitoefenen van detailhandel en dienstverlening, het wonen, sociaal-culturele doeleinden, klein­schalige kantoren, horeca behorende tot categorie I en II, bedrijven behorende tot ten hoogste categorie 1 van de Lijst van Bedrijfstypen, verblijfsgebieden, parkeervoorzieningen voor motor­rijtuigen en fietsen en laad- en losvoorzieningen alsmede voor:

a.     uitsluitend ter plaatse van de subbestemming CId horeca behorende tot categorie II in de vorm van een discotheek;

b.     de bij deze bestemmingen behorende voorzieningen zoals wegen, fiets- en voetpaden, stijgpunten, pleinen, voorzieningen voor afvalinzameling, groenvoorzieningen, nutsvoor­zieningen, waterpartijen, fietsenstallingen en reclame- en kunstuitingen;

met dien verstande dat:

c.     de uitoefening van detailhandel en dienstverlening uitsluitend op de 1e en de 2e bouwlaag, gemeten vanaf peil, is toegestaan;

d.     het wonen uitsluitend op de 2e bouwlaag en hoger gemeten vanaf peil is toegestaan, met uitzondering van de bij de woningen behorende toegangen en bergingen;

e.     de gronden onder peil uitsluitend zijn bestemd voor parkeervoorzieningen voor motorrijtui­gen en fietsen en voor laad- en losvoorzieningen;

f.      ten hoogste 150 m² per vestiging is bestemd voor gebruik als kantoor;

g.     ten hoogste 26.000 m² voor parkeervoorzieningen onder peil voor motorrijtuigen en fietsen is bestemd in de vorm van in ieder geval ten minste 940 en ten hoogste 1.030 parkeer­plaatsen voor automobielen;

h.     de woonfunctie boven de discotheek niet is toegestaan;

i.      sociaal-culturele doeleinden in de vorm van een bioscoop uitsluitend zijn toegestaan op de gronden die zijn voorzien van de nadere aanwijzing CI*)2 tot ten hoogste 3.600 m²;

j.      ten hoogste 11.500 m² is bestemd voor gebruik ten behoeve van wonen.

 

Specifieke doeleindenomschrijving gebieden met de nadere aanwijzing CI*)1 tot en met CI*)5

2. Op de gronden voorzien van de nadere aanwijzing CI*)1 tot en met CI*)5 gelden de volgende specifieke bepalingen met betrekking tot de horecafunctie:

a.     op de gronden voorzien van de nadere aanwijzing CI*)1 geldt dat uitsluitend horeca beho­rende tot categorie I tot een oppervlak van ten hoogste 600 m² is toegestaan;

b.     op de gronden voorzien van de nadere aanwijzing CI*)2 geldt dat:

       horeca behorende tot categorie II niet is toegestaan op gronden die direct grenzen aan de gronden die zijn voorzien van de aanduiding "winkelplein";

       het totale oppervlak aan horeca behorende tot categorie I en II maximaal 900 m² mag bedragen waarvan maximaal 300 m² ten behoeve van de discotheek mag wor­den gebruikt;

c.     op de gronden voorzien van de nadere aanwijzing CI*)3 geldt dat:

-      horeca behorende tot categorie II niet is toegestaan op gronden die direct grenzen aan de gronden die zijn voorzien van de aanduiding "winkelplein";

-      het totale oppervlak aan horeca behorende tot categorie I en II maximaal 200 m² mag bedragen;

d.     op de gronden voorzien van de nadere aanwijzing CI*)4 geldt dat: uitsluitend horeca beho­rende tot categorie I is toegestaan tot een oppervlak van ten hoogste 300 m²;

e.     op de gronden voorzien van de nadere aanwijzing CI*)5 geldt dat het oppervlak aan horeca behorende tot categorie I en II maximaal 100 m² mag bedragen.

 

3. Het is toegestaan de woning te gebruiken voor de uitoefening van een bedrijf behorende tot categorie 1 van de Lijst van Bedrijfstypen, voor een kantoor en praktijk-aan-huis en voor soci­aal-culturele doeleinden, mits de woonfunctie per wooneenheid in overwegende mate ge­hand­haafd blijft.

 


Bouwvoorschriften

4. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

a.          gebouwen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

5. Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de kaart en de volgende bepalingen:

a.     ter plaatse van de nadere aanwijzing (z) mogen boven peil uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met dien verstande dat ten hoogste 25 m² aan gebou­wen met een bouwhoogte van 4.00 m is toegestaan ten behoeve van stijgpunten;

b.     uitsluitend binnen een straal van 10.00 m vanuit de nadere aanwijzing "ingang parkeerga­rage" is het toegestaan de inrit van een parkeergarage te bouwen;

c.     in afwijking van de op de kaart aangegeven hoogtemaat mag ter plaatse van de aandui­ding "(35%) 22" de bouwhoogte 22.00 m bedragen over 35% van het betreffende bouw­vlak;

d.     in afwijking van de op de kaart aangegeven hoogtemaat mag ter plaatse van de aandui­ding "(80%) 22" de bouwhoogte 22.00 m bedragen over 80% van het betreffende bouw­vlak;

