Bijlage 1

Stedenbouwkundige ontwikkelingsvoorwaarden voor veld 10 van het Zuidpoortgebied

 

Inleiding

Veld 10 ligt aan de oostkant van de voet van de Sebastiaansbrug en is onderdeel van het Zuidpoortgebied. Het Zuidpoortgebied wordt ontwikkeld als een deel van de binnenstad met een eigen karakter, waarbij een aantal historische en meer recente elementen als uitgangspunt wordt genomen. Het terrein van veld 10 wordt begrensd door de Ezelsveldlaan, het terrein van het Techniek Museum, de Nieuwelaan en de Michiel de Ruyterweg / St. Sebastiaansbrug. Het gehele terrein met opstallen is eigendom van de gemeente. Voor het Zuidpoortgebied is het bestemmingsplan Zuidpoort eind juni in de gemeenteraad vastgesteld. Hierin zijn voorwaarden opgenomen waaraan een bouwplan voor veld 10 moet voldoen. In deze notitie worden aanvullende voorwaarden die nodig zijn voor een goede invulling van veld 10 geformuleerd. Deze aanvullende voorwaarden zullen in de grondovereenkomst worden opgenomen.

 

            Beschrijving van veld 10

Voor de aanleg van de St. Sebastiaansbrug over het Rijn-Schiekanaal zijn in het begin van de jaren 60 woningen gesloopt aan de Nieuwelaan en de Ezeldsveldlaan.  De St. Sebastiaansbrug was bedoeld als onderdeel van een noord-zuid verkeersroute die in noordelijke richting de binnenstad zou doorsnijden. Omdat deze verkeersroute aan moest sluiten op de westkant van de Beestenmarkt is de brug niet haaks over het Rijn-Schiekanaal gemaakt. De schuine richting van de brug is ontstaan naar aanleiding van een vloeiend verkeersverloop en niet omdat het een richting is die aansluit bij de structuur van de binnenstad. De noord-zuid verkeersroute zou in het Zuidpoortgebied de oost-west verkeersroute kruisen. Aan het eind van de jaren 60 is deze visie verlaten en zijn de noord-zuid en oost-west verkeersrouten aan elkaar geknoopt, waardoor de verkeersrouten geen vervolg meer hebben in noordelijke en oostelijke richting. De “professorenwoningen” aan de Nieuwelaan en de woningen aan de Ezelsveldlaan zijn de restanten van de woningen die gelegen waren aan de Nieuwelaan en Ezelsveldlaan. Langs de brug ontbreekt een duidelijke gevelwand, omdat het beeld bepaald wordt door de zijkanten van de overgebleven woningen met het daartussen gelegen binnengebied.  De professorenwoningen hebben een bouwhoogte van ca. 11 meter. De woningen aan de Ezelsveldlaan hebben naast de brug een goothoogte van ca. 3 meter. De rest van de woningen hebben een hoogte van ca. 6 meter. Samen met de dienstwoningen van het Techniek Museum vormen ze de bestaande bebouwing van veld 10. De dienstwoningen zijn één geheel met het ensemble waartoe ook de gebouwen van het Techniek Museum, de schoorsteen en het Museumhof aan de Ezelsveldlaan behoren. Dit ensemble is opgenomen in het MIP (Monumenten Inventarisatie Plan) en is geselecteerd om op de lijst van rijksmonumenten geplaatst te worden.  De bouwhoogte varieert van ca. 6 meter met een kap voor de dienstwoningen, via een goothoogte van ca. 10 meter met een hoge kap voor het Techniek Museum, naar een bouwhoogte van 18 meter tot 22 meter voor het Museumhof. De schoorsteen heeft een hoogte van ca. 32 meter en is hiermee een duidelijk herkenningspunt in dit deel van het Zuidpoortgebied.

