Zoals u bekend is de Gemeente
Delft voornemens een ondergrondse parkeergarage te ontwikkelen op de locatie
van de Maria Duystlaan e.o. Hiertoe is door de gemeente een startnota
ontwikkeld waarin de uitgangspunten voor deze ontwikkeling zijn opgenomen. Een
van de uitgangspunten daarbij is de herontwikkeling van de woningen van Vestia
Delft aan De Genestetstraat.
Vestia Delft heeft
aangegeven dat de herontwikkeling van dit gebied, vanuit Vestia Delft, zal
worden gecoördineerd door Ceres Projecten. Op basis van het bovenstaande heeft
onlangs nader overleg plaatsgevonden tussen u en de heer G. Huizing van de
Gemeente Delft. In dit overleg heeft u aangegeven voor eigen rekening en risico
een haalbaarheidsstudie te willen verrichten naar de hiervoor genoemde
ontwikkeling. U bent voornemens dit te doen in samenwerking met Van Roey
projectontwikkeling en architect Sjoert Soeters. Om de financiële haalbaarheid
te vergroten heeft u voorgesteld uit te gaan van een ruimer studiegebied dan de
gemeentelijke plangrenzen.
Gelet op uw betrokkenheid bij
de beoogde ontwikkeling zijn wij bereid onze medewerking te verlenen aan uw
initiatief zonder dat wij echter enige verplichting aan kunnen en willen gaan
ten aanzien van realisering van het project door u of in uw opdracht.
Om in deze fase van de
planontwikkeling duidelijkheid te scheppen in de relatie tussen en verwachting
van partijen is het ons inziens gewenst hierover de volgende afspraken te
maken.
Er zal overeenstemming moeten
zijn over de grenzen en de bebouwingshoogte van het studiegebied. Hierbij heeft
de gemeente een maximaal plangebied voor ogen van de Maria Duystlaan e.o.
(plangebied startnota Koepoortgarage) en de locatie van de huidige
busstandplaats. Het resultaat van de studie zou ons inziens een
stedenbouwkundige analyse, een schetsplan met een programmatische invulling en
een voorstel met een onderbouwde garantie voor de financiële haalbaarheid,
moeten zijn.
De gemeente zal in deze fase
geen stedenbouwkundige randvoorwaarden voorschrijven, maar acht het wel gewenst
hierover ambtelijk overleg te voeren. Hierbij zullen wij, voor zover dat in ons
vermogen ligt, de door u gevraagde relevante gegevens
leveren. Evenwel willen wij reeds aangeven dat hoogbouw op deze locatie niet
gewenst is. Tevens is van belang dat bij de eventuele realisatie van het totale
plan (dus inclusief aanpassingen in de openbare ruimte) geen financiële
gemeentelijke bijdrage mogelijk is.
De planvorming voor de garage
moet ingevolge het in uitvoering zijnde parkeerbeleid zo spoedig mogelijk
worden opgestart. Met het oog op de noodzakelijke bestuurlijke besluitvorming
begin 2002 verzoeken wij derhalve uw studie voor 1-12-2001 aan de gemeente aan
te bieden. Wij zullen uw plan met
interesse bestuderen, waarbij onder meer de aspecten functionaliteit,
stedenbouwkundige kwaliteit en financiële haalbaarheid een rol spelen.
Op grond van onze studie
zullen wij afwegen of het zinvol is een vervolg te geven aan uw initiatief.
Dit betekent, zoals eerder
gesteld in deze brief dat wij ons het recht voorbehouden om na 1-1-2002 een
ander ontwikkelingstraject voor het gebied te volgen.
Tot slot verzoeken wij u de
contacten met het ambtelijk apparaat te laten verlopen met onze projectleider
de heer E. Kesselaar.
Graag vernemen wij of u
akkoord kunt gaan met de hier voorgestelde afspraken.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders
van Delft,
,burgemeester.
,secretaris.