e.     in afwijking van de op de kaart aangegeven hoogtemaat mag ter plaatse van de aandui­ding "(20%) 22" de bouwhoogte 22.00 m bedragen over 20% van het betreffende bouw­vlak;

f.      in afwijking van de op de kaart aangegeven hoogtemaat, mag ter plaatse van de aandui­ding "(50%) 16" de bouwhoogte 16.00 m bedragen over 50% van het betreffende bouw­vlak;

g.     ter plaatse van de aanduiding "loopbrug" is uitsluitend op de 2e bouwlaag en hoger, geme­ten vanaf peil, een luchtbrug toegestaan;

h.     de tot de woningen behorende buitenruimte dient geluidsluw te zijn of anders uitgevoerd te worden zodat wordt voldaan aan de normen van het Besluit hogere grenswaarden van 7 december 2000, nummer DWM/2000/13147A-.

 

Vrijstellingsbevoegdheden

6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in:

a.          lid 1 teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan algemeen toelaatbaar, indien en voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omge­ving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm alsmede ge­toetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorie van de Lijst van Bedrijfstypen;

b.          lid 1 en lid 3 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Lijst van Bedrijfstypen zijn ge­noemd, indien en voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Lijst van Bedrijfstypen.


Artikel 4           Centrumdoeleinden II (CII)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Centrumdoeleinden II (CII) zijn bestemd voor dienstverlening, sociaal-culturele doeleinden met de daarbijbehorende kantoren, bedrijven be­horende tot ten hoogste categorie 1 en 2 van de Lijst van Bedrijfstypen, nutsvoorzieningen en laad- en losvoorzieningen met dien verstande dat ten hoogste 150 m² per vestiging is bestemd voor gebruik als kantoor.

 

Bouwvoorschriften

2. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

a.          gebouwen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

en gelden de aanduidingen op de kaart.

 

Vrijstellingsbevoegdheden

3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in:

a.          lid 1 teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan algemeen toelaatbaar, indien en voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omge­ving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Lijst van Bedrijfstypen;

b.          lid 1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Lijst van Bedrijfstypen zijn genoemd, in­dien en voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Lijst van Bedrijfstypen.


Artikel 5           Woon- en detailhandelsdoeleinden (WD)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Woon- en detailhandelsdoeleinden (WD) zijn be­stemd voor het uitoefenen van detailhandel en dienstverlening met daarbijbehorende kantoren en voor wonen uitsluitend op de 2e bouwlaag en hoger gemeten vanaf peil met uitzondering van de bij de woningen behorende toegangen en bergingen met dien verstande dat:

a.          ten hoogste 150 m2 per vestiging is bestemd voor gebruik als kantoor;

b.          in het gebied grenzend aan de Pijnepoort en Gasthuislaan:

-      detailhandel en dienstverlening uitsluitend zijn toegestaan op de 1e en 2e bouwlaag gemeten vanaf peil;

-      de woningen overal zijn toegestaan met uitzondering van de 1e bouwlaag gemeten vanaf peil aan de Pijnepoort;

-      de entrees ten behoeve van de detailhandel uitsluitend zijn toegestaan aan de zijde van de Pijnepoort;

-      onder peil tevens parkeervoorzieningen voor motorrijtuigen en fietsen zijn toegestaan;

c.          ter plaatse van de Yperstraat 46 wonen vanaf de begane grond is toegestaan;

d.          ten hoogste 3.000 m² ten behoeve van het wonen aan de bestaande woonvoorraad mag worden toegevoegd.

 

2. Het is toegestaan de woning te gebruiken voor de uitoefening van een bedrijf behorende tot ten hoogste categorie 1 van de Lijst van Bedrijfstypen, een kantoor en praktijk aan huis en voor sociaal-culturele doeleinden, mits de woonfunctie per wooneenheid in overwegende mate ge­handhaafd blijft.

 

Bouwvoorschriften

3. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

a.          gebouwen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

en gelden de aanduidingen op de kaart.

 

Vrijstellingsbevoegdheden

4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 2 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Lijst van Bedrijfstypen zijn genoemd, indien en voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Lijst van Bedrijfstypen.


Artikel 6           Woon-, detailhandels- en sociaal culturele doeleinden        (WDSC)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Woon-, detailhandels- en sociaal culturele doel­einden (WDSC) zijn bestemd voor het uitoefenen van detailhandel en dienstverlening, sociaal-culturele doeleinden, kantoren, fietsenstallingen en wonen met dien verstande dat:

a.          het wonen uitsluitend op de 2e bouwlaag en hoger gemeten vanaf peil is toegestaan met uitzondering van de toegangen tot woningen;

b.          ter plaatse van de Vestpoort 16 de gronden tevens zijn bestemd voor de ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan bestaande horeca behorende tot categorie I met als maximale oppervlakte het ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan aanwezige oppervlak;

c.          ten hoogste 150 m² per vestiging is bestemd voor gebruik als kantoor.