 

Op het terrein bij de schoorsteen staat is een es.  Deze boom is opgenomen in de lijst van monumentale bomen. Dit houdt in dat deze boom gehandhaafd blijft, waarbij bebouwing binnen een straal van 8 meter vanaf het hart van de stam niet is toegestaan.

 

Aan de noordzijde van de Ezelsveldlaan tegenover veld 10 ligt veld 7 waarvoor plannen ontwikkeld zijn. Deze plannen gaan uit van een massieve tweelaagse bebouwing met een winkelfunctie, waarboven woningen gegroepeerd worden in bouwvolumes die bereikbaar zijn via een zogenoemd verhoogd maaiveld. De maximale bouwhoogte varieert van 19 tot 22 meter. De verhoogde maaivelden, die ook een zichtbaar zijn vanaf het maaiveld, liggen op een bouwhoogte van ca. 8,5 meter.

 

            Beschrijving stedebouwkundig plan

Op veld 10 moet een nieuw stedebouwkundig bouwblok worden gerealiseerd met, in aansluiting op het stedelijk weefsel van de binnenstad, wonen op de verdiepingen en dienstverlenende bedrijfjes (plintfunctie) op de begane grond. Om te voldoen aan de parkeerbehoefte kan onder het bouwblok een parkeervoorziening gerealiseerd worden.

 

rooilijnen

In verband met de bereikbaarheid van het zuidelijk deel van de binnenstad via de Kruisstraat voor gemotoriseerd verkeer is een maat van 16 meter noodzakelijk tussen de bebouwing van de velden 7 en 10.  Hierdoor wordt de situering van de noordelijke rooilijn bepaald. De bestaande bebouwing aan de Ezelsveldlaan zal hierdoor gedeeltelijk worden gesloopt. De dienstwoningen worden verplaatst. Aan de westkant wordt de rooilijn van de nieuwbouw in aansluiting op richting van de verbindende straten en stegen van het zuidelijk deel van de binnenstad in dezelfde noord-zuid richting gelegd. Hiermee wordt de St. Sebastiaansbrug een zelfstandig element in de openbare ruimte. Wel moet een goede ruimtelijke oplossing gevonden worden waarbij de “goot” die ontstaat tussen de brug en de nieuwbouw vermeden wordt. Aan de Nieuwelaan komt de rooilijn van de nieuwbouw in het verlengde van de rooilijn van het Museumhof aan de voorzijde van de voortuintjes van de “professorenwoningen”  te liggen.

 

hoogte

De westelijke gevelwand van veld 10 vormt samen met de zuidelijke gevelwand van de velden 5 en 7 de ruimtelijke begrenzing van de Zuidwal. Deze wanden begeleiden als het ware de verkeersstromen die vanaf de St. Sebasiaansbrug de Zuidwal opdraaien en andersom. Het is daarom belangrijk dat er aan de westkant van veld 10 een gevelwand gemaakt wordt met een bouwhoogte die niet met meer dan één bouwlaag verschilt dan de bouwhoogten van de velden 5 en 7. De maximale bouwhoogte op veld 10 is aan de zijde van de St. Sebastiaansbrug daarom gesteld op 18 meter. Aan de zuidzijde is de maximale bouwhoogte 14 meter om aan te sluiten op de woonbebouwing aan de overzijde van de Nieuwelaan. De maximaal toegestane bouwhoogte aan de Ezelsveldlaan is 18 meter in aansluiting op de hoogte van het tegenovergelegen veld 7. Bij de uitwerking moet met de gevelopbouw van de nieuwbouw aan deze zijde ingespeeld worden op de afwisseling van de open en gesloten bouwmassa van veld 7 en moet rekening gehouden worden met de schaal en maat van de te verplaatsen dienstwoningen.