 

2. Het is toegestaan de woning te gebruiken voor de uitoefening van een bedrijf behorende tot ten hoogste categorie 1 van de Lijst van Bedrijfstypen, een kantoor en praktijk-aan-huis en voor sociaal-culturele doeleinden, mits de woonfunctie per wooneenheid in overwegende mate ge­handhaafd blijft.

 

Bouwvoorschriften

3. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

a.          gebouwen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

en gelden de aanduidingen op de kaart.

 

Vrijstellingsbevoegdheden

4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 2 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Lijst van Bedrijfstypen zijn genoemd, indien en voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Lijst van Bedrijfstypen.

 

Artikel 7           Sociaal-Culturele en Detailhandelsdoeleinden (SCD)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Sociaal-Culturele en Detailhandelsdoeleinden (SCD) zijn bestemd voor sociaal-culturele doeleinden en de uitoefening van detailhandel en dienstverlening, met dien verstande dat ten hoogste 150 m² voor detailhandel en dienstverle­ning is bestemd.

 

Bebouwingsvoorschriften

2. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

a.          gebouwen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

en gelden de aanduidingen op de kaart.


Artikel 8           Sociaal-Culturele doeleinden (SC)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Sociaal-Culturele doeleinden (SC) zijn bestemd voor:

a.          voorzieningen van sociaal-culturele aard;

alsmede voor:

b.          ter plaatse van de subbestemming SCs sportvoorzieningen zoals een roeivereniging;

c.          verblijfsgebied;

d.          de bij deze bestemming behorende voorzieningen als nutsvoorzieningen, voorzieningen voor afvalinzameling, reclame- en kunstuitingen.

 

Bebouwingsvoorschriften

2. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

a.          gebouwen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

3. Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de kaart en dat op de gronden met de nadere aanwijzing (z) uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd.

 

Artikel 9           Detailhandelsdoeleinden (D)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Detailhandelsdoeleinden (D) zijn bestemd voor het uitoefenen van detailhandel en horeca behorende tot categorie I en dienstverlening, met dien verstande dat ten hoogste 500 m² voor horeca is bestemd.

 

Bouwvoorschriften

2. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

a.          gebouwen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

en gelden de aanduidingen op de kaart.


Artikel 10         Woongebied (WG)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Woongebied (WG) zijn bestemd voor:

a.          het wonen;

b.          ter plaatse van de subbestemming WGp tevens voor plintfuncties in de vorm van dienst­ver­lening, sociaal-culturele doeleinden, kleinschalige kantoren, bedrijven behorende tot ten hoogste categorie 1 van de Lijst van Bedrijfstypen, uitsluitend in de eerste bouwlaag, gemeten vanaf peil;

c.          (vervallen)

d.          verblijfsgebied;

e.          de bij deze bestemmingen behorende voorzieningen zoals parkeervoorzieningen voor mo­torrijtuigen en fietsen in de vorm van minimaal 30 en maximaal 35 parkeerplaatsen voor automobielen ter plaatse van de gronden met de nadere aanwijzing (p) en voor in- en uitrit­ten, tuin, voortuin, groen en water;

met dien verstande dat:

f.      ten hoogste 20.500 m² ten behoeve van het wonen aan de bestaande woonvoorraad mag worden toegevoegd;

g.     ten hoogste 150 m² per vestiging is bestemd voor gebruik als kantoor;

h.     de gronden onder peil uitsluitend zijn bestemd voor parkeervoorzieningen voor motorrijtui­gen en fietsen en bij de woningen behorende bergingen.

 

2. Het is toegestaan de woning te gebruiken voor de uitoefening van een bedrijf behorende tot ten hoogste categorie 1 van de Lijst van Bedrijfstypen, een kantoor en praktijk-aan-huis en voor sociaal-culturele doeleinden, mits de woonfunctie per wooneenheid in overwegende mate ge­handhaafd blijft.

 

Bouwvoorschriften

3. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

a.          gebouwen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de kaart en de volgende specifieke bepalingen en dat ter plaatse van de nadere aanwijzing (z) uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd.

 

Specifieke bouwvoorschriften gebieden met de nadere aanwijzingen I en II

4. Voor het totale gebied van de gronden met de nadere aanwijzing I gelden de volgende speci­fieke bepalingen:

a.          de bebouwing op deze gronden, tezamen met de oostelijk gelegen gronden met de be­stemming K7, T en W12 dient, overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, te worden opge­richt in ten minste 3 en ten hoogste 4 zelfstandige, ruimtelijk van elkaar te onderscheiden stedebouwkundige bouwblokken, met per stedebouwkundig bouwblok een maximale leng­temaat van 75.00 m en een minimale lengtemaat van 40.00 m;

b.          de stedebouwkundige bouwblokken dienen in de op de kaart aangegeven rooilijn te wor­den opgericht;

c.          de onderlinge afstand tussen deze stedebouwkundige bouwblokken dient minimaal 6.00 m en maximaal 8.00 m te bedragen;

d.          de afzonderlijke stedebouwkundige bouwblokken kunnen op de derde bouwlaag en hoger, gemeten vanaf peil, verbonden worden door een loopbrug waarvan de hoogte maximaal één bouwlaag mag bedragen, gemeten vanaf de vloer van de loopbrug, en waarbij geldt dat de loopbrug minimaal op een afstand van 5.00 m tot de bestemmingsgrenzen dient te worden gerealiseerd;