 

bestaande bebouwing

In verband met de monumentale status is in het voorjaar door B&W besloten de dienstwoningen naar het zuiden te verplaatsen, met het fietspad tussen het Techniek Museum en de dienstwoningen. Het handhaven van het cultuurhistorische karakter van het ensemble, maar ook het behoud van de woonfunctie van de panden zijn hierbij harde randvoorwaarden. In het bestemmingsplan Zuidpoort zijn deze voorwaarden opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid.                                                                                                                                           Plannen die uitgaan van het handhaven van de woningen aan de Nieuwelaan passen binnen de voorwaarden zoals opgenomen in het bestemmingsplan Zuidpoort  mogelijk. Hierbij moet er rekening mee gehouden worden dat aan de westkant een gevelfront wordt gemaakt die de ruimtelijke beëindiging van de ruimte van de Zuidwal vormt.

 

verkeer en parkeren

In 2000 is het fietsactieplan door het college van B&W vastgesteld. De fietsroute die vanaf het Gashouderpad via de Torenstraat in noordelijke richting de binnenstad in gaat, komt te vervallen in verband met de ontwikkeling van het kerngebied van de Zuidpoort. Deze fietsroute is onderdeel van de wijkfietsroute. Het is daarom noodzakelijk om een alternatieve fietsroute te maken die via het Gashouderpad, onder de St. Sebastiaansbrug door een vervolg krijgt over veld 10. De fietsroute wordt over veld 10 tussen de schoorsteen en de dienstwoningen gesitueerd, waardoor het mogelijk is om een verkeersveilige aansluiting te maken op de Kruisstraat.  In de uitwerking van de bebouwing van veld 10 zal gebruik gemaakt moeten worden van de mogelijkheden die aanwezig zijn om de route prettig en sociaal veilig te maken.

 

Het aantal parkeerplaatsen dat nodig is voor de nieuwbouw zal worden bepaald door de parkeernormen van de gemeente Delft, die gebaseerd zijn op de CROW. Omdat in de binnenstad parkeergarages worden gerealiseerd ten behoeve van bezoekers wordt in het parkeerbeleid voor Delft een onderscheid gemaakt in binnenstad en de overige gebieden. In de binnenstad is het uitgangspunt dat alle bezoekers en werkers parkeren in de parkeergarages en op de betaalde parkeerplekken in de openbare ruimte.

In het bestemmingsplan Zuidpoort is vastgelegd dat over het algemeen de parkeereis van 1,25 parkeerplaats per woning voor nieuwbouw wordt nagestreefd. Omdat er een verschil is in het autobezit  van de verschillende categorie woningen wordt voor de nieuwbouw deze eis nader gedifferentieerd. De minimale parkeereis voor woningbouw is: 1 parkeerplaats per seniorenwoning en per woning in de sociale sector en 1,3 parkeerplaats per woning in de vrije sector. Deze parkeerplaatsen moeten binnen de plangrens van veld 10  ondergronds, gedeeltelijk ondergronds of bovengronds worden gerealiseerd.  Echter in geval het geval van gedeeltelijk ondergronds en bovengronds mag de parkeergarage onder geen voorwaarde aan de openbare ruimte grenzen. De ontsluiting van de parkeervoorziening is aan de Nieuwelaan. Eventuele hellingbanen e.d. moeten binnen het plangebied worden gerealiseerd en zoveel mogelijk binnen de bebouwing gemaakt worden.

 

beeldkwaliteit

Zonder historiserend te zijn wordt verwezen naar het materiaal- en kleurgebruik van de binnenstad. Gekozen wordt voor duurzame maar hedendaagse materialen. Voor de volledigheid wordt verwezen naar het Schetsplan 1997 en de studie Kleur- en materiaalgebruik in de Delftse Binnenstad 1993. 