e.          ter plaatse van de aanduiding "doorgang" mag niet worden gebouwd ten behoeve van een doorgang van minimaal 11.50 m en maximaal 12.50 m;

f.            in afwijking van het bepaalde in sub b, dient de bebouwing op een afstand van ten minste 8.00 m uit het hart van de stam van de op de kaart aangegeven monumentale bomen te worden opgericht;

waarbij voorts ter plaatse van de gronden met de bestemmingsaanduiding "70% WGpI 15" geldt dat:

g.          per stedebouwkundig bouwblok dient te worden voorzien in een doorgaande plint die in de rooilijn is gebouwd met een hoogte van minimaal 4.50 m en maximaal 5.50 m;

h.          de boven deze plint gelegen delen van de stedebouwkundige bouwblokken dienen te wor­den ingesnoerd met een minimale diepte van 2.00 m ten opzichte van de rooilijn;

i.            op de hoeken van de stedebouwkundige bouwblokken de gevel over de totale bouwhoogte met een minimale breedte van 1.00 m en maximaal 10.00 m in de rooilijn dient te worden gebouwd.

 

5. Voor het totale gebied van de gronden met de nadere aanwijzing II gelden de volgende spe­cifieke bepalingen:

a.          (vervallen);

b.          binnen het gebied dient een ruimte te worden vrijgehouden ten behoeve van een noord­zuid te oriënteren langzaamverkeersroute, die de Nieuwelaan met de Ezelsveldlaan ver­bindt, al of niet in samenhang met een op de aangrenzende gronden met de bestemming Sociaal-Culturele doeleinden te realiseren langzaamverkeersroute;

c.          de bebouwing dient op een afstand van ten minste 8.00 m uit het hart van de stam van de op de kaart aangegeven monumentale boom te worden opgericht;

d.          de tot de woningen behorende buitenruimte dient geluidsluw te zijn of anders uitgevoerd te worden zodat wordt voldaan aan de normen van het Besluit hogere grenswaarden van 7 december 2000, nummer DWM/2000/13147A-.

 

Vrijstellingsbevoegdheid

6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 en lid 2 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Lijst van Bedrijfstypen zijn genoemd, indien en voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Lijst van Bedrijfstypen.


Artikel 11         Woondoeleinden (W)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Woondoeleinden (W) zijn bestemd voor het wo­nen.

 

2. Het is toegestaan de woning te gebruiken voor de uitoefening van een bedrijf behorende tot categorie 1 van de Lijst van Bedrijfstypen, voor een kantoor en praktijk aan huis en voor soci­aal-culturele doeleinden, mits de woonfunctie per wooneenheid in overwegende mate gehand­haafd blijft.

 

Bouwvoorschriften

3. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

a.          hoofdgebouwen inclusief uitbouwen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

4. Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de kaart en dat op de gronden met de nadere aanwijzing "overbouwde doorgang" een vrije hoogte in acht genomen dient te worden van ten minste 6.00 m.

 

Vrijstellingsbevoegdheden

5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 2 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Lijst van Bedrijfstypen zijn genoemd, indien en voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Lijst van Bedrijfstypen.


Artikel 12         Tuin (T)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Tuin zijn bestemd voor zij- en achtererven beho­rende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.

 

Bouwvoorschriften

2. Deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

a.          bijgebouwen en uitbouwen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

3. Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de kaart en de volgende bepalingen:

a.          de bouwhoogte van bijgebouwen mag maximaal 2.50 m bedragen; voor uitbouwen van het hoofdgebouw geldt een maximumhoogte die gelijk is aan de hoogte van de begane grond van het hoofdgebouw;

b.          per terreineenheid mag binnen de bestemming Tuin maximaal 20% van het totale grond­oppervlakte worden bebouwd met een maximum van 40.00 m²;

c.          de diepte van uitbouwen van het aangrenzende hoofdgebouw mag ten hoogste 2.00 m be­dragen; indien het oorspronkelijk ontwerp van het hoofdgebouw reeds een uitbouw aan­wezig is van meer dan 2.00 m diepte, is een uitbouw toegestaan die gelijk is aan de reeds bestaande uitbouw;

d.          boven de gronden is de bouw van erkers en balkons behorende bij het hoofdgebouw toe­gestaan tot een maximum van 2.00 m diepte. De bouwhoogte van deze bouwwerken mag niet hoger zijn dan de bouwhoogte van de aangrenzende bouwlaag op de gronden met bestemming Woondoeleinden;

e.          de bebouwing dient op een afstand van ten minste 8.00 m uit het hart van de stam van de op de kaart aangegeven monumentale bomen te worden opgericht.


Artikel 13         Voortuin (VT)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Voortuin zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.

 

Bouwvoorschriften

2. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen ge­bouwen zijnde, worden gebouwd en de ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan aanwezige gebouwen overeenkomstig de ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan bestaande maten.

 

3. Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de kaart en dat boven de gronden de bouw van erkers en balkons behorende bij het hoofdgebouw is toegestaan tot een maximum van 2.00 m diepte. De bouwhoogte van deze bouwwerken mag niet hoger zijn dan de bouwhoogte van de aangrenzende bouwlaag op de gronden met de bestemming Woondoeleinden.

 

Artikel 14         Studentenhotel (SH)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Studentenhotel (SH) zijn bestemd voor het niet-permanent verblijven van studenten.

 

Bouwvoorschriften

2. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

a.          gebouwen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

en gelden de aanduidingen op de kaart.


Artikel 15         Bedrijfsdoeleinden (B)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Bedrijfsdoeleinden ter plaatse van de subbe­stemming Bn zijn bestemd voor nutsbedrijven, met dien verstande dat detailhandel en zelfstan­dige kantoren niet zijn toegestaan, alsmede voor bijbehorende voorzieningen zoals ontslui­tingswegen, parkeervoorzieningen, groen en water.

 

Bouwvoorschriften

2. Op deze gronden mogen ten behoeve van de subbestemming uitsluitend worden gebouwd:

a.          gebouwen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

3. Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de kaart en dat ter plaatse van de gronden met de nadere aanwijzing (z) uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden ge­bouwd.

 

Artikel 16         Kantoordoeleinden (K)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Kantoordoeleinden (K) zijn bestemd voor kanto­ren.

 

Bouwvoorschriften

2. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

a.          gebouwen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

3. Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de kaart en de volgende bepalingen:

a.     ter plaatse van de gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;

b.     de bebouwing op de gronden met de bestemming K7, tezamen met de westelijk gelegen gronden met de bestemmingen WG dient zodanig te worden vormgegeven dat ten minste 3 en ten hoogste 4 zelfstandige, ruimtelijk van elkaar te onderscheiden bouwblokken ont­staan, met per bouwblok een maximale lengtemaat van 75.00 m en een minimale lengte­maat van 40.00 m.


Artikel 17         Groenvoorzieningen (GR)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Groenvoorzieningen zijn bestemd voor beplantin­gen, speelvoorzieningen en in samenhang daarmee voor voet- en fietspaden alsmede voor bermen en bermsloten.

 

Bouwvoorschriften

2. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen ge­bouwen zijnde, worden gebouwd.

 

3. Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de kaart en dat de bebouwing op een afstand van ten minste 8.00 m uit het hart van de stam van de op de kaart aangegeven monumentale bomen dient te worden opgericht.

 

Artikel 18         Parkeerdoeleinden (P)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Parkeerdoeleinden (P) zijn bestemd voor het par­keren van motorrijtuigen en fietsen.

 

Bouwvoorschriften

2. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

a.          gebouwen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

3. Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de kaart en de volgende bepalingen:

a.          per bestemmingsvlak mag ten hoogste 1 gebouw worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3.00 m en een oppervlakte van ten hoogste 15 m²;

b.          ter plaatse van de gronden met de nadere aanwijzing (b) mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 6.00 m bedragen;

c.          ter plaatse van de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.


Artikel 19         Verkeers- en Centrumdoeleinden (VC)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Verkeers- en centrumdoeleinden (VC) zijn be­stemd voor:

a.          wegen met maximaal 2x2 doorgaande rijstroken, opstelstroken en busstroken daaronder niet begrepen, fiets- en voetpaden, parkeerplaatsen, bermen, geluidswerende voorzienin­gen en daarbijbehorende beplantingen;

b.          voorzover onder het wegdek gelegen, tevens voor horeca behorende tot categorie I en II, detailhandelsdoeleinden en dienstverlening, opslag van goederen en sociaal-culturele doelein­den;

alsmede voor voorzieningen ten behoeve van gescheiden afvalinzameling, nutsvoorzieningen, reclame- en kunstuitingen.

 

Bouwvoorschriften

2. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

a.          gebouwen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

en gelden de aanduidingen op de kaart.

 

Artikel 20         Verkeersdoeleinden (V)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Verkeersdoeleinden (V) zijn bestemd voor wegen met maximaal 2x2 doorgaande rijstroken, opstelstroken en busstroken daaronder niet begre­pen, fiets- en voetpaden, openbaarvervoervoorzieningen, bermen, geluidswerende voorzienin­gen en daarbijbehorende beplantingen, nutsvoorzieningen, reclame- en kunstuitingen en voor­zieningen ten behoeve van gescheiden afvalinzameling en indien de gronden grenzen aan de gronden met de bestemming CI tevens voor overschrijding van deze bestemmingsgrens ten be­hoeve van balkons.

 

Bouwvoorschriften

2. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

a.          gebouwen;

b.          wegmeubilair en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

3. Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de kaart en dat de overschrijding van de be­stemmingsgrens ten behoeve van balkons niet meer dan 2.50 m mag bedragen.