 

civieltechnisch

Voor het kabels & leidingentracé met riolering moet over het terrein in noord-zuidrichting een ondergronds tracé met een breedte van 5,5, meter  worden gemaakt. Dit tracé moet gesitueerd zijn in de openbare ruimte. Er moet rekening gehouden worden met de schoorsteen van het Techniek Museum en de eventueel te handhaven professorenwoningen aan de Nieuwelaan. Daarnaast moet de boom gehandhaafd blijven. Dit betekent dat binnen een straal van 8 meter uit het hart van de stam niet gebouwd mag worden. Ten behoeve van een kabel en leidingenpakket is het mogelijk, indien het niet anders kan, om deze in de buitenste twee meter van het wortelpakket te leggen. Dus minimaal zes meter uit het hart van de stam moet onaangetast blijven. Een opdeling in twee tracés over het terrein, één voor de kabels en leidingen en één voor het riool is noodzakelijk. Dit gebeurt in overleg met het Ingenieursbureau van de gemeente Delft.

 

milieutechnische aspecten

Aan de westzijde van veld 10 veroorzaakt het verkeer over de St. Sebastiaansbrug en Zuidwal verkeerslawaai, waardoor er een verzoek voor hogere grenswaarden i.v.m. een hogere geluidbelasting aangevraagd moet worden. In verband hiermee moet bij elke woning de buitenruimte (balkon o.i.d.) en de meest geluidsgevoelige vertrekken (woon –en hoofd slaapkamer) aan de geluidluwe zijde van de woning worden gesitueerd. Door de matige luchtkwaliteit veroorzaakt door het verkeer op de Zuidwal en Michiel de Ruyterweg is het wenselijk dat de aanzuiging van de ventilatielucht van de woningen plaatsvindt vanaf de geluid/verkeersluwe zijde. In de gemeente Delft is de “Verordening Duurzaam Bouwen” opgesteld. Voor de realisering van bebouwing op veld 10 is het verplicht om minstens het minimumniveau met betrekking tot materiaaltoepassing toe te passen.

 

Samenvatting

De voorwaarden waarachter (BP) staat zijn opgenomen in het bestemmingsplan.

 

functioneel

-      Veld 10  krijgt overwegend een woonfunctie. (BP)

-      Op de begane grond wordt gestreefd naar een menging van verschillende functies in de vorm van dienstverlening, sociaal culturele doeleinden, kleinschalige kantoren met een oppervlakte per vestiging van maximaal 150 m²,  bedrijfjes,  praktijkruimten, ateliers, woon-werkwoningen e.d. (BP)

-      Het is toegestaan per woning bovengenoemde functies te vestigen mits de woonfunctie per woning in overwegende mate gehandhaafd blijft.

-      Na verplaatsing blijft de woonfunctie van de dienstwoningen behouden. (BP)

 

ruimtelijk

-      Het terrein wordt ingevuld met een stedebouwkundig bouwblok, die de stedebouwkundige ruimte van de Zuidwal begrensd en beëindigd.

-      Het stedebouwkundige bouwblok sluit in massa en verschijningsvorm aan bij het Kernplan Zuidpoort (velden 5 en 7)

-      Aan de Michiel de Ruyterweg en Ezelsveldlaan is de maximale bouwhoogte 18 meter ten opzichte van het nieuwe maaiveld van de Kruisstraat. (BP)

-      Deze hoogte van 18 meter moet in ieder geval op de hoek Ezelsveldlaan – Michiel de Ruyterweg gemaakt worden en over ongeveer minimaal 45 tot 55 % van het volledige gevelfront aan de Michiel de Ruyterweg.

-      Bij de uitwerking moet met de gevelopbouw van de nieuwbouw aan deze zijde ingespeeld worden op de afwisseling van de open en gesloten bouwmassa van veld 7 en moet rekening gehouden worden met de schaal en maat van de te verplaatsen dienstwoningen aan de Ezelsveldlaan.

-      Aan de Nieuwelaan is de maximale bouwhoogte 14 meter. (BP)

-      Op de hoek Michiel de Ruyterweg – Nieuwelaan is de bouwhoogte minimaal 14 meter.