Artikel 21         Verblijfsgebied (VG)

Doeleindenomschrijving

De gronden op de kaart aangewezen voor Verblijfsgebied (VG) zijn bestemd voor:

a.          wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing, bepaald door en gericht op de aan­grenzende bestemmingen;

b.          openbaar groen;

c.          openbaarvervoervoorzieningen, waaronder begrepen een trambaan ter plaatse van de Zuidwal;

d.          indien de gronden grenzen aan de gronden met de bestemming CI tevens voor overschrij­ding van deze bestemmingsgrens ten behoeve van balkons;

e.          ter plaatse van de subbestemming VGs: voor een (kinder)speelplaats;

alsmede voor parkeerplaatsen, voorzieningen ten behoeve van gescheiden afvalinzameling, nutsvoorzieningen, reclame- en kunstuitingen, water en speel- en groenvoorzieningen.

 

Bouwvoorschriften

2. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

a.          abri's;

b.          duikers, bruggen, wegmeubilair en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

3. Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de kaart en de volgende bepalingen:

a.          ter plaatse van de nadere aanwijzing (ok) mag een overkapping worden gebouwd, waar­van de hoogte ten hoogste 9.00 m mag bedragen;

b.          de bouwhoogte van een abri mag ten hoogste 3.00 m bedragen en de diepte ten hoogste 1.30 m;

c.          de bebouwing dient op een afstand van ten minste 8.00 m uit het hart van de stam van de op de kaart aangegeven monumentale bomen te worden opgericht;

d.          op de gronden met de subbestemming VGs mogen uitsluitend speelvoorzieningen worden gebouwd;

e.          de overschrijding van de bestemmingsgrens ten behoeve van balkons mag ten hoogste 2.50 m bedragen.

 

Artikel 22         Garages en bergplaatsen (G)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Garages en bergplaatsen (G) zijn bestemd voor de stalling van vervoermiddelen en voor de berging van niet voor handel en distributie be­stemde goederen.

 

Bouwvoorschriften

2. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

a.          garages en bergplaatsen;

b.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

en gelden de aanduidingen op de kaart.


Artikel 23         Water (WA)

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Water zijn bestemd voor de wateraanvoer en -af­voer en waterberging, alsmede voor de watersport, de sport en binnenvisserij en de binnen­scheepvaart alsmede:

a.          ter plaatse van de subbestemming WAwl: tevens voor woonschepenligplaats;

b.          ter plaatse van de kruising met de op de kaart aangegeven Sint Sebastiaansbrug voor Ver­keersdoeleinden overeenkomstig het bepaalde in artikel 20;

c.          ter plaatse van de kruising met de op de kaart aangegeven Groenebrug en Hambrug voor Verblijfsgebied overeenkomstig het bepaalde in artikel 21.

 

Bouwvoorschriften

2. Op deze gronden mogen ten dienste van de waterhuishouding en de watersport/scheepvaart uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, steigers ten behoeve van de toegang tot naastgelegen gronden daaronder begrepen.

 

Bijzonder gebruiksverbod

3. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van deze gronden als lig­plaats voor woonschepen, voorzover zij niet zijn aangewezen voor Woonschepenligplaats.


Artikel 24         Archeologisch waardevol gebied

Doeleindenomschrijving

1. De gronden op de kaart aangewezen voor Archeologisch waardevol gebied zijn mede be­stemd voor het behoud en de bescherming van de ter plaatse aanwezige archeologische waar­den.

 

Bouwvoorschriften vanwege de bestemming Archeologisch waardevol gebied

2. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen ge­bouwen zijnde, worden gebouwd.

 

Bouwvoorschriften vanwege samenvallende bestemmingen

3. Bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar, indien en voorzover de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig worden geschaad.

 

4. Alvorens omtrent het verlenen van een bouwvergunning te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de gemeentelijke archeoloog van de gemeente Delft om­trent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de archeologische belangen niet one­venredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.

 

5. Het bepaalde in de leden 3 en 4 geldt niet voor:

a.          terreinafscheidingen, tuinmeubilair en overkappingen;

b.          bestaande gebouwen indien de oppervlakte niet wordt uitgebreid.

 

Aanlegvoorschriften

6. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Archeologisch waardevol gebied zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aan­legvergunning) de volgende werken, voorzover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

a.          het afgraven, ophogen of egaliseren van de grond;

b.          het aanleggen van waterlopen of het vergraven of verruimen van reeds bestaande water­lopen;

c.          het aanbrengen van bovengrondse en ondergrondse transport-, energie- of telecommuni­catieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;

d.          het aanleggen van gesloten drainagesystemen.

 

7. Het verbod als bedoeld in lid 6 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

a.          reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;

b.          mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

 

8. De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6 zijn slechts toelaatbaar indien en voorzo­ver de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig worden geschaad.


blanco pagina

 


Hoofdstuk III                       Overige bepalingen

כד

 

Artikel 25         Algemene vrijstellingsbevoegdheid

Algemene vrijstellingsbevoegdheid ten behoeve van geringe afwijkingen

1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd - tenzij op grond van hoofdstuk II terzake reeds vrijstelling kan worden verleend - vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het plan voor:

a.          afwijkingen van maten (waaronder percentages en getallen) met ten hoogste 10% waarbij geldt dat de hoogtematen met maximaal 1.00 m mogen worden verhoogd;

b.          overschrijding van bouwgrenzen niet zijnde bestemmingsgrenzen, voorzover zulks van be­lang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3.00 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.

 

2. Vrijstelling wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.


Artikel 26         Wijzigingsbevoegdheden

Wijzigingsbevoegdheid Lijst van Bedrijfstypen

1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van deze voorschriften deel uitmakende Lijst van Bedrijfstypen te wijzigen, teneinde de categorie-indeling van de bedrijven af te stemmen op veranderingen in de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven zoals deze uit de toekomstige wijzigingen van de Lijst van Bedrijfstypen van de VNG van maart 1999 kunnen voortvloeien.

 

Algemene wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van overschrijding bestemmings­grenzen

2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestem­mingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voorzover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de over­schrijdingen mogen echter niet meer dan 3.00 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.

 

Wijzigingsbevoegdheid dienstwoningen

3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden die zijn voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO" te wijzigen ten behoeve van de verplaatsing van de dienstwoningen aan de Ezelsveldlaan 55 en 57 met inachtneming van de volgende voorwaarden:

a.     na verplaatsing is zowel de woonfunctie als de sociaal-culturele functie toegestaan met dien verstande dat in ten minste 1 dienstwoning de woonfunctie gehandhaafd dient te blij­ven;

b.     de karakteristiek van het gebouw zoals deze zich uit in bouwmassa, oriëntatie, dakvorm, nokrichting, dakhelling, dakoversteken en goot- en daklijsten dient na verplaatsing ge­handhaafd te blijven zodat de waarde als MSP-pand niet wordt aangetast;

c.     de kwaliteit in de samenhang met de overige MSP-panden aan de Ezelsveldlaan dient ge­handhaafd te blijven;

d.     alvorens tot wijziging kan worden overgegaan wordt advies ingewonnen bij de Commissie Welstand en Monumenten.

 

Procedurevoorschrift

4. Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van een bestemmingsplan op grond van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.


Artikel 27         Cultuurhistorisch waardevolle panden

De gebouwen die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding MSP-pand, mogen slechts wor­den vernieuwd, uitgebreid of veranderd, voorzover het betrokken bouwplan geen afbreuk doet aan en mede strekt tot behoud of versterking van het uitwendige karakter van het gebouw wat betreft de op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaande totaliteit van:

a.          bouwmassa naar hoofdafmetingen en onderlinge verhoudingen;

b.          dakvorm, nokrichting, dakhelling, dakoversteken, goot- en daklijsten.

 

Artikel 28         Ontwikkeling Veld 9

De bebouwing op de gronden met de bestemming WG, tezamen met de oostelijk gelegen gron­den met de bestemming K7, T en W12 dient zodanig te worden vormgegeven dat ten minste 3 en ten hoogste 4 zelfstandige, ruimtelijk van elkaar te onderscheiden stedebouwkundige bouw­blokken ontstaan, met per stedebouwkundig bouwblok een maximale lengtemaat van 75.00 m en een minimale lengtemaat van 40.00 m.

 

Artikel 29         Percentages en dubbeltelbepaling

Percentages

1. Een op de kaart aangegeven percentage zonder haakjes, geeft aan hoeveel van de desbe­treffende terreineenheid ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen. Bij het ontbreken van een percentage mag de terreineenheid volledig worden bebouwd, tenzij in hoofdstuk II anders is bepaald.

 

Dubbeltelbepaling

2. Gronden welke in aanmerking zijn genomen bij het verlenen van een bouwvergunning of het toestaan van een meldingplichtig bouwwerk, waaraan uitvoering is of kan worden gegeven, blij­ven bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.


Artikel 30         Hoogteaanduidingen

1. Het op de kaart achter een letter of combinatie van letters ingeschreven Arabisch cijfer of getal, geeft - tenzij in hoofdstuk II anders is bepaald en behoudens eventuele vrijstelling - de maximaal toelaatbare bouwhoogte van gebouwen in meters aan.

 

2. Het op de kaart achter een letter of combinatie van letters ingeschreven Arabisch cijfer of getal, geplaatst tussen een liggend streepje aan de boven- en onderzijde, geeft - tenzij in hoofdstuk II anders is bepaald en behoudens eventuele vrijstelling - de maximaal toelaatbare goothoogte in meters aan.

 

3. Indien op de kaart geen hoogteaanduiding is ingeschreven geldt - tenzij in hoofdstuk II an­ders is bepaald en behoudens vrijstelling - voor de maximaal toelaatbare bouwhoogte het be­paalde in lid 6 van dit artikel.

 

4. De in lid 1 bedoelde hoogten mogen worden overschreden door antennes, schoorstenen, in­stallatieruimten, liftmachinekamers, liftkokers, trappenhuizen en andere ondergeschikte bouw­delen, tenzij in hoofdstuk II anders is bepaald.

 

5. De in lid 3 bedoelde hoogten mogen worden overschreden door antennes, schoorstenen, lift­kokers, trappenhuizen, hellende dakvlakken, topgevels, dakkapellen en andere ondergeschikte bouwdelen, tenzij in hoofdstuk II anders is bepaald.