-      De noordelijk rooilijn ligt 16 meter ten zuiden van de rooilijn van veld 7. (BP)

-      De westelijke rooilijn van veld 10 staat haaks op de rooilijn van veld 5 en 7 en ligt maximaal 3 meter in westelijke richting ten opzicht van de westgevel van het “Spookhuis” (Nieuwelaan 3 t/m 21).

-      Het ontstaan van een “goot” tussen de brug en de nieuwbouw moet worden vermeden. Een goede ruimtelijke oplossing is hiervoor noodzakelijk.

-      De dienstwoningen worden naar het zuidoosten verplaatst, waarbij de cultuurhistorische waarde van het ensemble waarvan ze onderdeel uit maken,  behouden blijft. (BP)

-      Deze ontwikkelingsvoorwaarden laten de mogelijkheid open om een deel van de professoren woningen aan de Nieuwelaan te behouden. Hierbij is randvoorwaarde, dat aan de zijde van de St. Sebastiaansbrug het gevelfront één geheel wordt.

-      Het bouwblok omsluit een openbaar binnengebied van ca. 15 x 15 meter dat aansluit op de langzaamverkeersroute.   

-      De es bij de schoorsteen is opgenomen in de lijst van monumentale bomen en moet daarom gehandhaafd blijven. Bebouwing binnen een straal van 8 meter vanaf de kern van de stam is niet toegestaan. (BP)

-      In de uitwerking van de bebouwing van veld 10 zal gebruik gemaakt moeten worden van de mogelijkheden die aanwezig zijn om de fietsroute prettig en sociaal veilig te maken.

 

Beeldkwaliteit

-      Materiaalgebruik en kleurgebruik dienen te worden afgestemd op de binnenstad.

 

Verkeer en Parkeren

-      Over het terrein moet een route voor langzaamverkeer in noord-zuidrichting (tussen Ezelsveldlaan en Nieuwelaan) gemaakt worden die aansluit op de Kruisstraat. Deze route heeft een breedte van 3,5 meter. (BP)

-      Het aantal parkeerplaatsen moet binnen de plangrens van veld  10 worden gerealiseerd. (BP)

-      De parkeernorm is:

-            1 parkeerplaats per seniorenwoning en per woning in de sociale sector

-            1,3 parkeerplaats per woning in de vrije sector

-      Voor de parkeervoorziening zijn de opties van ondergronds, gedeeltelijk ondergronds en bovengronds mogelijk. Echter in het geval van gedeeltelijk ondergronds en bovengronds mag de parkeergarage onder geen voorwaarde in de gevels aan de openbare ruimte grenzen.

-      De ontsluiting van de parkeervoorziening is aan de Nieuwelaan.

-      Eventuele hellingbanen e.d. voor de parkeervoorziening moeten binnen het plangebied worden gesitueerd en zoveel mogelijk binnen de bebouwing gemaakt te worden.

 

Civieltechnische aspecten

-      Voor het kabels & leidingentracé en riolering moet over het terrein in noord-zuidrichting een ondergronds tracé met een breedte van 5,5 meter  worden gemaakt. Dit tracé moet gesitueerd zijn in de openbare ruimte.  In overleg met het Ingenieursbureau van de gemeente Delft kan dit tracé opgedeeld worden in twee tracés.

 

Milieutechnische aspecten

-      Bij elke woning moet de buitenruimte (balkon o.i.d.) en de meest geluidsgevoelige vertrekken (woon –en hoofd slaapkamer) aan de geluidluwe zijde van de woning worden gesitueerd. (BP)

-      Het is gewenst dat de aanzuiging van de ventilatielucht van de woningen plaatsvindt vanaf de geluidluwe zijde.

-      Toepassen van Duurzaam Bouwen maatregelen uit de Delftse duurzaam bouwenlijst en het hanteren van de “Verordening Duurzaam Bouwen” (verplicht minimumniveau m.b.t. materiaaltoepassing).

 

 

11-09-01

Vakteam Ruimtelijke Ordening

Sacha Koenes