 

6. De maximaal toelaatbare hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag – tenzij in hoofdstuk II anders is bepaald – ten hoogste bedragen:

                                                                                                                             bouwhoogte

-             van erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevel van hoofdgebouwen

        en de openbare weg                                                                                              1.00 m;

-             van erf- en terreinafscheidingen elders                                                                     2.00 m;

-             van lichtmasten en vlaggenmasten                                                                        12.00 m;

-             van overig wegmeubilair                                                                                          6.00 m;

-             van antennes ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes           15.00 m;

-             van schotelantennes                                                                                              6.00 m;

-             van tuinmeubilair                                                                                                   2.00 m;

-             van overige bouwwerken                                                                                         3.00 m.

 

Artikel 31         Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen/voorgevellijn mogen/mag in afwijking van de kaart en hoofdstuk II uitsluitend worden overschreden door:

a.          tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer dan 2.50 m bedraagt;

b.          tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding niet meer dan 2.00 m be­draagt;

andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1.50 m bedraagt.


Artikel 32         Gebruiksbepalingen

1. Het is verboden, de in het plan begrepen gronden, open erven of terreinen en de daarop overeenkomstig de uit het plan voortvloeiende bestemming(en), gebouwde opstallen te gebrui­ken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze, of tot een doel strijdig met de be­stemming(en).

 

2. Het op het moment van kracht worden van dit bestemmingsplan bestaande strijdige gebruik mag worden voortgezet en mag worden gewijzigd in een minder strijdig gebruik.

 

3. Onder een in het eerste lid bedoeld strijdig gebruik van onbebouwde gronden wordt in ieder geval verstaan:

a.          het storten van puin en afvalstoffen;

b.          opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktui­gen, machines en onderdelen hiervan;

c.          opslag van onklare, dan wel aan hun normale bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;

d.          seksinrichtingen en speelautomatenhallen.

 

4. Onder strijdig gebruik wordt eveneens in ieder geval verstaan het gebruik van gebouwen voor seksinrichtingen en speelautomatenhallen.

 

5. Het in lid 3 onder a t/m d bepaalde is niet van toepassing op opslag van goederen ten be­hoeve van de krachtens het plan toegestane bedrijfsvoering, op het tijdelijk opslaan van materi­alen en werktuigen, die nodig zijn voor de realisering of de handhaving van de in dit plan aan­gegeven bestemmingen, en op het opslaan of storten van puin, afval- en meststoffen, voorzover noodzakelijk voor het normale onderhoud van tuinen en open erven.

 

6. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in het eerste lid, indien strikte toepassing leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik van de grond en de bebouwing, die niet om dringende reden gerechtvaardigd is.


Artikel 33         Overgangsbepalingen

1. Bouwwerken die op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan reeds be­staan, in uitvoering zijn of gebouwd kunnen worden krachtens de Woningwet en die, hetzij door hun aard, hetzij door hun afmetingen, in strijd zijn met het plan, mogen behoudens de bevoegd­heid tot onteigening overeenkomstig de wet:

a.          gedeeltelijk worden vernieuwd of gedeeltelijk worden veranderd, mits de bestaande afwij­kingen van het plan daarbij naar aard en afmetingen niet zullen worden vergroot en geen nieuwe afwijkingen ten opzichte van het plan zullen ontstaan;

b.          geheel worden vernieuwd, zonodig met overschrijding van de bebouwings- en bestem­mingsgrenzen, ingeval zij zijn verwoest ten gevolge van een calamiteit, mits de bestaande afwijkingen niet zullen worden vergroot en een aanvraag om bouwvergunning voor de her­bouw wordt ingediend binnen 2 jaar nadat de calamiteit heeft plaatsgevonden;

met dien verstande dat:

c.          voorzover het de dienstwoningen aan de Ezelsveldlaan 55 en 57 betreft, voorzien van de aanduiding MSP-pand, het gedeeltelijke vernieuwen en veranderen uitsluitend is toege­staan indien het betrokken bouwplan geen afbreuk doet aan en mede strekt tot behoud of versterking van het uitwendige karakter van het gebouw wat betreft de op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaande totaliteit van:

         bouwmassa naar hoofdafmetingen en onderlinge verhoudingen;

         dakvorm, nokrichting, dakhelling, dakoversteken, goot- en daklijsten.

 

2. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 voor het geheel vernieuwen anders dan na een calamiteit, alsmede voor het in geringe mate vergroten van de in het eerste lid bedoelde bouwwerken, mits de vergroting ten opzichte van de be­staande afmetingen niet meer dan 10% zal bedragen en mits de bestaande afwijkingen van het plan daarbij naar aard niet zullen worden vergroot.

 

Artikel 34         Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in artikel 24 lid 6 en 32 lid 1 is een strafbaar feit als bedoeld in ar­tikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

 

Artikel 35         Titel

Dit plan kan worden aangehaald onder de titel: "Bestemmingsplan Zuidpoort".

 


Bijlage

1.   Lijst van Bedrijfstypen VNG (1999)

א

 

 


 [m1]Op 13-2-2001 overgezet op R: voor Anke Wolbert.

 [m2]corr. 24-04-01